Uitvoeringsvoorschriften met betrekking tot naamgeving 2022

 

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

 

Gelet op:

 

  • -

    artikel 8 van de Verordening naamgeving en nummering (adressen) 2009;

 

besluit:

  • I.

    in te trekken de Uitvoeringsvoorschriften met betrekking tot naamgeving (RIS170472, DSO/2009.2530);

 

  • II.

    vast te stellen de:

 

Uitvoeringsvoorschriften met betrekking tot naamgeving 2022

 

Artikel 1 Bestuurlijke, taalkundige en inhoudelijke uitgangspunten bij het benoemen van woonplaatsen en van de openbare ruimte

 

  • 1.

    Het verdient de voorkeur om historische personen te benoemen in plaats van historische zaken.

  • 2.

    Een te vernoemen persoon moet minimaal 10 jaar geleden zijn overleden; dit geldt niet voor leden van het Koninklijk Huis.

  • 3.

    Indien mogelijk dient de instemming te worden gevraagd van de naaste familie van de te vernoemen persoon.

  • 4.

    De levensloop van een te vernoemen persoon dient zorgvuldig te worden nagegaan. Het moet zeker zijn dat hij/zij geen ongunstig (oorlogs)verleden heeft.

  • 5.

    Een naam mag geen verwarring wekken met een al bestaande naam (binnen of direct grenzend aan de gemeente Den Haag).

  • 6.

    Een naam mag niet te lang zijn.

  • 7.

    Met een naam kan de geschiedenis levend worden gehouden; dit is echter geen doel op zich.

  • 8.

    Indien een nieuwe wijk wordt gerealiseerd, dan wel de plattegrond in een bestaande wijk wijzigt, wordt bij het geven van nieuwe namen (een nieuwe naam) aangesloten bij het thema c.q. namen- systeem van de wijk.

  • 9.

    Een naam moet zoveel mogelijk bijdragen aan het bindingsgevoel van burgers met de stad.

  • 10.

    Een naam met een mooie klank verdient de voorkeur boven een naam met dezelfde betekenis, maar met een minder mooie klank.

  • 11.

    De uitstraling van hetgeen wordt vernoemd moet zoveel mogelijk passen bij de “allure” van de te vernoemen persoon.

  • 12.

    De naam van hetgeen wordt vernoemd moet passen bij het karakter van hetgeen moet worden vernoemd. Als voorbeeld kan het volgende dienen. Het achtervoegsel “laan” kan alleen achter een straatnaam worden gevoegd indien daadwerkelijk sprake is van een lange brede weg die voorzien is van groenvoorziening.

  • 13.

    Een bestaande straatnaam wordt alleen in uiterste noodzaak veranderd.

  • 14.

    Bij gelijke geschiktheid gaat vernoeming van een vrouw boven die van een man.

  • 15.

    Bestaande bedrijven c.q. instellingen worden niet vernoemd.

  • 16.

    Een naam dient goed uit te spreken te zijn.

  • 17.

    Een naam moet niet te moeilijk zijn in de spelling.

  • 18.

    Een naam mag niet eenvoudig zijn te verbasteren en mag niet dubbelzinnig zijn.

 

Artikel 2 Indienen verzoek te naamgeving

 

Een verzoek tot naamgeving dient schriftelijk en gemotiveerd bij het college te worden ingediend; desgewenst kan worden verlangd dat een plattegrond/situatieschets wordt bijgevoegd.

 

Artikel 3 Lijst van personen die voor vernoeming zijn voorgedragen

 

Wanneer een persoon voor vernoeming wordt voorgedragen, wordt onderzoek ingesteld naar de levenswandel van deze persoon. Naar aanleiding van dit onderzoek wordt bepaald of de voorgedragen persoon op de Lijst te vernoemen personen wordt geplaatst. Voor nog niet overleden personen geldt dat zij niet op de lijst geplaatst kunnen worden. Deze lijst is opgebouwd uit thema’s. Verzoeken tot naamgeving worden bij het passende thema op deze lijst geplaatst. Bij een verzoek tot naamgeving wordt eerst deze lijst geraadpleegd en nagegaan of, met in achtneming van het bepaalde in artikel 1 van de onderhavige uitvoeringsvoorschriften, vernoeming mogelijk is. Biedt deze lijst geen passende, thema gerelateerde, naam dan wel onvoldoende passende namen om tot noodzakelijke naamgeving te komen, dan kan het college zelf namen vaststellen.

 

Den Haag, 15 maart 2022

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris,

Ilma Merx

 

de burgemeester,

Jan van Zanen

 

 

Naar boven