Subsidieregeling instandhouding erfgoed Alphen aan den Rijn 2021

Subsidieregeling instandhouding erfgoed Alphen aan den Rijn 2021

 

Het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn;

 

Gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Alphen aan den Rijn 2020 (ASV 2020);

 

B E S L U I T vast te stellen de volgende:

 

Subsidieregeling instandhouding erfgoed Alphen aan den Rijn 2021

 

Inhoud

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 2 Objecten

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotbepalingen

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

 

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Gemeentelijke monument: onroerende zaken die overeenkomstig de bepalingen van de Erfgoedverordening 2021 gemeente Alphen aan den Rijn in het gemeentelijke Erfgoedregister zijn geplaatst.

b. Cultuurhistorisch waardevol object; onroerende zaken die overeenkomstig het bestemmingsplan dan wel beheersverordening ‘Cultuurhistorie’ als cultuurhistorisch waardevol object zijn aangemerkt in de categorie ‘zeer hoog’ dan wel ‘hoog’ dan wel ‘gemiddeld’ .

c. Gemeentelijk Erfgoedregister: een lijst van zaken en terreinen die bij collegebesluit de status ‘gemeentelijk monument’ hebben gekregen.

d. Eigenaar: natuurlijke persoon of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een beschermd gemeentelijk monument of cultuurhistorisch waardevol object;

e. Subsidiabele instandhoudingskosten: kosten als genoemd in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten Alphen aan den Rijn. Het zijn kosten, die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn om delen van monumenten en/of cultuurhistorisch waardevolle objecten te herstellen of te conserveren.

f. De monumentale waarden van een beschermd object: naar het oordeel van het college van belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde.

 

Artikel 1.2 Doel van de regeling

1. Met deze regeling wil de Gemeente Alphen aan den Rijn een goede zorg en behoud van cultureel erfgoed in de gemeente stimuleren.

2. De ASV 2020 is van toepassing tenzij daarvan in deze regelgeving uitdrukkelijk wordt afgeweken.

 

Artikel 1.3 Subsidiecriteria

1. De subsidieaanvraag heeft uitsluitend betrekking op de instandhouding van een of meer gemeentelijk monument(en) of aangemerkte cultuurhistorisch waardevol(le) object(en) gelegen binnen de gemeente Alphen aan den Rijn.

2. De subsidieaanvrager is de eigenaar van het betreffende object.

3. Subsidie voor cultuurhistorisch waardevolle objecten wordt alleen toegekend aan werkzaamheden aan het exterieur van het object.

4. Subsidie wordt alleen toegekend voor maatregelen die op het moment van de aanvraag nog niet zijn uitgevoerd. De toekenning van de subsidie gebeurt na beoordeling van de volledige aanvraag. Als er na het aanvragen van de subsidie wordt gestart met de uitvoering van de maatregelen betekent dit niet dat er automatisch recht is op de subsidie.

5. Bij hun beslissing op aanvragen voor subsidie houdt het college in elk geval rekening met:

a. de waarden van het object;

b. het huidige en toekomstige gebruik van het object;

c. de bouwtechnische en uiterlijke staat van het object mede in relatie tot zijn omgeving;

 

Artikel 1.4 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op instandhoudingskosten en zoals beschreven in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten Alphen aan den Rijn.

2. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor het realiseren van de gesubsidieerde activiteiten.

 

Artikel 1.5 Subsidieplafond

Deze subsidieregeling heeft een subsidieplafond en is gelijk aan het bedrag dat door de raad beschikbaar wordt gesteld in de begroting.

 

Artikel 1.6 Aanvraag

1. De subsidieaanvraag wordt met een digitaal aanvraagformulier ingediend met een restauratieplan én een beschrijvende begroting, bestaande uit:

a. een beschrijving van de technische staat van het object, waarin de onderdelen, materialen en gebreken nauwkeurig vermeld staan;

b. een op de beschrijving van de technische staat gebaseerd bestek of gebaseerde werkomschrijving per onderdeel van de toe te passen constructies, materialen, afwerkingen en kleuren alsmede van wijze van verwerking daarvan;

d. een beschrijvende begroting die een opsomming is van de uit te voeren instandhoudingswerkzaamheden en de daarmee samenhangende kosten, gespecificeerd in hoeveelheden, uren en materialen, welke begroting niet ouder is dan 3 maanden.

2. Het nemen van besluiten op de aanvragen van subsidie als bedoeld in hoofdstuk 2 vindt plaats in volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen. Met dien verstande dat wanneer de aanvrager in de gelegenheid is gesteld de aanvraag om subsidie aan te vullen, de dag waarop die aanvraag is aangevuld - zodat sprake is van een volledig ingevulde, gedagtekende en ondertekende aanvraag – voor die beslissing als datum van ontvangst van die aanvraag geldt.

 

Artikel 1.7 Beslistermijn

1. Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van de volledige subsidieaanvraag.

2. De in het eerste lid gestelde termijn kan, met redenen omkleed, met ten hoogste 8 weken verdaagd worden.

 

Artikel 1.8 Weigeringsgronden

Aanvullend op artikel 13 van de ASV 2020 wordt een subsidieaanvraag geweigerd indien:

1. Niet voldaan is aan de eisen en criteria genoemd in deze regeling.

2. Het subsidieplafond is bereikt.

3. Met de instandhouding het belang van de monumentenzorg niet of in onvoldoende mate wordt gediend, beoordeeld op basis van de ‘Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten Alphen aan den Rijn’.

4. De kosten niet geacht kunnen worden in redelijke verhouding te staan tot het te verkrijgen resultaat, beoordeeld op basis van de ‘Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten Alphen aan den Rijn’’.

5. De subsidiabele instandhoudingskosten minder bedragen dan € 300,-

6. Binnen een periode van 10 jaar voorafgaand aan de aanvraag voor exact hetzelfde werk subsidie is verstrekt, met uitzondering van buitenschilderwerk waar een termijn van 5 jaar geldt

 

Artikel 1.9 Verplichtingen

1. Het college kan de subsidieontvanger bij de subsidieverlening andere dan de in artikel 4:37 Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen opleggen die strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie.

2. Het college kan de subsidieontvanger bij de subsidieverlening verplichtingen opleggen ten aanzien van de tijdstippen van aanvang en beëindiging van de te subsidiëren werkzaamheden.

 

Artikel 1.10 Gereedmelding

1. De subsidieontvanger meldt de werkzaamheden binnen 8 weken na voltooiing daarvan gereed bij het college op een door hen beschikbaar gesteld gereedmeldingsformulier en legt daarmee rekening en verantwoording af van de verrichte werkzaamheden. Meer informatie over de wijze van gereedmelden is te vinden op www.alphenaandenrijn.nl/erfgoed onder de zoekterm Subsidieregeling Instandhouding Erfgoed.

2. De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling van de subsidie.

3. De gereedmelding gaat vergezeld van alle informatie en documentatie die het college nodig heeft om te kunnen bepalen of voldaan is aan de bij subsidieverlening aan de aanvrager opgelegde voorwaarden en verplichtingen, waaronder waaronder: rekeningen en betaalbewijzen corresponderend met de in de aanvraag geleverde stukken, vermeldende de geleverde materialen en verrichte arbeid, en die controleerbaar zijn wat betreft levering en verrichting.

 

Artikel 1.11 Subsidievaststelling

1. Vaststelling van een toegekende subsidie vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in deze regeling en artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht.

2. Een subsidie wordt binnen 8 weken na ontvangst van de volledige gereedmelding vastgesteld.

3. De in het tweede lid gestelde termijn kan, met redenen omkleed, met ten hoogste 8 weken verdaagd worden.

4. Beschikkingen kunnen door het college worden ingetrokken of gewijzigd indien voor werkzaamheden waarvoor subsidie is aangevraagd een omgevingsvergunning is vereist en deze (nog) niet is verleend.

5. Subsidievaststelling vindt plaats op basis van de, door het college goedgekeurde werkzaamheden en werkelijke kosten met als maximum het bij de subsidieverlening toegekende bedrag.

 

Artikel 1.12 Uitbetaling van de subsidie

1. Uitbetaling van een toegekende subsidie vindt plaats overeenkomstig het bepaalde in deze regeling, de ASV 2020, het Algemeen beleid voorschot- en betaling bij verstrekken subsidies ASV 2020 en Algemeen (sanctie)beleid bij verstrekken van subsidies ASV 2020.

2. De subsidie wordt door het college aan de subsidieontvanger uitbetaald als bijdrage ineens binnen 9 weken na het besluit tot subsidievaststelling, onder verrekening van op diens verzoek eventueel betaalde voorschotten, op basis van het gemeentelijk voorschottenbeleid.

 

Hoofdstuk 2 Objecten

 

Artikel 2.1 Hoogte subsidie

1. De hoogte van een subsidie voor een gemeentelijk monument bedraagt maximaal 30% van de subsidiabele instandhoudingskosten, met een maximum van € 5.000 per pand per jaar.

2. De hoogte van een subsidie voor een cultuurhistorisch waardevol object categorie ‘zeer hoog’ bedraagt maximaal 30% van de subsidiabele instandhoudingskosten, met een maximum van €5.000 per pand per jaar.

3. De hoogte van een subsidie voor een cultuurhistorisch waardevol object categorie ‘hoog’ dan wel ‘gemiddeld’ bedraagt maximaal 30% van de subsidiabele instandhoudingskosten, met een maximum van €3.000 per pand per jaar.

4. Bij berekening van de subsidie worden op de subsidiabele instandhoudingskosten de kosten in mindering gebracht die op grond van de Wet op de omzetbelasting op verschuldigde belasting in aftrek kunnen worden gebracht.

5. Bij de bepaling van de hoogte van de subsidiabele instandhoudingskosten wordt bij zelfwerkzaamheid het loonkostenbestanddeel buiten beschouwing gelaten.

6. Er wordt geen hoger subsidiebedrag uitbetaald dan dat van de totale uit in te dienen rekeningen blijkende subsidiabele instandhoudingskosten.

 

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotbepalingen

 

Artikel 3.1 Hardheidsclausule

Het college kan, in bijzondere gevallen, afwijken van het bepaalde in deze regeling, indien een strikte toepassing daarvan zal leiden tot een onevenredige benadeling van de aanvrager of subsidieontvanger.

 

Artikel 3.2 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

 

Artikel 3.3 Toezicht op de naleving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling zijn belast de bij besluit van het college aangewezen dan wel aan te wijzen personen.

 

Artikel 3.4 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na de bekendmaking op basis van artikel 3:42, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikel 3.5 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Instandhouding Erfgoed Alphen aan den Rijn 2021.

 

BIJLAGE: LEIDRAAD SUBSIDIABELE INSTANDHOUDINGSKOSTEN

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN SUBSIDIABELE KOSTEN

 

Subsidiabel zijn de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen ten behoeve van de instandhouding van beschermde monumenten of zelfstandige onderdelen, voor zover dat is bepaald in deze bijlage, met dien verstande dat:

a. kosten uitsluitend subsidiabel zijn voor zover de werkzaamheden:

1. strekken tot instandhouding van het monument en zijn monumentale waarden;

2. sober en doelmatig zijn;

3. technisch noodzakelijk zijn; en

4. zijn gericht op maximaal behoud van aanwezige monumentale waarden, in het bijzonder historische materialen en constructies;

b. kosten voor werkzaamheden gericht op het voorkomen van verval of het voorkomen van vervolgschade subsidiabel zijn;

c. kosten voor werkzaamheden gericht op vervanging van materialen die hun functie niet meer kunnen vervullen subsidiabel zijn;

d. kosten voor werkzaamheden gericht op reconstructie niet subsidiabel zijn, tenzij deze in uitzonderlijke gevallen naar het oordeel van ons college ter versterking van de monumentale waarden gewenst zijn;

e. indien de subsidie lager is dan € 225,-- wordt de subsidie geweigerd;

f. indien binnen een periode van 15 jaar voorafgaand aan de aanvraag voor exact hetzelfde werk subsidie is verstrekt wordt de subsidie geweigerd. Met uitzondering van buitenschilderwerk, dit komt elke 5 jaar in aanmerking voor subsidie.

 

HOOFDSTUK 2. UITWERKING ALGEMENE BEPALINGEN

 

Algemeen

In hoofdstuk 1 staan algemene bepalingen ten aanzien van subsidiabele kosten. Deze bepalingen gelden voor alle subsidiabele kosten, genoemd in deze bijlage.

Met deze bijlage ‘Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten’ (hierna: Leidraad) wordt gestreefd naar een efficiënte afhandeling van subsidieaanvragen en subsidievaststellingen.

Kosten van werkzaamheden die niet zijn opgenomen in de Leidraad komen niet voor subsidieverlening in aanmerking. In een aantal gevallen is aangegeven welke kosten niet subsidiabel zijn. Deze niet-subsidiabele kostenposten zijn telkens bedoeld ter verduidelijking en als afbakening om aan te geven waar de grens tussen subsidiabel en niet-subsidiabel ligt, maar zijn niet limitatief.

Waar in de Leidraad wordt gesproken over ‘instandhouding’, wordt gelet op artikel 34 van de Monumentenwet 1988 zowel op onderhoud als op herstel gedoeld.

 

Technisch noodzakelijk, sober en doelmatig

De werkzaamheden moeten strekken tot instandhouding van het beschermd monument of het zelfstandig onderdeel daarvan, ze moeten sober, doelmatig en technisch noodzakelijk zijn en gericht op maximaal behoud van monumentale waarden. Sober en doelmatig houdt in dit verband in dat de werkzaamheden gericht moeten zijn op maximaal behoud van monumentale waarden, dat ze op een vakkundige wijze worden uitgevoerd en dat met de werkzaamheden verval en vervolgschade worden voorkomen. Behoud gaat hierbij vóór herstel, herstel vóór vervanging en vervanging vóór reconstructie.

Bij (materiaal)technisch noodzakelijk gebleken vervanging dienen de nieuwe onderdelen in materiaal, vorm, detaillering, uitvoering, afwerking én kwaliteit zoveel mogelijk overeen te komen met de afkomende, te vervangen onderdelen. Van geval tot geval zal een gedegen afweging moeten plaatsvinden of onderdelen of elementen gereconstrueerd mogen en kunnen worden en zo ja op welke manier. Wijzigingen die niet historisch juist zijn komen niet voor subsidie in aanmerking.

Behoud van monumentale waarden Zoals gezegd worden alleen de werkzaamheden die direct verband houden met de instandhouding van de monumentale waarden van het beschermd monument gesubsidieerd. Uit de aard der zaak wordt de hoofdstructuur van het monument daartoe gerekend, maar ook bijvoorbeeld vaste interieuronderdelen en monumentale installaties. Een en ander neemt niet weg dat werkzaamheden niet altijd noodzakelijk zullen zijn en dus ook niet altijd zonder meer subsidiabel zullen zijn. Zo zal bijvoorbeeld herstel van voegwerk dat technisch gezien nog goed is, niet subsidiabel zijn.

De monumentale waarde van een beschermd rijks- of gemeentelijk monument wordt bepaald door de dragende delen, de vloeren en het omhulsel, alsmede door die onderdelen of objecten die blijkens het rijksregister of de gemeentelijke monumentenlijst, danwel naar het oordeel van het college van belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde.

Indien uit de beschrijving in het rijksregister of de gemeentelijke monumentenlijst blijkt, dat een monument uitsluitend beschermd is vanwege één of meer met name genoemde delen of objecten, wordt de monumentale waarde van dat rijks- of gemeentelijk monument uitsluitend bepaald door die delen of objecten.

 

Interieur

Voor zover het werkzaamheden aan het interieur van het monument betreft, wordt het volgende opgemerkt. In de Leidraad is bij de subsidiabele kosten niet telkens onderscheid gemaakt tussen kosten van werkzaamheden aan de buitenkant van een monument en van werkzaamheden aan de binnenkant van een monument. Uitgangspunt is dat kosten die betrekking hebben op werkzaamheden aan de binnenkant van een monument, slechts subsidiabel zijn indien die werkzaamheden strekken tot behoud van de monumentale waarde van het monument of bijvoorbeeld om constructieve reden noodzakelijk zijn. Zo zal het ‘witten’ van binnenmuren in de meeste gevallen niet subsidiabel zijn omdat dit niet noodzakelijk is voor de bescherming van de monumentale waarde of een constructieve noodzaak heeft. Dit schilderwerk is wel subsidiabel indien pleisterwerk om constructieve of technische redenen vervangen moet worden.

Of interieuronderdelen daadwerkelijk monumentale waarden bezitten, dient, voor zover mogelijk, beoordeeld te worden aan de hand van hetgeen vermeld is in de omschrijving van het beschermd monument in het monumentenregister. Het interieur van een beschermd monument bestaat uit vaste onderdelen.

Het Burgerlijk Wetboek (art. 3:4) is bepalend voor de vraag of iets kan worden aangemerkt als vast interieuronderdeel van een gebouw.

Ten aanzien van de fysieke hechtheid van de verbinding werd in het verleden ook wel gesproken van ‘aard- en nagelvast’. Hierbij kan worden gedacht aan vloeren, plafonds, trappenhuis, schouwen en betimmeringen, hecht verankerd (kerk)meubilair, maar ook aan wandbespanningen en geschilderd behangsel.

Voor de vraag of een gebouw incompleet is, moet worden gekeken of het gebouw zonder het interieuronderdeel als gebouw incompleet – onaf – is. Voorbeelden van dit soort interieuronderdelen zijn deuren (die betrekkelijk eenvoudig uit hun hengsels zijn te lichten) en wandafwerkingen, aangebracht op of voor onafgewerkte muurvlakken, die zonder beschadiging zijn te verwijderen. Het gaat hierbij overigens om het gebouw en niet zozeer om de functie die het heeft. Het ontbreken van een object dat van belang is voor de functie, bijvoorbeeld voor de eredienst in een kerkgebouw, maakt dit gebouw niet incompleet.

Voor zover vaste interieuronderdelen van belang zijn voor de monumentale waarde van het beschermd monument, zijn de kosten van werkzaamheden aan deze onderdelen in beginsel subsidiabel.

 

Veiligheid

De Arbeidsomstandighedenwet stelt eisen met betrekking tot veiligheid, gezondheid en welzijn van degenen die met de uitvoering van werk belast zijn. Deze wet is ook van toepassing op restauratiewerkzaamheden.

Er moeten zogenoemde Arbo-voorzieningen worden getroffen om risico’s zo veel mogelijk te beperken. Met betrekking tot de instandhouding van monumenten wordt onderscheid gemaakt tussen tijdelijke bouwplaatsvoorzieningen (steigers, dakrandbeveiliging, en dergelijke) en voorzieningen van meer permanente aard (zoals ladder- en veiligheidshaken, loopbruggen, luiken en verlichting).

De tijdelijke bouwplaatsvoorzieningen zijn uitsluitend nodig, indien ingrijpende werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. In de regel wordt hiervoor een (hoofd)aannemer ingeschakeld.

Het komt vaak voor dat delen van monumenten zeer moeilijk of niet bereikbaar zijn zonder een hoogwerker, kraan of steiger. Om reguliere inspecties en werkzaamheden goed en veilig te kunnen uitvoeren is het in zo’n situatie noodzakelijk voorzieningen van meer permanente aard aan te brengen om die gedeelten steeds gemakkelijk te kunnen bereiken. Voorbeelden van dergelijke voorzieningen zijn loopbruggen in ruimten boven gewelven in kerken, ladder- en veiligheidshaken, klimhaken (voldoende en op de juiste plaats) en dak- en torenspitsluiken. Hoewel zelden een verfraaiing, zijn dergelijke Arbo-voorzieningen noodzakelijk om monumenten in stand te kunnen blijven houden. Het aanbrengen, mits tot een minimum beperkt en deskundig uitgevoerd, is dan ook subsidiabel.

 

Indieningsvereisten bij grotere ingrepen

In geval van een instandhoudingsplan voor ingrijpende werkzaamheden moeten meer stukken bij de subsidieaanvraag gevoegd worden dan bij normaal onderhoud. Het kan hierbij gaan om tekeningen en specialistische rapporten.

De tekeningen worden onderscheiden in: opnametekeningen (bestaande toestand en gebrekentekeningen), plantekeningen (nieuwe toestand, hoe de gebreken worden verholpen, of welke wijzigingen worden aangebracht) en aanvullende tekeningen (zoals doorsneden, principedetails en werktekeningen).

Diverse specialistische werkzaamheden worden in de planvorming niet door de (restauratie)architect uitgevoerd, maar door andere specialisten. In dit verband kan gedacht worden aan adviezen op bouwfysisch, constructief of installatietechnisch gebied. Dergelijke werkzaamheden door derden (zoals adviseurs, onderzoekers en restauratoren) zijn subsidiabel, mits ze noodzakelijk zijn om tot een juiste beoordeling te komen.

Bouwhistorisch, kleur-, en dendrochronologisch of interieuronderzoek, aan bijv. beeldhouwwerk of bijzonder schilderwerk is 100% subsidiabel mits noodzakelijk naar het oordeel van het college en het onderzoek wordt begeleid door de gemeentelijk bouwhistoricus en dit voorafgaand aan de werkzaamheden en ten behoeve van het opstellen van het restauratieplan wordt uitgevoerd.

 

Zelfwerkzaamheid

Voor de instandhouding van een monument is specifiek vakmanschap doorgaans onontbeerlijk. De regelgeving biedt een eigenaar van een monument de ruimte om instandhoudingswerkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf uit te voeren of door eigen personeel te laten uitvoeren in het kader van een door hem gedreven onderneming.

In het algemeen geldt dat de kosten van ‘zelfwerkzaamheid’ alleen dan subsidiabel zijn indien de eigenaar achteraf kan aantonen (bijvoorbeeld door middel van een accountantsverklaring) hoeveel uren door hemzelf of zijn personeel binnen het kader van een door hem gedreven onderneming zijn besteed aan subsidiabele werkzaamheden. Uren die zijn besteed buiten het kader van de door hem gedreven onderneming gelden als ‘doe-het-zelf’-uren en hier zijn alleen de materiaalkosten subsidiabel.

 

Meerwerk

Tijdens de uitvoering van het instandhoudingsplan kunnen onverwacht gebreken aan het licht komen, waardoor extra werkzaamheden noodzakelijk zijn om het beschermd monument in stand te kunnen houden. Eventuele meerkosten zullen alleen worden gesubsidieerd indien hiervoor vooraf goedkeuring is verleend door het college.

 

HOOFDSTUK 3. SUBSIDIABELE KOSTEN

 

01. VERZEKERINGEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de premie van een Casco All Risks-verzekering (CAR)

01.01 VERREKENING WIJZIGING KOSTEN EN PRIJZEN

Zelfwerkzaamheid:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de te verwerken materialen,

* de huur van het benodigde materieel,

* de arbeidsuren van de eigenaar en/of zijn personeel, mits die ten behoeve van werkzaamheden aan zijn monument zijn gemaakt in het kader van een door hem gedreven onderneming en ze achteraf kunnen worden aangetoond (bijvoorbeeld door middel van een accountantsverklaring).

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

– de arbeidsuren van de eigenaar en/of vrijwilliger die zelf instandhoudingswerkzaamheden verricht (de ‘doe-het-zelf’-uren van de eigenaar en/of vrijwilliger).

Architecten-/plankosten:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* het opstellen van het instandhoudingsplan met de daarbij behorende stukken (zoals plan, begroting, werkomschrijving en eventuele tekeningen)

Begeleidingskosten:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* het begeleiden van de uitvoering van BRIM werkzaamheden voor het religieus erfgoed,

Overige kosten:

. bouw- en kleurhistorisch onderzoek,

. dendrochronologisch onderzoek,

• bouwfysisch onderzoek (onder andere naar vocht- en zoutproblemen),

• constructie-/bouwtechnisch onderzoek,

* specialistische werkzaamheden door derden, zoals voor:

• beeldhouwwerk,

• bijzonder schilderwerk,

• werkzaamheden aan installaties,

• advisering inzake specifieke onderwerpen en/of problemen.

Omzetbelasting/btw:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de omzetbelasting/btw tot een maximum van 21%, tenzij deze fiscaal verrekenbaar is.

01.02 TEKENINGEN EN BEREKENINGEN n.v.t.

01.03 ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* Noodzakelijk aanleg van Arbo-voorzieningen van meer permanente aard ten behoeve van veilig inspecteren en uitvoeren van werkzaamheden.

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

– Arbo-voorzieningen welke verband houden met het verkrijgen en/of behouden van een gebruiksvergunning (zoals afscheidingen, hekken, trappen en verlichting).

02. BOUWPLAATSVOORZIENINGEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* het inzetten van groot materieel (zoals bij voorbeeld damwanden, hijskranen, rijplaten en steigers), dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de instandhoudingswerkzaamheden,

03. FUNDERINGSPALEN EN DAMWANDEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van funderingspalen en/of damwanden (hout, beton of staal),

* de vervanging dan wel het aanbrengen van funderingspalen en/of damwanden (hout, beton of staal).

04 BETONWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van betonconstructies (zoals wanden, vloeren, daken, kolommen, liggers, portalen, consoles, balkons, klokkenstoelen en dergelijke),

* de instandhouding van betonnen onderdelen (zoals balusters, cementrustiek, dorpels, hekwerken, gevelbanden en -ornamenten),

Funderingen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* herstel van betonnen funderingsconstructies,

* de vervanging van betonnen funderingsconstructies indien herstel niet meer mogelijk is.

Behandelingen en voorzieningen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* het behandelen van betonwerk tegen gevolgschade door roestende wapening,

* het behandelen van betonnen onderdelen en/of constructies, indien overlast van vocht/water niet door drainage alleen kan worden weggenomen (zoals het waterdicht maken van een kelder).

05 METSELWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van (dragend) metselwerk zoals van gevels, wanden, gewelven, kolommen, tuinmuren en dergelijke,

* het herstel van scheuren en het vervangen van kapotte stenen (inboeten).

Funderingen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* herstel van gemetselde funderingsconstructies,

* de vervanging van gemetselde funderingsconstructies indien herstel niet meer mogelijk is.

Afdekkingen en bekledingen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding of, indien dat om constructieve dan wel materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, het vervangen van houten, metalen of (natuur-)stenen afdekkingen en bekledingen van opgaand metselwerk, geveltoppen, kroonlijsten en dergelijke.

Behandelingen en voorzieningen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* het om bouwfysische redenen behandelen van metselwerk, indien overlast van vocht/water niet door drainage alleen kan worden weggenomen (zoals het waterdicht maken van een kelder),

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

- het impregneren van gevelmetselwerk.

06 RUWBOUWTIMMERWERK

Houtconstructies:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van houten draag-, gewelf-, kap- en vakwerkconstructies zoals balken, gootconstructies, gordingen, hijsbalken, kapspanten, muurstijlen en sporen,

* de instandhouding van houten elementen en onderdelen (zoals balustrades, hekwerken, schuttingen, luifels, stellingen en veranda’s),

* het, indien dat om constructieve dan wel materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, versterken of gedeeltelijk dan wel geheel vervangen van de hiervoor bedoelde houtconstructies.

Funderingen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van houten funderingsconstructies,

* het gedeeltelijk of geheel vervangen van houten funderingsconstructies indien herstel niet meer mogelijk is.

Beschietingen, bekledingen en betimmeringen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding en, indien dat om constructieve dan wel materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, het gedeeltelijk of geheel vervangen van dakbeschot, gewelfbeschot, vloerdelen en dergelijke,

* de instandhouding en, indien dat om constructieve dan wel materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, het gedeeltelijk of geheel vervangen van bijbehorende betimmeringen (zoals rachels, tengels, panlatten, roeflatten en klossen)

Behandelingen en voorzieningen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* een curatieve behandeling tegen houtaantasters als insecten, schimmels en zwammen, mits uitgevoerd door een gecertificeerde deskundige,

07 METAALCONSTRUCTIEWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van gietijzeren, smeedijzeren en/of stalen constructies.

Behandelingen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* een roestwerende behandeling en/of beschermlaag.

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

- het, al dan niet conform brandpreventievoorschriften, aanbrengen van brandwerende en/of brand-isolerende voorzieningen.

08 BOUWKUNDIGE KANAALELEMENTEN

Schoorstenen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van schoorstenen met bijbehorende schoorsteenkanalen,

* de instandhouding van schoorsteenkappen en roosters.

Schachten en kokers:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding en, indien dat om constructieve dan wel materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, de gedeeltelijke dan wel gehele vervanging van schachten en kanalen (zoals

ventilatie- en rookgasafvoerkanalen) en stortkokers.

09 KOZIJNEN, RAMEN EN DEUREN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van kozijnen, ramen en deuren (zoals stijlen aanscherven, onderdorpels vervangen),

* de instandhouding van vensteronderdelen (zoals schuiframen, raamluiken en dergelijke),

* de instandhouding van daklichten, dakkoepels en dakstraten,

* de instandhouding van elementen zoals galmborden, dakluiken en dergelijke,

* het gedeeltelijk dan wel geheel vervangen van hiervoor genoemde onderdelen en elementen, mits constructief dan wel materiaaltechnisch noodzakelijk.

Hang- en sluitwerk:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van hang- en sluitwerk van ramen, deuren en luiken (zoals deurkloppers, deurkrukken, gehengen, scharnieren en sloten),

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

– het aanbrengen van extra veiligheidsvoorzieningen zoals bij voorbeeld dievenklauwen,

– het periodiek nalopen en smeren van hang- en sluitwerk.

10 SYSTEEMBEKLEDINGEN n.v.t.

11 TRAPPEN EN BALUSTRADEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van trappen en traponderdelen (zoals trapbomen, traptreden, balustraden, leuningen, traphekken en trapluiken).

12 DAKBEDEKKINGEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van dakbedekkingen (zoals riet, pannen, leien, lood, zink en bitumineuze dakbedekking),

* de instandhouding en/of het aanbrengen van ventilatiepannen en –roosters,

* de instandhouding van afdekkingen en bedekkingen (zoals van koper, lood, zink, leien, natuursteen en dergelijke) van onder andere gevels, zijwangen van dakkapellen, ornamenten, dakranden en –daklijsten,

* het, indien dat om materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, gedeeltelijk dan wel geheel vervangen van dak- en gevelbedekkingen.

Balkons, luifels en dergelijke:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van afdekkingen en bekledingen (zoals van koper, lood, zink, bitumineuze afdekking en dergelijke) van en op balkons, luifels, galerijen, veranda’s en dergelijke,

* het, indien dat om materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, gedeeltelijk dan wel geheel vervangen van dergelijke afdekkingen en bekledingen.

Arbo-voorzieningen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* aanleg en onderhoud van voorzieningen, conform de Arbo-wet- en regelgeving, ten behoeve van veilig inspecteren en uitvoeren van werkzaamheden (zoals ladderhaken en dakluiken; bij monumentale constructies dient het aantal tot een minimum beperkt te blijven en de bevestigingsplaatsen zorgvuldig gekozen te worden).

13 BEGLAZING

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van glas-in-lood ramen, al dan niet gebrandschilderd,

* het, indien dat om materiaaltechnische of andere redenen noodzakelijk is, gedeeltelijk dan wel geheel vervangen van de beglazing, mits dit geschiedt op een bijpassende wijze c.q. met een in stijl passende glassoort,

* het aanbrengen van tegen teloorgang en vandalisme beschermende voorzetbeglazing bij bijzonder ontworpen glas-in-loodramen, waaronder gebrandschilderd glas.

* kosten van speciaal dubbel monumentenglas (max. 10 mm dik) of achterzetramen

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

– het aanbrengen van normaal isolerende beglazing,

– het periodiek bewassen van ramen.

14 NATUUR- EN KUNSTSTEEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van natuursteenwerken (zoals balustraden, bordessen, dorpels, gevelbanden, kolommen, neuten, plinten, stoeppalen, traptreden en vloeren),

* de instandhouding van natuurstenen beeldhouwwerken (decoratieve elementen en ornamenten zoals klauwstukken, kruisbloemen, pinakels en voluten),

* het, indien dat om materiaaltechnische of andere redenen noodzakelijk is, gedeeltelijk dan wel geheel vervangen van natuursteenwerken en natuurstenen beeldhouwwerken.

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

– het impregneren van natuur- en kunststeenwerk.

15 VOEGWERK (zie ook metselwerk)

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van het voegwerk inclusief het op bijpassende manier opnieuw aanbrengen van uitgevallen voegwerk,

* het op bijpassende manier vervangen van voegwerk, doch uitsluitend omdat de waterkerende werking van het metselwerk van de gevel niet meer voldoende is.

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

– het aanbrengen van voegvullingen van PUR-schuim, kit en dergelijke.

16 NA-ISOLATIE n.v.t.

17 GEVELSCHERMEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van gevelschermen (zoals wind- en zonneschermen).

18 STUKADOORWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van binnen- en buitenstucwerk,

* de instandhouding van stucwerk ornamenten, zowel binnen als buiten,

* het, indien dat om materiaaltechnische en/of constructieve redenen noodzakelijk is, gedeeltelijk dan wel geheel vervangen van het stucwerk,

* het gebruiken van stucwerkdragers en stucwerkprofielen.

19 TEGELWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van tegelwerk (zoals vloer- en wandtegels, tegeltableaus in/op schouwen en mozaïekwerk),

* het vervangen van kapotte tegels.

20 DEKVLOEREN EN VLOERSYSTEMEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van vloerafwerkingen (zoals terrazzo-, granito-, parket- en stalvloeren),

21 METAAL- EN KUNSTSTOFWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van metaalwerken (zoals gietijzeren/smeedijzeren/stalen hekwerken, balusters en kolommen,

* de instandhouding van decoratieve metalen ornamenten (zoals bol, haantje, kruis, windvaan, wijzerplaat en zonnewijzer).

Roosters en dergelijke:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van vloerluiken en -roosters,

* de instandhouding van ventilatieroosters (zoals gevelroosters voor de ventilatie van de kruipruimte),

* de instandhouding van gaasramen en roosters ter bescherming van monumentale onderdelen,

* de instandhouding van blad- en sneeuwroosters in goten,

* het vervangen en/of aanbrengen van roosters en/of luiken, indien technisch of bouwfysisch noodzakelijk,

Hijs- en ankerwerken:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van hijswerken (zoals hijsankers, hijshaken, hijskatrollen en dergelijke),

* de instandhouding van ankerwerken en bevestigingen (zoals gevelankers, bevestigingshaken en ophangstangen),

* het aanbrengen van ankers en bevestigingen.

22 PLAFOND- EN WANDSYSTEMEN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van plafonds en wanden van onder andere glas, hout, leem, leer, metaal en textiel, al dan niet bevestigd op tengel- en rachelwerk, riet, steengaas en dergelijke,

* de instandhouding van al dan niet geschilderde plafond- en wanddecoraties en ornamenten (zie hiervoor ook de paragrafen 46 en 47).

23 AFBOUWTIMMERWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van aftimmerwerk buiten (zoals gevelbetimmeringen, dakkapellen, frontons, boeien gootlijsten, windveren, dak- en gevellijsten, pilasters, dakluiken, schoorsteenborden en uilenborden),

* de instandhouding van aftimmerwerk binnen (zoals architraven, dagbetimmeringen, deurlijsten, koplijsten, lambriseringen, orgelkassen, plinten, raamblinden, vensterbanken en vloerluiken),

* de instandhouding van decoratieve houten elementen (zoals festoenen en sierlijstwerk).

Behandelingen en voorzieningen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* een curatieve behandeling tegen houtaantasters als insecten, schimmels en zwammen, mits deze aantoonbaar actief zijn en de behandeling wordt uitgevoerd door een ter zake deskundige,

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

– een preventieve behandeling tegen houtaantasters.

24 SCHILDERWERK

Subsidiabel zijn de kosten van:

· schilderwerk buiten, uitgevoerd door een gecertificeerd schildersbedrijf

· een zake deskundige verftechnisch adviesrapportage buitenschilderwerk,

* de instandhouding van bijzonder schilderwerk binnen en/of geschilderde decoraties (zoals muur-, wand-, plafond-, haard/schouw en vloerbeschilderingen).

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

– het periodiek wassen/reinigen van schilderwerk

- zelfwerkzaamheid

25 BINNENINRICHTING

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van interieurs en interieurelementen voor zover die hecht met het gebouw verbonden zijn zoals bedsteden, haarden, hekwerken, kasten, schouwen en tochtportalen,

* onderzoek en begeleiding door een gekwalificeerde deskundige (zie paragraaf 01.04).

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

– werkzaamheden ten behoeve van de instandhouding van losse interieurelementen (zoals boeken, gebruiksvoorwerpen, gordijnen, kandelaars, los meubilair, rouwborden en schilderijen),

– regulier schoonmaakwerk (zoals afstoffen, boenen, poetsen en stofzuigen).

26 BEHANGWERK, VLOERBEDEKKING EN STOFFERING n.v.t.

27 DAKGOTEN EN HEMELWATERAFVOEREN

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van (onder andere gietijzeren, koperen, loden, natuurstenen en zinken) goten c.q. gootbekledingen, vergaarbakken en hemelwaterafvoeren,

* het, indien dat om materiaaltechnische redenen noodzakelijk is, gedeeltelijk dan wel geheel vervangen van goten c.q. gootbekledingen, vergaarbakken en hemelwaterafvoeren.

28 BINNENRIOLERING n.v.t.

29 WATERINSTALLATIES n.v.t.

30 SANITAIR n.v.t.

31 BRANDBESTRIJDINGSINSTALLATIES n.v.t.

32 GASINSTALLATIES n.v.t.

33 PERSLUCHT- EN VACUUMINSTALLATIES n.v.t.

34 VERWARMINGSINSTALLATIES n.v.t.

35 VENTILATIE- EN LUCHTBEHANDELINGSINSTALLATIES

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de instandhouding van onder andere binnen- en buitenroosters, ventilatie- en dakkappen,

36 KOELINSTALLATIES n.v.t.

37 ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATIES.

Bliksemafleidingsinstallaties:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* de aanleg van bliksemafleidingsinstallaties, aangelegd conform de geldende voorschriften (NEN-ENIEC 62305 beveiligingsklasse LPL III of LPL II),

Niet subsidiabel zijn de kosten van:

– aanleg en/of onderhoud van overspanningsbeveiliging.

38 COMMUNICATIE- EN BEVEILIGINGSINSTALLATIES n.v.t.

39 GEBOUWENBEHEERSYSTEMEN n.v.t.

40 LIFTINSTALLATIES n.v.t.

41 ROLTRAPPEN EN ROLPADEN n.v.t.

42 HEF- EN HIJSINSTALLATIES n.v.t.

43 GOEDERENTRANSPORT- EN –DISTRIBUTIESYSTEMEN n.v.t.

44 GEVELONDERHOUDINSTALLATIES

Arbo-voorzieningen:

Subsidiabel zijn de kosten van:

* aanleg van voorzieningen, conform de Arbo-wet- en regelgeving, ten behoeve van veilig inspecteren en uitvoeren van werkzaamheden (zoals veiligheidsogen en –ankers; bij monumentale constructies dient het aantal tot een minimum beperkt te blijven en de bevestigingsplaatsen zorgvuldig gekozen te worden).

45. WERKTUIGBOUWKUNDIGE INSTALLATIES n.v.t.

46 KLINKENDE ONDERDELEN VAN n.v.t.

47 GROENE MONUMENTEN (begraafplaatsen, parken, tuinen, e.d.) n.v.t.

48. DRANAGE/INJECTEREN

Subsidiabel zijn de kosten van:

- aanleg van een drainage systeem mits dit noodzakelijk is voor het droog houden van muren tegen optrekkend vocht,

- Idem voor de injecterings-methode uitgevoerd door erkende injecteringsbedrijven.

 

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn in de vergadering van 28 april 2021,

De secretaris, de burgemeester.

Naar boven