Verordening Rekenkamer gemeente Maashorst 2022

De raad van de gemeente Maashorst;

 

gezien het voorstel van de werkgroep Raad en Organisatie advies van 29 september 2021;

 

gelet op de artikelen 81a tot en met 81k en de artikelen 182 tot en met 185 van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t

 

vast te stellen de

 

Verordening op de rekenkamer gemeente Maashorst 2022

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: Gemeentewet;

  • b.

    rekenkamer: rekenkamer gemeente Maashorst;

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamer;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maashorst.

Artikel 2. Rekenkamer

  • 1.

    Er is een rekenkamer die door de raad wordt ingesteld.

  • 2.

    De rekenkamer bestaat uit drie externe leden.

Artikel 3. Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt de leden van de rekenkamer.

  • 2.

    De leden worden voor een periode van zes jaar benoemd.

  • 3.

    Voorafgaand aan de benoemingen, bedoeld in het eerste lid, pleegt de raad overleg met de rekenkamer.

  • 4.

    De raad benoemt uit de leden de voorzitter en een vicevoorzitter ter vervanging van de voorzitter bij diens afwezigheid.

  • 5.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de rekenkamer, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat.

Artikel 4. Eed

Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de rekenkamer in de vergadering van de raad, in handen van de voorzitter, de eed (verklaring en belofte) af overeenkomstig artikel 81g van de wet.

Artikel 5. Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Een lid van de rekenkamer wordt door de raad ontslagen:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;

    • e.

      indien het lid naar oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.

  • 3.

    Een lid van de rekenkamer kan door de raad worden ontslagen wanneer het lid door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn de functie te vervullen of indien het lid in strijd handelt met artikel 81h van de wet.

  • 4.

    De raad stelt een lid op non-activiteit indien:

    • a.

      het lid zich in voorlopige hechtenis bevindt;

    • b.

      het lid bij een nog niet onherroepelijk geworden uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel het lid bij zulk een uitspraak misdrijf een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • c.

      het lid onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld ingevolge een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak.

  • 5.

    De raad kan een lid van de rekenkamer op non-activiteit stellen, indien tegen het lid een gerechtelijk onderzoek ter zake van een misdrijf wordt ingesteld of indien er een ander ernstig vermoeden is van het bestaan van feiten en omstandigheden die tot ontslag, anders dan op gronden vermeld in artikel 81c, zesde lid, onder a. en zevende lid, onder a., zouden kunnen leiden.

  • 6.

    De raad beëindigt de non-activiteit zodra de grond voor de maatregel is vervallen, met dien verstande dat in een geval als bedoeld in het vijfde lid de non-activiteit in ieder geval eindigt na zes maanden. In dat geval kan de raad de maatregel telkens voor ten hoogste drie maanden verlengen.

Artikel 6. Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de rekenkamer

  • 1.

    De leden ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de rekenkamer.

  • 2.

    De vergoedingen alsmede de onkostenvergoedingen van de leden als bedoeld in artikel 81k van de wet worden bij latere verordening vastgesteld.

  • 3.

    De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de rekenkamer.

Artikel 7. Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de rekenkamer.

  • 2.

    De secretaris staat de rekenkamer bij de uitvoering van de taken terzijde.

  • 3.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamer over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4.

    De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8. Reglement van orde

De rekenkamer stelt een reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden vast. De rekenkamer zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9. Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    De rekenkamer bepaalt de onderwerpen die de rekenkamer onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamer ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3.

    De raad kan de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal de rekenkamer dit motiveren.

Artikel 10. Werkwijze

  • 1.

    De rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door de rekenkamer vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De rekenkamer beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De rekenkamer is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die de rekenkamer nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamer gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    De rekenkamer vergadert zoveel als de rekenkamer nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5.

    De rekenkamer vergadert in beslotenheid, de rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamer rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6.

    De rekenkamer kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de rekenkamer, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8.

    De rekenkamer stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door de rekenkamer te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamer kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamer bepaalt verder wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9.

    Na vaststelling door de rekenkamer worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11. Budget

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd binnen een aan de rekenkamer bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van de taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      de ambtelijk secretaris;

    • c.

      interne onderzoeksmedewerkers;

    • d.

      externe deskundigen die eventueel door de rekenkamer zijn ingeschakeld;

    • e.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van de taak van de rekenkamer.

  • 3.

    De rekenkamer is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 12. Intrekking oude verordeningen

De Verordening op de rekenkamerfunctie van de gemeente Uden en de Verordening rekenkamercommissie gemeente Landerd worden ingetrokken.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van ingang van de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening Rekenkamer gemeente Maashorst 2022.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 3 januari 2022

De raad voornoemd

de griffier

G.J. de Graaf

de burgemeester

P.L.A. Rüpp

Naar boven