Treasurystatuut 2022 Gemeente Zundert

De raad van de gemeente Zundert;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 21-12-2021;

 

gehoord het advies van de Ronde d.d. 08-02-2022;

 

gelet op de betreffende bepalingen in de Gemeentewet;

 

gelet op de wet Fido;

 

 

besluit:

 

Het Treasurystatuut 2022 Gemeente Zundert vast te stellen onder intrekking van het Treasurystatuut 2015 Gemeente Zundert.

 

Inleiding

 

Bij treasury draait het om en verantwoord beheer van geldmiddelen. Het vastleggen van regels in een statuut is een belangrijk hulpmiddel hierbij.

De wettelijke grondslag ligt in de Wet financiering decentrale overheden, verder te noemen de Wet Fido. Belangrijk hierbij is het beheersen van de risico’s rondom geldbeheer.

 

In het treasurystatuut wordt beleid rondom de treasuryfunctie vastgelegd. Het gaat daarbij om de beheersing van en het verantwoorden over de financiële vermogenswaarden, de geldstromen en de financiële posities en de daaraan verbonden risico’s.

Daarnaast neemt de gemeente jaarlijks een financieringsparagraaf op in zowel de begroting als de jaarrekening. Hierin worden de specifieke beleidsvoornemens respectievelijk de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury besproken.

Artikel 1. Doelstellingen van de treasuryfunctie

  • 1.

    Het zorgen voor blijvende toegang tot financiële markten tegen gunstige voorwaarden, zodat steeds in de behoefte aan financiële middelen kan worden voorzien;

  • 2.

    Het zoveel mogelijk beperken van financiële risico’s zoals renterisico’s, kredietrisico’s en liquiditeitsrisico’s;

  • 3.

    Het zo laag mogelijk houden van de in- en externe verwerkingskosten bij het beheren van het geldverkeer en de financiële posities.

Artikel 2. Uitgangspunten risicobeheer

  • 1.

    De gemeente mag leningen of garanties uit hoofde van de “publieke taak” uitsluitend verstrekken aan door de gemeenteraad goedgekeurde derde partijen. Vooraf wordt informatie ingewonnen over de financiële positie en kredietwaardigheid van de betreffende partij.

  • 2.

    De gemeente kan middelen uitzetten uit hoofde van de treasuryfunctie indien deze uitzettingen een prudent karakter hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatig risico. Het voorzichtige karakter van deze uitzettingen wordt gewaarborgd middels de richtlijnen en limieten van dit treasurystatuut.

Artikel 3. financiering

  • 1.

    Geldleningen worden uitsluitend aangetrokken voor het uitoefenen van de publieke taak.

  • 2.

    Het aantrekken van geldleningen wordt afgestemd op de financiële positie, op de liquiditeitenplanning en op de rentevisie.

  • 3.

    Bij het aantrekken van kortlopende geldleningen wordt de kasgeldlimiet niet overschreden. Bij kortlopende geldleningen is de rentetypische looptijd korter dan of gelijk aan één jaar.

  • 4.

    Bij het aantrekken van langlopende geldleningen wordt de renterisiconorm niet overschreden. Hier geldt dat de rentetypische looptijd langer is dan één jaar.

  • 5.

    Bij geldleningen wordt offerte gevraagd bij tenminste twee geldgevers en de offertes worden vastgelegd.

Artikel 4. Uitzettingen van liquide middelen

  • 1.

    De uitzettingen van liquide middelen worden gedaan conform de regels van de wet verplicht schatkistbankieren. Een meer gedetailleerde uitwerking hiervan is terug te vinden in de ministeriële Regeling schatkistbankieren decentrale overheden. (Zie desgewenst https://wetten.overheid.nl/BWBR0034336/2013-12-15 ) Het aanhouden van de tegoeden verloopt via een rekening-courant of een deposito. De liquiditeitenplanning en de renteverwachtingen zijn bepalend voor de keuze hierin.

  • 2.

    Een deel van de liquide middelen is uitgezonderd van de verplichting in lid 1. Dit in de vorm van een drempelbedrag conform artikel 7 van de bovengenoemde Regeling schatkistbankieren decentrale overheden.

  • 3.

    Uitzettingen van liquide middelen zijn eveneens toegestaan als deze plaatsvinden bij andere openbare lichamen, dit met uitzondering van de toezichthoudende Provincie.

Artikel 5. Voorwaarden bij het verstrekken van leningen en garanties

  • 1.

    Vanuit de publieke taak van de gemeente is het toegestaan om uitzettingen te doen of garanties te verstrekken onder de hierna vermelde voorwaarden. De gemeente treedt hierin terughoudend op.

  •  

    • -

      Een geldlening of garantie wordt uitsluitend verstrekt voor de uitoefening van de publieke taak. Het gaat hierbij om het dienen van het algemeen belang.

    • -

      Een geldlening kan alleen worden verstrekt als er aantoonbaar geen andere aanbieders zijn. De aanvrager toont dit aan door minimaal twee onderbouwde afwijzingen van een bank te overleggen.

    • -

      Een aanvraag voor een garantie kan alleen worden gehonoreerd als de aanvrager aantoont dat de financiering zonder garantstelling niet rondkomt. De aanvrager moet hiertoe minimaal twee onderbouwde afwijzingen van een bank overleggen.

    • -

      De gemeente staat niet garant als de aanvragende organisatie een beroep kan doen op een waarborgfonds. Indien het waarborgfonds voor een borgstelling de voorwaarde stelt dat de gemeente eveneens garant staat voor een lening, dan gelden eveneens de bovengenoemde voorwaarden. Voor de beoordeling wordt gebruik gemaakt van de expertise van het betreffende waarborgfonds.

    • -

      Het rentepercentage voor een lening wordt afgeleid van het percentage wat op het moment van afsluiten van de lening aan de gemeente in rekening gebracht zou worden voor de betreffende looptijd. Een renteopslag is mogelijk om te voldoen aan wet- en regelgeving, rondom staatssteun en/of voortkomend uit de Wet Markt en Overheid.

    • -

      De aanvrager moet een gemotiveerd verzoek tot lening of garantstelling indienen bij het college.

    • -

      De gemeente kan aanvullende stukken opvragen bij de aanvrager zoals de jaarrekening en meerjarenbegroting van de geldnemer.

    • -

      De gemeente kan aanvullende zekerheden vragen, zoals het recht van hypotheek als er sprake is van een onderliggende onroerende zaak.

    • -

      De gemeente kan vooraf eisen stellen aan de geldnemer ten aanzien van de administratie en controle daarop. Gedurende de looptijd van de geldlening of garantiestelling overlegt de geldnemer op verzoek van het college de jaarrekening en/of meerjarenbegroting.

    • -

      De geldnemer moet de (on)roerende zaak minimaal tegen herbouwwaarde/vervangingswaarde verzekeren en mag deze zonder toestemming van het college niet vervreemden.

    • -

      Zonder toestemming van het college is het de geldnemer niet toegestaan om nieuwe geldleningen aan te gaan of gelden uit te lenen.

    • -

      De geldnemer informeert het college direct indien er financiële tegenvallers zijn waardoor de te betalen rente en aflossing in gevaar kan komen.

  • 2.

    Een voorgenomen collegebesluit tot verstrekking van een lening of garantie tot € 500.000,-wordt voorgelegd aan de raad, die zijn wensen en bedenkingen kan aangeven, waarna het college een definitief collegebesluit neemt. (voorhangprocedure)

  • 3.

    Een collegebesluit tot verstrekking van een lening of garantie vanaf € 500.000,- wordt ter besluitvorming aan de raad voorgelegd.

  • 4.

    Voor af te sluiten achtervangovereenkomsten met de stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw zijn lid 2 en lid 3 niet van toepassing.

Artikel 6. Beheer van liquide middelen/geldverkeer

  • 1.

    Het betalingsverkeer verloopt zoveel mogelijk via de huisbankier.

  • 2.

    De geldmiddelen worden zoveel mogelijk aangehouden op één rekening courant bij de huisbankier.

  • 3.

    Het gebruik van contant geld als geldmiddel wordt tot een minimum beperkt.

  • 4.

    De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is huisbankier. Wijziging van huisbankierschap is mogelijk als hier aanleiding toe is vanuit de dienstverlening of marktomstandigheden.

Artikel 7. Verantwoordelijkheden

De gemeenteraad:

  • -

    stelt treasurydoelstellingen, treasurybeleid en beleidskaders vast;

  • -

    stelt de financieringsparagraaf vast als onderdeel van de begroting en jaarrekening;

  • -

    voert de niet aan het college overgedragen taken en bevoegdheden uit;

  • -

    houdt toezicht op de uitvoering van het treasurybeleid in brede zin.

Het college:

  • -

    voert in formele zin het treasurybeleid uit;

  • -

    rapporteert aan de raad door middel van de financieringsparagraaf in begroting en jaarrekening.

De coördinator financiën:

  • -

    autoriseert de door de treasurer voorgestelde transacties zoals het aangaan van een langlopende geldlening;

  • -

    legt verantwoording af aan het college over de uitvoering van het treasurybeleid.

De treasurer:

  • -

    stelt een liquiditeitenplanning op en houdt deze bij;

  • -

    zorgt voor het aantrekken van kort- en langlopende geldleningen;

  • -

    stelt een rentevisie op;

  • -

    zet liquide middelen uit in ’s Rijks schatkist of neemt deze op uit ’s Rijks schatkist;

  • -

    onderhoudt contacten met banken en overige financiële instellingen;

  • -

    bevestigt op aanvraag openstaande saldi van geldleningen;

  • -

    bereidt beleidsvoorstellen voor op treasurygebied;

  • -

    legt schriftelijk de treasury acties vast en informeert hierover de medewerkers belast met interne controle;

  • -

    stemt pro-actief de behoefte van budgetbeheerders af voor wat betreft toekomstige geldstromen;

  • -

    legt verantwoording af aan de coördinator financiën over de treasury activiteiten.

De kassier:

  • -

    verzorgt de tijdige overboekingen van saldi tussen bankrekeningen;

  • -

    verzorgt de afhandeling van het bankverkeer.

Het controlteam:

  • -

    ziet toe op juistheid, volledigheid en rechtmatigheid van de uitgevoerde treasury- activiteiten, inclusief de informatievoorziening.

Artikel 8. Bevoegdheden

Op grond van de geldende mandaatregeling en het bijbehorende mandaatregister zijn de bevoegdheden ten aanzien van de treasuryfunctie gemandateerd zoals opgenomen in de hierna volgende tabel.

 

Omschrijving bevoegdheid

Wettelijk toegekend aan

Mandaat/ volmacht/ machtiging toegestaan aan:

Mandaat

Door middel van een aanwijzingsbesluit medewerkers aanwijzen tot treasurer en kassier alsmede medewerkers tot plaatsververvangers van deze financiële functionarissen aan te wijzen.

College

Gemeentesecretaris

Mandaat

Volmacht

Besluiten over het aangaan en formeel afwikkelen van overeenkomsten inzake

  • -

    vaste geldleningen

  • -

    kasgeldleningen

  • -

    rekening courant-overeenkomsten banken

  • -

    rekening courant- overeenkomsten gesubsidieerde instellingen

  • -

    belegging liquide middelen en ontsparen

College

Burgemeester

Gemeentesecretaris

Directeur

Treasurer

Coördinator Financiën

Machtiging

Saldobevestiging hypothecaire en andere verstrekte geldleningen

College

Gemeentesecretaris

Directeur

Treasurer

Artikel 9. Uitgangspunten van administratieve organisatie en interne controle

In het kader van de treasuryfunctie gelden de volgende algemene uitgangspunten op het gebied van administratieve organisatie en interne controle:

 

  • 1.

    De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van treasuryactiviteiten zijn op eenduidige wijze schriftelijk vastgelegd.

  • 2.

    Bevoegdheden zijn via mandaat nader schriftelijk vastgelegd.

  • 3.

    Bij de uit te voeren treasuryactiviteiten is functiescheiding doorgevoerd met als belangrijkste voorwaarden:

    • -

      minimaal twee functionarissen autoriseren elke transactie;

    • -

      afzonderlijke functionarissen verzorgen de uitvoering respectievelijk de controle;

    • -

      Afzonderlijke functionarissen verzorgen de uitvoering respectievelijk de registratie in de financiële administratie.

  • 4.

    Tegenpartijen ontvangen opdracht om de bevestigingen van iedere transactie te versturen naar de financiële administratie zonder tussenkomst van de personen die bevoegd zijn tot het sluiten van de transacties.

  • 5.

    Een transactie wordt onmiddellijk geregistreerd door de functionaris die de transactie heeft afgesloten.

Artikel 10. Informatievoorziening

Met betrekking tot de treasury-activiteiten verstrekken de betreffende functionarissen tenminste de in de onderstaande tabel opgenomen informatie:

 

Informatie

Frequentie:

Informatie-verstrekker

Informatie-ontvanger

Gegevens met betrekking tot toekomstige uitgaven en ontvangsten voor de liquiditeitenplanning

Incidenteel

Budgethouder/

Budgetbeheerder

Treasurer

Beleidsplannen treasury in de paragraaf Financiering van de programmabegroting

Jaarlijks

Treasurer/

Coördinator financiën

Gemeenteraad

Evaluatie treasuryactiviteiten in de paragraaf Financiering van de jaarrekening

Jaarlijks

Treasurer/

Coördinator financiën

Gemeenteraad

Artikel 11. Slotbepalingen

  • 1.

    In de gevallen waarin dit statuut niet voorziet, beslist het college.

  • 2.

    Dit treasurystatuut treedt in werking op de dag na publicatie van het statuut.

  • 3.

    Dit treasurystatuut kan worden aangehaald onder de naam ‘Treasurystatuut Gemeente Zundert 2022.

  • 4.

    Vanaf de dag van inwerkingtreding van dit statuut wordt het Treasurystatuut Gemeente Zundert 2015 ingetrokken.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 22-02-2022,

de raad voornoemd,

de griffier,

M.C.J.P. van Oosterwijk

de voorzitter,

J.G.P. Vermue

Bijlage 1 Begrippenlijst

 

  • -

    Achtervangovereenkomst: Een overeenkomst tussen WSW (Waarborgfonds Sociale Woningbouw), gemeente, geldgever en geldnemer (in de regel woningcorporaties), waarbij de gemeente zich verplicht tot het verstrekken van renteloze leningen aan het WSW, als het Waarborgfonds niet aan haar garantieverplichtingen kan voldoen jegens de geldgever.

  • -

    Deposito: Tijdelijk uitgezette middelen voor ten hoogste één jaar

  • -

    Financiering: Het aantrekken van liquide middelen

  • -

    Financieringsparagraaf: in de begroting is dit de paragraaf waarin beleidsplannen voor de treasuryfunctie zijn opgenomen en in de jaarrekening is de uitvoering opgenomen.

  • -

    Kasgeldlening: Opname of uitzetting van geldmiddelen met een looptijd van maximaal één jaar, ook wel kortlopende geldleningen genoemd

  • -

    Kasgeldlimiet: Een percentage van het totaal van de jaarbegroting. Dit bedrag mag maximaal aan kortlopende financiering worden aangetrokken.

  • -

    Kredietrisico: Het risico op het niet nakomen van de verplichtingen door de tegenpartij

  • -

    Langlopende geldlening: Opname of uitzetting van geldmiddelen met een looptijd van langer dan één jaar

  • -

    Liquiditeitenplanning: Een overzicht in de tijd waarin de toekomstige inkomsten en uitgaven zijn opgenomen

  • -

    Rekening courant: Een lopende rekening bij een bank

  • -

    Renterisico: Het risico op nadelige veranderingen van de financiële resultaten van de gemeente door rentewijzigingen

  • -

    Renterisiconorm: Het maximale bedrag dat jaarlijks geherfinancierd mag worden. De hoogte van het bedrag is een percentage van het jaartotaal van de begroting.

  • -

    Rentetypische looptijd: De tijdsduur gedurende de looptijd van een geldlening, waarin sprake is van een vaste, door de geldgever niet te beïnvloeden rentevergoeding. Dit op basis van de vastgelegde leningvoorwaarden

  • -

    Rentevisie: De toekomstverwachtingen over de renteontwikkeling

Naar boven