Verordening tot tweede wijziging van de Verordening Sociaal Domein gemeente Dronten

De raad van de gemeente Dronten,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Dronten d.d. 11-02-2022

 

besluit:

 

 

A

Artikel 2.2 wordt gewijzigd in:

 

Artikel 2.2 Samenwerken [PW, IOAW, IOAZ]

  • 1.

    Bij het vinden van werk of een opleiding die bij u past, werken wij samen met UWV, Impact, andere gemeenten en organisaties.

  • 2.

    Wij ondersteunen werkgevers die werk hebben voor inwoners die onder de doelgroep van de gemeente vallen (zie artikel 2.1).

B

Artikel 2.5.2 wordt gewijzigd in:

 

Artikel 2.5.2 Voorbeelden van tegenprestatie [PW, IOAW, IOAZ]

  • 1.

    De tegenprestatie kan als volgt worden ingevuld:

    • a.

      vrijwilligerswerk doen;

    • b.

      het leveren van mantelzorg;

    • c.

      overige maatschappelijke nuttige werkzaamheden;

    • d.

      door te werken aan persoonlijke problemen zodat u (later) in staat bent aan één van de hiervoor genoemde vormen van tegenprestatie te voldoen.

  • 2.

    De tegenprestatie mag uw stap naar werk niet in de weg staan.

  • 3.

    U komt zelf met een voorstel hoe u de tegenprestatie wil invullen. Als dit nodig is, kunnen wij meedenken en ondersteuning bieden. Wij beoordelen uw voorstel.

  • 4.

    Na het gesprek met de medewerker over de tegenprestatie, heeft u maximaal 1 maand de tijd om met een voorstel te komen.

  • 5.

    Het kan zijn dat u al maatschappelijk actief bent. Als u al een of meerdere van de hierboven genoemde activiteiten doet, kan de medewerker deze activiteiten aanmerken als tegenprestatie.

C

Hoofdstuk 2 Minimaregelingen (voor artikel 2.6) wordt gewijzigd in:

Voorbeeld: de uitkeringsnorm voor een alleenstaande inwoner is € 1.078,70 per maand inclusief vakantietoeslag (per 1 juli 2021). De vermogensgrens voor een alleenstaande inwoner is € 6.295,00 (per 1 juli 2021).

D

Artikel 2.7 wordt gewijzigd in:

 

Artikel 2.7

  • 1.

    U kunt individuele inkomenstoeslag aanvragen, als u in de 36 maanden voor de aanvraagdatum een inkomen had dat niet hoger is dan 110 procent van de toepasselijke uitkeringsnorm. Om in aanmerking te komen is uw vermogen niet hoger dan de voor u geldende vermogensgrens.

  • 2.

    U kunt uw aanvraag indienen door een formulier in te vullen. Dit formulier is door de gemeente vastgesteld.

  • 3.

    Als uw partner geen recht heeft op individuele inkomenstoeslag (volgens artikel 11 of 13 Participatiewet), kan het zijn dat u er wel recht op heeft. De hoogte van de individuele inkomenstoeslag is dan 50 procent van het bedrag voor gehuwden of samenwonenden (volgens artikel 2.7.1, lid 1, onderdeel c en d).

E

Artikel 2.8.2 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het eerste lid komt te luiden:

 

  • 1.

    De individuele studietoeslag is:

    • a.

      € 150 per maand voor een aanvrager die op de aanvraagdatum 18 jaar is;

    • b.

      € 180 per maand voor een aanvrager die op de aanvraagdatum 19 jaar is;

    • c.

      € 240 per maand voor een aanvrager die op de aanvraagdatum 20 jaar is;

    • d.

      € 300 per maand voor een aanvrager die op de aanvraagdatum 21 jaar of ouder is.

 

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

 

  • 1.

    Inwoners van 18 tot en met 20 jaar die eerder een hoger bedrag van ons ontvingen, blijven dit bedrag ontvangen tot en met de einddatum van het eerdere besluit.

F

Artikel 4.1 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. De leden 4, 5, 6, 7, 8 en 9 komen te luiden:

 

  • 4.

    uw aanvraag gaat over een voorziening die algemeen gebruikelijk is. Een voorziening is algemeen gebruikelijk als:

    • in een reguliere winkel te koop is;

    • niet duurder is dan een vergelijkbare voorziening;

    • een passende bijdrage levert aan het realiseren van zelfredzaamheid of participatie; en

    • financieel kan worden gedragen met een inkomen op minimumniveau. Hierbij sluit de gemeente aan bij de regels voor afbetaling van leenbijstand (Beleidsregels debiteuren Dronten). Daarvan is sprake als de gevraagde voorziening binnen een termijn van 60 maanden kan worden terugbetaald bij een maandelijkse aflossing van 5 procent van de voor u geldende uitkeringsnorm of inkomensvoorziening per maand.

  • 5.

    u gebruik kan maken van uw zorgverzekering of de Wet langdurige zorg (Wlz);

  • 6.

    u de voorziening zelf al heeft aangeschaft nadat u zich bij de gemeente heeft gemeld voor ondersteuning, maar voordat een besluit is genomen. Dit is anders als de gemeente daarvoor toestemming heeft verleend of als achteraf nog kan worden vastgesteld dat de voorziening noodzakelijk was;

  • 7.

    uw aanvraag gaat over een voorziening die al eerder is verstrekt en deze voorziening nog niet is afgeschreven. Dit geldt niet als:

    • de eerder verstrekte voorziening stuk is gegaan zonder dat u er iets aan kon doen;

    • u (gedeeltelijk) meebetaalt aan de kosten;

    • de eerder verstrekte voorziening geen oplossing meer biedt voor uw hulpvraag;

  • 8.

    de voorziening een therapeutisch doel heeft;

  • 9.

    u niet voldoende meewerkt, zodat wij niet kunnen vaststellen of u de voorziening nodig heeft;

 

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

 

  • 10.

    de voorziening niet grotendeels op u is gericht.

G

Artikel 4.2.3, zesde lid komt te vervallen.

H

Artikel 4.2.4, zesde lid komt te vervallen.

I

Artikel 5.3.1, zesde lid, onderdelen d en e worden gewijzigd in:

  • d.

    is geen 1e of 2de graads familie of onderdeel van uw huishouden; en

  • e.

    als een zzp-er de zorg levert, moet hij of zij een actuele verklaring ‘inkomen uit eigen onderneming’ van de boekhouder aanleveren bij de gemeente. Deze verklaring is maximaal 3 maanden oud. Wanneer de zzp-er geen eigen boekhouder heeft, dan moet een verklaring van de belastingdienst worden aangeleverd, waaruit blijkt dat de financiële verplichtingen worden voldaan.

J

Artikel 5.3.2 wordt als volgt gewijzigd:

 

1. Het zevende lid komt te vervallen.

 

2. Het achtste lid komt te luiden:

 

  • 8.

    Het pgb voor hulpmiddelen wordt als volgt vastgesteld: de hoogte van het pgb is gelijk aan de huurprijs die wij betalen voor een vergelijkbaar middel bij zorg in natura. Daarbij gaat de gemeente ervan uit dat het hulpmiddel 6 jaar gebruikt wordt. De hoogte van het pgb is maximaal de huurprijs van 6 jaar tenzij de situatie verandert waardoor het hulpmiddel niet meer passend is. In deze prijs zitten ook de kosten voor onderhoud, verzekering en reparatie van het hulpmiddel.

 

3. Het negende lid komt te vervallen.

K

Artikel 5.3.3, zesde lid komt te vervallen.

L

Aan artikel 5.3.4 wordt een lid toegevoegd, luidende:

 

  • 3.

    Het PGB voor hulpmiddelen of woningaanpassingen wordt uitbetaald wanneer de gemeente de factuur van u ontvangen heeft.

M

In Artikel 5.4, vijfde lid worden de onderdelen b en c gewijzigd in:

  • b.

    de was-service. Als u een Wmo-indicatie heeft, betaalt u voor de was-service € 7,50 per 6,5 kilo wasgoed. De transportkosten (halen en brengen) betalen wij;

  • c.

    beschermd wonen en maatschappelijke opvang.

N

Artikel 6.1.5 wordt gewijzigd in:

 

Artikel 6.1.5 Niet nakomen wettelijke arbeidsverplichtingen [PW, IOAW, IOAZ]

Als u de afspraken uit artikel 18, lid 4 Participatiewet niet nakomt, verlagen wij uw uitkering met 100 procent voor een maand. Dit betekent dat u een maand geen uitkering krijgt.

O

Aan artikel 6.1.6 wordt een lid toegevoegd, luidende:

 

  • 8.

    In tegenstelling tot lid 1, 2, 4 en 5 kunnen wij u een schriftelijke waarschuwing geven. Dit kunnen wij doen als u in de afgelopen 12 maanden niet eerder een schriftelijke waarschuwing of verlaging opgelegd heeft gekregen. Of als wij vinden dat een verlaging gezien uw omstandigheden een te zware sanctie is.

P

Artikel 6.1.7 wordt gewijzigd in:

 

Artikel 6.1.7 Stoppen verlaging [PW, IOAW, IOAZ]

Wij kunnen de verlaging stoppen als u alsnog de afspraken uit artikel 18, lid 4 Participatiewet nakomt. Is dit het geval? Dan dient u een verzoek tot stoppen van de verlaging bij ons in. Dit kan per brief of e-mail, binnen drie maanden nadat wij het besluit om de uitkering te verlagen hebben genomen.

Q

In artikel 6.1.8, tweede lid onderdeel a wordt gewijzigd in:

 

  • a.

    10 procent van de uitkering bij een benadelingsbedrag tot € 5.000,00 of als het benadelingsbedrag niet kan worden vastgesteld;

R

In artikel 6.1.9, eerste lid, onderdelen a en b worden gewijzigd in:

 

  • a.

    100 procent bij (een poging tot) fysiek geweld tegen de genoemde medewerkers;

  • b.

    40 procent bij bedreiging (mondeling, met gebaren of schriftelijk) tegen de genoemde medewerkers of bij fysiek geweld tegen spullen;

S

Aan artikel 6.1.11. wordt een lid toegevoegd, luidende:

 

  • 5.

    Bij samenloop tussen artikel 18 en 18b Participatiewet met de Wet Inburgering 2021, kiezen wij ervoor om uw uitkering te verlagen en geen boete op te leggen.

T

Artikel 6.1.12, vierde lid wordt gewijzigd in:

 

  • 4.

    Wij verlagen uw uitkering met 100 procent gedurende drie maanden als u zich binnen twaalf maanden na de datum van het besluit waarmee een verlaging is opgelegd opnieuw schuldig maakt aan een gedraging zoals bedoeld in artikel 18, lid 4 Participatiewet én er toepassing is gegeven aan lid 1, 2 of 3 van dit artikel.

U

Artikel 6.4.3 wordt gewijzigd in:

 

Artikel 6.4.3

Wij maken gebruik van het Protocol huisbezoeken Wmo 2015 en handreiking Huisbezoek Participatiewet van VNG Naleving.

V

Hoofdstuk 11 wordt als volgt uitgebreid met het begrip “niet-professional”:

 

Niet-professional: iemand die hulp verleent zonder passende opleiding en/of iemand die onderdeel van het huishouden, 1e of, 2de graads familielid is.

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Dronten, gehouden op 3 maart 2022.

De griffier,

E.M. Geldorp

De voorzitter,

drs. J.P Gebben

Naar boven