Verordening brijnlozingen in bodem Westland geldend van 1 juli 2022 tot 31 december 2023

De raad van de gemeente Westland;

 

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 25 januari 2022

 

Gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet.

Gelet op artikel 2.2 lid 1, 3, 3.90 (vijfde lid) en 4 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim of Activiteitenbesluit).

 

gehoord de beraadslagingen in de vergadering van de raadscommissie Ruimte van 8 februari 2022 en gehoord de beraadslagingen van onderhavige vergadering;

 

Overwegende dat,

  • Lozingen van brijn in de bodem verboden zijn, maar er maatwerk mogelijk is en dit in de nabije toekomst ook mogelijk blijft na invoering van de Omgevingswet.

  • De gemeente, behoudens situaties waarbij een (hogere) wettelijke regeling anders bepaald, bevoegd gezag is voor het bepalen van regels ten aanzien van maatwerk met betrekking tot brijnlozingen in de bodem.

  • Het overgangsrecht voor brijnlozingen op basis van artikel 3.90 lid 7 van het Barim op 1 juli 2022 afloopt.

  • Er daarnaast sinds 2013 tenminste twintig individuele maatwerkbesluiten zijn verstrekt die op 1 juli 2022 aflopen.

  • Het college meer tijd nodig heeft om tot goed maatwerk te komen rond de lozing van brijn.

  • De gemeenteraad het ontstaan van een illegale situatie rond brijnlozingen wil voorkomen.

  • De gemeenteraad daarom een tijdelijke brijnverordening vaststelt.

BESLUIT:

Vast te stellen de Verordening brijnlozingen in bodem Westland geldend van 1 juli 2022 tot 31 december 2023.

 

AFDELING I. BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    Brijnwater of brijn: het residu van omgekeerde osmose. Over het algemeen bevat dit water een hoog gehalte aan zouten (chloride).

  • b)

    Lozen: het in de bodem brengen van brijnwater in het 2de watervoerend pakket.

  • c)

    Verordening: de Verordening brijnlozingen in bodem Westland 2022 geldend van 1 juli 2022 tot 31 december 2023.

AFDELING II. MAATWERKVOORSCHRIFTEN EN ONTHEFFINGEN

Artikel 2. Tijdelijke verlenging maatwerk tot 31 december 2023

  • 1.

    Artikel 2.2 lid 2 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim) is binnen het grondgebied van Westland tot 31 december 2023 niet van toepassing als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      Van rechtswege is reeds ontheffing verleend tot 1 juli 2022 op basis van artikel 3.90 lid 7 van het Barim, of er is op 30 juni 2022 een andere maatwerkontheffing van kracht op basis van artikel 2.2 lid 3 van het Barim, en

    • b.

      In de installatie ten behoeve van het lozen van brijn is een watermeter aanwezig, voorzien van een telwerk of een andere inrichting voor het doorlopend registreren van de door de meter stromende hoeveelheid water. Een watermeter is door een daartoe bevoegd deskundige en volgens de richtlijnen van de fabrikant geïnstalleerd, onderhouden en geïnspecteerd, en

    • c.

      De ontheffinghouder houdt maandelijks of in perioden van vier weken de stand van de watermeter voor het lozen van brijn bij en registreert dit en stelt deze meetgegevens volledig, jaarlijks en op aanvraag beschikbaar aan het bevoegd gezag en op aanvraag geanonimiseerd beschikbaar voor wetenschappelijke doeleinden op het gebied van watercirculariteit, bodemdaling en innovatie in de glastuinbouwsector, in de breedste zin, en

    • d.

      De ontheffinghouder geeft, indien de voor gietwater beschikbare capaciteit van de regenwaterbassins nog niet bekend is bij de Omgevingsdienst Haaglanden of als deze is veranderd nadat de maatwerkontheffing werd verleend, binnen 1 maand de voor gietwater beschikbare capaciteit van de regenwaterbassins door aan de Omgevingsdienst Haaglanden.

  • 2.

    De voorwaarden die gelden onder de in het eerste lid onder a genoemde ontheffingen blijven ongewijzigd van toepassing, en

  • 3.

    Indien de voorwaarden zoals genoemd onder het eerste lid onder b tot en met d nog niet van toepassing waren, worden deze aanvullend van toepassing, en

  • 4.

    De ontheffinghouder heeft schriftelijk bij Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) toestemming aangevraagd en ontvangen om ook na 30 juni 2022 brijn te mogen blijven lozen. ODH zal toestemming voor brijnlozingen verlenen tot 31 December 2023 indien aan de voorwaarden in artikel 2 lid 1,2,3,4 en 5 wordt voldaan, en

  • 5.

    De maatwerkbeschikking waaruit blijkt dat het eerste lid onder a genoemde van toepassing is, moet in ieder geval tot 31 december 2023 op de locatie aanwezig zijn voor inzage door het bevoegd gezag.

Artikel 3. Monitoring van het te lozen brijn

  • 1.

    Indien in de afgelopen drie jaar nog geen monster van het brijn genomen is voor analyse wordt binnen 3 maanden (voor 1 oktober 2022) een monster van het brijn genomen, direct nadat de installatie minimaal 24 uur aaneengesloten heeft gefunctioneerd. Het monsternamepunt bevindt zich na de omgekeerde osmose-installatie en eventuele voorzuiveringen, en

  • 2.

    Een medewerker van een onafhankelijk adviesbureau bemonstert het brijn volgens de meest recente NEN-, NVN- of VPR-normen. Een onafhankelijk en voor de vereiste bepalingen geaccrediteerd laboratorium meet van dit monster, eveneens volgens de meest recente NEN-, NVN- of VPR- normen, de concentraties van de volgende parameters:

    • gechloreerde koolwaterstoffen (1,2-dichloorethaan, cis 1,2-dichlooretheen, 1,2- dichloor-propaan, tetrachlooretheen (per), tetrachloormethaan, 1,1,1-trichloorethaan, 1,1,2-trichloorethaan, trichlooretheen (tri), trichloormethaan (chloroform), en

    • bestrijdingsmiddelen. Organische parameters, gehalogeneerd: PCB-28, PCB-52, PCB- 101, PCB-118, PCB-138, PCB-153, PCB-180, som PCB’s (6) en som PCB’s (7); Orga-nochloorbestrijdingsmiddelen: 2,4-DDD, 4,4-DDD, 2,4-DDE, 4,4-DDE, 2,4-DDT, 4,4- DDT, aldrin, dieldrin, endrin, telodrin, isodrin, heptachloor, heptachloorepoxide (cis en trans), al-fa-endosulfan, alfa, bèta en gamma HCH, penta- en hexachloorbenzeen, hexachloor-ethaan, hexachloorbutadieen, som DDD/ DDE/ DDT’s, som drins, som HCH's en som OCB’s totaal; GCMS onderzoek organofosfor: pirimifos-methyl, tolclofos-methyl, en

    • zware metalen (arseen, cadmium, chroom, koper, kwik, lood, nikkel, zink), en nitraat, en

  • 3.

    voor een correcte analyse is het uitvoerend laboratorium vóóraf (door de ontheffinghouder) op de hoogte gebracht van het hoge zoutgehalte van het te analyseren monster, en

  • 4.

    de resultaten worden door de ontheffinghouder verzonden aan de Omgevingsdienst Haag-landen (ODH), en met het toezenden van de eerste analysegegevens worden, voor zover nog niet eerder aangeleverd, tevens de volgende gegevens ter goedkeuring aan het bevoegd gezag toegezonden:

    • een kaart met de coördinaten per bron, de exacte plaats en de afwerking van bronnen en putten ten opzichte van maaiveld, en

    • de bodemprofielen, en

    • de registratienummers van watermeters, bijbehorende ijkrapporten en plaatsen van inbouw, en

  • 5.

    van het te lozen brijn worden de streefwaarde in pg/l voor diep grondwater (>10 m-mv; incl. achter- grondwaarde) uit de Circulaire bodemsanering van 1 juli 2013 voor géén van de zware metalen evenals voor de detectielimiet voor CKWs en bestrijdingsmiddelen overschreden, en het gehalte aan nitraat van het te lozen brijn bedraagt niet meer dan 50 mg NOs /I (11.3 mg N/l).

Artikel 4. Dichten van de bronnen en de peilputten bij beëindiging lozing

  • 1.

    Bronnen en eventuele peilputten met een diameter groter dan 5 cm worden binnen één maand na de definitieve beëindiging van een lozing gedicht, en

  • 2.

    Bij het dichten van bronnen en eventuele peilputten wordt gestreefd naar herstel van het oorspronkelijke bodemprofiel. De uitvoering geschiedt door een daartoe bevoegde deskundige conform de op het moment van herstel vigerende protocollen, en

  • 3.

    Tenminste twee weken vóór de aanvang van de werkzaamheden bedoeld onder lid één wordt het bevoegd gezag daarvan schriftelijk in kennis gesteld via toezicht@odh.nl, en

  • 4.

    Binnen één maand na het dichten van de bronnen en peilputten wordt middels een door de deskundige als bedoeld in lid twee opgesteld rapport, aangetoond dat bronnen en peilputten afdoende zijn gedicht. Dit rapport wordt binnen één week na het opstellen daarvan toegezonden aan toezicht@odh.nl.

AFDELING III. TOEZICHT OP NALEVING

Artikel 5. Toezicht

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van deze verordening, alsmede met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn, behalve van de in artikel 141 van het Wet-boek van Strafvordering genoemde ambtenaren, ook belast:

    • a)

      de door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen ambtenaren.

    • b)

      de door of namens burgemeester en wethouders in overleg met de besturen van de andere desbetreffende openbare lichamen aangewezen ambtenaren als bedoeld in artikel 8.3 lid 1 van de Waterwet.

Artikel 6. Bestuurlijke boete

  • 1.

    Voor de overtredingen van het bepaalde in het tweede artikel van deze Verordening, dan wel het bepaalde in de artikelen 3.90 en 3.91 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, of het handelen in strijd met de voorwaarden of voorschriften verbonden aan de toepassing van het verlenen van maatwerk op basis van voornoemde bepalingen, kan het college van burgemeester en wethouders een bestuurlijke boete opleggen.

  • 2.

    De bestuurlijke boete bedraagt maximaal € 10.000 per geconstateerde overtreding van het bepaalde onder het eerste lid van dit artikel.

AFDELING IV SLOTBEPALINGEN

Artikel 7. Hardheidsclausule

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan van de bepalingen in deze verordening afwijken voor zover toepassing ervan zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard. Hierbij wordt gelet op het belang dat deze regeling beoogt te beschermen.

Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2022 en geldt van 1 juli 2022 tot 31 december 2023.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening brijnlozingen in bodem Westland 1 juli 2022 – 31 december 2023.

Aldus besloten door de gemeenteraad in zijn openbare

vergadering van 15 februari 2022,

de griffier,

A.P.M.A.F. Bergmans

de voorzitter,

B.R. Arends

Naar boven