Gemeenteblad van Opsterland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Opsterland | Gemeenteblad 2022, 151398 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Opsterland | Gemeenteblad 2022, 151398 | beleidsregel |
Beleidsregels terugvorderen uitkeringen Opsterland 2022
Hoofdstuk 1: Algemene Bepalingen
Artikel 1: Begripsbepalingen en afkortingen
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
bruteren: het verhogen van de vordering met de loonbelasting en premies volksverzekeringen waarvoor het college krachtens de Wet op de loonbelasting 1964 inhoudingsplichtig is, voor zover deze belasting en premies niet verrekend kunnen worden met de door het college af te dragen loonbelasting en premies volksverzekeringen;
Artikel 2: Wettelijke bevoegdheden
De bevoegdheden zoals beschreven in het eerste lid onder a en b gelden voor het college als algemene verplichtingen, behalve de in deze uitvoeringsregels beschreven uitzonderingen, uitgezonderd dringende redenen en uitgezonderd de situatie waarin terugvordering van de kosten van bijstand en de kosten van de inkomensvoorziening in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Hoofdstuk 2: Geheel of gedeeltelijk afzien van verdere terugvordering
Artikel 4: Kwijtschelding restant geldschulden
Het college is niet verplicht om in de in het eerste lid genoemde gevallen tot kwijtschelding over te gaan, als de schuldenaar kan beschikken over vermogen dat gebruikt kan worden of vermogen waarover de schuldenaar binnen een redelijke termijn kan gaan beschikken. Bij de vaststelling van dat vermogen wordt rekening gehouden met het gehele vermogen zonder aftrek van de geldschulden die voor kwijtschelding in aanmerking zouden kunnen komen.
Het college besluit niet tot kwijtschelding indien belanghebbende in de periode van vijf jaar voorafgaande aan het verzoek tot kwijtschelding, herhaaldelijk, in ieder geval meer dan 1 keer, verwijtbaar, niet, niet tijdig of niet volledig aan zijn inlichtingenplicht heeft voldaan dan wel aan zijn aflossingsverplichtingen.
Artikel 5 Kwijtschelding bij schuldsituaties
In afwijking van lid 2 onder a maakt het college gebruik van de bevoegdheid de boete geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden bij medewerking aan een schuldenregeling zoals omschreven in artikel 18a lid 13 van de Participatiewet. Hierop is de volgende voorwaarde van toepassing waaraan voldaan moet zijn:
In afwijking van lid 2 onder a kan toch kwijtschelding worden verleend in geval van vorderingen voortgekomen uit schending inlichtingenplicht, die ontstaan zijn voor 1 januari 2013, wanneer, naast de voorwaarden genoemd in lid 1, minimaal de helft van de oorspronkelijke schuld is of wordt voldaan of belanghebbende minimaal gedurende vijf jaar voorafgaand aan het verzoek volledig aan zijn aflossingsverplichtingen heeft voldaan.
Voorwaarde: Binnen 1 jaar na het ondertekenen van de schuldregelingsovereenkomst moet een schuldregeling met overige schuldeisers haalbaar gebleken zijn. In dat geval duurt de opschorting uiterlijk drie jaar. Of wanneer na het ondertekenen van een schuldregelingsovereenkomst een definitieve schuldregeling wordt bereikt.
Een schuldregeling komt tot stand door een persoon of organisatie die volgens geldende kwaliteitseisen een goede en evenwichtige schuldregeling kan treffen. Bij een minnelijk traject moet aan de schuldeisers een aanbod zijn gedaan waarbij aan de gemeente, in geval van een faillissement van de schuldenaar, ten opzichte van de achtergestelde schuldeisers een dubbel percentage wordt toebedeeld.
Hoofdstuk 3: Invordering en betaling
Onverminderd het bepaalde in artikel 60, vierde lid van de Participatiewet en artikel 28, tweede lid van de IOAW en IOAZ en ongeacht de in artikel 7 genoemde betalingstermijn gaat het college, indien mogelijk, meteen na afgifte van het besluit tot terugvordering over tot verrekening van de vordering met een uitkering.
Artikel 10 Terugvordering: bruto of netto
Kan het college niet meer (volledig) gebruik maken van de in de uitkeringsregeling omschreven bevoegdheid tot verrekening van de loonbelasting premies volksverzekeringen en de vergoeding, bedoeld in artikel 46 van de Zorgverzekeringswet, met de door het college over die uitkering af te dragen loonbelasting, premies volksverzekeringen en vergoeding? Dan wordt het bedrag van de netto terugvordering verhoogd met de buiten de verrekening gebleven loonbelasting, premies volksverzekeringen en vergoeding. De terugvordering is dan bruto.
Artikel 11 Vaststelling van de hoogte van de maandelijkse aflossing bij belanghebbende met een uitkering
In geval van beslaglegging door een derde (dat wil zeggen een andere schuldeiser dan het college), kan de aflossingsverplichting door de bovengenoemde leden voor alle vorderingen worden bepaald op de volledige beslagruimte zoals aangegeven in artikel 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Artikel 12 Vaststelling van de hoogte van de maandelijkse aflossingscapaciteit bij uitstroom uit de uitkering en bij een inkomen boven bijstandsniveau
De aflossingsverplichting voor belanghebbenden met een inkomen boven bijstandsniveau bedraagt:
Indien het een andere vordering betreft: 5% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm per maand inclusief vakantietoeslag, verhoogd met 35% van het verschil tussen het inkomen inclusief vakantietoeslag en de toepasselijke bijstandsnorm inclusief vakantietoeslag, rekening houdend met de beslagvrije voet.
In geval van beslaglegging door een derde (dat wil zeggen een andere schuldeiser dan het college), kan de aflossingsverplichting door de bovengenoemde leden voor alle vorderingen worden bepaald op de volledige beslagruimte zoals aangegeven in artikel 475d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-151398.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.