Wegsleepverordening gemeente Olst-Wijhe 2022

De raad van de gemeente Olst-Wijhe;

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 maart 2022, nr. 8261-2022;

 

Gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet, artikel 173, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en het Besluit wegslepen van voertuigen;

 

Overwegende dat het wenselijk is om in voorkomende gevallen op de weg staande voertuigen te kunnen verwijderen, over te brengen en in bewaring te stellen;

 

Besluit:

 

Vast te stellen de:

 

Wegsleepverordening gemeente Olst-Wijhe 2022

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

  • b.

    wet: de Wegenverkeersweg 1994;

  • c.

    besluit: het Besluit wegslepen van voertuigen;

  • d.

    voertuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;

  • e.

    motorrijtuig: wat hieronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder c van de wet;

  • f.

    het college: het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2: Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten

Als wegen en weggedeelten, bedoeld in artikel 170, eerste lid, onder c, van de wet worden alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente aangewezen voor zover ze behoren tot een van de in artikel 2 van het besluit bedoelde soorten van wegen en weggedeelten.

Artikel 3: Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

  • 1.

    Als plaats van bewaring van voertuigen wordt aangewezen het terrein van Wolves Autoberging BV, Carl Bentzstraat 11 te Zwolle.

  • 2.

    De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaats zijn op werkdagen van 07.00 tot 21.00 uur, op zaterdag van 10.00 tot 18.00 uur en op zon- en feestdagen van 11.00 tot 17.00 uur.

  • 3.

    Het college kan in bepaalde gevallen een andere plaats van bewaring aanwijzen.

  • 4.

    De uitvoerende partij, te weten het sleepbedrijf, kan bij besluit van het college worden aangepast.

Artikel 4: Kosten overbrengen en bewaren voertuigen en loze ritten

  • 1.

    De kosten van het overbrengen van een personenauto en bestelwagens (t/m 3500 kg) naar de bewaarplaats bedragen (inclusief BTW):

    • a.

      voorrijkosten: € 96,80

    • b.

      uitvoertarief: € 120,35

  • 2.

    De kosten voor het bewaren van een personenauto bedragen € 19,89 per etmaal of een gedeelte daarvan.

  • 3.

    De kosten van het overbrengen van een voertuig boven 3500 kg naar de bewaarplaats bedragen (exclusief BTW):

    • a.

      Uurtarief tarieftijd 1 (maandag tot vrijdag 08:00u tot 18:00u), min. 2 uur: € 162,21

    • b.

      Uurtarief tarieftijd 2 (maandag t/m vrijdag 18:00u tot 08:00u, weekenden & feestdagen) min. 2 uur: € 211,95

  • 4.

    De kosten voor het bewaren van een voertuig boven 3500 kg bedragen € 39,25 per etmaal of een gedeelte daarvan.

  • 5.

    De bedragen zijn gebaseerd op prijspeil 2022 en kunnen jaarlijks per 1 januari worden verhoogd aan de hand van CBS prijsindexering.

  • 6.

    De kosten van het overbrengen en bewaren van voertuigen worden bij besluit van het college aangepast.

Artikel 5: Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Wanneer gebruik wordt gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 130, vierde lid, 164, zevende lid, en 174, eerste lid van de wet, zijn artikel 1, 3 en 4 van deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6: Intrekking oude verordening

De huidige wegsleepverordening wordt ingetrokken.

Artikel 7: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

Artikel 8: Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Wegsleepverordening gemeente ‘Olst-Wijhe 2022’.

 

Aldus besloten door de raad van de gemeente Olst-Wijhe in zijn openbare vergadering

d.d.

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze bepaling is een aantal begrippen omschreven dat diverse malen in deze verordening terugkomt. De omschrijving van deze begrippen spreekt voor zich. Veelal wordt verwezen naar definities uit bestaande wetgeving.

 

Ad d. Voertuig

Het begrip ´voertuig´, zoals in artikel 1, onder a1 RVV 1990 is omschreven, is ruim. Hieronder vallen niet alleen motorvoertuigen ,maar ook fietsen en bromfietsen, invalidenvoertuigen, trams en wagens. Al deze voertuigen vallen derhalve onder de werking van deze wegsleepverordening.

 

Artikel 2: Aanwijzing van wegen en weggedeelten waar voertuigen kunnen worden verwijderd, overgebracht en in bewaring gesteld in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten.

De bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen is in de wet zelf geregeld. Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van de veiligheid op de weg of de vrijheid van het verkeer hoeven geen wegen en weggedeelten te worden aangewezen. Van deze bevoegdheid kan op alle wegen en weggedeelten binnen de gemeente gebruik worden gemaakt.

 

Voor het wegslepen van voertuigen in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten kunnen op grond van artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c, en artikel 173, tweede lid, aanhef en onder c,WVW 1994 bij gemeentelijke verordening wegen en weggedeelten worden aangewezen. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is nader aangegeven om welke soorten van wegen en weggedeelten het kan gaan, zoals onder andere gehandicaptenparkeerplaatsen, taxistandplaatsen, laad- en loshavens, parkeerplaatsen voor vergunninghouders, voetgangersgebieden en dergelijke.

 

Het is aan de gemeenteraad om in deze wegsleepverordening de wegen en weggedeelten aan te wijzen waar het college van burgemeester en wethouders van deze bevoegdheid gebruik kan maken.

 

In de tekst van de verordening is de ruimste variant opgenomen: alle wegen en weggedeelten binnen de gemeenten zijn aangewezen. Een voertuig kan in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten slechts worden weggesleept wanneer deze wegen en weggedeelten én behoren tot de soorten van wegen en weggedeelten, zoals bedoeld in artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen, én zijn aangewezen in de wegsleepverordening.

 

Voor de volledigheid wordt nog eens opgemerkt dat een parkeerovertreding, zoals in deze bepaling bedoeld, op zich niet zonder meer voldoende is om over te gaan tot het wegslepen en in bewaring stellen van een voertuig. Per geval zal tevens moeten worden beoordeeld of de specifieke parkeerovertreding het wegslepen en in bewaring stellen van het desbetreffende voertuig ook rechtvaardigt. Indien bijvoorbeeld een voertuig midden in de nacht op een laad- en loshaven wordt geparkeerd terwijl alle winkels en bedrijven dicht zijn, zal het normaal gesproken niet weggesleept mogen worden. Het voertuig zal doorgaans pas mogen worden weggesleept wanneer de winkels en bedrijven weer opengaan of enige tijd daarvoor.

 

Artikel 3: Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

Vanwege de redactie van artikel 173, tweede lid WVW 1994 moet de plaats van bewaring van voertuigen door de gemeenteraad worden aangewezen. Delegatie aan het college van burgemeester en wethouders is niet mogelijk. In onvoorziene omstandigheden is het denkbaar dat de burgemeester op grond van zijn bijzondere bevoegdheden ter handhaving van de openbare orde tijdelijk ook andere terreinen aanwijst als plaats van bewaring van voertuigen.

 

De openingstijden kunnen wel nader door het college van burgemeester en wethouders, in overleg met het sleepbedrijf, worden vastgesteld omdat ze niet expliciet genoemd zijn in artikel 173 WVW 1994. Eventueel kunnen ze ook in de verordening zelf worden opgenomen, maar dan zullen ze doorgaans minder flexibel zijn. De openingstijden dienen redelijk ruim te worden gekozen. Openstelling van de bewaarplaats alleen gedurende werkdagen lijkt niet voldoende omdat iemand hierdoor onevenredige schade kan lijden, die mogelijk op de gemeente wordt verhaald.

 

Artikel 4: Kosten overbrengen en bewaren voertuigen en loze ritten

In artikel 12 tot en met 14 van het Besluit wegslepen van voertuigen is geregeld welke soorten van kosten die verbonden zijn aan het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, in rekening kunnen worden gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om personele en materiële kosten die direct verband houden met het wegslepen en in bewaring stellen van voertuigen, maar ook om kosten die verbonden zijn aan bekendmaking van beschikkingen, verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van voertuigen, inclusief de taxatie van deze voertuigen, renteverlies, WA-verzekering en dergelijke.

 

In de wegsleepverordening hoeven deze kostencomponenten niet allemaal inzichtelijk te worden gemaakt. Volstaan kan worden met een uitsplitsing van de kosten die verbonden zijn aan het wegslepen van voertuigen enerzijds en de bewaring van deze voertuigen anderzijds. Uiteraard dienen de opgenomen kosten wel in overeenstemming te zijn met de genoemde kostencomponenten. De gemeente dient uiteraard wel voor zichzelf en eventueel derden inzicht te hebben in de wijze waarop de genoemde kosten zijn berekend. Deze berekening zal ook in eventuele bezwaar- en beroepsprocedures de gerechtelijke toets moeten kunnen doorstaan.

 

Bij de berekening van de prijzen hanteert het wegsleepbedrijf de indexering conform de CBS-prijsindex, welke van overheidswege beschikbaar wordt gesteld.

 

In het tweede lid van deze bepaling, waarin de kosten van bewaring van voertuigen worden geregeld, wordt het begrip 'etmaal' gebruikt. Het etmaal, zoals hier bedoeld, begint op het moment van in bewaring nemen van een voertuig en eindigt 24 uur later.

 

Artikel 5: Overbrengen en in bewaring stellen van motorrijtuigen in het geval van gebleken onvoldoende rijgeschiktheid of rijvaardigheid dan wel het ontbreken van een behoorlijk zichtbare kentekenplaat

Naast de in artikel 170, eerste lid WVW 1994 bedoelde gevallen zijn in deze wet nog twee gevallen genoemd, waarin het noodzakelijk kan zijn om een voertuig te laten wegslepen en in bewaring te laten stellen. Achtereenvolgens wordt hier gedoeld op:

  • het niet afgeven van het rijbewijs, wanneer dit is ingevorderd, omdat iemand zijn/haar motorrijtuig heeft bestuurd terwijl hij/zij onder invloed was van drogerende stoffen of alcohol en dergelijke, of waarvan vanwege een verkeersovertreding het rijbewijs is ingevorderd (zie artikel 130 en 164 WVW 1994);

  • de situatie dat de politie verbaal opmaakt omdat (artikel 174 WVW 1994):

    • een motorrijtuig niet beschikt over een behoorlijk zichtbare kentekenplaat terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuig niet direct te achterhalen is. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan voertuigwrakken die geen kenteken meer hebben of aan situaties dat er sprake kan zijn van het 'knoeien' met kentekens in geval van autodiefstal.

    • een verkeersovertreding is begaan die administratiefrechtelijk wordt afgedaan terwijl de eigenaar of houder van dat motorrijtuit niet direct te achterhalen is.

 

Wanneer in dit soort gevallen een voertuig moet worden weggesleept en in bewaring genomen, is er geen sprake van uitoefening van bestuursdwang.

Artikel 170, eerste lid WVW 1994, waarin de bestuursdwangbevoegdheid is geregeld, is dan ook niet van toepassing verklaard in de genoemde gevallen. In feite gaat het om een vorm van inbeslagname van goederen die ook in het strafrecht voorkomt.

 

Wel heeft de wetgever voor deze gevallen diverse bepalingen uit het hoofdstuk van de Algemene wet bestuursrecht rond bestuursdwang en de WVW 1994 (artikel 170 e.v.) van overeenkomstige toepassing verklaard. Daarom zijn in de wegsleepverordening de artikelen over de bewaarplaats(en) van voertuigen en openingstijden (artikel 3) en de kosten van overbrengen en bewaren van voertuigen (artikel 4) voor deze gevallen van overeenkomstige toepassing verklaard.

 

Bijlage 1 Wegsleepwaardige overtredingen

A. Veiligheid op de weg en vrijheid van het verkeer

Als gevallen waarin verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van de veiligheid op de weg en de vrijheid van het verkeer (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder a en b WVW 1994) noodzakelijk kunnen zijn, kunnen worden genoemd:

 

Plaats op de weg

  • a.

    Een voertuig is tot stilstand gebracht op een trottoir, voetpad of fietspad, tenzij het een fiets, bromfiets of invalidenvoertuig betreft (zie artikel 10 en artikel 5 tot en met 7 RVV 1990)

 

Laten stilstaan

  • b.

    Een voertuig is tot stilstand gebracht:

    • 1.

      Op een kruispunt, rotonde of een overweg;

    • 2.

      Op een fietsstrook of de rijbaan langs een fietsstrook;

    • 3.

      Op een oversteekplaats of binnen een afstand van 5 meter daarvan;

    • 4.

      In een tunnel;

    • 5.

      Bij een bord bushalte ter hoogte van de geblokte markering of, indien die markering niet is aangebracht, op een afstand van minder dan 12 meter van het bord, tenzij het stilstaan dient voor het onmiddellijk laten in en uitstappen van passagiers;

    • 6.

      Op de rijbaan langs een busstrook;

    • 7.

      Op een busbaan of een busstrook met uitzondering van een lijnbus;

    • 8.

      Langs een gele doorgetrokken streep of in strijd met bord E2 van bijlage 1 RVV 1990;

    • 9.

      Op de rijbaan, inclusief de invoeg- en uitrijstrook, van een autosnelweg of autoweg, of – behoudens in noodgevallen – op de vluchtstrook, de vluchthaven of de berm van zo’n weg.

 

(Zie artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.)

 

Parkeren

  • c.

    Een voertuig is geparkeerd:

    • 1.

      Bij een kruispunt op een afstand van minder dan 5 meter daarvan;

    • 2.

      Voor een inrit of een uitrit;

    • 3.

      Buiten de bebouwde kom op de rijbaan van een voorrangsweg;

    • 4.

      Langs een gele onderbroken streep of in strijd met bord E1 van bijlage 1 RVV 1990;

    • 5.

      Op een wijze waardoor er sprake is van dubbel parkeren;

    • 6.

      Binnen een erf, waarbij – voor zover het een motorvoertuig betreft – geen gebruik is gemaakt van de parkeerplaatsen die als zodanig zijn aangeduid of aangewezen;

    • 7.

      Op een weg waarvoor een gesloten verklaring geldt;

    • 8.

      Zonder dat de voorgeschreven voertuigverlichting in werking is gesteld.

 

(Zie artikel 24, 25, 38 e.v. en 26 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.)

 

Bevel of aanwijzing

  • d.

    Een voertuig is tot stilstand gebracht in strijd met een bevel of een aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig kenbare ambtenaar of andere persoon (zie artikel 82 RVV 1990).

 

Gevaarlijk of hinderlijk gedrag

  • e.

    Een voertuig is overigens zodanig tot stilstand gebracht of geparkeerd dat gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd (zie artikel 5 WVW 1994, het zogenaamde kapstokartikel).

 

Toelichting

Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer. Zoals reeds in de algemene toelichting is aangegeven, zal van geval tot geval beoordeeld moeten worden of de geconstateerde parkeerovertreding ook daadwerkelijk wegsleepwaardig is.

 

In onderdeel a gaat het om overtreding van artikel 10 RVV 1990. Bestuurders van voertuigen, met uitzondering van fietsen, bromfietsen en invalidenvoertuigen (zie artikel 5 tot en met 7 RVV 1990), gebruiken de rijbaan. Zij mogen hun voertuig niet parkeren op een trottoir, voetpad of fietspad.

 

In onderdeel b gaat het om overtreding van het bepaalde in artikel 23, 43, tweede lid, en 81 RVV 1990 en bord E2 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

 

In onderdeel c is sprake van overtreding van het bepaalde in artikel 24, 25, 28 e.v. en 46 RVV 1990 en bord E1 van bijlage 1 bij het RVV 1990.

 

In onderdeel d wordt gedoeld op overtreding van het bepaalde in artikel 82 RVV 1990.

 

In onderdeel e gaat het om overtreding van het bepaalde in artikel 5 WVW 1994, het kapstokartikel. Op grond van deze bepaling is het verboden zich zodanig te gedragen dat er gevaar op de weg wordt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt of kan worden gehinderd. De inhoud van deze bepaling is zo ruim dat ongewenst gedrag op de weg, i.c. ongewenst parkeren, dat niet reeds in onderdeel a tot en met d is geregeld, doorgaans onder deze bepaling kan worden gebracht.

 

B. Vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen

Verwijdering, overbrenging en inbewaringstelling van voertuigen in het belang van het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen (zie artikel 170, eerste lid, aanhef en onder c WVW 1994 en artikel 2 Besluit wegslepen van voertuigen) kunnen noodzakelijk zijn in het geval dat een voertuig geparkeerd is:

  • a.

    Op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E1 van bijlage 1 van het RVV 1990 of door middel van een gele onderbroken streep als bedoel in artikel 24, lid 1 onder e RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een parkeerverbod geldt;

  • b.

    Op een weg of weggedeelte waar door middel van bord E1 van die bijlage of door middel van een gele doorgetrokken streep als bedoeld in artikel 23, lid onder g RVV 1990 wordt aangegeven dat ter plaatse een verbod stil te staan geldt;

  • c.

    Op een parkeerplaats nader aangeduid door bord E4 van die bijlage (al dan niet met onderbord) voor zover:

    • Het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;

    • Het voertuig op een andere dan de aangegeven wijze is geparkeerd;

    • Het voertuig op andere dagen of uren dan aangegeven is geparkeerd;

  • d.

    Op een taxistandplaats, nader aangeduid door bord E5 van die bijlage, tenzij het parkeren gebeurt met een taxi;

  • e.

    Op een gehandicaptenparkeerplaats, nader aangeduid met bord E6 van die bijlage:

    • Tenzij het parkeren gebeurt met een gehandicaptenvoertuig;

    • Tenzij gebruik wordt gemaakt van een geldige en duidelijk zichtbaar aangebrachte gehandicaptenparkeerkaart;

    • Die gereserveerd is voor een bepaald voertuig, tenzij het parkeren gebeurt met dat voertuig;

  • f.

    Op een laad- en losplaats, nader aangeduid door bord E7 van die bijlage (met uitzondering van de aangegeven dagen of uren), tenzij de bestuurder van het voertuig bezig is met het onmiddellijk laden en lossen van goederen;

  • g.

    Op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E8 van die bijlage voorzover het voertuig niet behoort tot de toegelaten categorie of groep voertuigen;

  • h.

    Op een parkeerplaats, nader aangeduid door bord E9 van die bijlage en bestemd voor vergunninghouders, tenzij het parkeren gebeurt met het voertuig waarvoor een parkeervergunning is afgegeven;

  • i.

    In een voetgangersgebied, nader aangeduid door bord G7 of C1 van die bijlage (eventueel: met uitzondering van aangegeven dagen en uren).

 

Toelichting

Hiervoor zijn diverse wegsleepwaardige overtredingen van de wegenverkeerswetgeving opgenomen, waarbij het motief niet zozeer ligt bij de verkeersveiligheid en de doorstroming van het verkeer, maar wel bij het vrijhouden van wegen en weggedeelten. In de oude wettelijke regeling werd een specifiek voorbeeld van een locatie genoemd waar voertuigen mochten worden weggesleept wanneer hier door onbevoegden werd geparkeerd, namelijk de gehandicaptenparkeerplaats. In de praktijk bleken er aanzienlijk meer locaties denkbaar te zijn waar het wegslepen van voertuigen noodzakelijk werd geacht zonder dat er direct sprake was van verkeersonveiligheid of belemmering van de doorstroming van het verkeer. In artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen is concreet aangegeven op welke soorten wegen en weggedeelten voertuigen mogen worden weggesleept in het belang van het vrijhouden van wegen en weggedeelten. Deze soorten wegen en weggedeelten zijn onder a tot en met i nader aangeduid.

 

Uitwerking artikel 3 Plaats bewaring voertuigen en openingstijden

De openingstijden van de in het eerste lid bedoelde bewaarplaats(en) worden door het college vastgesteld.

De openingstijden van de bewaarplaats zijn open op afspraak, via Wolves in Zwolle.

 

Bijlage 2: besluit tot toepassing bestuursdwang

 

Besluit van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe inzake het toepassen van bestuursdwang ingevolge de Wegsleepverordening gemeente Olst-Wijhe.

Ex. Artikel 170, lid 1, Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994), juncto artikel 125 Gemeentewet (GW), juncto de van toepassing zijnde artikelen van afdeling 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

 

Zinnen of zinsdelen waarvoor een □ is geplaatst, zijn niet van toepassing als het vakje leeg gelaten is.

 

Besluit bekend maken aan:

  • rechthebbende bij afhalen

 

Indien voertuig niet binnen 48 uur na inbewaringstelling is afgehaald:

  • kentekenhouder;

  • degene die aangifte van vermissing heeft gedaan;

  • conform ministeriële regeling.

 

Voertuig teruggeven aan rechthebbende:

  • eigenaar voertuig;

  • overtreder niet zijnde bezitter.

 

Uitgereikt /verzonden aan:

mevrouw/de heer,

 

Datum:

 

Onderwerp: Bestuursdwangaanzegging

 

Geachte mevrouw/heer,

Op ……………………………………….202…, om……………uur, is vastgesteld dat het voertuig,

met het kenteken……………………,

zoals nader beschreven in aangehecht proces-verbaal van meevoeren en opslaan,

in strijd met artikel……………………… ……………………………………

van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990)

van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994)

op de weg………………………………………………………………binnen de gemeente Olst-Wijhe stond en dat verwijdering van dit voertuig bovendien noodzakelijk was in verband met:

het belang van de veiligheid op de weg, hetgeen bleek uit de volgende feiten en/of omstandigheden:

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

het belang van de vrijheid van het verkeer, hetgeen bleek uit de volgende feiten en/of omstandigheden:

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen, ter plaatse van een

  • parkeerverbod (bord E1)

  • parkeerverbod (onderbroken gele streep)

  • verbod stil te staan (bord E2)

  • verbod stil te staan (doorgetrokken gele streep)

  • parkeergelegenheid (bord E4 – andere dan aangegeven voertuigcategorie)

  • parkeergelegenheid (bord E4 – andere dan aangegeven groep voertuigen)

  • parkeergelegenheid (bord E4 – andere dan aangegeven wijze van parkeren)

  • parkeergelegenheid (bord E4 – op andere dan aangegeven dagen of uren)

  • taxistandplaats (bord E5)

  • gehandicaptenparkeerplaats (bord E6)

  • gelegenheid voor onmiddellijk laden of lossen van goederen (bord E7)

  • parkeergelegenheid voor categorie of groep voertuigen (bord E8)

  • parkeergelegenheid voor vergunninghouders (bord E9)

  • voetgangersgebied (bord G7)

  • voetgangersgebied (bord C1)

onder de omstandigheden:…………………………………………………………………………………

Deze bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang wordt ontleend aan artikel 170, eerste lid, WVW 1994 juncto artikel 125 Gemeentewet en voor zover het het vrijhouden van aangewezen weggedeelten en wegen betreft aan artikel 173 WVW 1994, artikel 2 van het Besluit wegslepen van voertuigen en artikel 2 van de Wegsleepverordening gemeente Olst-Wijhe.

 

De uitoefening van bestuursdwang vindt plaats met inachtneming van de artikelen 170 t/m 173 WVW 1994, artikel 125 Gemeentewet, de artikelen 5:24, 5:25, 5:29 en 5:30 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voor zover de laatstgenoemde artikelen niet gedeeltelijk buiten toepassing zijn verklaard of aangepast op grond van artikel 170, tweede lid WVW 1994, alsmede het Besluit wegslepen van voertuigen en de Wegsleepverordening gemeente Olst-Wijhe.

 

Vanwege de vereiste spoed bij de noodzaak tot het ongedaan maken van de hiervoor aangehaalde situatie is de geconstateerde overtreding met toepassing van artikel 4:11 Awb terstond ongedaan gemaakt. Hiertoe is het onderhavige voertuig ter overbrenging en inbewaringstelling weggesleept naar het terrein van Wolves Autoberging BV, Carl Bentzstraat 11 te Zwolle.

 

De rechthebbende is de kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang verschuldigd. Het voertuig wordt uitsluitend na legitimatie en na betaling van deze kosten afgegeven. De kosten worden vastgesteld overeenkomstig artikel 4 van de Wegsleepverordening gemeente Olst-Wijhe en staan vermeld op een bij dit besluit gevoegde bijlage.

 

Van het meevoeren en opslaan van het voertuig is proces-verbaal opgemaakt. Een afschrift van dit proces-verbaal gaat hierbij. Indien het overgebrachte en in bewaring gestelde voertuig niet binnen dertien weken na de meevoering is afgehaald c.q. niet kan worden teruggegeven, kan het voertuig worden verkocht, en indien verkoop niet mogelijk is, kan het voertuig om niet aan een derde in eigendom worden overgedragen of vernietigd. Gelijke bevoegdheid bestaat ook binnen deze termijn indien de kosten onevenredig hoog worden in verhouding tot de waarde van het voertuig. Verkoop dan wel vernietiging kan niet plaatsvinden binnen twee weken na de meevoering van het voertuig.

 

Burgemeester en wethouders van de gemeente Olst-Wijhe,

namens dezen,

………………………………………………………………(handtekening)

naam en/of dienstnummer ………………………………………………………………………………

functie……………………………………………………………………………………………………

 

Bezwaarclausule

Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na de bekendmaking er van schriftelijk bezwaar indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe, Postbus 16, 8120 AA Olst. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een aanduiding of omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt en de gronden van het bezwaar.

Als u op de uitspraak in bezwaar niet kunt wachten en snel een voorlopige maatregel, zoals schorsing, nodig is, kunt u de rechter daar om verzoeken. Dat verzoek moet u richten tot de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zwolle, Postbus 10067, 8000 GB Zwolle.

Dit kan alleen als u het bezwaarschrift al bij het college van burgemeester en wethouders hebt ingediend. Met uw verzoek aan de voorzieningenrechter van de rechtbank moet u een kopie van uw bezwaarschrift meesturen. Voor het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening bent u griffierecht verschuldigd.

 

Bijlage 3: Proces Verbaal

PROCES-VERBAAL

 

Ex artikel 5:29, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht, juncto artikel 5 van het Besluit wegslepen van voertuigen

 

Zinnen of zinsdelen waarvoor een is geplaatst zijn niet van toepassing als het vakje niet is aangekruist

 

Op ………………………………….202…, om …………uur is het onderstaande voertuig vanaf de weg……………………………………………………………………meegevoerd en opgeslagen op het terrein van Wolves Autoberging BV, Carl Bentzstraat 11 te Zwolle, omdat de omstandigheden dit vereisten, zoals omschreven in het bijgevoegde besluit tot toepassing van bestuursdwang.

 

Gegevens voertuig

  • Omschrijving voertuig………………………………

  • Kenteken ………………………………………………

  • Kleur ……………………………………………………

  • Merk en Type …………………………………………

Aanvang wegslepen ………………………………uur

  • Staat Voertuig voor verwijdering goed matig slecht

  • Reeds beschadiging(en) aanwezig nee ja, zie tekening

 

O = deuk X = kras

 

Losse voorwerpen in het voertuig ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

 

Gegevens ter zake van het wegslepen

Tijdsduur

Aanvang wegslepen …… uur einde wegslepen ………Uur

duur wegslepen ………uur ……… minuten

Gereden kilometers

Kilometerstand aanvang: ……… kilometerstand aankomst bewaarplaats: ………

gereden kilometers: ………

 

Wegsleephandelingen (omcirkel wat van toepassing is)

In het juk: ja nee

Voorwielen: ja nee

Radrollers: ja nee

H.speedolly: ja nee

Strip: ja nee

Haakje: ja nee

Band: ja nee

 

Geopend: ja nee

Afgesloten: ja nee, de deur(en) rv / ra / lv / la / ad

 

Schade aangebracht als gevolg van het wegslepen: nee ja, zie tekening

 

O = deuk X = kras

 

Opgemaakt op …………………………………………202…te Olst-Wijhe,

het college van burgemeester en wethouders van Wijhe,

namens dezen,

……………………………………………………………….(handtekening)

naam ……………………………………………………………………………………………………

functie……………………………………………………………………………………………………

Naar boven