Gemeenteblad van Eersel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eersel | Gemeenteblad 2022, 105261 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eersel | Gemeenteblad 2022, 105261 | beleidsregel |
Toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie de Kempen
De gemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden vormen een toeristische eenheid in De Brabantse Kempen. Het landschap bestaat uit heidevelden, vennen en bossen waarin aantrekkelijke dorpen en kernen zijn gelegen. De toeristisch-recreatieve infrastructuur is uitgebreid. Ook zijn er diverse grote verblijfsaccommodaties (zoals Landal Het Vennenbos, Centerparcs De Kempervennen, camping De Paal, recreatiepark De Achterste Hoef en recreatiepark TerSpegelt ). Zowel de bezoeker als de inwoner maakt veelvuldig gebruik van de toeristisch-recreatieve mogelijkheden. De sector is dan ook van groot economisch belang en draagt bij aan de leefbaarheid van de gemeenten.
De gemeenten werken, vanwege de genoemde eenheid, al geruime tijd samen als het gaat om ‘vrijetijdseconomie’ (VTE). Zo hanteren de vier gemeenten allemaal:
Aangezien delen van de regionale beleidsvisie uit 2008 gedateerd zijn, er nieuwe inzichten zijn én het goed is om voor te sorteren op de invoering van de Omgevingswet, is de bestaande Regionale beleidsvisie dag- en verblijfsrecreatie de Kempen in gezamenlijkheid geactualiseerd tot een toetsingskader. Vanuit dit toetsingskader en de Gezamenlijke Visie Vrijetijdseconomie (2016) werken de vier gemeenten samen, waarbij geldt dat er op onderdelen ruimte is voor ‘couleur locale’ (zie bijlage VIII).
Het geactualiseerde Toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie de Kempen vormt de basis om te werken aan het behoud van het Kempisch landschap met een kwalitatief en divers toeristisch-recreatief product. Daarnaast wordt bij de ontwikkeling van aanbod geredeneerd vanuit de behoefte van zowel bestaande als kansrijke doelgroepen. Daarbij spelen bereikbaarheid, beleving, diversiteit en kwaliteit een belangrijke rol. En uiteraard moeten toeristisch-recreatieve ontwikkelingen passen bij de identiteit van de Kempengemeenten.
Met de actualisatie worden de volgende doelen bereikt:
Bij de actualisatie zijn, buiten de ambtenaren en portefeuillehouders VTE en RO van de vier gemeenten, diverse ondernemers uit de Brabantse Kempen betrokken geweest. Mede dankzij hun input en reacties is deze actualisatie tot stand gekomen.
Voor u ligt het geactualiseerde toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie De Kempen. U vindt hierin uitgangspunten en doelstellingen voor toeristisch-recreatieve ontwikkelingen in De Kempen en een geactualiseerd afwegingskader waarmee richting wordt gegeven aan nieuwe ontwikkelingen en/ of uitbreidingen. We hebben het proces, de uitgangspunten en doelstellingen alvast schematisch voor u op een rijtje gezet.
Dit toetsingskader is het vervolg op de regionale beleidsvisie dag- en verblijfsrecreatie De Kempen uit 2008.
De gemeenten Bergeijk, Eersel, Bladel en Reusel-De Mierden hebben de afgelopen jaren samengewerkt aan hun positie als aantrekkelijke regio om in te verblijven en te recreëren. De Brabantse Kempen1 is al geruime tijd ontdekt door de toerist. Het landschap met heidevelden, vennen en bossen waarin aantrekkelijke kernen zijn gelegen, worden gewaardeerd. De vele vakantieparken trekken gasten aan op nationaal en internationaal niveau. En de toeristische infrastructuur in het gebied is van hoog kwalitatief niveau. Vanwege de toeristische eenheid streven de gemeenten samen naar één toekomstbeeld voor dag- en verblijfsrecreatie in De Kempen. Dat toekomstbeeld hebben zij in 2008 uitgewerkt in de regionale beleidsvisie dag- en verblijfsrecreatie De Kempen.
Echter, we zijn inmiddels ruim 12 jaar verder. De toeristische sector heeft tal van veranderingen ondergaan, zoals de intrede van nieuwe concepten als AirBnB, glamping en tiny houses. Daarnaast komt de transitie van het buitengebied steeds verder op gang waarbij sommige ondernemers van (voormalige) agrarische bedrijven een mogelijkheid zien om recreatieve functies te starten of verder uit te breiden. De nieuwe Omgevingswet vraagt daarnaast om een andere manier van beoordelen van nieuwe initiatieven. De wet gaat uit van een positieve grondhouding van de gemeenten voor initiatieven die op een goede wijze ingepast kunnen worden in de fysieke leefomgeving.
Met de actualisatie is een tweeledig doel bereikt:
De gemeenten kunnen aan de hand van het geactualiseerde toetsingskader, vanuit hun toetsende rol, goede afwegingen maken over (nieuwe) recreatieve ontwikkelingen in De Kempen2;
Het toetsingskader biedt vanuit toeristisch-recreatief perspectief duidelijkheid aan ondernemers in De Kempen over de manier waarop (nieuwe) ontwikkelingen gefaciliteerd en ondersteund worden en over de wens van de gemeenten om te komen tot een hoogwaardig en goed afgestemd Kempenbreed aanbod van recreatieve voorzieningen.
2 Uitgangspunten en doelen toetsingskader
In dit hoofdstuk staan de uitgangspunten en doelstellingen van het geactualiseerde toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie De Kempen centraal, die sturing geven aan toeristisch-recreatieve ontwikkelingen. Het bevat de uitgangspunten en doelstellingen voor gewenste toeristisch-recreatieve ontwikkelingen in De Kempen.
2.1 Van twee visies op toerisme en recreatie naar één visie en één toetsingskader
Binnen de Kempen zijn twee visies van toepassing op de toeristische sector: de regionale beleidsvisie dag- en verblijfsrecreatie De Kempen (2008) en de Gezamenlijke Visie Vrijetijdseconomie Brabantse Kempen (2016) (hierna: gezamenlijke Visie VTE). De doelstellingen van beide visies komen voor een groot deel met elkaar overeen. In beide visies is antwoord gegeven op de vraag: ‘Wat willen we met elkaar bereiken in de toekomst op het gebied van dag- en verblijfsrecreatie?’ Omdat de antwoorden en daarmee ook de doelen overeenkomen, hanteren we de onderbouwing uit de gezamenlijke Visie VTE als kapstok voor het toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie. Daarmee is dit toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie De Kempen in feite de ruimtelijke uitwerking van de gezamenlijke Visie VTE.
Zodra dit toetsingskader is vastgesteld, vervalt de voorgaande beleidsvisie dag- en verblijfsrecreatie De Kempen uit 2008. Het geactualiseerde toetsingskader is opgesteld zowel vanuit ruimtelijk als toeristisch perspectief. Dit is gedaan in ambtelijke sessies met beleidsmedewerkers recreatie en ruimtelijke ordening, bestuurders én recreatieondernemers uit de regio.
Het gaat hier om de actualisatie van het toetsingskader. We hebben dus niet te maken met een blanco situatie, maar borduren voort op de uitgangpunten die beschreven zijn in de voorgaande beleidsvisie uit 2008. Een deel van die uitgangspunten is nog actueel en passend. Daarnaast zijn er nieuwe inzichten op het gebied van dag- en verblijfsrecreatie opgenomen in dit toetsingskader.
In de afgelopen jaren is nieuw beleid opgesteld op het gebied van recreatie, zoals de gezamenlijke Visie VTE (2016). Hierin wordt:
En, zoals de titel van de visie al verwoordt, het belang van samenwerken onderkend. De doelen en ambities die we op het gebied van toerisme en recreatie in De Kempen nastreven, kunnen de gemeenten niet alleen oppakken. Dit doen we samen met onder meer buurgemeenten, ketenpartners, ondernemers en belangenorganisaties.
Ook is er nieuw beleid voor andere sectoren dat raakvlak heeft met de recreatieve sector (bijvoorbeeld op het gebied van landschap en buitengebied). Vanwege de nieuwe Omgevingswet hebben de gemeenten óf al een omgevingsvisie vastgesteld óf zijn ze bezig met het opstellen ervan. In die omgevingsvisies zijn soms ook beleidsuitspraken gedaan op het gebied van recreatie en toerisme. Bovendien is er regionaal beleid opgesteld waarmee rekening gehouden moet worden, zoals de interim omgevingsverordening van provincie Noord-Brabant. Met dit bestaand beleid is rekening gehouden in deze actualisatie.
Om meer flexibiliteit en maatwerk aan ondernemers te bieden bij het beoordelen van hun nieuwe initiatieven is, in tegenstelling tot de vorige beleidsvisie uit 2008, voor een hoger abstractieniveau gekozen. Daarmee is geen gedetailleerd eindbeeld vastgelegd, waarin nauwkeurig is geformuleerd wat wel en niet mag. De ervaring leert dat men daarmee snel vastloopt en onvoldoende flexibel is om (nieuwe) ontwikkelingen tegemoet te kunnen treden. Door de doelen op hoofdlijnen te beschrijven, worden initiatieven minder ‘zwart-wit’ beoordeeld. Nieuwe initiatieven worden beoordeeld op hun bijdrage aan de gestelde doelen uit dit toetsingskader. Zo ontstaat meer bewegingsruimte.
Hieronder worden de uitgangspunten beschreven die gehanteerd zijn voor de actualisatie.
In de beleidsvisie uit 2008 was een zonering opgenomen waarbinnen bepaalde recreatieve ontwikkelingen wel of niet waren toegestaan. In de actualisatie kiezen we ervoor om de omgeving leidend te maken, naast beleidsmatige uitgangspunten die per gemeente verschillend kunnen zijn.
De praktijk leert dat gemeenten soms ontwikkelingen moeten afwijzen, omdat de regels voor het betreffende (deel)gebied uit de beleidsvisie uit 2008 deze niet toestaan, ook al is het in principe wel een wenselijke recreatieve ontwikkeling.
Een voorbeeld: in de visie uit 2008 is de vestiging van een kampeerterrein in een bepaald gebied alleen toegestaan als het kleinschalig en extensief is vanwege de landschappelijke waarden van dat gebied. De initiatiefnemer kan echter aantonen dat zijn initiatief juist een bijdrage levert aan de landschappelijke kwaliteit van dat gebied, ook al betreft het een meer intensieve vorm van kamperen. In principe betreft het daarom een gewenst initiatief, maar gezien de zonering in de oude visie uit 2008 was deze ontwikkeling niet toelaatbaar.
Dergelijke situaties zijn niet gewenst en daarom is ervoor gekozen om de omgeving leidend te laten zijn bij de beoordeling van nieuwe initiatieven. Gemeenten hebben hierdoor flexibiliteit en meer mogelijkheid voor maatwerk, waardoor meer bewegingsruimte ontstaat.
De omgeving van een beoogde ontwikkellocatie is mede bepalend. Dit betekent dat:
Voor recreatieve ontwikkelingen in het buitengebied het landschap de onderlegger is waarop beoordeeld wordt of deze wenselijk is. Dat wil onder andere zeggen dat de beoogde recreatieve ontwikkeling qua gebruik, omvang, uitstraling enzovoorts passend moet zijn binnen de landschapskarakteristieken van de omgeving.
Gemeenten kunnen afzonderlijk kiezen om meer sturing te geven aan initiatieven middels een eigen zonering door hier aanvullend beleid voor op te stellen. De gemeenten Eersel en Reusel-De Mierden doen dit al in hun Visie Buitengebied (Eersel) en de Omgevingsvisie (Reusel-De Mierden). De gemeente Bergeijk is bezig met het opstellen van een omgevingsvisie en houdt de zonering uit bijgaande oplegger aan.
Aansluiten bij de omgevingsvisies
De vier Kempengemeenten zijn zich aan het voorbereiden op de aanstaande Omgevingswet. Eén van de instrumenten uit de Omgevingswet is de omgevingsvisie. De gemeentelijke omgevingsvisie is een integrale langetermijnvisie van de gemeente voor de hele fysieke leefomgeving en haar grondgebied. Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden hebben al een omgevingsvisie vastgesteld. In Bergeijk wordt deze voorbereid.
Eén van de verbeterdoelen van de Omgevingswet is om meer ruimte te bieden voor initiatieven van de overheid, burgers en ondernemers. Met het geactualiseerde toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie willen de gemeenten meer flexibiliteit en maatwerk aan initiatiefnemers bieden voor recreatieve ontwikkelingen. Voor ondernemers in de vrijetijdssector ontstaat zo meer ruimte voor creativiteit.
In de toekomst zal een wisselwerking ontstaan tussen sectorale beleidsvisies en de omgevingsvisie, die juist de integraliteit benadrukt. In deze actualisatie zijn de doelstellingen en ambities uit de omgevingsvisies die invloed hebben op het recreatiebeleid meegenomen.
Duidelijkheid voor ondernemers
Ondernemers in de vrijetijdssector willen duidelijkheid bij de ontwikkeling van nieuwe initiatieven. Zij willen graag aan de voorkant weten hoe de gemeente een initiatief beoordeelt. Nieuwe initiatieven worden daarom beoordeeld aan de hand van een afwegingskader (zie hoofdstuk 3). Met dit afwegingskader krijgen ondernemers inzicht in de haalbaarheid van hun initiatief. Daarnaast biedt dit afwegingskader handvatten voor ondernemers om hun initiatief gedegen te onderbouwen bij een (principe)verzoek aan de gemeente.
Naast meer duidelijkheid voor ondernemers willen de gemeenten de kaders inzichtelijk maken waaraan initiatieven moeten voldoen. Met het afwegingskader kunnen de vier Kempengemeenten nieuwe initiatieven en uitbreidingsplannen effectief beoordelen.
Definiëring van toeristisch-recreatieve producten
Anders dan in de voorgaande beleidsvisie hebben we nu gekozen om alle recreatieve producten onder de definitie dag- of verblijfsrecreatie te plaatsen. De vrijetijdssector is constant aan vernieuwing onderhevig omdat de markt wil / moet aansluiten bij de wensen en behoeften van recreanten. Uitgangspunt is om dit toetsingskader niet continu te moeten aanpassen, wanneer een nieuw product of dienst zich ontwikkelt (een voorbeeld is de intrede van het concept AirBnB in 2008). In deze actualisatie van het toetsingskader dag- en verblijfsrecreatie worden alleen voorwaarden bepaald voor dag- en verblijfsrecreatieve functies. Wat wij hieronder verstaan is nader beschreven in bijlage I.
De vier gemeenten hanteren voor horeca een gezamenlijke richting, waarbij kleine verschillen bestaan in definiëringen en oppervlakten. In de oplegger per gemeente (bijlage VIII) is terug te vinden hoe er met horeca wordt omgegaan.
Vanzelfsprekend gelden er naast de voorwaarden per gemeente regels om ongewenste effecten voor de omgeving te voorkomen, zoals regels voor parkeerplaatsen, verkeersafwikkeling, geluidhinder, enzovoorts. Tot welke omvang de horeca nog ondersteunend en/of ondergeschikt is wordt bepaald aan de hand van maatwerk.
Nieuwe zelfstandige horeca is in principe alleen toegestaan in dorpscentra.
Gemeenten hebben in hun voorbereiding op de komst van de Omgevingswet nieuwe inzichten verkregen over hoe initiatieven getoetst moeten worden. Er wordt voortaan meer gekeken of er wordt bijgedragen aan de gezamenlijke doelstellingen. De gemeente behandelt initiatieven welwillend volgens het ‘ja, mits’-principe. In de ‘mits’ zitten de voorwaarden gesloten die meegegeven kunnen worden aan initiatieven.
Het geactualiseerde afwegingskader (zie hoofdstuk 3) bevat daarom vooral zogeheten ‘open normen’. Door open normen toe te passen wordt de flexibiliteit en de mogelijkheid voor maatwerk vergroot. Aan ondernemers wordt ruimte voor creativiteit gegeven, voor gemeenten biedt het beoordelingsruimte.
Uiteraard blijven wettelijke normen gelden. Dit zijn bijvoorbeeld normen voor geluid, luchtkwaliteit, parkeren, enzovoorts.
Begrenzen recreatieve nevenfunctie
Recreatieve nevenfuncties bij bedrijven zonder recreatieve hoofdfunctie dienen kleinschalig van aard te blijven. Voor dagrecreatieve functies geldt een maximaal te benutten bebouwd oppervlak alsook een beperkte hoeveelheid verkeersbewegingen. Per gemeente zijn er geringe verschillen in het bebouwd oppervlak dat bij ondergeschikte recreatieve nevenactiviteiten is toegestaan. Ook kunnen andere aanvullende voorwaarden gesteld worden per gemeente. Dit blijkt uit de verschillende opleggers of uit andere gemeentelijke regelgeving.
Ook voor verblijfsrecreatie geldt dat het, als ondergeschikte nevenactiviteit bij een andere hoofdactiviteit, kleinschalig van aard moet zijn. Voor kamperen geldt dan een maximum van 25 standplaatsen voor kampeermiddelen. Voor andere vormen van kleinschalige verblijfsrecreatie geldt een maximum aantal slaapplaatsen van 10 personen.
Indien de voorwaarden aan de omvang van een recreatieve nevenfunctie niet toereikend zijn voor een ondernemer, wordt gevraagd om de locatie te transformeren naar een volwaardig recreatiebedrijf. Aan volwaardige recreatiebedrijven wordt namelijk (meer) ruimte geboden voor maatwerk.
Hieronder worden de doelen beschreven die we nastreven voor De Kempen op het gebied van toerisme en recreatie. De doelen zijn geformuleerd op hoofdlijnen.
Het gewenste profiel van het Kempische aanbod
Het toekomstbeeld van De Brabantse Kempen bouwt voort op haar (toeristische) identiteit. De fysieke voedingsbodem van De Kempen bestaat uit zandgrond, landbouw, water, bos- en heidegebieden. De huidige situatie van De Kempen als toeristisch-recreatieve bestemming die zich hierop ontwikkeld heeft, wordt belicht in bijlage V. Kansen om De Brabantse Kempen bij de bezoeker onder de aandacht te brengen als een aantrekkelijke toeristisch-recreatieve regio:
Inspelen op trends en ontwikkelingen
De behoeften van mensen lopen steeds meer uiteen en trends en ontwikkelingen in toerisme en recreatie zijn cumulatief. Wat we vroeger deden – gewoon wandelen, fietsen, picknicken – doen we nu nog steeds, maar daar komen andere vormen bij (zoals bootcamp en e-biking). De diversiteit aan activiteiten neemt toe en gebieden met een grotere variëteit worden hoger gewaardeerd. Door de verschillende, elkaar snel opvolgende trends en ontwikkelingen, is het een uitdaging om aanbod zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de behoeften van inwoners en bezoekers. Hierna beschrijven we de belangrijkste trends en ontwikkelingen die relevant zijn voor dag- en verblijfsrecreatie in De Kempen. Een volledig overzicht is terug te vinden in bijlage III.
Als onderdeel van het toeristisch-recreatieve profiel van De Brabantse Kempen hebben we in beeld gebracht welk type recreant De Kempen bezoekt. Ook geven we inzicht in de vrijetijdswensen en -behoeften van zowel inwoners als bezoekers. Aan het laatstgenoemde ligt de Leefstijlvinder ten grondslag. Voor een complete analyse: zie bijlage II.
Versterken van de identiteit van De Kempen (onderscheidend vermogen)
De Brabantse Kempen kenmerkt zich door ‘historische elementen’ en een ‘bescheiden normaal nuchtere’ bevolking. Een vriendelijke en gastvrije regio met de echte ‘Brabantse gemoedelijkheid’. Ook is er veel natuur en groen, maar die zijn te generiek als identiteitskenmerk. Deze waarden gelden ook voor andere regio’s in Nederland. De Brabantse Kempen is een koppeling tussen de veelzijdige natuurlijke, bosrijke omgeving waar ontspanning samengaat met bourgondisch genieten van het historische Brabantse plattelandsleven3.
In 2019 is een 0-meting gedaan naar het toeristisch-recreatieve aanbod (kansenkaart). Daarin is onderzocht welke kansen er zijn voor De Kempen. Zo worden ontwikkelopties gezien voor het op peil houden van voorzieningen op routes, het toevoegen van beleving en het organiseren van evenementen. Het stimuleren van herhalingsbezoeken door een goede binding met de gast is gewenst. De lokale Visit-organisaties werken samen met verblijfsaccommodaties door (nieuwe) producten te ontwikkelen en deze te vermarkten.
Het stimuleren en mogelijk maken van nieuwe vormen van dag- en verblijfsrecreatie
Kansen op het gebied van dag- en verblijfsrecreatie voor De Kempen zijn:
Het behouden en verbeteren van de hoge kwaliteit van toerisme en recreatie
Gemeenten en ondernemers zijn ervan overtuigd dat alleen ontwikkelingen die van kwaliteit zijn of waarde toevoegen de voorkeur hebben. Met andere woorden, nieuwe ontwikkelingen moeten van goede kwaliteit zijn. Kwaliteit is echter een subjectief begrip dat correspondeert met eisen van bepaalde doelgroepen.
Hoe een recreant een bezoek aan de regio ervaart, zegt iets over de kwaliteit. Wanneer een bezoek met minimaal een 8 beoordeeld wordt, de positieve ervaring wordt doorverteld in het eigen netwerk en herhaalbezoek een optie is, dan is sprake van kwaliteit. Of een dag- en/ of verblijfsrecreatieve organisatie kwaliteit heeft, hangt niet af van één factor, maar van een geheel aan kenmerken. Bij de beoordeling van een aanvraag wordt niet alleen gekeken naar factoren als ligging en uitstraling, maar ook naar eigenschappen als ‘goed ondernemerschap’.
(Geïnspireerd op Arko van Brakel, CEO van opleider De Baak) ‘Goed ondernemerschap’ kenmerkt zich door onderstaande criteria :
|
Kwaliteitsthema’s die meerwaarde kunnen aantonen zijn:
Samen te werken met de betrokken partijen (ondernemers, natuurbeheerders, lokale Visit-organisaties, cultureel-maatschappelijke organisaties en overheden). Zorg daarbij voor een goed beeld van elkaars sterkten, zwaktes, rollen en taken en versterk de concurrentiekracht door samen op te trekken in een publiek-private samenwerking.
3 Afwegingskader voor nieuwe ontwikkelingen
Hoofdstuk 2 geeft de uitgangspunten en doelen op hoofdlijnen voor toeristisch-recreatieve ontwikkelingen in De Kempen weer. In dit hoofdstuk wordt het geactualiseerde afwegingskader beschreven. Aan de hand van dit afwegingskader kunnen initiatieven beoordeeld worden. Toeristisch-recreatieve ontwikkelingen zijn wenselijk indien voldoende wordt bijgedragen aan de doelen op hoofdlijnen die we voor De Kempen nastreven (zie hoofdstuk 2.4).
3.1 Hoe werkt het afwegingskader?
De vier Kempengemeenten willen sturing geven aan nieuwe ontwikkelingen door vooral faciliterend en stimulerend te zijn en kaderstellend als het gaat om behoud en versterking van de kwaliteit. We willen de hoge kwaliteit van toerisme en recreatie immers behouden en versterken. In het afwegingskader stellen we daarom ‘kwaliteit’ centraal. Wat we met ‘kwaliteit’ bedoelen hebben we op pagina 13 beschreven.
Het afwegingskader is als volgt opgebouwd:
De basisprincipes: Dit zijn de criteria die altijd in de aanvraag beschreven moeten worden. Uit de beschrijving moet blijken in welke mate een initiatief aansluit bij deze criteria. Voor een toelichting op deze criteria verwijzen we naar hoofdstuk 2.4, waarin we de doelen op hoofdlijnen beschrijven;
De meerwaarde: Om de toeristische bestemming De Brabantse Kempen of een deelgebied (nog) verder te versterken worden initiatieven ook beoordeeld op de meerwaarde voor de (leef)omgeving. Deze meerwaarde kan op vele manieren naar voren komen. Op pagina 14 beschrijven we wat we bedoelen met meerwaarde voor de (leef)omgeving en wat de ambities zijn op toeristisch-recreatief gebied voor De Kempen. Het kiezen voor een hoog ambitieniveau zien wij als toegevoegde waarde voor de (leef)omgeving. In het afwegingskader hebben we een aantal criteria gegeven. We hebben er bewust voor gekozen om hiervoor geen lijst met criteria op te nemen. Het is aan de initiatiefnemer om hier op zijn eigen creatieve manier invulling aan te geven.
3.2 Hulpmiddelen voor initiatiefnemer ter motivering van zijn initiatief
Wij begrijpen dat het voor initiatiefnemers niet altijd gemakkelijk is om hun initiatief te motiveren aan de hand van de criteria uit het afwegingskader. We hebben daarom in het afwegingskader naar hulpmiddelen verwezen die te gebruiken zijn voor de motivatie. Maar daarbij benadrukken we dat de motivering van het initiatief op passende wijze aan de hand van het format (zie bijlage IX) vormgegeven moet worden. Het is aan de initiatiefnemer om het initiatief te motiveren en aan te tonen dat voldoende wordt bijgedragen aan de doelen uit dit toetsingskader. Bij een grootschalig initiatief wordt een omvangrijkere motivatie verwacht dan bij een meer kleinschalig initiatief.
Afwegingskader voor initiatieven met dag- en verblijfsrecreatie |
||
Hulpmiddelen voor initiatiefnemer ter motivering van het initiatief: |
||
Motivering van het initiatief a.d.h.v. de kernwaarden van De Brabantse Kempen |
||
Draagt bij aan een gevarieerd en complementair recreatief aanbod in De Kempen |
Onderbouwing van de marktruimte [hulpmiddel: gezamenlijke Visie VTE (2016). Samenvatting Kansenkaart: bijlage IV |
|
Sluit aan bij de gewenste en kansrijke doelgroep(en) van de vier Kempengemeenten |
Marketingplan (onderdeel Businessplan) bijlage IV: Doelgroepen en toeristisch-recreatieve leefstijlen |
|
Zie beschrijving ‘goed ondernemerschap’ op pag. 14. Ondernemingsplan*, gesprek met de gemeenteambtenaar toerisme en recreatie [hulpmiddel: KvK] |
||
De omgeving is bepalend of een initiatief wenselijk is. Bij ontwikkelingen in het buitengebied is het landschap leidend. Er mag geen onevenredige hinder ontstaan voor de omgeving (bijvoorbeeld door voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein, goede afwikkeling van verkeersstromen, geen overlast van geluid etc.) |
Ruimtelijke/- landschappelijke inpassing, inrichtingsschets, verhouding bebouwd – onbebouwd, oppervlaktemaat standplaatsen/eenheden [hulpmiddel: Kadaster, Omgevingsvisies, gemeentelijke landschap (ontwikkelings)plannen, visie buitengebied] |
|
Er moet voldaan worden aan de overige beleidsdocumenten die mogelijk van toepassing zijn (rijk-, provincie- en gemeentelijk beleid) |
Rijk: Algemene regels ruimtelijke ordening (rarro). Provincie: Interim omgevingsverordening. Gemeente: omgevingsvisie, visie buitengebied, landschapsvisie, strategische visie, enz. |
|
Er hebben gesprekken plaatsgevonden met omwonenden/ belanghebbenden (omgevingsdialoog) |
||
Een neveneffect (spin-off) voor andere vrijetijdsvoorzieningen. Een initiatief dat ervoor zorgt dat ook andere (vrijetijds) voorzieningen in de omgeving meeprofiteren wordt gewaardeerd. Op deze manier kan de regio zich steeds verder versterken op toeristisch-economisch vlak. |
Beschrijving van het recreatieconcept met een focus op meerwaarde voor de (leef)omgeving en het opzoeken van samenwerking met andere ondernemers en organisaties |
|
Draagt bij aan de versterking en/ of ontwikkeling van natuur en/ of landschap |
Hulpmiddelen: gemeentelijk landschapsontwikkelingsplan omgevingsvisie, zie gemeentelijke websites. |
|
Draagt bij aan het tegengaan van leegstand van waardevol vastgoed (bijvoorbeeld VAB-locaties en cultuurhistorisch waardevolle bebouwing). |
||
Het benutten van koppelkansen. Door middel van een recreatieve ontwikkeling ook een andere opgave oppakken. Dat hoeft geen recreatieve opgave te zijn, maar kan bijvoorbeeld ook een bijdrage zijn aan de duurzaamheidsdoelstellingen van een gemeente |
Samenwerking zoeken met andere ondernemers en organisaties. Rapportage waardevol toerisme van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) |
|
Andere toegevoegde waarde. Het is vrij aan initiatiefnemer hier invulling aan te geven. |
||
Als nevenfunctie is verblijfsrecreatie alleen toegestaan als het kleinschalig is en ondergeschikt is aan de hoofdfunctie. Voor kamperen geldt dan een maximum van 25 standplaatsen voor kampeermiddelen. Voor overige verblijfsrecreatie geldt een maximum aantal slaapplaatsen voor 10 personen. |
Oplegger (bijlage IV) |
|
Aan volwaardige recreatiebedrijven wordt, onder voorwaarden, ruimte gegeven voor maatwerk. De voorwaarden volgen onder andere uit de basisprincipes. |
||
Als nevenfunctie toegestaan, mits kleinschalig en ondergeschikt aan de hoofdfunctie |
||
Aan volwaardige recreatiebedrijven wordt, onder voorwaarden, ruimte gegeven voor maatwerk. De voorwaarden volgen onder andere uit de basisprincipes, maar ook uit andere gemeentelijke regelgeving. |
||
Oplegger (bijlage IV) |
Aldus besloten in de openbare vergadering van 22 februari 2022
De raad van de gemeente Eersel
de griffier, J.W.G. van Bree
de voorzitter, drs. W.A.C.M. Wouters
Bijlagen zijn apart toegevoegd
I. Definiëring van begrippen en werkwijze
II. Doelgroepen en toeristisch-recreatieve leefstijlen
IV. Samenvatting Leisure Kansenkaart
V. De Kempen als toeristisch-recreatieve bestemming: analyse van de huidige situatie
IX. Intakeformulier recreatieve en toeristische initiatieven
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-105261.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.