Gemeenteblad van Maassluis
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maassluis | Gemeenteblad 2022, 134395 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maassluis | Gemeenteblad 2022, 134395 | beleidsregel |
Beleid evenementenvergunningen maassluis
(versie 1 februari 2022 1 )
Procedures, voorschriften en afspraken rond evenementen in Maassluis
Evenementen geven kleur aan Maassluis! Mooie evenementen zijn onmisbaar om met elkaar te genieten van ons prachtige Maassluis. Vanzelfsprekend is het belangrijk dat wanneer er evenementen plaatsvinden deze veilig en ordelijk verlopen voor zowel bezoeker als inwoner. De gemeente, veiligheidspartners en organisatie dragen hier zorg voor met elkaar.
In dit Beleid evenementenvergunningen Maassluis staat uiteengezet hoe de procedure vanaf de vergunningaanvraag tot en met evaluatie verloopt en wat betrokken partijen van elkaar mogen verwachten. Dit geldt niet alleen voor de organisatoren, maar ook voor de gemeentelijke diensten en organisaties, politie, DCMR, de Veiligheidsregio en andere belanghebbenden. Zij realiseren samen ieder jaar een succesvol evenementenseizoen.
In het bijzonder wijs ik op de beschikbare geactualiseerde locatieprofielen die in samenwerking met de veiligheidspartners zijn opgesteld. De locatieprofielen omvatten de belangrijkste eigenschappen en risico’s van de betreffende locaties. Hierdoor is op voorhand goed in te schatten welke mogelijkheden deze locaties bieden op het gebied van fysieke veiligheid, geluid en andere belangrijke factoren.
Vanzelfsprekend kunt u voor uw eventuele vergunningaanvraag terecht op de website van onze gemeente. Hierop vindt u tevens praktische informatie voor een goede voorbereiding van uw evenement evenals diverse mogelijkheden voor ondersteuning.
Evenementen brengen in de regel kleine of grote veiligheidsrisico’s met zich mee. Daarom geldt op grond van de Algemene plaatselijke verordening (APV) van de gemeente Maassluis een meldings- of vergunningplicht voor evenementen.
De Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond heeft een regionale handreiking vastgesteld die procedures beschrijft rondom de vergunningverlening. Op deze wijze is beoogd om voor alle gemeenten binnen de regio een uniforme procedure te volgen. De gemeente Maassluis geeft uitvoering aan deze regionale handreiking. Binnen dit evenementenbeleid is uiteengezet welke procedures en regels er gelden wanneer u een evenement organiseert binnen de gemeente Maassluis.
Een vergunning kan door de burgemeester worden verleend als de definitieve plannen voor een evenement goedgekeurd zijn door de betrokken gemeentelijke diensten en veiligheidspartners, zoals de politie, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en de DCMR. Ook bij de uitvoering van het evenement blijven deze diensten en veiligheidspartners nauw betrokken en houden zij toezicht op de vergunningsvoorschriften. Voor kleinschalige evenementen met een zeer laag risico hoeft slechts een melding te worden gedaan. Hiermee ontlasten we organisatoren, maar zijn gemeente en veiligheidspartners wel op de hoogte waar en wanneer activiteiten plaatsvinden.
In dit beleid is de informatie rondom de vergunningprocedure gestroomlijnd. Alle relevante procedures, voorschriften en afspraken staan hierin gebundeld en zijn inhoudelijk op elkaar afgestemd. Daarmee is dit beleid een leidraad voor de behandeling van vergunningaanvragen. Ook andere veiligheidsafspraken rond evenementen zijn in dit beleid ondergebracht. Op hoofdlijnen is de werkwijze per evenement gelijk, de precieze uitvoering is echter maatwerk. De organisator is verantwoordelijk voor een goed verloop van het evenement en krijgt de ruimte voor het treffen van benodigde maatregelen.
Dit beleid is feitelijk een uitwerking van de toetsingscriteria die zijn benoemd in de geldende Algemene plaatselijke verordening (APV). Ook de adviserende en uitvoerende (hulp)diensten committeren zich aan dit beleid. Organisatoren doen er zodoende verstandig aan om kennis te nemen van dit beleid om een evenement zo goed mogelijk voor te bereiden.
2. Evenementenvergunning & -melding
Binnen de APV wordt onder een evenement verstaan: elk voor publiek toegankelijke verrichtingen van vermaak. De APV onderscheidt verschillende categorieën evenementen. Deze categorieën geven de mate van veiligheidsrisico’s aan ten aanzien van het evenement:
Afhankelijk van de categorie geldt een meldingsplicht (bij 0-evenementen) of vergunningplicht (bij A, B en C-evenementen).
2.2 Evenementen met een meldingsplicht (0-evenemen)
Voor kleinschalige evenementen met een laag risicoprofiel geldt enkel een (kosteloze) meldingsplicht. U hoeft hiervoor dus geen vergunning aan te vragen. Deze melding moet uiterlijk 5 werkdagen voor het evenement zijn ingediend. Van een 0-evenement is sprake indien:
2.3 Evenementen met een vergunningplicht
Bij evenementen met een vergunningplicht is onderscheid gemaakt tussen een A-, B- en C-categorie. Dit onderscheid wordt hoofdzakelijk bepaald door de mate van risico’s op het gebied van openbare orde en veiligheid, de impact op de stad en eventuele gevolgen voor het verkeer. Afhankelijk van de indeling in een risico-categorie geldt een specifieke behandelwijze van voorbereiding door organisatie en nood- en hulpdiensten.
Met gebruik van een aantal standaardaspecten (zie ook paragraaf 4.1 voor nadere uitleg) worden evenementen ingedeeld in één van de genoemde categorieën. Daarbij wordt nadrukkelijk gekeken naar de risico’s op het gebied van openbare orde en veiligheid, de impact op de omgeving en de eventuele gevolgen voor het verkeer. De risicoscan is gebaseerd op de volgende aspecten:
De gemeente vult de volledige risicoscan in op basis van de aanvraag en concrete plannen van de organisator. De uitkomsten bepalen onder meer hoe het vergunningentraject en adviestraject eruit zal zien. Tijdens een vergunningentraject kan vanuit kennis, ervaring en/of informatie op- of afgeschaald worden naar een andere categorie, indien de impact groter of kleiner blijkt te zijn dan vooraf ingeschat.
Vooraankondiging B-/C-evenementen
In samenwerking met de Veiligheidsregio wil de gemeente inventariseren welke eventuele
B- en C- evenementen plaatsvinden in een kalenderjaar en ook op welke locatie. Deze evenementen kennen een verhoogd risico en daarom is het belangrijk dat nood- en hulpdiensten tijdig hun personeelscapaciteit hierop kunnen aanpassen. Bovendien geldt hiervoor dat in regionaal verband afstemming wordt gezocht om te voorkomen dat er te veel evenementen gelijktijdig plaatsvinden. Vanuit deze gedachtegang vraagt de gemeente aan organisatoren om voor 1 november risicovolle (grote) evenementen voor het daaropvolgende jaar aan te kondigen. Deze vooraankondiging is kosteloos.
Beperking in aantal B/C-evenementen
Er kan een maximum aantal B- en C-evenementen per locatie per jaar gelden om onevenredige belasting van de omgeving te voorkomen (denk aan geluidsoverlast of verkeersdruk). Verder kan de burgemeester besluiten geen nieuwe B- of C-evenementen toe te voegen aan de evenementenkalender. De burgemeester kan een evenement weigeren indien de noodzakelijke politiecapaciteit voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid volgens hem een onevenredig beroep doet op de beschikbare formatie.
Er is een aantal specifieke categorieën evenementen en/of activiteiten dat met enige regelmaat wordt georganiseerd in Maassluis waarvoor aanvullende of afwijkende toestemmingen op grond van andere wet- of regelgeving noodzakelijk zijn. Hieronder volgt een niet-limitatieve opsomming van dergelijke evenementen die het meest voorkomen in de praktijk.
Wielersportevenementen is een aparte categorie evenementen. Meestal is er sprake van lange routes door verschillende gemeenten en vele (dynamische) wegafsluitingen. Deze afsluitingen kunnen grote impact hebben op de mobiliteit in de stad en de regio. Wanneer er sprake is van een wedstrijd, moet ontheffing worden aangevraagd van het verbod op het houden van wedstrijden op de weg, zoals beschreven in artikel 10 Wegenverkeerswet 1994 (Wvw). Wanneer alle wegen binnen de gemeente Maassluis liggen, moet de ontheffing worden aangevraagd bij de gemeente. Tevens is dan een evenementenvergunning noodzakelijk voor het inrichten van de start- en finishlocatie(s). Indien de wedstrijd gemeentegrensoverschrijdend is dan wel de weg in beheer is bij een ander orgaan, moet aanvraag voor deze ontheffing worden ingediend bij Gedeputeerde Staten van de provincie. Van de ontheffing van de provincie kan alleen gebruik gemaakt worden wanneer de colleges van B & W van alle betrokken gemeenten schriftelijk hebben verklaard geen bezwaar te hebben tegen het gebruik van de wegen binnen hun gemeente voor het houden van de betreffende wedstrijd. Het verzoek om deze verklaring van geen bezwaar moet worden gericht aan de gemeente (Afdeling verkeer).
Wanneer het een recreatieve toertocht betreft (zonder wedstrijdelement) moet via de afdeling VVH (en eventueel bij andere betreffende gemeenten) een evenementenvergunning voor het inrichten van de start- en finishlocatie(s) te worden aangevraagd. Daarnaast moet ontheffing worden aangevraagd van de verkeersregels met betrekking tot de verplichte plaats op de weg, zoals beschreven in hoofdstuk 2, paragraaf 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (RVV).
Voor wielerrondes die over Maassluis grondgebied gaan, maar niet starten en/of finishen in Maassluis, geldt dat de organisator een verklaring van geen bezwaar moet aanvragen op grond van artikel 10 van de Wegen- en Verkeerswet. Deze aanvraag moet worden ingediend bij de gemeente. Voordat deze verklaring afgeeft, wordt advies gevraagd aan betrokken diensten en gemeenten.
Sportevenementen op de openbare weg
In het besluit ‘Regeling verkeersregelaars 2009’ zijn de regels opgenomen met betrekking tot de opleiding, de aanstelling, de examinering en de uitrusting van verkeersregelaars. In dit besluit is o.a. bepaald dat de evenementenverkeersregelaars hun taak uit oefenen onder direct toezicht van de politie. De politie begeleidt een dergelijk evenement bij tenminste 80 deelnemers. Zonder toezicht van de politie mogen evenementenverkeersregelaars een evenement met minder dan 80 deelnemers niet begeleiden en dient men zich als een normale verkeersdeelnemer te gedragen en zal er gebruik gemaakt moeten worden van de fiets- en voetpaden.
3.1 Melden evenement 2
Het melden van een 0-evenement kan eenvoudig via de website van de gemeente. Aan de hand van een korte vragenboom op de website kan worden getoetst of er wordt voldaan aan de gestelde criteria voor een melding. Een melding dient uiterlijk 5 werkdagen voor aanvang van het evenement gedaan te zijn. Na ontvangst van het meldingsformulier door de gemeente wordt een automatische ontvangstbevestiging aan de melder gestuurd. De melding wordt geacht gedaan te zijn, wanneer het meldingsformulier volledig en naar waarheid is ingevuld. Het formulier moet tijdig zijn ingeleverd (5 werkdagen voor aanvang evenement). In het uitzonderlijke geval dat de gemeente een tegenbericht stuurt kan het zijn dat de melding niet is geaccepteerd (bijvoorbeeld omdat niet wordt voldaan aan de criteria) en/of er toch een vergunningplicht geldt.
Vergunningen voor A, B- en C-evenementen vraagt de organisator ook aan bij de gemeente. Een belangrijke voorwaarde voor het in behandeling nemen van de aanvraag is dat deze volledig moet zijn. Dit betekent dus inclusief eventuele bijlagen, zoals programma en/of plattegronden. Pas als de aanvraag volledig is ingediend gaat de behandeltermijn lopen. Een aanvraag die niet compleet is wordt NIET in behandeling genomen. Een A-evenement dient ten minste zes weken voor de aanvang van het evenement te zijn aangevraagd. De gemeente streeft er naar om binnen 4 weken een besluit te nemen gerekend vanaf de dag dat de aanvraag compleet is.
De organisator beschrijft het evenement zo concreet mogelijk in het aanvraagformulier aan de hand van de diverse vragen. Het aanvraagformulier is te vinden op de website van de gemeente. Ook is de organisator verplicht om, afhankelijk van het type evenement, diverse bijlagen in te dienen. Zonder deze bijlagen is een aanvraag niet compleet en kan deze nog niet in behandeling worden genomen.
Na ontvangst bepaalt de gemeente in overleg met adviserende diensten welke eisen worden gesteld aan het evenement voordat een besluit wordt genomen over de aanvraag. Op basis van eventuele feedback werkt de organisator de plannen verder uit en/of verbetert deze op onderdelen. De definitieve plannen voor B- en C-evenementen dienen bij voorkeur twaalf weken (maar uiterlijk 8 weken) voorafgaand aan het evenement gereed te zijn, zodat er tijdig een advies kan worden gegeven door de adviserende diensten op de vergunning die de burgemeester al dan niet afgeeft.
Termijn: zes weken voor evenement
De formele termijn voor de aanvraag en bijbehorende stukken van A-, B en C-evenementen is, zes weken voor A-evenementen en acht weken voor B- en C-evenementen, gerekend tot aan de aanvang van het evenement. Echter, dan dienen aanvraag én bijbehorende plannen al definitief én compleet te zijn. Uitbreidingen of (forse) wijzigingen in het programma zijn dan ook niet meer mogelijk. Om problemen te voorkomen wordt daarom geadviseerd de vergunningaanvraag in een zo vroeg mogelijk stadium in te dienen.
Actuele, onverwachte, niet planbare evenementen (bijvoorbeeld een huldiging) vragen soms om meer flexibiliteit. Het evenementenbeleid in Maassluis zou te rigide zijn als hier geen plaats zou zijn voor dergelijke gebeurtenissen. Er moet dan wel sprake zijn van een bijzondere omstandigheid om versneld of afwijkend van dit beleid een evenement toe te staan. De burgemeester heeft op grond van artikel 4:84 AWB de bevoegdheid om gemotiveerd van het evenementenbeleid af te wijken.
Intakegesprek voor nieuwe organisatoren
Als nieuwe organisatoren een vergunningaanvraag indienen voor een B- of C-evenement, nodigt de afdeling VVH ze uit voor een intakegesprek. Hierin wordt besproken hoe de vergunningprocedure in zijn werk gaat en wat de gemeente verwacht van de organisator. Vanzelfsprekend is het ook mogelijk om voor A-evenementen een intakegesprek aan te gaan met de gemeente.
Voor het indien van een vergunningaanvraag dient de organisator, afhankelijk van het type evenement, naast een aanvraagformulier diverse bijlagen toe te sturen. Deze bijlagen zijn noodzakelijk om een goede risico-afweging te maken van het evenement. Ook is het voor de voorbereiding van belang kennis te nemen van diverse richtlijnen voor de inzet van middelen en mensen.
Veiligheidsplan / inzet particuliere beveiliging
Binnen een vast format zet de organisatie op een heldere manier uiteen welke eventuele procedures de organisatie doorloopt bij verschillende veiligheidsscenario’s. Het veiligheidsplan is een belangrijk instrument voor zowel de gemeente als nood- en hulpdiensten om vooraf een beoordeling te kunnen maken van de risico’s en beheersmaatregelen die een organisatie treft. Ook geeft de organisatie in het veiligheidsplan aan op welke wijze de particuliere beveiliging wordt ingezet. In sommige situaties zal het verplicht zijn om particuliere beveiliging in te zetten bij een evenement. Beveiligers moeten voldoen aan de voorwaarden genoemd in de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. De gegevens van het beveiligingsbedrijf en de in te zetten beveiligers dienen onderdeel te zijn van het draaiboek. De inzet van beveiligers is niet uitsluitend afhankelijk van het aantal bezoekers, maar wordt bepaald aan de hand van diverse factoren.
Het is van belang om een plattegrond op schaal (1:500 of 1:1000) aan te leveren van de evenementenlocatie. Op deze plattegrond dienen andere alle obstakels en objecten duidelijk te worden weergegeven. Binnen het gebied op de openbare weg moet een vrije doorgang voor nood- en hulpdiensten gewaarborgd blijven. Hierbij geldt in de regel een breedte van 3,50 meter en een hoogte van 4,20 meter. Zware obstakels die deze route kunnen blokkeren moeten worden voorkomen. Aan de hand van de overzichtstekening beoordeelt de gemeente in samenwerking met de brandweer, of de opstelling voldoet.
Wanneer er sprake is van activiteiten binnen, zoals in een tent, is een plattegrond ook verplicht (schaal 1:200). Naast alle objecten en vrije loopruimte is het hier ook van belang om aan te geven waar nooduitgangen zich bevinden en de locatie(s) van het verplichte blusmateriaal bij calamiteiten.
Evenementen kunnen forse consequenties hebben voor het verkeer in de directe omgeving van de locatie. Vanwege een evenement kan het noodzakelijk zijn (delen van) wegen af te sluiten en/of verkeer om te leiden. Ook kan het grote aantal bezoekers de verkeersdoorstroming stremmen of tot parkeerdruk leiden. De organisator moet maatregelen treffen om de bereikbaarheid voor bezoekers (OV en auto) en voor hulpdiensten te waarborgen en de gevolgen voor het verkeer te beperken. Eventuele parkeeroverlast als gevolg van de activiteiten moet worden voorkomen.
Ook zorgt de organisator voor de inzet van professionele of (evenementen)verkeersregelaars. Deze verkeersregelaars moeten vooraf worden opgeleid en aangesteld. Met gebruik van een zogenaamd bereikbaarheids- en verkeersplan geeft de organisator aan welke maatregelen getroffen worden, waaronder ook een hekken- en bordenplan. De organisator is verantwoordelijk voor het plaatsen, in stand houden en verwijderen van de juiste bebording en afzettingen. Het Stadsbedrijf van de gemeente kan onder voorwaarden (beperkte) ondersteuning bieden bij het leveren van materialen.
Tijdens een evenement moet er voortdurend voldoende gekwalificeerd personeel3 aanwezig zijn die kan ingrijpen bij medische calamiteiten. Voor het inzetten van Ehbo’ers tijdens een evenement moet worden uitgegaan van 1 hulpverlener per 1.000 gelijktijdige bezoekers, met een minimum van 2. Afhankelijk van de risico’s van het evenement kunnen meer Ehbo’ers worden verplicht. Ehbo’ers moeten beschikken over een volwaardig Ehbo-diploma, conform de richtlijnen van het Oranje Kruis.
Tabel inzet hulpverleners voor evenementen tot 5.000 gelijktijdig aanwezige bezoekers:
BLS = Basic Life Support (basisniveau, reguliere eerstehulpverlening)
De organisator van een evenement is verantwoordelijk voor het realiseren van voldoende (mobiele) toiletten en handenwasgelegenheden. Denk hierbij ook aan voorzieningen voor minder-validen. Er gelden de volgende normen:
Ontheffing vertrekking zwak-alcoholische dranken
Het verstrekken van zwak-alcoholische drank gedurende een evenement is slechts onder voorwaarden toegestaan. Horecabedrijven gelegen binnen de betreffende evenementenlocatie, in het bezit van een vergunning op grond van de Alcoholwet, mogen alcohol verstrekken binnen hun bedrijf of op een vergund terras. Voor het plaatsen van een tijdelijk (extra) tappunt/verstrekpunt van zwak-alcoholische dranken kan een tijdelijke ontheffing4 worden aangevraagd. Deze ontheffing geldt uitsluitend voor de duur van het evenement met een maximum van 12 dagen. De verstrekking van zwak-alcoholische dranken dient te geschieden onder de onmiddellijke leiding van een persoon die voldoet aan de volgende eisen:
4. Beoordeling vergunningaanvraag
Elke vergunningaanvraag wordt onderworpen aan een risicoscan. Dit is een eerste globale risicoanalyse, uitgevoerd door de vergunningverlener. Op basis hiervan wordt beoordeeld in welke categorie het evenement valt en welke risico’s aan het evenement zijn verbonden. De categorie bepaalt hoe het vergunningentraject er globaal uit komt te zien.
Multidisciplinaire risicoanalyse
Voor B- en C-evenementen geldt dat de risicoscan wordt besproken en verdiept in een onderling dienstenoverleg tussen gemeente en veiligheidspartners. Risico’s van een evenement worden gekoppeld aan te nemen maatregelen, mate van toezicht en vergunningsvoorschriften. De risicoanalyse is ondersteunend voor wat betreft de inzet van personeel en middelen bij het evenement. De risicoanalyse wordt gemaakt op basis van een integraal advies, waarbij alle hulpdiensten vanuit hun eigen expertise adviseren.
Aspecten risicoanalyse: publiek, ruimte, activiteiten
Het inschatten van risico’s gebeurt door enkele standaardaspecten na te lopen. Voor elk van de genoemde aspecten moet worden ingeschat hoe groot de kans op calamiteiten is. Belangrijke criteria in de risicoanalyse zijn het publieksprofiel, het ruimtelijk profiel en het activiteitenprofiel. Hieronder volgt een korte toelichting op deze indicatoren.
Op welke doelgroep(en) richt het evenement zich? Wat weten we van dit type bezoeker? Is het aannemelijk, voorspelbaar of bekend dat bepaalde specifieke – bij politie en justitie bekende – groepen een evenement zullen bezoeken? Denk ook aan:
Iedere activiteit brengt specifieke risico’s met zich mee. Indien een evenement samenvalt met andere evenementen, manifestaties, vieringen of gebeurtenissen kunnen eerder ordeverstoringen optreden. Hierbij wordt ook gekeken naar de tijdsduur en het tijdstip van het evenement. Als een evenement na zonsondergang start of eindigt, kan dit het politieoptreden bij eventuele ordeverstoringen bemoeilijken.
Binnen het activiteitenprofiel wordt ook gekeken naar historische gegevens indien beschikbaar. Ook wordt gekeken naar eerdere (regionale) ervaringen met de organisator. Indien de organisator er in het verleden blijk van heeft gegeven zich goed aan de afspraken te houden, neemt daarmee de voorspelbaarheid van het (goed) verloop van een evenement toe en nemen de risico’s af.
In principe dient ieder evenemententerrein duidelijk gescheiden te zijn van de openbare ruimte. Bij statische evenementen zijn die grenzen duidelijker te definiëren dan bij dynamische evenementen. Ook de fysieke omgevingskenmerken doen ertoe: een bouwplaats met stenen langs de route of een veranderde verkeerssituatie, kunnen de risico’s ten opzichte van eerdere edities van het evenement vergroten. Denk verder aan de stroomvoorziening, watervoorziening en voorzieningen op het vlak van crisisbeheersing en communicatie.
Gerelateerd aan de locatie is de bereikbaarheid van het evenement. Daarbij gaat het in de eerste plaats om de bereikbaarheid voor de hulpdiensten. Daarnaast om de bereikbaarheid voor bezoekers (zowel per openbaar vervoer als met eigen vervoer). Zijn er bijvoorbeeld omleidingen van het openbaar vervoer? Ook de bereikbaarheid voor omwonenden is van belang: hoeveel verkeershinder en parkeerdruk zal men ondervinden? Onderdeel van het ruimtelijk profiel zijn ook weersomstandigheden. Zeer warm weer kan er bijvoorbeeld toe leiden dat de gemoederen sneller verhit raken en dat alcoholgebruik sneller uitloopt op ordeverstoringen. Een regenbui kan daarentegen het animo om de orde te verstoren temperen. Evenementen onder winterse omstandigheden leveren meer fouilleringproblemen op. Er dient rekening gehouden te worden met de temperatuur van lucht en water (bij sport), windsnelheid en gevoelstemperatuur.
Na ontvangst van het volledig ingevulde aanvraagformulier en benodigde bijlagen stuurt de gemeente de aanvraag ter beoordeling en advisering door aan diverse gemeentelijke diensten en veiligheidspartners: politie, VRR en eventueel de DCMR. Dit kan eventueel leiden tot een aanpassing van de risico-categorie.
Grootschalige evenementen (B en C categorie) hebben een grote impact op de stad en vereisen meer voorbereiding en afstemming tussen de diensten. De gemeente coördineert het vergunningentraject. Zij bereidt de vergunningverlening voor en zit het dienstenoverleg voor dat wordt toegepast bij B en C evenementen. In het dienstenoverleg licht de organisator zijn plannen toe, bespreken de aanwezige diensten de risico’s, knelpunten en oplossingen en wordt de inzet van de verschillende diensten en van de organisator op elkaar afgestemd. De vertegenwoordiging van de diensten in de dienstenoverleg is afhankelijk van het soort overleg. Bij het dienstenoverleg zijn in ieder geval politie, VRR, Verkeer en Stadsbedrijf aanwezig.
Wanneer de planvorming uiteindelijk leidt tot definitieve stukken, worden deze opgestuurd naar alle betrokken diensten voor de formele adviesronde. Diensten adviseren ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid en expertise en de adviezen zijn op maat gemaakt voor het betreffende evenement. Vervolgens legt de afdeling VVH één integraal advies voor aan de burgemeester. De burgemeester verleent de vergunning al dan niet op grond van dit advies en na afweging van de verschillende belangen.
Regionale afstemming evenementenkalender
De VRR en de politie-eenheid Rotterdam werken met een regionale evenementenkalender. Op deze kalender staan de B en C-evenementen in de openbare ruimte in alle gemeenten van de regio Rotterdam. De regionale afstemming van evenementen is van belang om de gelijktijdigheid van evenementen inzichtelijk te maken en om de inzet van de hulpdiensten te kunnen garanderen.
De burgemeester besluit tot het verlenen of weigeren van de vergunning. Het streven is om binnen een termijn van 4 weken een besluit te nemen op de aanvraag gerekend vanaf de dag deze compleet is. Bij een positief besluit ontvangt de aanvrager een vergunning. De burgemeester verbindt voorschriften aan de vergunning om het evenement te reguleren (zie hoofdstuk 5). Bij een negatief besluit ontvangt de aanvrager een schriftelijke weigering. Binnen zes weken na verzending van het besluit kunnen belanghebbenden een bezwaarschrift indienen bij de burgemeester.
Met een evaluatie van een evenement na afloop wordt de kwaliteit van zowel het inhoudelijke evenement als van het vergunningenproces verhoogd. De B- en C-evenementen worden binnen vier weken na afloop van het evenement geëvalueerd in samenwerking met de organisator. De gemeente initieert dit overleg. De A-evenementen worden geëvalueerd als het vergunningverlening proces of de uitvoering van het evenement daar aanleiding toe geeft. De diensten beoordelen de effectiviteit van de getroffen maatregelen en trekken conclusies die in het daaropvolgende jaar kunnen leiden tot een verbeterde opzet. Ook berichten vanuit de stad (bewoners, de media, ondernemers) die betrekking hebben op het evenement vormen een vast onderdeel in de evaluatie. De vergunningverlener (gemeente) is verantwoordelijk voor het organiseren van een evaluatie.
5. Voorschriften evenementenvergunning
Geen evenement is hetzelfde. Daarom wordt bij de vergunningverlening per evenement beoordeeld welke maatregelen als vergunningvoorschriften worden opgenomen. Aan deze voorschriften moet door de organisator worden voldaan.
In het door de organisatie opgestelde veiligheidsplan staat onder meer welke maatregelen de organisator neemt in geval van calamiteiten, hoe de beveiliging is geregeld, welke taken zij zullen uitvoeren, welke crowd-control maatregelen er genomen worden, hoe het weer gemonitord wordt en hoe de medische zorg is geregeld.
De organisator is verantwoordelijk voor alles wat er op het evenemententerrein gebeurt. Hij dient zich te houden aan de voorschriften die zijn verbonden aan de vergunning. Het terrein moet, waar mogelijk, duidelijk zichtbaar begrensd zijn en de nooduitgangen moeten duidelijk staan aangegeven. Er zijn ook voorschriften die ervoor zorgen dat er geen obstakels zijn voor bezoekers of hulpdiensten, of gevaarlijke situaties kunnen ontstaan door onjuist geplaatste bouwwerken. Tijdelijke bouwwerken als podia of tribunes dienen vooraf gekeurd te worden. Bij de aanvraag dient een constructierapport te worden gevoegd. De organisator dient zelf niet gekeurde of afgekeurde bouwwerken alsnog te herstellen en goed te laten keuren of te (laten) verwijderen.
Het aantal bezoekers dat op een terrein aanwezig kan zijn is afhankelijk van meerdere factoren. Een redelijke norm om aan te houden is 2 bezoekers per vierkante meter. Echter kan het aantal naar beneden worden bijgesteld bijvoorbeeld in verband met obstakels, beperkte vluchtwegmogelijkheden
5.3 Milieu: geluid, afval en luchtkwaliteit
Het geluidsniveau is een belangrijke factor die van invloed is op de hinderbeleving van omwonenden. In de evenementenvergunning wordt per evenement het maximale geluidsniveau aangegeven. Hierbij geldt het gemeten geluidsniveau in het publieksvak. Er wordt onderscheid gemaakt tussen dB(A) en dB (C) normen. De dB(C) normen betreffen normen voor laagfrequent geluid (bastonen), omdat deze in de praktijk extra hinderlijk kunnen zijn. De meest evenementen vinden plaats in het weekend. Daarbij geldt in de basis een eindtijd van 24.00 uur op vrij- en zaterdag. Wel zal vanaf 23.00 uur muziekgeluid geleidelijk teruggebracht moeten worden (minus 10 dB(A) t.o.v. de maximale norm op de locatie: het zogenoemde ‘uitloopuurtje’. Op overige dagen geldt een absolute eindtijd van 23.00 uur, of in geval van een zondag 21.00 uur. De DCMR kan geluidsmetingen uitvoeren, op basis waarvan handhavend kan worden opgetreden. In het onderstaande schema zijn indicatieve geluidsniveaus weergegeven per bron. In de locatieprofielen (hoofdstuk 6) zijn per locatie de mogelijkheden voor maximale geluidsbelasting aangegeven. Deze normen zijn bepaald aan de hand van een geluidsonderzoek dat is uitgevoerd door de DCMR5 . Op grond van dit onderzoek is een belangenafweging gemaakt en worden de nu opgenomen geluidsnormen en restricties als maatschappelijk aanvaardbaar voor de omgeving geacht. Deze normen worden daarom strikt gehanteerd. Daarnaast is aangegeven hoe vaak op jaarbasis geluidsbelasting mag plaatsvinden en op welke wijze boxen gepositioneerd kunnen worden om de directe omgeving zo min mogelijk te belasten.
Indicatieve geluidsniveaus per bron
Vaste omroepinstallaties Versterkte muziek Aggregaten en koelmachines |
|||
Versterkte muziek voor 100-200 man Versterkte muziek voor 200-1000 man Versterkte muziek voor >1000 man |
Het is op grond van de Zondagswet niet toegestaan voor 13.00 uur geluid te produceren dat op een afstand van meer dan 200 meter van de geluidsbron hoorbaar is. Na 13.00 uur is dit wel toegestaan als de burgemeester hiervoor ontheffing verleent. Ongeacht mogelijke ontheffingen is het conform de Zondagswet verboden om op zondag in de nabijheid van kerken of andere gebouwen voor de openbare eredienst in gebruik, zonder strikte noodzaak gerucht te verwekken, waardoor de godsdienstbeoefening gehinderd wordt. In de vergunningsvoorschriften wordt dit expliciet vastgelegd. Het evenement moet zoveel mogelijk tussen 8.00 en 24.00 uur worden op- en afgebouwd. In ieder geval mogen tussen 24.00 en 8.00 uur geen overlast veroorzakende opbouw- of afbreekactiviteiten plaatsvinden in de buurt van woningen.
Bereikbaar zijn voor omwonenden
In de vergunning wordt de organisator verplicht gesteld een telefoonnummer te communiceren aan omwonenden waar ze nadere informatie kunnen krijgen.
Milieuschade door afval voorkomen
Evenementen in de publieke ruimte veroorzaken vaak veel afval. De organisator van een evenement is verantwoordelijk (en aansprakelijk) voor het voorkomen van milieutechnische schade. Denk hierbij aan het gebruik van energiezuinige stroomaggregaten, het grondig ontruimen en zuiveren van het evenemententerrein na afloop en het aanbrengen van voldoende afvalbakken.
Vuurwerk bij een evenement? Aparte melding of vergunning nodig Om vuurwerk tijdens een evenement te mogen afsteken is (afhankelijk van de omvang) een aparte vergunning vereist of kan worden volstaan met een melding. Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland hebben de beslissingsbevoegdheid hierover gemandateerd aan de DCMR Milieudienst Rijnmond. Die toetst of de afsteeklocatie voldoet en of degenen die het vuurwerk afsteken daartoe bevoegd zijn. Er is geen vergunning nodig om consumentenvuurwerk af te steken tijdens de jaarwisseling (Vuurwerkbesluit 2002), mits er sprake is van een reguliere hoeveelheid. Buiten die periode hebben bedrijven sowieso een vergunning of meldingstoestemming nodig, bijvoorbeeld bij een huwelijk of bedrijfsfeest (zie www.dcmr.nl ). |
De organisator is verantwoordelijk voor het welzijn van de bezoekers en deelnemers van het evenement. Bij de aanvraag van een ontheffing van artikel 35 van de Drank- en Horecawet dient bij A, B- en C-evenementen dan ook een SVH verklaring te worden overlegd. Ook moeten maatregelen getroffen worden om bij eventuele incidenten en ongevallen medische zorg te kunnen bieden. Er moeten dus voldoende EHBO posten zijn met gekwalificeerd personeel. Tot slot moet beschreven worden hoeveel en welke sanitaire voorzieningen worden geplaatst. Alle richtlijnen omtrent gezondheid en hygiëne staan beschreven in de standaardvoorschriften van de GHOR die terug te vinden zijn in de bijlagen.
Alcohol mag alleen worden geschonken wanneer het evenemententerrein herkenbaar is gescheiden van de publieke ruimte en waarbij het zichtbaar is voor de bezoeker dat deze een alcoholgebied betreedt. Het is alleen toegestaan voorverpakte zwak-alcoholhoudende drank (<15%) te verkopen of aanwezig te hebben. Als op het evenemententerrein alcoholhoudende drank wordt geschonken, moet hiervoor een ontheffing worden verleend van artikel 35 van de Alcoholwet.
Aan het schenken van alcohol worden in de vergunning voorwaarden verbonden waaronder het schenken van alcohol in kunststof servies op de terrassen(dit laatste uitgezonderd de restaurants). De horecaondernemer moet er op toezien dat er geen glas van binnen mee naar buiten wordt genomen.
Indien het evenement gericht is op jongeren onder de 18 jaar is het schenken van (zwak) alcoholische dranken niet toegestaan. Alle horecaondernemers zijn verplicht om na sluitingstijd het afval (kunststof serviesgoed) rondom hun horeca inrichting op te ruimen.
De organisator is verantwoordelijk voor het tijdig plaatsen, in stand houden en verwijderen van de juiste bebording en afzettingen. Het Stadsbedrijf van de gemeente kan hierbij ondersteunen. Ook is de organisator verantwoordelijk voor het eventueel inzetten van voldoende verkeersregelaars.
Evenementen zijn belangrijk voor de stad. Dit neemt niet weg dat deze evenementen voor overlast kunnen zorgen voor bewoners en/of ondernemers in de omgeving. Denk aan bezoekersstromen, parkeerdruk of afgesloten wegen. Met alle hiervoor genoemde voorwaarden wordt getracht deze overlast zoveel mogelijk te beperken. Ook is de organisator verantwoordelijk voor een goede, heldere communicatie richting bewoners en ondernemers. Het is van groot belang dat, wanneer bewoners en ondernemers mogelijk overlast zullen ervaren, zij juist geïnformeerd worden over bijvoorbeeld verkeersmaatregelen (met bijbehorende data en tijden) en contactgegevens van organisatie. Om klachten of problemen voor te zijn wordt in de vergunning opgenomen dat de organisator de bewoners tijdig moet informeren en ook een nummer bekend moet maken waarop deze bereikbaar is voor eventuele vragen of klachten. Daarnaast is de organisator verplicht om in deze bewonersbrief het nummer van de DCMR meldkamer te vermelden waar klachten over (geluids)overlast kunnen worden gemeld.
Vanaf de volgende pagina volgen locatieprofielen waar evenementen binnen Maassluis kunnen worden georganiseerd. Voor elke locatie is een profiel uitgewerkt waarin de belangrijkste eigenschappen en restricties zijn uitgewerkt.
Voor alle belanghebbenden, van organisatoren en bewoners tot de hulpverlenende instanties, is het goed om helder en duidelijk in beeld te hebben op welke locaties evenementen kunnen plaatsvinden. Per locatie is aangeven wat de mogelijkheden zijn, zoals eindtijd, geluidsnormen is en het aantal (belastende) evenementen dat kan plaatsvinden. Echter geldt hierbij in de praktijk nog altijd maatwerk, maar is deze informatie wel richtinggevend. Het gebruik van een locatie, de toegankelijkheid en het aantal bezoekers is zeer bepalend.
Het maximum aantal bezoekers is altijd afhankelijk van het soort evenement, type publiek en aanwezige objecten. Zoals hiervoor genoemd (pagina 21) is 2 bezoekers per vierkante meter een goede basisnorm.. In de adviezen van de diensten op een vergunningaanvraag zal het maximum aantal bezoekers worden meegenomen.
Wanneer is voldaan aan het maximum aantal evenementen op een bepaalde locatie en er dient zich een nieuwe organisator aan voor een evenement op deze locatie, dan zal er moeten worden uitgeweken naar een andere locatie of- wanneer daar ook geen mogelijkheden zich meer voordoen- de vergunningaanvraag moeten worden afgewezen. Tot slot geldt dat de locatieprofielen een niet-limitatief karakter hebben. Met name grotere evenementen wenst de gemeente zoveel mogelijk op deze locaties te laten plaatsvinden. Dit laat onverlet dat incidenteel ook op niet genoemde locaties een evenement kan worden georganiseerd.
Veiligheid is het belangrijkste aspect bij de organisatie van evenementen en is een randvoorwaarde voor het plaatsvinden ervan. Ook het beperken van overlast voor omwonenden is een belangrijk aandachtspunt. Tegelijkertijd wil Maassluis graag een levendige en gastvrije stad zijn met tal van initiatieven en evenementen.
In het toezicht- en handhavingsmodel is getracht deze twee ambities met elkaar in balans te houden en te vertrouwen op maximale naleving van de voorschriften door de organisator. Hierbij hanteert de gemeente de volgende uitgangspunten:
Een organisator krijgt in beginsel de ruimte en het vertrouwen om zijn verantwoordelijkheid te nemen en te tonen. Op basis van ervaring met de organisator en/of met het evenement wordt bezien hoe de handhaving op de voorschriften van de vergunning verloopt. Als een organisator eerder al overtredingen heeft begaan, kan hij of zij rekenen op zwaarder toezicht en handhaving.
Handhaving vindt plaats per organisator, per evenement en per locatie. Wanneer specifieke ervaringen uit het verleden hier aanleiding toe geven, kan het zo zijn dat een nieuwe organisator bij een bestaand evenement wordt belast met de "erfenis" van zijn voorganger(s). Dit gebeurt bijvoorbeeld bij eerder ervaren geluidsoverlast op een bepaalde locatie. Er kunnen dan nadere eisen gesteld worden aan de geluidsproductie. Dit kan ook gelden voor verschillende evenementen op dezelfde locatie.
Zowel in aanloop naar, als tijdens en na afloop van het evenement wordt gestuurd op het minimaliseren van het risico dat door het evenement de openbare orde en veiligheid of het woon- en leefklimaat van omwonenden wordt aangetast. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt primair bij de organisator van het evenement. Uitgangspunt is dat de organisator op de hoogte is van alle voorwaarden die aan een evenement gesteld worden en van relevante wet- en regelgeving.
Kort voor aanvang van een B- en C-evenement (optioneel ook bij A) vindt een multidisciplinaire schouw (hierna: schouw en zie bijlage 5) plaats op het evenemententerrein en/of parcours. De schouw vindt plaats onder coördinatie van de gemeentelijk adviseur crisisbeheersing en is gericht op het constateren van veiligheidsrisico’s en is bedoeld om overtredingen te voorkomen. De diensten met toezichthoudende taken (politie, brandweer, GHOR, team Handhaving en Toezicht) schouwen het terrein aan de hand van de gestelde vergunningsvoorschriften en hebben hun eigen verantwoordelijkheid in dit proces. De brandweer checkt onder meer de nooduitgangen, de GHOR controleert onder meer de EHBO-post, etc.
Zo bekijkt elke dienst vanuit de eigen discipline het terrein op mogelijke veiligheidsrisico’s. De tijdens de schouw geconstateerde knelpunten worden door de adviseur crisisbeheersing genoteerd op het schouwformulier en direct gemeld aan de organisator. De gebreken worden door de organisator opgelost/hersteld.
Tijdens en na afloop: Diensten met toezichthoudende taken tijdens het evenement
Politie, brandweer, GHOR, DCMR, team Handhaving en Toezicht houden tijdens het evenement toezicht. Indien de dienst overtredingen van de vergunningsvoorschriften constateert op het terrein waarop hij toezicht houdt, maakt hij een bestuurlijke rapportage op waarmee de burgemeester kan handhaven conform het handhavingsarrangement (zie bijlage 1). In sommige gevallen wordt direct opgetreden door de toezichthoudende dienst, op basis van de eigen bevoegdheden. De adviseur crisisbeheersing is bestuurlijk waarnemer tijdens B-en C-evenementen en wordt vanuit die hoedanigheid direct betrokken bij handhaving ter plaatse in het geval van een acute situatie.
Als vooraf, tijdens of na afloop van het evenement blijkt dat de organisator zich niet aan de voorschriften, zoals verbonden aan de vergunning, heeft gehouden, kunnen er consequenties aan verbonden worden. Een maatregel kan variëren van een bestuurlijke waarschuwing, tot onmiddellijke stillegging van het evenement. In beginsel wordt na constatering van een overtreding eerst gewaarschuwd met het doel de situatie te herstellen. Afhankelijk van de ernst en aard van de geconstateerde overtreding of het niet nakomen van een afspraak of afspraken beslist de burgemeester welke bestuurlijke maatregel hij passend acht.
De burgemeester verleent de vergunning op basis van de APV. De burgemeester beschikt over een scala aan bestuurlijke middelen om de openbare orde en veiligheid te beschermen. De maatregelen die zijn opgenomen in het handhavingsarrangement (zie bijlage 1) zijn gebaseerd op de bevoegdheden van de burgemeester. De burgemeester heeft bij zijn besluitvorming over te treffen maatregelen een inherente afwijkingsbevoegdheid. Als de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven, kan de burgemeester afwijken van het handhavingsarrangement. Hij kan bijvoorbeeld een maatregel treffen waar normaliter eerst een waarschuwing zou volgen of andersom. Wanneer hiertoe wordt overgegaan, wordt dit expliciet gemotiveerd.
De burgemeester kan besluiten tot het geven van een bestuurlijke waarschuwing. De organisator wordt dan te kennen gegeven dat hij in overtreding is geweest. In een bestuurlijke waarschuwing kan ook opgenomen worden dat de burgemeester bij een overtreding bij het volgende evenement over kan gaan tot een bestuurlijke maatregel. De bestuurlijke waarschuwing zelf is geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hiertegen kan ook geen bezwaar gemaakt worden.
Last onder bestuursdwang en kostenverhaal (art.5.25 Awb )
De burgemeester kan besluiten tot toepassing van bestuursdwang. Dit betekent dat de organisatie de gelegenheid krijgt om het gebrek/overtreding te herstellen. Indien de organisator dit niet zelf doet, kan door de burgemeester een einde wordt gemaakt aan de overtreding van de vergunningsvoorschriften. In dat geval kunnen eventuele kosten die gemaakt worden in verband met het toepassen van spoedeisende bestuursdwang op de organisator verhaald worden. Deze kosten bestaan uit materiële kosten (bijvoorbeeld het plaatsen van hekwerk), personele kosten (inzet betrokken medewerkers) en administratieve kosten (het behandelen van de procedure). Herstel door betreffende organisatie is afhankelijk van capaciteit bij constatering van de overtreding. In beginstel geldt de regel dat bestuursdwang daar wordt toegepast waar de ernst van de situatie hier om vraagt.
Last onder dwangsom (art.5.32 Awb )
De burgemeester kan besluiten tot het opleggen van een last onder dwangsom. Bij een last onder dwangsom wordt aan de organisator een termijn gegeven om de overtreding alsnog ongedaan te maken. Indien dit niet binnen de gegeven termijn gebeurt, wordt de dwangsom verbeurd. Een last onder dwangsom kan ook worden opgelegd om herhaling te voorkomen, wanneer aanleiding is om te veronderstellen dat de organisator opnieuw in overtreding zal gaan. Aanleiding voor deze veronderstelling kunnen uitlatingen van de organisator zijn, het eerder vertoonde naleefgedrag van de organisator, het bij herhaling overtreden van voorschriften en uitzonderlijke omstandigheden die het begaan van overtredingen waarschijnlijk maken.
(Gedeeltelijk) intrekken van de vergunning (art. 2.25 APV)
Bij het niet nakomen van de vergunningsvoorschriften waarbij er grote risico’s zijn voor de openbare orde en veiligheid, kan de burgemeester besluiten (een deel van) de vergunning al dan niet tijdelijk in te trekken en het evenement te beëindigen. Ook kunnen er aanvullende beperkende voorwaarden worden opgelegd (bv. verkleinen terrein, het maximum aantal bezoekers bijstellen). Ook kan de start van een evenement opgeschort worden of kan het schenken van alcohol (tijdelijk) worden stopgezet. Dit laatste is mogelijk op basis van artikel 21 van de Drank- en Horecawet die voorschrijft dat bij een vermoeden van verstoring van de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid de verstrekking van alcohol stopgezet kan worden.
Bijlage 1: Handhavingsarrangement Evenementen
De organisator is tijdens de opbouw, tijdens het evenement en tijdens de afbouw verantwoordelijk voor de naleving op de vergunningsvoorschriften. De organisator is verantwoordelijk voor een goed en veilig verloop van het evenement. Indien de organisator zijn verantwoordelijkheid niet neemt en de vergunningsvoorschriften overtreedt, neemt de
burgemeester maatregelen. Hieronder is uiteengezet bij welke overtreding welke maatregel de burgemeester neemt. Het uitgangspunt is dat wordt volstaan met een (bestuurlijke) waarschuwing, tenzij de aard en ernst van de overtreding zich daartegen verzetten.
De overtredingen zijn verdeeld in drie categorieën.
De benoemde overtredingen zijn niet limitatief. Er kan ook een maatregel volgen op een overtreding die niet benoemd is in het arrangement. De afzonderlijke bevoegdheden van de handhavende partijen blijven ook onverminderd van kracht.
Categorie I bevat de overtredingen die direct een grote invloed hebben op het ordentelijk verloop van het evenement.
Categorie II bevat de overtredingen die indirect een grote invloed hebben op het ordentelijk verloop van het evenement en voor overlast kunnen zorgen.
2e constatering (tijdens hetzelfde evenement): • indien mogelijk: aanpassen/vervallen geluidsvoorschriften die mogelijk tot een hogere geluidsproductie leiden. |
DCMR houdt toezicht op de geluidsvoorschriften door middel van geluidsmetingen. Indien de geluidsvoorschriften worden overtredingen kan een procesverbaal (op basis van APV 2:25) worden opgemaakt.
Toezicht en handhaving op het schenken van alcohol vindt plaats binnen regulier toezicht en handhaving van de Drank- en Horecawet. In het handhavingsarrangement van de Drank- en Horecawet staan maatregelen die gericht zijn op de verstrekker van alcohol (de ontheffinghouder). Toezicht en handhaving vanuit het evenementenvergunningenbeleid is gericht op de organisator van het evenement. De maatregelen bestaan naast elkaar, dus handhaving gericht op de verstrekker en op de organisator. Bij herhaaldelijke overtredingen op het gebied van alcoholverstrekking kan de burgemeester besluiten dat het vertrouwen in de organisator met betrekking tot drankverstrekking bij evenementen is geschaad en besluiten om voor een bepaalde periode voor zijn evenement(en) geen ontheffing artikel 35 Drank en Horecawet te verstrekken.
Bijlage 2: Basisvoorschriften van brandweer, politie en GHOR
Als losse bijlage zullen de basisvoorschriften van brandweer, politie en GHOR worden toegevoegd
Bijlage 3: Checklist Veiligheidsplan
Naam evenement : ………………………………………………………………………………………… Datum evenement : ………………………………………………………………………………………… |
1. Beschrijving van het Evenement
Algemene gegevens Evenement: Hierin geeft u een beschrijving van het evenement op basis van onderstaande informatie:
Maatregelen tijdens het evenement:
2. Geneeskundige maatregelen en Gezondheidskundige richtlijnen
Tijdens het evenement ligt de coördinatie over de EHBO bij één teamleider. De EHBO voorziening valt volledig onder de verantwoordelijkheid van de organisator. De complete EHBO organisatie wordt hieronder nader beschreven:
Toiletvoorzieningen: Geef hier aan de hoeveelheden en soort (mobiele units, plaskruizen, dixies)
Algemeen: De verplicht gestelde voorschriften op het gebied van brandveiligheid zijn in de evenementenvergunning opgenomen. De organisator is ervoor verantwoordelijk dat alle betrokkenen, inclusief de door hem ingehuurde personen/instanties, de in de vergunning gestelde voorwaarden te allen tijde in acht nemen. De volgende aandachtspunten dienen in het veiligheidsplan opgenomen te zijn.
Vuurwerk: indien vuurwerk tijdens het evenement wordt afgestoken dient de volgende informatie te worden aangegeven.
Voor het ontsteken van het vuurwerk tijdens het evenement dient een melding te zijn gedaan bij de Provincie en de DCMR.
4. Crisismanagment en organisatiestructuur tijdens het evenement en incident
Communicatieschema/Organogram:
Kruis aan welke documenten toegevoegd zijn onder vermelding van versiedatum of versienummer een geef aan of de documenten wel of niet definitief zijn.
0 Plattegronden Versienummer+datum/Definitief?
Plattegrond(en) evenemententerrein (Tekening bijsluiten verplicht)
Toelichting: De organisatie is primair verantwoordelijk voor een goede en ordelijke gang van zaken op het evenemententerrein en is verplicht om een nauwkeurig plattegrond te maken van het evenemententerrein. De plattegrond dient te zijn weergeven in een raster, zones of sectoren.
Het is hierbij minimaal van belang om aan te geven:
In Maassluis gelden ten aanzien van de multidisciplinaire schouw bij evenementen de volgende uitgangspunten:
(Gemeentelijke) diensten hebben de mogelijkheid om op een ander tijdstip dan de multidisciplinaire schouw een eigen aparte schouw te organiseren. De schouwmeester wordt op de hoogte gehouden van de tijden en de resultaten van deze aparte schouw. Deze diensten hebben eigen bevoegdheden om maatregelen te treffen en/of een herstelperiode in te stellen. Het gaat dan om schouwen die niet tijdens de multidisciplinaire schouw kunnen plaatsvinden, zoals de schouw van het evenemententerrein vóórdat er wordt opgebouwd en de schouw op de constructies
Tijdens de schouw wordt het schouwformulier gehanteerd als checklist. Vertegenwoordigers van de verschillende partners toetsen de vergunningsvoorschriften vanuit hun eigen discipline en rapporteren hierover de schouwmeester. Alle bevindingen worden op het schouwformulier vermeld. Na afloop van de schouw wordt het ingevulde formulier door de aanwezige partners en organisator ondertekend, en overhandigd aan de organisator en aan de schouwmeester.
De schouwmeester beoordeelt vervolgens de uitkomsten van de multidisciplinaire schouw in samenhang met de definitieve plannen die als voorschrift bij de vergunning horen en stelt uiteindelijk een schouwrapport op. Het schouwrapport bevat de tekortkomingen zoals die door de aanwezige partners zijn gemeld en daarnaast de bevindingen en algemene indruk van de schouwmeester.
Gebreken die tijdens de schouw naar voren komen dienen voor aanvang van het evenement te worden hersteld. Afhankelijk van de aard van deze gebreken kan het noodzakelijk zijn om door middel van een volgende schouw voor aanvang van het evenement te controleren of deze gebreken ook op de juiste wijze zijn verholpen. Indien een volgende schouw noodzakelijk wordt geacht, wordt het tijdstip hiervan en welke diensten er bij aanwezig moeten zijn, tijdens de eerste schouw vastgesteld.
Bijlage 6: Betrokken diensten bij een evenement
Eindverantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid in Maassluis. Hij verleent op grond van de APV vergunningen aan de aanvrager van het evenement en bepaalt dus feitelijk of een evenement mag worden georganiseerd en onder welke voorwaarden.
Bestaat uit de burgemeester, de hoofdofficier van justitie en de korpschef van de politie. B- en C-evenementen komen standaard aan de orde in de driehoek. De driehoek spreekt over de voorbereiding van de verschillende evenementen.
College van Burgemeester en Wethouders
Het College is verantwoordelijk voor het evenementenbeleid en voor de vaststelling van de
Adviseert soms over en houdt toezicht op onderdelen van evenementen, zoals over het geluidsniveau dat in de vergunningaanvraag wordt genoemd, of over vuurwerk.
Gemeente - Bouw- en Woningtoezicht
Onderdeel van de gemeente Maassluis dat adviseert over en toezicht houdt op het plaatsen van tijdelijke bouwwerken zoals podia, tenten, kramen etc.
Gemeente – team Handhaving en Toezicht
kan gevraagd worden te adviseren over evenementen of onderdelen ervan. Is verantwoordelijk voor parkeerhandhaving rond evenementen.
Onderdeel van de gemeente Maassluis dat adviseert over en toezicht houdt op het gebruik van de haven.
Gemeente – Veiligheid, Vergunningen en Handhaving (VVH)
Onderdeel van de gemeente Maassluis dat de regie voert over het evenementenvergunningenbeleid en verantwoordelijk is voor de coördinatie van de vergunningverlening. Bereidt de vergunningverlening door de burgemeester voor van A-evenementen B- en C-evenementen. Voert tevens bestuurlijke handhavingsmaatregelen uit.
Stadsbeheer adviseert over de buitenruimtewaar het evenement plaatsvindt, de afvalverzameling en het schoon opleveren van evenemententerreinen.
De afdeling Verkeer van de gemeente Maassluis is verantwoordelijk voor de doorstroming in en bereikbaarheid van Maassluis. Zij adviseert over en houdt toezicht op verkeersregulering rond evenementen en is ook verantwoordelijk voor de aanstelling van verkeersregelaars.
Adviseert over gezondheidszorg- en hygiëneaspecten van evenementen, in samenspraak met de GHOR.
Havenbedrijf Rotterdam N.V. / Divisie Havenmeester Rotterdam
Adviseert over adviesaanvragen die direct verband houden met watergebonden evenementen. Het gaat dan om het scheepvaartverkeer, gebruik van de vaarwegen en /of sluizen, kades en ligplaatsen die door het evenement beïnvloed zouden kunnen worden.
Degene voor wiens rekening en risico een evenement plaatsvindt. Deze persoon is primair verantwoordelijk voor een beheersbaar, ordelijk en veilig verloop van een evenement.
Eindverantwoordelijk voor de handhaving van het strafrecht.
Is vanuit wettelijke taakstelling verantwoordelijk voor ordehandhaving in het publieke domein en strafrechtelijke handhaving. De politiedistricten adviseren en houden toezicht namens de politiechef over openbare orde en veiligheidsaspecten van evenementen. Het Team Conflict Beheersing (TCB) wordt bij B- en C-evenementen betrokken vanwege hun specifieke expertise. Politie is ook verantwoordelijk voor de handhaving van de verkeersregels bij evenementen.
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR)
Onder de VRR vallen brandweer en GHOR (geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio). Adviseert over en houdt toezicht op brandveiligheid, technische en geneeskundige aspecten van evenementen, bereikbaarheid en veiligheid op en rond het evenemententerrein. Verleent ook gebruiksvergunningen in het kader van de BBV en handelen gebruiksmelding voor inpandige feesten af.
APV Algemene Plaatselijke Verordening
Awb Algemene wet bestuursrecht
bCCB bureau Conflict- en CrisisBeheersing, onderdeel van politie
DCMR Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond
GBO Grootschalig Bijzonder Optreden
GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst
GHOR Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio
GRIP Gecoördineerde Regionale IncidentbestrijdingsProcedure
sGBO staf Grootschalig Bijzonder Optreden
TCB Team Conflict Beheersing, onderdeel van politie
VVH Afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving
VRR Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (waarin brandweer en GHOR)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-134395.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.