Gemeenteblad van Maassluis
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maassluis | Gemeenteblad 2022, 122879 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maassluis | Gemeenteblad 2022, 122879 | beleidsregel |
Dit beleidsstuk Vergunningen, toezicht en handhaving (hierna VTH-beleid) betreffen de activiteiten binnen de Wabo en de (toekomstige) Omgevingswet.
Het Interbestuurlijk Toezicht (IBT) van de provincie Zuid-Holland verzoekt ons om periodiek te komen tot geactualiseerd VTH-beleid. Het in 2011 vastgestelde VTH-beleid behoeft een aanscherping en een update. Met dit VTH-beleid zorgen we dat we voldoen aan dit gestelde.
In de nabije toekomst zullen de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking gaan treden. Beide zullen de nodige veranderingen teweeg gaan brengen in onze werkwijze en mogelijk ook in onze prioritering. Alleen al de komst van de Omgevingswet vraagt om een forse bundeling van alle wet- en regelgeving op het gebied van de fysieke leefomgeving.
Daarnaast richten wij ons op basis van een ‘Plan van aanpak Omgevingswet’ met name op het ‘Omgevingswetproof’ worden van onze organisatie. Dit betekent voor Maassluis dat we in 2021 en 2022 (beleids)keuzes aan het voorbereiden zijn hoe we in Maassluis de Omgevingswet gaan invoeren.
Gemeenten zijn verplicht om beleid te hebben ten aanzien van de uitvoering van haar VTH-taken. In dit beleid wordt ingegaan op alle VTH-taken die vallen onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
De overheid kan niet alles toetsen en controleren. Daarom is het noodzakelijk om keuzes te maken op het gebied van Wabo. Dit betekent prioriteren. Daarbij wegen we de volgende drie aspecten:
Prioriteren op basis van risico’s die gepaard gaan met Wabo-activiteiten
Waar moeten de prioriteiten liggen? Hoe strikt worden zaken geregeld en gecontroleerd? En welke inspanning wordt daarvoor geleverd? Om die vragen te kunnen beantwoorden is het belangrijk om inzicht te hebben in de omvang van de risico’s. Enkele voorbeelden van Wabo-activiteiten zijn:
Zorgen voor balans tussen overheidsinzet en eigen verantwoordelijkheid
Dit is een meer principiële afweging: waar ligt de grens tussen de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven en die van de gemeentelijke overheid? We vinden het belangrijk om de verantwoordelijkheid daar neer te leggen waar deze hoort.
Tussen de bovengenoemde drie aspecten moet voldoende balans zijn. In dit VTH-beleid wordt beschreven hoe de gemeente Maassluis hiermee omgaat. De prioriteiten en doelen worden aangegeven. Ook wordt benoemd welke (handhavings)instrumenten op welk moment worden ingezet.
In dit VTH-beleid wordt er ingegaan op relevante ontwikkelingen binnen het VTH- vakgebied, wordt er met een ‘Omgevingswet-oog’ vooruitgekeken en worden er waar nodig prioriteiten benoemd.
Dit beleid vormt, tot aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, de basis voor het jaarlijks op te stellen VTH-uitvoeringsprogramma. Daarin wordt vastgelegd welke activiteiten in het komende jaar worden uitgevoerd en met welke middelen. Ook stellen we jaarlijks een verslag op waarin we terugblikken.
Zoals gezegd spitst dit VTH-beleid zich toe op Wabo. De milieutaken die ook onder Wabo vallen zijn echter niet meegenomen omdat deze taak door de gemeente is uitbesteed aan de DCMR.
Interbestuurlijk toezicht (IBT)
Jaarlijks wordt het VTH-vakgebied op onderdelen getoetst door de provincie.
1.1 Actuele trends en ontwikkelingen
De volgende actuele trends en ontwikkelingen hebben invloed bij het opstellen van dit VTH-beleid.
Naar verwachting treedt de Omgevingswet juli 2022 in werking. Met de Omgevingswet gaan overheden zich meer richten op dienstverlening richting burgers en ondernemers. Enerzijds betekent dit dat de gemeente steeds meer zoekt naar mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden. Zo zal via de Omgevingswet het bestemmingsplan vervangen worden door een Omgevingsplan. Hierin komen alle fysieke regels met betrekking tot een bepaalde locatie samen, waarbij de insteek ‘Ja, mits’ is in plaats van ‘Nee, tenzij’. Anderzijds worden lokale overheden steeds scherper in het onderscheid tussen hun verschillende rollen.
De Omgevingswet integreert 26 wetten op het gebied van de fysieke omgeving in één wet. De Wet heeft betrekking op de gehele fysieke omgeving en vormt het nieuwe wettelijk kader voor onderwerpen als bodem, geluid, lucht, milieu, waterbeheer, ruimtelijke ordening, monumentenzorg en natuur.
Voor deze transitie is in Maassluis een projectgroep opgericht waarin onder andere de medewerkers van vergunningverlening, toezicht en handhaving vertegenwoordigd zijn.
De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen
Bouwen wordt vanaf 2022 ‘anders’. Gelijktijdig met de Omgevingswet treedt de nieuwe Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) in werking. De Wkb heeft als doel de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht te verbeteren door inschakeling van private kwaliteitsborgers. Vanaf dat moment krijgen marktpartijen steeds meer verantwoordelijkheid voor het leveren van goede kwaliteit in de bouw.
Vergunningaanvragers worden vanaf dan primair verantwoordelijk om aan te tonen dat het bouwwerk voldoet aan de regels. Dit zal ook de rol van de gemeente veranderen. Zaken zoals bijvoorbeeld de energietoets en het nemen van duurzaamheidsmaatregelen, worden dan door de markt zelf opgepakt en niet door de gemeente. De markt is daarmee zelf verantwoordelijk voor het zorgdragen voor duurzame oplossingen.
De gemeente blijft verantwoordelijk voor het toezicht op de bestaande bouw en omgevingsveiligheid en blijft het bevoegd gezag. De vergunninghouder legt inhoudelijk verantwoording af aan het bevoegd gezag. Dit doet hij door onder andere door het opstellen van een risicobeoordeling voor de aanvang van de bouw. De risicobeoordeling kan door het bevoegd gezag worden gebruikt om zijn handhavende taak van waarnemen, beoordelen en interveniëren vooraf inhoud en richting te geven. Voor zijn handhavende taak kan het bevoegd gezag, als hij daarvoor in specifieke gevallen aanleiding ziet op basis van deze risicoanalyse en het bijbehorende borgingsplan, tijdens de bouw informatiemomenten en stopmomenten aan de vergunninghouder opleggen.
Huisvesting van arbeidsmigranten
De veilige tijdelijke huisvesting van arbeidsmigranten is een actueel thema in de gemeente Maassluis. Op zeer regelmatige basis worden controles uitgevoerd bij grote en kleine huisvestingslocaties. Het doel daarvan is het opheffen van onveilige woonsituaties, verbeteren van de veiligheid en gezondheid voor bewoners en de directe omgeving. Tijdens deze controles wordt met externe partners integraal gecontroleerd op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de (brand)veiligheidsvoorschriften uit het Bouwbesluit 2012.
De gemeente wil de primaire verantwoordelijkheid voor het handelen en het naleven van de regels leggen waar die hoort, namelijk bij burgers en bedrijven die iets willen. De gemeente heeft een afgeleide verantwoordelijkheid die erop neerkomt dat het voor de burger en ondernemer duidelijk moet zijn welke regels er gelden, waarom die regels gelden en hoe de gemeente optreedt als de regels niet worden nageleefd.
Het risico bestaat dat de geboden vrijheid en verantwoordelijkheid tot ongewenste situaties leidt. De gemeente accepteert geen onaanvaardbare situaties. Veiligheid, leefbaarheid en gezondheid van de burgers en hun samenleving worden zo goed als mogelijk gewaarborgd. Als de gegeven verantwoordelijkheid wordt geschaad, dan neemt de gemeente Maassluis haar verantwoordelijkheid voor toezicht en handhaving.
De uitvoering van de VTH-taken beschikt daartoe over een mix van preventieve en repressieve instrumenten:
Naleving van de regels wordt in eerste aanleg verwezenlijkt door toepassing van preventieve instrumenten zoals voorlichting en overleg. Toepassing van repressieve instrumenten (bestuurs- of strafrechtelijk straffen) vindt plaats in situaties waarbij sprake is van een onaanvaardbare inbreuk op het algemeen belang.
Gekozen wordt voor een pragmatische benadering. De keuze voor de inzet op het gebied van VTH is gebaseerd op de beschikbare middelen afgezet tegen de activiteiten die de grootste
risico’s in Maassluis opleveren. We richten ons minder op details en zetten vooral in op zaken die ertoe doen. Het rendement van de ingezette middelen is dan ook het hoogst.
We zetten ons in als ondersteuner en begeleider van burgers en bedrijven bij het ontwikkelen en uitoefenen van activiteiten, zonder hierbij de rol van onbetaalde adviseur in te nemen. Het is namelijk van belang dat activiteiten zo goed mogelijk ontplooid kunnen worden. In die gevallen waarin het algemeen belang onaanvaardbaar wordt geschonden zal de gemeente echter zijn wettelijk gegeven machtsmiddelen toepassen.
2.2 Instrumenten en uitgangspunten
De taakvelden vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn nauw verbonden en beïnvloeden elkaar om doelen te halen en effecten te realiseren. Bij het goed uitvoeren van onze VTH-taken vinden wij de volgende zaken belangrijk:
Slagvaardig vergunnen, toezicht houden en handhaven: straffen en belonen
De kern van slagvaardig toezicht houden en handhavend optreden is het kiezen van het meest effectieve handhavingsinstrument. Onze inzet van handhavingsinstrumenten is afhankelijk van de aard en de ernst van de overtreding én van het naleefgedrag van de overtreder. Goed naleefgedrag wordt gestimuleerd en beloond. Vergunninghouders die tijdens controles laten zien dat ze de regels goed naleven, zullen bijvoorbeeld minder of minder intensief worden gecontroleerd.
Communicatie vergroot het acceptatievermogen en het naleefgedrag. Duidelijkheid betekent ook heldere regels en zo mogelijk minder regels. Goede voorlichting aan inwoners en bedrijven zit tot slot ook in het gedrag, de kwaliteit en standvastigheid van uitvoerende medewerkers en bestuurders van de gemeenten: afspraak is afspraak.
Ook bestaat er intensief contact met bijvoorbeeld de DCMR en de politie.
Project Omgevingswetproof 2021:
In pilots oefenen met onderdelen van de Omgevingswet, bijvoorbeeld door ervaring op te doen met meer vergunningsvrije bouwmogelijkheden.
Het optimaliseren van de samenwerking tussen vergunningverleners. toezichthouders en handhavers
Afstemmen van aanpak op actuele thema’s zoals veiligheid en huisvesting. Trends en ontwikkelingen die op deze thema’s door handhaving gesignaleerd worden omzetten naar concrete actie voor vergunningverlening en andersom.
Verder uitbouwen van de samenwerking met externe partners
Intensiveren van de samenwerking met externe overheidspartners zoals politie, woningbouwvereniging en belastingdienst voor een veilig Maassluis. Samen de mogelijkheden verkennen om binnen de regelgeving actuele ontwikkelingen aan te pakken.
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de prioriteiten. Er wordt beschreven hoe onze prioritering is opgesteld aan de hand van risicoanalyses.
3.1 Noodzaak en wens tot prioriteren
Ook ambities kennen hun grenzen. Omdat er een grens zit aan onze beschikbare middelen dienen prioriteiten te worden gesteld bij de VTH-taken. Dit betekent concreet dat niet alles even intensief wordt getoetst en gehandhaafd. Om te bepalen waar de beschikbare middelen moeten worden ingezet worden risicoanalyses uitgevoerd. Hierin worden de voor Maassluis belangrijkste risico’s geïnventariseerd en op basis hiervan worden de prioriteiten in de uitvoering bepaald.
3.2 Prioriteiten: risicoanalyses en toetsings- en toezichtsprotocol
Maassluis richt haar inspanningen op die activiteiten waarbij de risico’s het grootst zijn. Om deze risico’s in beeld te brengen zijn risicoanalyses opgesteld. Deze zijn terug te vinden in bijlage II van dit beleid. De risicoanalyses geven inzicht in de gevolgen van overtredingen en de kans dat deze overtredingen zich voordoen.
Bij het in kaart brengen van de risico’s is onderscheid gemaakt tussen drie domeinen:
Per domein is gekeken wat we belangrijk vinden. Bij het domein ‘wonen’ zijn de thema’s brandveiligheid en constructieve veiligheid bijvoorbeeld erg belangrijk. Dat geldt ook voor het publieke domein. Bij het domein ‘openbaar gebied’ zijn thema’s zoals verkeer, afval en sociale veiligheid van groot belang.
Onze uiteindelijke prioritering is terug te vinden in bijlage I van dit VTH-beleid. Daar is per thema uitgewerkt wat risico’s zijn en hoe deze geprioriteerd zijn. De uitwerking van de risico’s en de prioritering is samen met andere toezichthoudende instanties en de provincie opgesteld. Er is onderscheid gemaakt tussen de prioritering ‘hoog’, ‘gemiddeld’ en ‘laag’.
Nadat de prioriteiten zijn bepaald, wordt in dit hoofdstuk vastgesteld hoe we hierop handhaven. Dit wordt in grote lijnen uiteengezet. De details (wat wordt er precies gecontroleerd en met welke medewerkers?) worden namelijk in jaarlijkse uitvoeringsplannen beschreven.
4.1 Belang van toezicht en handhaving
In de uitvoering van de VTH-taken was tot nu toe de aandacht vooral gefocust op de aspecten vergunningen toezicht en handhaving. De aandacht voor toezicht en handhaving loopt hierbij achter. Toezicht en handhaving vloeien voort uit landelijke wet- en regelgeving. Toch heeft de gemeente ook op het gebied van toezicht en handhaving enige beleidsvrijheid.
De gemeente Maassluis streeft naar maximale beïnvloeding van het naleefgedrag door in de diverse fasen het meest geëigende instrument in te zetten. Een goede naleving begint in de vergunningsfase met een heldere en eenduidige vergunning en goed te begrijpen voorschriften. Ten aanzien van het naleefgedrag baseren we ons op de Landelijke Handhavingsstrategie (LHS).
Uitgangspunt van de LHS is het centraal stellen van sterke, slagkrachtige en onafhankelijke handhavingsinstanties die passend interveniëren bij iedere bevinding. En die in vergelijkbare situaties vergelijkbare keuzes maken.
De LHS is ontwikkeld vanuit de wens om te komen tot een verbeterde organisatie en uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving bij gemeenten, provincies, waterschappen en omgevingsdiensten.
Alle handhavende instanties hebben zich uitgesproken voor implementatie van de LHS. Ook de gemeente Maassluis conformeert zich in haar werkwijze aan de LHS. Dit omwille van een ‘gelijk speelveld' voor personen voor wie een norm of voorschrift geldt. En ook omwille van een maatschappij die ervan uitgaat dat handhavers zodanig optreden dat haar rechtsgevoel wordt gerespecteerd en de leefomgeving veilig, schoon en gezond blijft.
4.4 Klachten en verzoeken om handhaving
Bij de afhandeling van zowel verzoeken om handhaving als bij klachten is de gekozen prioritering leidend. Ook ‘de verantwoordelijkheid meer bij burgers en bedrijven’, zal bij de afweging van de beslissing op de klacht of het verzoek een belangrijke rol spelen. Dit kan betekenen dat de gemeente niet bij elke klacht of verzoek direct handelend op zal treden, maar in voorkomende gevallen de verantwoordelijkheid voor het oplossen bij de burger en het bedrijf zal leggen.
Ondanks preventieve inzet zullen er burgers en bedrijven zijn die zich niet houden aan gestelde regels. Er wordt dan repressief opgesteld door middel van een interventie.
Een passende interventie wil zeggen dat de interventie, gegeven de verzamelde feiten en de beoordeling van de aard en/of omstandigheden van de bevinding en de overtreder, zo effectief en efficiënt mogelijk leidt tot spoedig herstel van de wenselijke situatie. Verder zal deze ook de naleving waarborgen, herhaling voorkomen en/of straft daar waar dit noodzakelijk is om de overtreder tot naleven te bewegen. Bij een interventie worden de volgende keuzes gemaakt:
Bestuursrechtelijk is er een aantal repressieve interventiemogelijkheden, namelijk:
De strafrechtelijke instrumenten worden vooral gehanteerd door het Openbaar Ministerie, de politie en de buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s). Deze zijn gericht op het straffen van de overtreder en het wegnemen van het genoten voordeel. De belangrijkste strafrechtelijke instrumenten zijn:
4.8 Handhaving eigen bedrijfsvoering en die van andere overheden
De gemeente voert ook bedrijfsmatige activiteiten uit waarvoor zij formeel tevens de handhavende organisatie is. Het gaat hier om de opslag van afvalstoffen, het aanleggen van infrastructurele werken, het (laten) uitvoeren van bodemsaneringen of het oprichten van bouwwerken. Omdat hier ‘de slager zijn eigen vlees keurt’ is het nodig het toezicht en de handhaving hiervan zichtbaar en transparant te maken. Dit doen wij door de bevindingen van het toezicht altijd schriftelijk ter kennis te stellen van degene die het beheer of de directie voert over de gecontroleerde activiteit. Bij overtreding wordt dezelfde sanctiestrategie gehanteerd als bij overtredingen van anderen. Tegen een overtreding door andere overheden wordt eveneens opgetreden als tegen ieder ander.
Bijlage I Toetsings- en toezichtsprotocol
In dit domein richt de aandacht zich op bouwwerken met een woonfunctie zoals woningen, huisvestingslocaties arbeidsmigranten, monumenten, bij- of aanbouwen en woonwagens. Wat zijn de risico’s als in de bouw- of beheerfase voorschriften niet worden nageleefd en de gemeente het toezicht erop nalaat of op een laag pitje zet. Uit de risicoanalyse blijkt dat er een hoog risico op gevaarlijke of ongewenste situaties bij woongebouwen ontstaat ten aanzien van de volgende thema’s:
Het gaat in dit domein om bouwwerken met een publieke functie zoals logiesverblijven, zieken- en verzorgingshuizen, winkelcentra en kinderdagverblijven. Wat zijn voor dit type gebouwen de grootste risico’s als de regels worden verwaarloosd en de gemeente hier niet op toeziet. Uit de risicoanalyse blijkt dat er een hoog risico op gevaarlijke of ongewenste situaties bij bouwwerken met een publieke functie ontstaat ten aanzien van de volgende thema’s:
Taken en prioriteiten openbaar gebied
Dit domein richt zich op activiteiten die in het openbaar gebied plaatsvinden zoals evenementen, kappen van bomen, venten en collecteren en parkeren. Welke risico’s kunnen zich vooral voordoen als hierin onvoldoende regulerend wordt opgetreden en de gemeenten faalt in het toezicht. Uit de risicoanalyse blijkt dat er een hoog risico op gevaarlijke of ongewenste situaties bij activiteiten in het openbaar gebied ontstaan ten aanzien van de volgende thema’s:
Evenement midden en groot, parkeren, dieren en hinderlijk gedrag |
||
Evenement midden, dumpen afval, opslaan roerende zaken, hinderlijk gedrag |
||
De indeling in thema’s laat onvoldoende ruimte om aan te geven hoe om te gaan met bepaalde illegale activiteiten. Voor deze hieronder te benoemen activiteiten is geen risicoanalyse uitgevoerd maar is op basis van de opinie van deskundige medewerkers van de afdeling Vergunningen een risico-inschatting gemaakt. Op basis van deze opinie alsmede op basis van de Landelijke Handhavingsstrategie wordt een hoge prioriteit gegeven aan het houden van toezicht op:
Prioritering vergunningverlening
De voorschriften in de vergunningen richten zich vooral op die aspecten van de uit te voeren activiteiten die het meeste risico kunnen veroorzaken. In het toetsingsprotocol voor bouwen en bijzondere wetten is dit uitgewerkt.
Discussie obver het feit of de gemeente financieel verantwoordelijk is voor de schade |
||||||||||
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-122879.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.