Gemeenteblad van Eersel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eersel | Gemeenteblad 2022, 103220 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eersel | Gemeenteblad 2022, 103220 | beleidsregel |
Toetsingskader grootschalige zonne-energie Eersel 2020-2030
Het toetsingskader grootschalige zonne-energie Eersel 2020-2030 maakt onderdeel uit van het beleid ‘Grootschalige zonne-energie 2020-2030’ (hierna te noemen: beleid). De gemeente Eersel wil een actieve en faciliterende rol vervullen in de ontwikkeling van grootschalige duurzame energieproductie. In het beleid is vastgelegd dat:
Het vaststellen van het beleid is een bevoegdheid van de gemeenteraad. Het opstellen en vaststellen van het toetsingskader (wat een vorm van uitvoering van beleid is) ligt bij het college van burgemeester en wethouders (college B&W).
Het doel van het toetsingskader is om duidelijkheid te scheppen over op welke wijze het college uitvoering wil geven aan het beleid.
Het toetsingskader bevat de volgende elementen:
1. Faseren en openstellen gebieden
De gemeente Eersel bepaalt wanneer, waar en hoe duurzame energie door middel van zonneparken ontwikkeld mag worden. De zoekgebieden voor grootschalige zonneparken worden opengesteld in fases. Tijdens de openstelling kunnen projectvoorstellen ingediend worden. De openstelling wordt vastgelegd door het college van B&W. Het opgestelde beleid wordt vierjaarlijks geëvalueerd. Mede op basis van deze evaluatie van het beleid kunnen andere of nieuwe gebieden opengesteld worden.
De zoekgebieden voor zonneparken zoals vastgelegd in het beleid zijn weergegeven in de kaarten op de volgende pagina.
Het eerste open te stellen gebied ligt ten noordoosten van Wintelre:
In combinatie met de A67 is op basis van de Omgevingsvisie 2.0 ook de ontwikkeling van een zonnepark mogelijk. Hierbij worden bij voorkeur gecombineerd met geluidreductie.
De totale lengte van de A67 in de gemeente Eersel is ongeveer 7,5 kilometer. De breedte van de strook waarin de zonnepanelen geplaatst kunnen worden verschilt per gebied.
2. Werkwijze voormalige agrarische bedrijfsgebouwen
De verwachting is dat de komende tijd veel agrariërs zullen stoppen als gevolg van gewijzigde wet- en regelgeving of het niet hebben van een bedrijfsopvolger. Deze agrariërs gaan op zoek naar een nieuwe invulling voor de Vrijkomende of Vrijgekomen Agrarische Bedrijfsbebouwing (VAB). Een zonneveld kan overwogen worden als invulling van een VAB-locatie. Dit betreft altijd maatwerk omdat het erg afhankelijk is van de locatie. Er zijn wel enkele algemene voorwaarden waar in ieder geval aan voldaan moet worden:
We moeten zorgen voor een goede landschappelijke inpassing van ‘groene energie’. Aan de andere kant is het ook niet erg om ons landschap te zien veranderen; Nederland is een cultuurlandschap en daarin is de hand van de mens en het tijdsbeeld altijd zichtbaar geweest. De zonneweides hoeven dus niet in zijn geheel verstopt te worden. Zonneweides mogen dus best op een aantal locatie zichtbaar zijn.
De basis voor de landschappelijke inpassing ligt in de Omgevingsvisie 2.0 en het thematische beleid in Groen Loont! en is nader uitgewerkt in de visie Buitengebied 2.0.
Agrariërs en ondernemers in het buitengebied worden gewezen op het belang van erfbeplantingen. Deze geven onder andere koelte in de zomer, hebben een isolerend effect in de winter, vangen fijnstof af. Bovendien wordt door een betere landschappelijke inpassing van de grootschalige bedrijfsgebouwen de ruimtelijke kwaliteit van het landschap en de biodiversiteit verbeterd. Dit is belangrijk om de huidige recreatie in het gebied in stand te houden en/of uit te breiden. Bij de bouw van een nieuw bedrijfsgebouw of uitbreiding van een bedrijf, hanteert de gemeente het uitgangspunt van de aanplant van een (hak)houtsingel met een breedte van 10 m bij een landschappelijke inpassing rondom het gehele bedrijf. Daar waar geen concrete uitbreidingsplannen zijn, stimuleert de gemeente de aanplant van een erfbeplanting met de erfplantdag.
De locatie gebonden aanpak Bij deze aanpak wordt bij iedere planontwikkeling en bij de vaststelling van het bestemmingsplan ruimte gereserveerd voor een goede landschappelijke inpassing. De kosten voor deze inpassing is voor rekening van de ontwikkelaar. Voor een goede landschappelijke overgang van de nieuwbouw naar het buitengebied hanteert de gemeente stroken van minstens 10 m breed als uitgangspunt. Bij ieder project wordt de groenbeleidsmedewerker vanaf het begin van de projectbegeleiding bij de planvorming betrokken. Deze aanpak vervangt voor een deel de oude regeling Rood met Groen.
In de landschapszone van toepassing voor oude en jonge zandontginningen is bepaald voor verschillende onderdelen van de inpassing hoe deze vorm gegeven moet worden. Van belang voor de inpassing van zonneweides is het onderdeel landschap. Het landschap kan door middel van de volgende onderdelen vorm gegeven worden:
Voor zonneweides is een nadere uitwerking nodig om in de oude en jonge zandontginningen voorwaarden te stellen aan de grootte en het tijdstip dat de inpassing “adequaat” moet zijn. Landschappelijke inpassing is niet alleen aan de randen, maar kan ook op het perceel zelf. Door bijvoorbeeld op de zonneweide een poel met wat struweel aan te leggen, kan het perceel zelf ruimte bieden aan amfibieën en broedvogels.
Uitgangspunten voor het gebied aan de Oirschotsedijk
Op kaart ziet het er dan als volgt uit:
De uitwerking van de verschillende landschapselementen is opgenomen in de bijlage.
Het proces om een zonnepark te realiseren is als volgt:
De beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling toetst naast het beleid voor grootschalige zonne-energie ook op andere ruimtelijke en maatschappelijke thema’s. De beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling bepaalt in overleg met de beleidsmedewerker duurzaamheid of een projectvoorstel voldoende is om een advies te vragen aan het regieteam.
Op de website Externe link: https://www.eersel.nl/grootschalige-energie-opwekken wordt, naast de wettelijke publicatie voor de procedure, gemeld wanneer een ruimtelijke procedure voor een zonnepark wordt opgestart.
Medewerking verlenen aan een principeverzoek betekent niet dat het initiatief tot realisatie komt. Het project wordt mogelijk gemaakt door middel van een omgevingsvergunning tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan. Er wordt afgesproken dat aan het einde van de levensduur de zonneparken worden opgeruimd en de gronden in de oorspronkelijke staat worden terug gebracht, dan wel als natuur worden ingericht. Tijdens de ruimtelijke procedure tot het verlenen van de omgevingsvergunning voor tijdelijk afwijken van het bestemmingsplan kan alsnog blijken dat het initiatief niet haalbaar of niet wenselijk is op basis van de ruimtelijke onderbouwing voor een zonnepark, de Wet natuurbescherming, zienswijzen of andere belemmeringen.
Iedere initiatiefnemer stelt een projectvoorstel op. In dit onderdeel wordt de inhoud beschreven. Daarnaast is een specifieke hoofdstukindeling bepaald zodat projectvoorstellen uniform worden opgesteld en beoordeeld kunnen worden, te weten:
Daarnaast gelden ook de volgende voorwaarden:
Projectvoorstellen die niet aan de voorgeschreven vormvereisten voldoen worden niet getoetst en beoordeeld zoals hieronder beschreven in het onderdeel 6 beoordelingskaders. Dat betekent dat deze projectvoorstellen automatisch onvoldoende scoren en niet gehonoreerd zullen worden.
De inleiding beschrijft hoe het projectidee is ontstaan en wie de initiatiefnemers zijn . |
Voor de inleiding zijn geen specifieke punten waaraan het projectvoorstel moet voldoen. |
Het hoofdstuk parkontwerp gaat in op alle ruimtelijke aspecten die in het beleid zijn opgenomen. |
Als de projectlocatie ligt binnen trede 4, beschrijft het projectvoorstel welke inzet is gepleegd om de treden 1 t/m 3 van de zonneladder te realiseren. Ook beschrijft het projectvoorstel de manier waarop invulling wordt gegeven aan de inspanningsverplichting tot het realiseren van zon op dak of het verwijderen van een VAB-locatie.
Onderbouwd moet worden welke bouwhoogte wordt aangehouden, op welke wijze is aangesloten bij gebiedseigen randen en of beplanting/onder begroeiing wel of niet passend is. De landschappelijke onderbouwing in het projectvoorstel kan vervolgens worden uitgebreid tot een onderbouwing van de omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan, een bestemmingsplanwijziging en/of vergunningaanvraag. Als het zonnepark een dubbelfunctie heeft, moet deze in het projectvoorstel worden beschreven (bijvoorbeeld agrarisch gebruik, waterberging, overkapping parkeerterrein).
|
Het hoofdstuk participatie beschrijft enerzijds de wijze waarop de omgeving is betrokken bij de inrichting van het project en anderzijds op welke wijze het project bijdraagt aan sociale randvoorwaarden waaraan het project voldoet. |
|
Het hoofdstuk vervolgproces beschrijft de processtappen die de initiatiefnemer neemt, als een positief besluit is genomen op het principeverzoek. |
|
De gemeente wil initiatieven zorgvuldig tot stand laten komen waarbij selectie plaatsvindt op basis van kwaliteit. De gemeente stelt gedurende een bepaalde periode een projectgebied open voor het indienen van projectvoorstellen. Alle initiatieven worden verzameld en na afloop getoetst aan de criteria. Het regieteam kent aan de hand van de beoordelingssystematiek punten toe.
In het onderdeel “Inhoud projectvoorstel” zijn de criteria beschreven waar een projectvoorstel aan moet voldoen. In de checklist zijn alle aandachtspunten uitgewerkt, waar een individuele score aan wordt toegekend. Een projectvoorstel krijgt per aandachtspunt een score van 0, 2, 6, 8 of 10 punten. Per hoofdstuk wordt een eindscore berekend (gemiddelde van alle scores). De eindscore van het totale projectvoorstel wordt berekend op basis van een weging zoals hieronder beschreven. Een projectvoorstel waar op een of meerdere onderdelen 0 of 2 punten worden gescoord, vinden geen doorgang.
De weging van de scores is als volgt:
Scoregrondslag per beoordelingsaspect
Het regieteam heeft als taak het beoordelen van projectvoorstellen op de ruimtelijke, de milieutechnische en duurzaamheidsthema’s; de volgende elementen worden daarbij benadrukt: landschap, participatie, energie en financiën. Zij brengt een advies uit aan het college, maar geven de initiatiefnemer ook aanbevelingen voor de verbetering van het projectvoorstel. De initiatiefnemer is vrij om verbeteringen door te voeren. Het college neemt het advies van het regieteam mee in hun afweging om wel of geen medewerking te verlenen aan het starten van de ruimtelijke procedure voor het verlenen van een omgevingsvergunning om af te wijken van het bestemmingsplan.
De taak van het regieteam is tweeledig:
Wanneer komt het regieteam in actie?
Een projectvoorstel wordt door de initiatiefnemers ingediend bij de betreffende gemeente(n). De beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling bepaalt of het projectvoorstel voldoende is om doorgezet te worden aan het regieteam. Indien de beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling beoordeelt dat het projectvoorstel onvoldoende en/of onwenselijk is, wordt het dus niet voorgelegd aan het regieteam.
Het regieteam beoordeelt het projectvoorstel en brengt advies uit. De initiatiefnemer krijgt aanbevelingen voor aanpassing van het projectvoorstel. De initiatiefnemer kan het projectvoorstel aanpassen. Indien nodig wordt het aangepaste projectvoorstel voor de tweede keer beoordeeld door het regieteam.
Een adviesronde bestaat uit aanbevelingen op het projectvoorstel aan initiatiefnemer, eenmaal de kans om te verbeteren en een eindadvies over het aangepaste projectvoorstel. Het aangepaste projectvoorstel wordt door de initiatiefnemer ingediend als principeverzoek.
Samenstelling van het regieteam
Het regieteam bestaat in het kader van het beoordelen van initiatieven zonne-energie uit:
De voorzitter leidt de gesprekken, is samen met de beleidsmedewerker duurzaamheid verantwoordelijk voor de bemensing van het regieteam en onderhouden samen een relevant netwerk aan deskundigen om ervoor te zorgen dat eventuele pieken en dalen in projectvoorstellen opgevangen kunnen worden. Vanzelfsprekend is het onderhouden van een relevant netwerk vooral bedoeld om de kwaliteit van het regieteam te waarborgen.
De samenstelling van het regieteam kan verschillen per samenkomst. Het regieteam wordt samengesteld op basis van interne en externe beschikbaarheid en geschiktheid binnen de verschillende specialismes.
De gemeente Eersel beschikt (nog) niet over alle specialisten of deskundigheid. Op het moment dat het noodzakelijk is worden externe deskundigen ingeschakeld.
Het regieteam toetst aan de hand van de beoordelingskaders zoals opgenomen in onderdeel “6. Beoordelingskaders”.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2022-103220.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.