Verordening tot de 2e wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2022

De raad van de gemeente Alblasserdam;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

vast te stellen de volgende: Verordening tot de 2e wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2022.

 

 

 

Artikel 1 Wijzigingen

In titel 2 van de tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van leges 2022 wordt hoofdstuk 2 vervangen door:

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

 

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is:

 

2.2.1

indien de projectkosten minder dan € 10.000 bedragen:

€103,38

2.2.2

indien de projectkosten € 10.000 tot € 50.000 bedragen:

€206,77

2.2.3

indien de projectkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen:

€310,15

2.2.4

indien de projectkosten € 100.000 tot € 500.000 bedragen:

€413,53

2.2.5

Indien een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor hetzelfde project als waarvoor een vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag is ingediend, in behandeling wordt genomen, worden de daarvoor te heffen leges met deze leges verrekend, op de € 100 na. Indien binnen 26 weken na de beoordeling van de conceptaanvraag geen aanvraag wordt ingediend voor dit project, wordt geen teruggaaf van de geheven leges verleend.

 

 

In titel 2 van de tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van leges 2022 wordt hoofdstuk 3 vervangen door:

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. Aan de bouwkosten wordt een maximum verbonden van € 25.000.000,00.

 

 

 

 

2.3.1

Bouwactiviteiten

 

2.3.1.1

indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

3,551 %

 

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 72,42

 

 

 

 

Advies Commissie Omgevingskwaliteit

 

2.3.1.2

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien daarvoor een advies van de commissie omgevingskwaliteit noodzakelijk is: waarbij leges op €5,00 naar boven worden afgerond

 

2.3.1.2.1

- indien de bouwkosten minder dan € 25.000,- bedragen

€ 50,00

2.3.1.2.2

- indien de bouwkosten € 25.000,- tot en met € 2.000.000,- bedragen van de bouwkosten

€ 2,0‰

 

 

 

2.3.1.2.3

- indien de bouwkosten meer dan € 2.000.000,- bedragen van de bouwkosten

€4.000,00

2.3.1.2.4

Adviezen inzake handhaving/ legalisatie of exces bedragen per behandeling

€105,00

 

 

 

2.3.1.2.5

Er worden geen kosten in rekening gebracht voor vooroverleg tenzij een plan vaker dan drie keer in vooroverleg wordt behandeld. Vanaf de vierde keer wordt het reguliere legestarief berekend. Maatgevend voor de berekening daarbij is de hoogte van de bouwkosten.

 

 

 

 

2.3.1.2.6

Tarieven voor (aanvullende) advisering en projecten op basis van een uurtarief

€105,00

 

 

 

 

Verplicht advies agrarische commissie

 

2.3.1.3

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld. In zijn geheel doorberekend aan de aanvrager

 

 

 

 

 

Achteraf ingediende aanvraag

 

2.3.1.4

Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit:

165%

 

van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

 

 

 

 

2.3.2

Aanlegactiviteiten

 

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:

€ 675,60

2.3.2.2

Aan het verlenen van een aanlegvergunning, waarvoor bij een externe deskundige advies moet worden ingewonnen, wordt, wegens de daaraan verbonden kosten, het onder 2.3.2.1 bedoelde tarief verhoogd met de kosten van deze externe advieskosten tot een maximum van € 15.000,00. Deze kosten worden voorafgaand het inwinnen van externe advies door de gemeente schriftelijk medegedeeld aan de aanvrager. Indien de aanvrager niet akkoord gaat met de kosten van externe advisering moet hij dit binnen 10 werkdagen na dagtekening van de hiervoor genoemde schriftelijke mededeling aan de gemeente meedelen. Het externe advies wordt dan niet door de gemeente ingewonnen. Het ontbreken van een extern advies heeft tot gevolg dat verdere beoordeling van de aanvraag niet plaatsvindt.

 

 

 

 

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 verhoogd met:

 

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 437,60

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 525,45

 

vermeerderd met 9,61 ‰ van de bouwkosten

 

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€1.051,00

 

vermeerderd met 9,61 ‰ van de bouwkosten

 

2.3.3.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€ 525,45

 

vermeerderd met 9,61 ‰ van de bouwkosten

 

 

 

 

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 437,60

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€1.051,00

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

€2.102,00

2.3.4.4

indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):

€1.051,00

 

 

 

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.5.1

Voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte:

 

 

Cat.

Aantal m2

Toeslag

 

 

1

0 t/m 100

€ 206,71

 

 

2

101 t/m 500

€ 125,97 + € 1,43 per m2

 

 

3

501 t/m 2.000

€ 693,27 + € 0,51 per m2

 

 

4

2.001 t/m 5.000

€ 1.723,87 + € 0,12 per m2

 

 

5

5.001 t/m 50.000

€ 2369,00 + € 0,033 per m2

 

 

6

meer dan 50.000

€ 3.772,28 + € 0,011 per m2

 

2.3.5.2

Indien de aanvraag om een vergunning als bedoeld in 5.3.5.1.1 betrekking

 

 

heeft op een wijziging, dan wel uitbreiding van een vergunning bedraagt het legestarief, indien het betreft:

 

a.

uitbreiding van de inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: het legestarief vermeld in onderdeel 2.3.5.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;

 

b.

herindeling interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele inrichting, danwel een deel van de inrichting, met dien verstande dat deze herindeling tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat: 50% van het legestarief vermeld onder 2.3.5.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding.

 

 

 

 

2.3.6

Activiteiten met betrekking tot monumenten

 

2.3.6.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo en/of artikel 2.2, eerste lid, onder b, bedraagt het tarief, voor het verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:

8,58 ‰

 

van de bouwkosten.

 

 

 

 

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

 

2.3.7.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:

 

2.3.7.1.1

10 m3 tot 100 m3

€ 158,25

2.3.7.1.2

100 m3 tot 250 m3

€ 237,78

2.3.7.1.3

> 250 m3

€ 555,21

 

 

 

2.3.8

Uitweg/inrit

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van art.2:12 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.8.1

indien de aanleg wordt uitgevoerd door of namens de gemeente:

€ 36,98

2.3.8.2

indien de aanleg wordt uitgevoerd door derden op voorwaarden en onder toezicht van de gemeente:

€ 96,16

 

 

 

2.3.9

Opslag van roerende zaken

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het gebruik van gemeentegrond voor het plaatsen en/of opslaan van materiaal opslag waarvoor op grond van artikel 2:10 A van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:

 

2.3.9.1

indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:

€ 258,46

 

 

 

2.3.10

Natura 2000-activiteiten

€ 494,50

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

 

2.3.11

Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)

€ 494,50

 

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

 

 

 

 

2.3.12

Omgevingsvergunning in twee fasen

 

 

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

 

2.3.12.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

 

2.3.12.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

 

 

 

 

2.3.13

Beoordeling bodemrapport

 

 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:

 

2.3.13.1

voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport

€ 451,82

2.3.13.2

voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:

het door de extern deskundige aan de gemeente doorberekende bedrag voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport

 

 

 

 

2.3.14

Advies

 

2.3.14.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.14.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.14.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

 

 

 

 

2.3.15

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.15.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.15.1.1

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven wordt het tarief in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager.

 

2.3.15.1.2

De onder 2.3.3 en 2.3.4 bedoelde tarieven worden verhoogd met publicatiekosten indien sprake is van een uitgebreide procedure:

€ 103,27

 

 

In titel 2 van de tarieventabel behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van leges 2022 wordt hoofdstuk 5 vervangen door:

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

 

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning.

 

2.5.1.1

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente maar nog niet op de aanvraag is beslist, bestaat aanspraak op teruggaaf van

 

van de leges als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 tot en met 2.3.9.

50%

2.5.1.2

Indien de aanvraag nog niet getoetst is aan welstand en brandveiligheid, bestaat tevens aanspraak op teruggaaf van

 

van de leges als bedoeld in onderdeel 2.3.1.2.

100%

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning.

 

2.5.2.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

 

van de op grond van de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2.1, 2.3.5, 2.3.6, 2.3.8 en 2.3.9 verschuldigde leges.

50%

2.5.2.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.2.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

 

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning.

 

2.5.3.1

Indien de gemeente de verleende omgevingsvergunning op aanvraag van de vergunninghouder heeft ingetrokken, bestaat aanspraak op teruggaaf van

50%

 

van de leges als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2.1, 2.3.5, 2.3.6, 2.3.8 en 2.3.9. Als voorwaarde voor de teruggaaf als bedoeld onder 2.5.3.1 geldt één van onderstaande situaties.

 

2.5.3.1.1

De aanvraag om intrekking is ingediend binnen 26 weken na de datum waarop de omgevingsvergunning werd verleend, de vergunning is geheel ingetrokken en van de vergunning is geen gebruik gemaakt.

 

2.5.3.1.2

De aanvraag om intrekking is ingediend binnen 10 jaar na de datum waarop de omgevingsvergunning werd verleend, de vergunning is geheel of gedeeltelijk ingetrokken, van het ingetrokken gedeelte van de vergunning is geen gebruik gemaakt en er is voor desbetreffende locatie een omgevingsvergunning aangevraagd voor een project dat (gedeeltelijk) in de plaats komt van de (gedeeltelijk) ingetrokken vergunning. Hierbij zijn de (voormalig) vergunninghouder en de aanvrager van de nieuwe omgevingsvergunning gelijk.

 

Bij gedeeltelijke intrekking draagt de aanvrager zorg voor voldoende gedetailleerde informatie, zodat de teruggaaf van leges juist kan worden berekend.

 

2.5.4

Teruggaaf als gevolg van niet in behandeling nemen aanvraag omgevingsvergunning.

 

2.5.4.1

Indien een aanvraag om omgevingsvergunning, ook na verzoek tot aanvulling, wegens onvolledigheid niet verder kan worden behandeld, bestaat aanspraak op teruggaaf van

 

de leges als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.2.1, 2.3.5, 2.3.6, 2.3.8 en 2.3.9

50%

2.5.4.2

De overeenkomstig 2.5.4.1 geheven leges worden eenmalig verrekend met de leges voor het in behandeling nemen van een nieuwe aanvraag voor hetzelfde project op dezelfde locatie, onder aftrek van:

 

indien deze aanvraag wordt ingediend binnen 12 weken na de mededeling (van het besluit) om de aanvraag niet verder te behandelen.

€328,20

 

Artikel 2 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, met dien verstande dat de bepalingen die ingevolge deze verordening worden gewijzigd van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing hebben voorgedaan.

  • 2.

    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, blijven de bepalingen die ingevolge deze verordening worden gewijzigd gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de leges hiervoor in die periode plaatsvindt.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

 

Artikel 3 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening tot de 2e wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2022.

 

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 22 februari 2022

De burgemeester, De griffier,

J.G.A. Paans, P.A. Paulides

Naar boven