Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer tot vaststelling van de Beleidsregels ondersteuning gedupeerden Kinderopvangtoeslagaffaire Aalsmeer

Zaaknummer: Z22-017792

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Aalsmeer;

gelezen het advies van afdeling Sociale Voorzieningen van 8 maart 2022;

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet;

overwegende dat:

  • in de periode tussen 2004 en 2019 de Rijksbelastingdienst (hierna: RBD) vaak veel te streng is geweest in het controleren op en terugvorderen van Kinderopvangtoeslag. Ouders moesten daardoor onterecht veel geld terugbetalen en kwamen in grote problemen. Ouders die benadeeld zijn met kinderopvangtoeslag hebben recht op herstel.

  • in de landelijke samenwerkingsafspraken die zijn gemaakt tussen de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de Rijks Belastingdienst is afgesproken dat gemeenten zorgen voor zorgvuldige, effectieve en efficiënte hulp aan gedupeerden die dat nodig hebben op de leefdomeinen wonen, financiën, gezondheid, werk en dagbesteding en/of problemen in de gezinssituatie;

  • burgemeester en wethouders (hierna: het college) hiertoe het Steunpunt Kinderopvangtoeslagaffaire hebben ingericht.

besluiten vast te stellen de:

Beleidsregels ondersteuning gedupeerden Kinderopvangtoeslagaffaire Aalsmeer

Artikel 1 Definities

  • Gedupeerde: de ouder die zich heeft gemeld en door de Rijksbelastingdienst (hierna RBD) is aangemerkt als gedupeerde;

  • Niet-gedupeerde: de ouder die een eindbeschikking na de integrale beoordeling van de RBD heeft ontvangen waarin de RBD heeft vastgesteld dat de ouder niet gedupeerd is;

  • Steunpunt Kinderopvangtoeslagaffaire (hierna: het Steunpunt): onderdeel van de afdeling Sociale Voorzieningen. Het Steunpunt biedt zorgvuldige, effectieve en efficiënte hulp aan gedupeerden op de leefdomeinen wonen, financiën, gezondheid, werk en dagbesteding en/of problemen in de gezinssituatie;

  • Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagenaffaire (hierna: UHT): dit is een apart onderdeel van Toeslagen van de Belastingdienst, opgericht om gedupeerde ouders te begeleiden naar herstel.

  • Zelfmelder: de ouder die zich heeft gemeld bij de RBD, de gemeente heeft de gegevens van de ouder ontvangen, maar de integrale beoordeling van de RBD loopt nog.

Artikel 2 Doelgroep

  • 1.

    Het college ondersteunt met het Steunpunt ouders die inwoners zijn van de gemeente Aalsmeer van 18 jaar en ouder en rechtmatig in Nederlandverblijf houden in de zin van artikel 8, onder a tot en met e en l, van de Vreemdelingenwet 2000 en die:

    • a.

      door de RBD zijn aangemerkt als gedupeerden, of:

    • b.

      zich bij de RBD hebben aangemeld als zelfmelder en waarvan de integrale beoordeling door de RBD nog niet is afgerond.

  • 2.

    In bijzondere omstandigheden kan het college, zo nodig in overleg met het college van een andere gemeente, ook een gedupeerde of zelfmelder ondersteunen als die geen inwoner is. Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt deze persoon in dat geval gelijkgesteld met een inwoner.

Artikel 3 Doelstelling van de ondersteuning

  • 1.

    Het college stelt zich tot doel met de ondersteuning:

    • a.

      het bevorderen van het duurzame toekomstperspectief van gedupeerden en

    • b.

      het bijdragen aan het herstel en behoud van vertrouwen van gedupeerden in de overheid.

  • 2.

    Het college verleent geen compensatie voor directe of indirecte materiële en immateriële schade aan gedupeerden omdat deze taak belegd is bij de landelijke Commissie Werkelijke Schade.

Artikel 4 Werkwijze en uitgangspunten van de ondersteuning

  • 1.

    Het Steunpunt hanteert het volgende werkproces bij de start van de ondersteuning:

    • a.

      Het Steunpunt neemt contact op met ouders waarvan de RBD de contactgegevens heeft gedeeld met het college. Dit gebeurt schriftelijk en telefonisch, zo nodig worden meerdere pogingen ondernomen om contact te leggen.

    • b.

      Het Steunpunt biedt uitsluitend hulp aan indien de ouder aangeeft hier behoefte aan te hebben.

    • c.

      Het eerste gesprek waarin de schriftelijke of mondelinge hulpvraag wordt vastgesteld, vindt in beginsel plaats binnen 2 weken, doch uiterlijk binnen 4 weken nadat er contact is gelegd als bedoeld in sub A.

    • d.

      De ouder krijgt een consulent toegewezen bij het Steunpunt die als vaste contactpersoon fungeert.

    • e.

      De ouder maakt samen met de consulent een plan van aanpak op de vijf leefdomeinen wonen, financiën, gezondheid, werk en dagbesteding en/of problemen in de gezinssituatie. Het plan van aanpak is van kracht als de ouder er schriftelijk mee instemt. De ouder en de consulent bespreken regelmatig de voortgang van het plan van aanpak.

  • 2.

    Het college hanteert bij het bepalen van de inzet van de ondersteuning de volgende uitgangspunten:

    • a.

      Ouder en consulent inventariseren gezamenlijk de behoefte en noodzaak van ondersteuning.

    • b.

      De noodzaak en vorm van de ondersteuning worden vastgesteld door het college.

    • c.

      Waar nodig en mogelijk worden voorliggende voorzieningen ingezet binnen de gebruikelijke regelgeving en werkwijzen.

    • d.

      De ondersteuning van het college is aanvullend op de eigen inzet van het gezin en het sociale netwerk.

    • e.

      Als een door de ouder gewenste oplossing niet (meteen) haalbaar is, bijvoorbeeld vanwege wachtlijsten, wordt besproken welke alternatieven wel haalbaar zijn.

  • 3.

    Indien noodzakelijk en/of urgent biedt het college passend en proportioneel maatwerk aanvullend op reguliere voorzieningen als (snel) handelen noodzakelijk is, bijvoorbeeld om verergering te voorkomen. Hierbij wordt het volgende afgewogen:

    • a.

      Het maatwerk maakt deel uit van het plan van aanpak met de ouder of de vervolgstappen die uit de evaluatie van het plan van aanpak voortkomen.

    • b.

      Het maatwerk draagt duurzaam en betekenisvol bij aan herstel en er is geen andere manier om het beoogde doel te halen.

    • c.

      De ouder kon als gevolg van de kinderopvangtoeslagaffaire niet anticiperen op de ontstane situatie of de situatie voorkomen.

    • d.

      Het college hanteert de richtlijnen van het NIBUD.

  • 4.

    Ouders die zich willen melden als gedupeerde bij de RBD kunnen hiervoor ondersteuning krijgen van het Steunpunt.

  • 5.

    Het Steunpunt kan ouders tevens hulp bieden bij de communicatie met de UHT. Dit kan inhouden voorlichting geven over rechtshulpmogelijkheden, hulp bij onderbouwing van verzoeken en de voorbereiding van gesprekken.

Artikel 5 Beëindiging, overdracht en nazorg

  • 1.

    Het college beëindigt de ondersteuning als de RBD de ouder afwijst als gedupeerde na de integrale beoordeling door de RBD. Waar nodig en mogelijk worden ouders warm overgedragen aan reguliere hulpverlening en ondersteuning, bijvoorbeeld van het sociaal team. Als er extra maatwerk is verleend op grond van deze beleidsregels wordt dit binnen een redelijke termijn afgebouwd. Dit is ter beoordeling aan het college.

  • 2.

    Afwijzings- en beëindigingsgronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan de ondersteuning worden beëindigd door het college indien:

  • a.

    de uitvoering van het plan van aanpak en de nazorg met de ouder(s) succesvol is afgerond;

  • b.

    de hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de cliënt, niet (langer) passend is; of

  • c.

    de ondersteuning door het college niet (langer) noodzakelijk wordt geacht.

  • 3.

    Het college draagt bij verhuizing van de ouder naar een andere gemeente de ondersteuning over, in overleg met de ouder. Het beoogde resultaat van de overdracht is dat de ouder in de gemeente van vestiging een vaste contactpersoon heeft die op de hoogte is van het ondersteuningsplan. Als de gedupeerde verhuist naar een gemeente die minder hulp biedt dan Aalsmeer dan zal een redelijke afbouwtermijn worden geboden. Dit is ter beoordeling aan het college van Aalsmeer.

  • 4.

    Indien het plan van aanpak wordt beëindigd met instemming van de ouder omdat de ondersteuning niet langer nodig is biedt het college nazorg aan. Waar nodig en mogelijk vindt een warme overdracht plaats naar reguliere hulp en ondersteuning.

Artikel 6 Onvoorziene Omstandigheden

In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college.

Artikel 7 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbenden afwijken van de bepalingen in de beleidsregels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.

Artikel 8 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze beleidsregels treden in werking per 8 maart 2022 en worden aangehaald als: Beleidsregels ondersteuning gedupeerden Kinderopvangtoeslagaffaire Aalsmeer.

 

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 8 maart 2022.

De secretaris,

drs. Sj. Vellenga

De voorzitter,

mr. G.E. Oude Kotte

Naar boven