Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van het presidium van 10 januari 2022;

gelet op artikelen 16 en 86 van de Gemeentewet;

 

besluit:

Artikel I

De Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent de vergaderingen van de gemeenteraad en de raadscommissies (Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam) wordt als volgt gewijzigd:

 

A. Aan artikel 1 wordt onder omnummering van de overige onderdelen een nieuw onderdeel c. en j. toegevoegd, luidende:

 

  • c.

    burgerinitiatief: een voorstel van een kiesgerechtigde ter plaatsing op de agenda van de vergadering van de raad.

  • j.

    kiesgerechtigd: stemrecht hebben voor de verkiezing van de leden van de raad van Amsterdam.

B. Artikel 18, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    In verband met het doen van een voorstel voor de vergaderorde meldt elke fractie ten minste 24 uur vóór aanvang van de vergadering aan de commissiegriffier welke leden van de commissie bij welk agendapunt naar verwachting het woord zullen voeren.

C. Artikel 21, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    De stukken waarop op grond van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, worden tegelijkertijd met de oproep voor de leden van de commissie in een beveiligde omgeving in het raadsinformatiesysteem geplaatst.

D. Artikel 37, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Aan het begin van de vergadering bij het agendapunt Inspreekmoment Publiek kunnen insprekers de gelegenheid krijgen om het woord te voeren.

E. Artikel 39, vierde lid komt te luiden:

 

  • 4.

    Vóór afloop van de besloten vergadering beslist de commissie of omtrent het behandelde geheimhouding wordt opgelegd. De commissievoorzitter doet binnen 24 uur na afloop van een zitting waarin over enig punt geheimhouding is opgelegd, schriftelijke aan alle leden van de commissie en overige bij de zitting aanwezige personen mededeling van de opgelegde geheimhouding.

F. Artikel 40 komt te luiden:

 

  • 1.

    Van een besloten vergadering worden een afzonderlijke uitslagenlijst en afzonderlijke notulen gemaakt. De notulen worden niet openbaar gemaakt, maar in een beveiligde omgeving in het raadsinformatiesysteem geplaatst. De leden van de commissie en de overige personen die het woord hebben gevoerd worden daarvan op de hoogte gesteld.

  • 2.

    De notulen worden in de eerstvolgende vergadering van de commissie vastgesteld, met dien verstande dat tussen het tijdstip waarop de leden van de commissie van de notulen kennis hebben kunnen nemen en de dag waarop de vergadering wordt gehouden, ten minste twee dagen moeten zijn verstreken.

G. Artikel 44, eerste lid komt te luiden:

 

  • 1.

    In verband met het doen van een voorstel voor de vergaderorde meldt elke fractie ten minste 24 uur vóór aanvang van de vergadering aan de griffier welke leden van de raad bij welk agendapunt naar verwachting het woord zullen voeren.

H. Artikel 77, eerste lid komt te luiden:

 

  • 1.

    Ieder lid van een commissie kan een discussienota indienen.

I. Na artikel 82 wordt een nieuw artikel 82a toegevoegd, luidende:

 

Artikel 82a: Afronding commissieactualiteit

  • 1.

    Een raadslid kan naar aanleiding van de behandeling van een commissieactualiteit in de raadscommissie, verzoeken een onderwerp op de agenda te plaatsen om één of meer moties in te dienen.

  • 2.

    Andere raadsleden kunnen naar aanleiding van het verzoek ook op het betreffende onderwerp betrekking hebbende moties indienen.

  • 3.

    Van elke fractie voert slechts één lid het woord om de motie in te dienen en toe te lichten. De gebruikte spreektijd van fracties wordt in mindering gebracht op de spreektijd.

  • 4.

    Indien een motie door meerdere leden wordt ingediend, dan krijgt alleen de eerste ondertekenaar van de motie het woord.

  • 5.

    Er vindt geen volwaardig raadsdebat plaats: de indiener dient slechts zijn motie in, al dan niet voorzien van een korte toelichting, het college reageert kort op de motie. Er vinden geen beraadslagingen plaats en interrupties zijn niet toegestaan.

J. Hoofdstuk 7 wordt gewijzigd in Hoofdstuk 8, onder omnummering van de artikelen 87 – 90 in 92 - 95. Een nieuw Hoofdstuk 7 wordt toegevoegd, luidende:

 

Hoofdstuk 7 – Burgerinitiatief

 

Artikel 87: Mogelijkheden indiening burgerinitiatief

  • 1.

    Een kiesgerechtigde kan een burgerinitiatief indienen over een aangelegenheid die onder de bevoegdheid van de raad valt.

  • 2.

    Er kan geen burgerinitiatief worden ingediend dat een voorstel bevat:

    • a.

      waarvan de uitvoering naar het oordeel van de raad zou leiden tot een aanzienlijke aantasting van een korter dan twee jaar voor indiening van het burgerinitiatief genomen raadsbeslissing;

    • b.

      over een geagendeerde beslissing van de raad;

    • c.

      over beslissingen van de raad op bezwaar dan wel inzake het voeren van rechtsgedingen;

    • d.

      over beslissingen met betrekking tot individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen en geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers en hun nabestaanden;

    • e.

      over het vaststellen van de begroting en de rekening;

    • f.

      over het vaststellen van gemeentelijke tarieven en belastingen;

    • g.

      over beslissingen in het kader van hoofdstuk 7;

    • h.

      over beslissingen ter uitvoering van een besluit van een hoger bestuursorgaan of de wetgever waaromtrent de raad geen beleidsvrijheid heeft;

    • i.

      over (het vaststellen van) bestemmingsplannen.

Artikel 88: Inhoud burgerinitiatief

Het burgerinitiatief bevat ten minste:

  • 1.

    een nauwkeurige omschrijving en onderbouwing van het in het burgerinitiatief vervatte voorstel;

  • 2.

    de voor- en achternaam, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de initiatiefnemer.

Artikel 89: Ondersteuning burgerinitiatief

  • 1.

    Een burgerinitiatief wordt ondersteund door ten minste 200 kiesgerechtigden.

  • 2.

    Een kiesgerechtigde kan het burgerinitiatief ondersteunen door het plaatsen van voor- en achternaam, adres, geboortedatum en handtekening op een lijst of website waarop een omschrijving en onderbouwing van het in het burgerinitiatief vervatte voorstel duidelijk zijn aangegeven.

Artikel 90: Indiening van het burgerinitiatief

Het burgerinitiatief wordt ingediend bij de voorzitter van de raad.

 

Artikel 91: Behandeling van en besluit over het burgerinitiatief

  • 1.

    De raad beslist in de eerstvolgende vergadering na de datum van indiening van het verzoek of het burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van de vergadering van de raad wordt geplaatst, met dien verstande dat ten minste twee weken is gelegen tussen de dag van indiening van het verzoek en de dag van de vergadering waarin op het verzoek wordt beslist.

  • 2.

    Indien de raad het verzoek afwijst wegens strijd met artikel 87 kan de raad het voorstel doorzenden aan burgemeester en wethouders of de burgemeester.

  • 3.

    Indien de raad het verzoek toewijst, dan agendeert hij het burgerinitiatiefvoorstel voor de eerstvolgende vergadering van de raad.

  • 4.

    De voorzitter van de raad nodigt de verzoeker schriftelijk uit voor de vergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De verzoeker of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatiefvoorstel mondeling nader toe te lichten.

  • 5.

    Zo spoedig mogelijk nadat de raad over het burgerinitiatiefvoorstel een besluit heeft genomen (overnemen of afwijzen) wordt dit besluit bekendgemaakt aan verzoeker en via de geëigende kanalen van de raad.

K. Aan artikel 21 wordt een nieuw vierde lid toegevoegd, luidende:

 

  • 4.

    Een raadslid kan verzoeken om de stukken als bedoeld in het voorgaande lid te bespreken met een beroepsmatige deskundige ter advisering. Het verzoek wordt bij de griffier ingediend onder gebruikmaking van een daartoe verstrekt formulier. Het formulier vermeldt in ieder geval de naam en professie van de deskundige, de stukken welke het betreft en aan wie de deskundige advies uitbrengt. Indien de griffier het verzoek toewijst, dient de deskundige een geheimhoudingsverklaring te ondertekenen 0nder vermelding van de betreffende documenten. In het geval van twijfel over de geldigheid van het verzoek, beslist het presidium.

L. Aan artikel 47 wordt een nieuw vierde lid toegevoegd, luidende:

 

  • 4.

    Een raadslid kan verzoeken om de stukken als bedoeld in het voorgaande lid te bespreken met een beroepsmatige deskundige ter advisering. Het verzoek wordt bij de griffier ingediend onder gebruikmaking van een daartoe verstrekt formulier. Het formulier vermeldt in ieder geval de naam en professie van de deskundige, de stukken welke het betreft en aan wie de deskundige advies uitbrengt. Indien de griffier het verzoek toewijst, dient de deskundige een geheimhoudingsverklaring te ondertekenen 0nder vermelding van de betreffende documenten. In het geval van twijfel over de geldigheid van het verzoek, beslist het presidium.

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel III

Deze verordening wordt aangehaald als Wijzigingsverordening voor de Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels omtrent de vergaderingen van de gemeenteraad en de raadscommissies.

Aldus besloten door de gemeenteraad bij schriftelijke stemming op 28 februari 2022.

De plaatsvervangend voorzitter

Tirza de Fockert

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting

Met deze wijzigingsverordening brengt de raad een aantal wijzigingen aan in het Reglement van orde gemeenteraad en raadscommissies Amsterdam. De wijzigingen zijn:

 

  • De termijn voor het vooraf aanmelden van sprekers bij agendapunten voor commissie- vergaderingen en de raadsvergadering is verlengd van 36 uur naar 24 uur voor aanvang van de vergadering (artt. 18, tweede lid, 44, eerste lid).

  • Geheime stukken liggen niet meer ter inzage bij de griffie, maar zijn te vinden in een beveiligde omgeving van het raadsinformatiesysteem (artikel 21, derde lid).

  • Alle insprekers in een commissievergadering kunnen inspreken op één moment aan het begin van vergadering en niet meer bij de betreffende agendapunten (artikel 37, tweede lid).

  • De commissievoorzitter doet binnen 24 uur na afloop van een zitting waarin over enig punt geheimhouding is opgelegd, schriftelijk aan alle leden van de commissie mededeling van de opgelegde geheimhouding. Deze bepaling wordt uitgebreid met ‘en overige bij de zitting aanwezige personen’ (artikel 39, vierde lid).

  • Opgenomen is dat de notulen van een besloten vergadering de eerstvolgende reguliere vergadering worden vastgesteld, in plaats van de eerstvolgende besloten vergadering (artikel 40, tweede lid).

  • Opgenomen is dat ieder lid van een raadscommissie - dus ook fractievertegenwoordigers - een discussienota kunnen indienen (artikel 77, eerste lid).

  • Nieuw is de bepaling over de afhandeling van een commissieactualiteit. Naar aanleiding van de behandeling van een commissieactualiteit in de raadscommissie, kan een raadslid verzoeken een onderwerp op de raadsagenda te plaatsen om één of meer moties in te dienen (nieuw artikel 82a).

  • Een burgerinitiatief is een (eenvoudig) recht van inwoners om een onderwerp op de raadsagenda te krijgen, mits ondersteund door 200 inwoners. Aangezien de bepalingen voor het burgerinitiatief niet zijn opgenomen in de nieuwe Referendumverordening, is dit recht op agendering opgenomen in het Reglement van orde (artt. 87-91).

  • Wanneer geheimhouding is opgelegd, zijn raadsleden niet vrij om derden te consulteren, waaronder juridische, financiële en organisatorische experts. Zij worden daardoor beperkt in hun controlerende taak. Aan artikel 24 en 27 is een bepaling toegevoegd die het mogelijk maakt voor raadsleden om geheime stukken met derden te bespreken als deze een geheimhoudingsverklaring bij de griffie hebben getekend. Het moet gaan om een professional, die vanwege zijn specifieke deskundigheid op een onderwerp een raadslid of raadsfractie kan adviseren. De griffier geeft akkoord en laat de geheimhoudingsverklaring ondertekenen, waarin duidelijk de betreffende documenten waarop geheimhouding rust, staan genoemd. Bij twijfel legt de griffier het verzoek voor aan het presidium

Naar boven