|
Bevoegdheden
|
Toelichting/voorwaarden
|
|
ALGEMEEN
|
1.
|
Het uitoefenen van proceshandelingen in bestuursrechtelijke procedures.
|
Betreft proceshandelingen in bestuursrechtelijke procedures zoals het voeren van verweer indien het besluit in mandaat is genomen door de directeur of een onder zijn verantwoordelijkheid vallende medewerker en het vragen van uitstel van behandeling van bezwaar- en beroepszaak
|
2.
|
De bevoegdheid tot het machtigen van medewerkers om het college te vertegenwoordigen in bestuursrechtelijke procedures.
|
|
3.
|
De bevoegdheid tot het machtigen van medewerkers om namens het college binnen de grenzen van het geschil en het daarmee gepaarde gaande financiële belang, mee te werken aan finale geschillenbeslechting en toezeggingen ten aanzien daarvan te doen.
|
Betreft de werkwijze 'Nieuwe zaaksbehandeling'. Afstemming vindt plaats met de gemeente.
|
|
De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van:
a. artikel 4:5 en 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht inzake het niet behandelen van een aanvraag en het afdoen van een nieuwe aanvraag na een geheel of gedeeltelijk afwijzende beschikking;
b. artikel 4:7 en 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht inzake het horen van de aanvrager en de belanghebbende;
c. afdeling 4.1.3 van de Algemene wet bestuursrecht inzake de beslistermijn;
d. titel 4.4 van de Algemene wet bestuursrecht inzake bestuursrechtelijke geldschulden, m.u.v. afdeling 4.4.4 van de Algemene wet bestuursrecht (aanmaning en invordering bij dwangbevel);
e. artikel 8:29, artikel 8:51a, 8:51b8:51c, 8:80a en 8:80b van de Algemene wet bestuursrecht inzake geheimhouding, de bestuurlijke lus en tussenuitspraak;
f. afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht inzake de uniforme openbare voorbereidingsprocedure.
|
|
5.
|
De bevoegdheid tot het aanvragen en verantwoorden van subsidies, voor zover het bevoegdheden van het college betreft, op basis van regelingen van andere overheidsorganen, het Rijk en de Europese Unie, alsmede het aangaan van uitvoeringsovereenkomsten ter verkrijging van deze subsidies.
|
Mits en voor zover de vertegenwoordiger van de gemeente in het algemeen bestuur heeft aangegeven akkoord te gaan met het aanvragen van de betreffende subsidie namens zijn gemeente in het geval sprake is van de uitvoering van programmataken, als bedoeld in artikel 4, eerste lid van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
|
6.
|
Het uitoefenen van de bevoegdheden op grond van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
|
- Omvat mede het, voorafgaand aan het vragen van advies aan het Landelijk Bureau Bibob, uit te voeren eigen onderzoek, alsmede het nemen van besluiten op grond van artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
- In afstemming met de gemeente.
|
7.
|
Het uitoefenen van bevoegdheden op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.
|
Het mandaat omvat zowel de bevoegdheid tot het nemen van besluiten en het verrichten van handelingen strekkend tot passieve openbaarmaking (artikel 3 van de Wet openbaarheid van bestuur), als tot het nemen van besluiten en het verrichten van handelingen strekkend tot actieve openbaarmaking (artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur).
|
|
VERGUNNINGVERLENING
|
|
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
|
8.
|
De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van hoofdstuk 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en procedurehandelingen in het kader van voorbereidingsprocedures op grond van Hoofdstuk 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
Dit betreft de bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van artikel 2.1, eerste lid, onder e en i van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht.
|
9.
|
De bevoegdheid tot het nemen van besluiten over, op grond van wet- en regelgeving of vergunningvoorschriften, te overleggen meldingen, rapportages en soortgelijke documenten.
|
|
|
Wet milieubeheer
|
10.
|
De bevoegdheid tot het in behandeling nemen en beoordelen van meldingen en het nemen van besluiten ingevolge het gestelde bij of krachtens de artikelen in paragraaf 8.1 van de Wet milieubeheer.
|
|
11.
|
De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van hoofdstuk 7 van de Wet milieubeheer inzake milieueffectrapportage, in het kader van een vergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
Betreft de procedurestappen, het advies reikwijdte en detailniveau milieueffectrapportageprocedure (m.e.r.) en het besluit m.e.r.-beoordeling.
|
|
Waterwet
|
12.
|
De bevoegdheid tot het nemen van besluiten ingevolge artikel 3.8 van de Waterwet inzake het zorgdragen voor de met het oog op een doelmatig en samenhangend waterbeheer benodigde afstemming van taken en bevoegdheden, voor zover het betreft de indirecte lozingen van inrichtingen.
|
Betreft de samenwerking met de waterbeheerder bij het stellen van voorschriften voor indirecte lozingen bij inrichtingen.
|
|
Wet vervoer gevaarlijke stoffen
|
13.
|
De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van artikel 29 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen inzake het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 28 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.
|
|
|
Besluit bodemkwaliteit
|
14.
|
Het toetsen van meldingen inzake het toepassen van grond, baggerspecie en bouwstoffen als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit.
|
|
|
Besluit lozen buiten inrichtingen
|
15.
|
Het in ontvangst nemen en behandelen van een melding als bedoeld in artikel 1.10 en 1.10a van het Besluit lozen buiten inrichtingen, alsmede de bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van hoofdstuk 3 en 3a van dat besluit.
|
|
|
Vuurwerkbesluit
|
16.
|
De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van het Vuurwerkbesluit inzake het stellen, wijzigen, aanvullen en intrekken van nadere eisen.
|
|
|
Bouwbesluit 2012
|
17.
|
De bevoegdheid tot het in ontvangst nemen van een sloopmelding op grond van artikel 1.26 Bouwbesluit 2012 voor het bedrijfsmatig verwijderen van asbest en het stellen van nadere voorwaarden na een ingediende sloopmelding op grond van artikel 1.29 Bouwbesluit 2012
|
|
|
TOEZICHT EN HANDHAVING
|
18.
|
De bevoegdheid tot het aanwijzen van medewerkers belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens:
a. de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten;
b. het Vuurwerkbesluit.
|
|
19.
|
Het voeren van correspondentie in het kader van toezicht en handhaving, waaronder in ieder geval begrepen:
- een bezoekbevestigingsbrief;
- een constateringsbrief;
- een voorwaarschuwingsbrief;
- een vooraankondiging ten behoeve van een last onder bestuursdwang of ten behoeve van een last onder dwangsom / hoorbrief;
- vorderingen om informatie in het kader van de controle op de naleving van regelgeving, alsmede de reacties op de in dit kader toegezonden informatie (artikel 5.16 Algemene wet bestuursrecht).
|
|
20.
|
De bevoegdheid tot het uitoefenen van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens:
a. de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de in artikel 5.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde wetten, juncto 5.2 van die wet;
b. het Vuurwerkbesluit.
|
Een ongewoon voorval als bedoeld in hoofdstuk 17 van de Wet milieubeheer wordt zo spoedig mogelijk doorgemeld aan de burgemeester van de gemeente.
Het mandaat omvat tevens de bevoegdheid tot het uitoefenen van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikel 92 van de Woningwet en paragraaf 1.7 van het Bouwbesluit 2012 met betrekking tot het bedrijfsmatig verwijderen van asbest.
|
21.
|
De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op grond van:
a. de afdelingen 5.3.1 en 5.3.2 van Titel 5.3 (Herstelsancties) van de Algemene wet bestuursrecht juncto artikel 125 van de Gemeentewet;
b. de Algemene wet bestuursrecht juncto artikel 125 van de Gemeentewet op verzoeken van derden om handhavend op te treden;
c. de artikelen 5.14 tot en met 5.18 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht inzake het opleggen van de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom
|
Het opleggen van een last onder dwangsom en een last onder bestuursdwang geschiedt in afstemming met de gemeente
|