Gemeenteblad van Almere
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Almere | Gemeenteblad 2022, 119870 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Almere | Gemeenteblad 2022, 119870 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Huisvestingsverordening Almere 2019 (tweede wijziging)
vast te stellen de volgende wijziging van de Huisvestingsverordening Almere 2019 (tweede wijziging):
Artikel 11, tweede lid onder d, komt als volgt te luiden:
“de woningzoekende moet omzien naar woonruimte na een verblijf in een instelling voor opvang als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, een psychiatrische instelling, een erkende hulp- of dienstverleningsinstelling of een toegelaten instelling als bedoeld in de Wet toelating zorginstellingen; of”
Van artikel 11, vierde lid onder a, komt de derde alinea als volgt te luiden:
“De woningzoekende als bedoeld in het tweede lid onder d van dit artikel 11 moet direct voorafgaande aan het verblijf in een instelling in totaal minimaal twee uit drie jaar ingezetene van Almere zijn geweest. Burgemeester en wethouders kunnen van deze eis afwijken voor woningzoekenden die in een instelling verblijven waarmee burgemeester en wethouders afspraken hebben gemaakt over uitstroom, indien de woningzoekende aantoonbaar:
Onder gemeente van herkomst wordt verstaan: de gemeente waar de woningzoekende direct voorafgaand aan verblijf in de instelling zelfstandig of inwonend bij ouders of voogd permanent woonde.”
Aan artikel 11, vierde lid onder f, wordt een zin toegevoegd, luidende:
“Deze voorwaarde is niet van toepassing op woningzoekenden als bedoeld in dit artikel 11, tweede lid onder d.”
Van artikel 13, eerste lid, komt de tweede volzin als volgt te luiden:
“Het voorgaande is niet van toepassing indien de woningzoekende vergunninghouder is als bedoeld in artikel 28 van de Wet, dan wel indien de urgentie wordt aangevraagd op grond van artikel 11, tweede lid onder d, f of g.”
Bijlage II paragraaf I onder 4 komt als volgt te luiden:
"4. Woonruimte nodig na verblijf in een instelling voor opvang als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, een psychiatrische instelling, een erkende hulp- of dienstverleningsinstelling of een toegelaten instelling als bedoeld in de Wet toelating zorginstellingen
Aan het criterium genoemd in artikel 11 tweede lid onder d wordt voldaan indien de woningzoekende verblijft in een van de in die bepaling genoemde instellingen, toe is aan zelfstandig wonen, al dan niet met begeleiding, en voldoet aan de in artikel 11, vierde lid, en onderstaand genoemde voorwaarden.
Instellingen waarvan cliënten in aanmerking kunnen komen voor een urgentieverklaring, moeten naast het bepaalde in artikel 11, vierde lid onder a aan alle volgende voorwaarden voldoen:
Voor het aanvragen van urgentie op grond van artikel 11 tweede lid sub d gelden naast het bepaalde in artikel 11, vierde lid, de volgende eisen:
Het maximum aantal op grond van artikel 11, tweede lid onder d, te verlenen urgentieverklaringen bedraagt 250 per kalenderjaar.
De te verlenen urgentieverklaring dan wel de weigering daarvan wordt op naam gesteld van en toegezonden aan de woningzoekende, met afschrift aan de instelling.
Voor de woningzoekende die een urgentieverklaring heeft gekregen, zijn drie soorten huurcontracten mogelijk: op naam van de cliënt, op naam van de instelling met de mogelijkheid het contract na één jaar op naam van de cliënt te zetten of structureel op naam van de instelling.”
In Bijlage II paragraaf II komt de tekst met het kopje “Geen tussenkomst urgentiecommissie” te vervallen.
Deze wijzigingsverordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.
Almere, 27 januari 2022
De raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
G.J. Broer A.T.B. Bijleveld-Schouten
Toelichting op de tweede wijziging van de Huisvestingsverordening Almere 2019
Deze tweede wijziging van de Huisvestingsverordening voorziet erin om voor mensen die wonen in een 24-uurs zorginstelling en klaar zijn om weer zelfstandig te gaan wonen, de uitstroom te versnellen en te verbeteren. Het gaat om mensen in de maatschappelijke opvang, beschermd wonen en (verlengde) jeugdzorg met verblijf. Met de wijziging vragen uitstromers uit een 24-uurs zorginstelling niet zelf meer urgentie aan die onafhankelijk wordt getoetst door de urgentiecommissie, maar krijgen zij urgentie op voordracht van de zorginstelling. Het aantal kandidaten dat met voorrang voor een woning in aanmerking komt, wordt begrensd door een quotum vast te stellen. Dat is een bepaalde hoeveelheid woningen die voor deze doelgroep beschikbaar wordt gesteld.
In dit artikel wordt de huidige tekst van artikel 11, tweede lid onder d, aangevuld met ‘of een toegelaten instelling als bedoeld in de Wet toelating zorginstellingen’. Ook vanuit instellingen op basis van de Wet langdurige zorg komt het voor dat mensen toe zijn aan zelfstandig wonen. Dit betreft een verduidelijking ten opzichte van de huidige tekst.
In het nieuwe artikel 11, vierde lid onder a, wordt geregeld wanneer iemand die in een 24-uurs zorginstelling woont in aanmerking kan komen voor urgentie in Almere. Daarbij geldt dat:
Aan artikel 11, vierde lid onder f, wordt een zin toegevoegd, luidende:
“Deze voorwaarde is niet van toepassing op woningzoekenden als bedoeld in dit artikel 11, tweede lid onder d.” Hiermee wordt geregeld dat de eis eerst zelf naar alternatieve woonruimte te moeten zoeken, waaronder de mogelijkheid een onzelfstandige woning of kamer te bewonen, losgelaten. Dit belemmert voor veel mensen het herstel. De afweging of iemand via een urgentie in aanmerking moet komen voor een woning of niet, omdat er een alternatief is, wordt door de zorginstelling gedaan.
Dit artikel wijzigt artikel 13, zodat dat de woningzoekende die moet omzien naar woonruimte na een verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 11, tweede lid onder d, bij de beoordeling van het verzoek om een urgentieverklaring niet voor advies langs de urgentiecommissie hoeft.
In Bijlage II, paragraaf 4, bij de Verordening is een verduidelijking aangebracht. Dit betreft een verduidelijking onder welke voorwaarden iemand die moet omzien naar een woning na verblijf in een instelling hiervoor in aanmerking kan komen. Daarnaast wordt met dit artikel gewijzigd dat de zorginstelling met schriftelijke instemming van de woningzoekende de urgentieaanvraag indient. Voorheen was dit de woningzoekende zelf. Ook wordt in dit artikel geregeld dat het maximum aantal te verlenen urgentieverklaringen op grond van artikel 11, tweede lid onder d, jaarlijks 250 bedraagt.
In Bijlage II paragraaf II komt de tekst met het kopje “Geen tussenkomst urgentiecommissie” te vervallen. Deze tekst kan komen te vervallen omdat dit anders dubbel in de verordening staat.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-119870.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.