Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening 2021

De raad van de gemeente De Bilt;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16-02-2021, met het onderwerp Wijziging afdeling 3 van de Algemene plaatselijke verordening De Bilt 2021;

 

overwegende dat

 

het op basis van de bij raadsbesluit van 24 september 2020 vastgestelde nota 'Kaders kapbeleid 2020' in de rede ligt om de bepalingen in de 'Algemene plaatselijke verordening De Bilt 2021' betreffende het bewaren van houtopstanden en aanverwante bepalingen aan te passen;

 

gelet op

 

het bepaalde in de artikelen 108, 149, 149a en 151a, 151b, 151c, 154, 154a en 154b van de Gemeentewet;

BESLUIT:

 

vast te stellen de navolgende Eerste wijziging Algemene plaatselijke verordening De Bilt 2021

I Wijziging

de 'Algemene plaatselijke verordening De Bilt 2021' wordt gewijzigd als volgt:

 

In artikel 1:1 komt de definitie sub A te luiden:

  • A.

    bebouwde kom: het gebied binnen de grenzen die zijn vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994. Voor houtopstand geldt op grond van de Wet Natuurbescherming een andere komgrens, deze is gedefinieerd onder artikel 4:10 van deze verordening;

In artikel 1:2 komt lid 3 te luiden:

  • 3.

    In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing indien beslist wordt op een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 2:10, vijfde lid, of een vergunning als bedoeld in artikel 2:11, tweede lid, aanhef en onder a, 2:12 of 4:11 van deze verordening.

Artikel 4:10 'Definities' komt te luiden:

  • 1.

    In deze afdeling wordt verstaan onder:

    • a.

      houtopstand: hakhout, een houtwal of één of meer bomen;

    • b.

      hakhout: één of meer bomen of boomvormers die na te zijn geveld, opnieuw op de stronk uitlopen;

    • c.

      boom: een houtachtig, overblijvend gewas dat:

      • -

        één of meerstammig kan zijn, waarbij in geval van meerstammigheid de stammen zich bovengronds vertakken en waarbij;

      • -

        de stam een dwarsdoorsnede of bij meerstammigheid de dikste stam een omtrek heeft van 80 cm (diameter 25,46 cm) of meer, gemeten vanaf het maaiveld op 1,30 meter hoog;

    • d.

      bebouwde kom: de bebouwde kom van de gemeente, vastgesteld ingevolge artikel 4.1 onder a van de Wet natuurbescherming;

    • e.

      Perceelsgrootte: totale oppervlakte van het perceel, zoals vastgelegd bij het Kadaster, inclusief eventuele aangekochte aangrenzende gronden van dezelfde eigenaar. Bij huurwoningen is de perceelsgrootte van het gehuurde van toepassing, niet de perceelsgrootte in bezit van de eigenaar (corporatie);

    • f.

      boomwaarde: de waardebepaling volgens de laatste richtlijnen van de Nederlandse Vereniging Taxateurs van Bomen (NVTB).

  • 2.

    In deze afdeling wordt onder vellen mede verstaan: rooien, met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben.

Artikel 4:11 'Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden' komt te luiden:

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag:

    • a.

      houtopstand te vellen of te doen vellen, voor zover het een boom is gelegen binnen de bebouwde kom, in de zin van artikel 4:10 lid 1 sub c en d van deze verordening.

    • b.

      houtopstand te vellen of te doen vellen, voor zover het gemeentelijke bomen betreft;

    • c.

      houtopstand te vellen of te doen vellen, voor zover de bomen buiten de bebouwde kom zijn gelegen en particulier eigendom zijn of eigendom zijn van een (publiekrechtelijk) rechtspersoon, niet zijnde gemeentelijke bomen.

    • d.

      houtopstand te vellen of te doen vellen voor zover het houtopstand betreft die ingevolge een herplantplicht zijn geplant.

  • 2.

    Het in het eerste lid genoemde verbod geldt niet voor:

    • a.

      Het vellen van houtopstand waartoe een meldingsplicht geldt overeenkomstig artikel 4.2 van de Wet natuurbescherming.

    • b.

      het vellen van houtopstanden die aantoonbaar op bedrijfseconomische wijze worden geëxploiteerd;

    • c.

      wegbeplantingen en eenrijige beplantingen op of langs landbouwgronden, beide voor zover bestaande uit niet-geknotte populieren of wilgen;

    • d.

      vruchtbomen en windschermen om boomgaarden, tenzij het gaat om hoogstamvruchtbomen;

    • e.

      fijnsparren en andere coniferen, niet ouder dan 12 jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen;

    • f.

      kweekgoed;

    • g.

      het periodiek knotten of kandelaberen van knotbomen en leibomen als cultuurmaatregelen;

    • h.

      houtopstand die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen en gelegen is buiten een bebouwde kom, tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt die:

      • -

        ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are;

      • -

        ofwel bestaat uit rijbeplanting van niet meer dan 20 bomen, gerekend over het totale aantal rijen;

    • i.

      houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektewet of krachtens een aanschrijving op last van het bevoegd gezag;

    • j.

      het periodiek vellen van houtopstand op natuurterreinen ter uitvoering van het reguliere onderhoud;

    • k.

      het periodiek vellen van hakhout ter uitvoering van het reguliere onderhoud.

  • 3.

    De vergunning, als bedoeld in het eerste lid, kan worden geweigerd op grond van:

    • a.

      de natuurwaarde van de houtopstand;

    • b.

      de landschappelijke waarde van de houtopstand;

    • c.

      de waarde van de houtopstand voor stads- en dorpsschoon;

    • d.

      de beeldbepalende waarde van de houtopstand;

    • e.

      de cultuurhistorische waarde van de houtopstand;

    • f.

      de waarde voor de leefbaarheid van de houtopstand;

    • g.

      de duurzame waarde van de houtopstand.

  • 4.

    Het eerste lid is niet van toepassing als de burgemeester toestemming verleent voor het vellen van een houtopstand in verband met een spoedeisend belang voor de openbare orde of een direct gevaar voor personen of goederen.

  • 5.

    De vergunning wordt verleend onder de standaardvoorwaarde dat deze vervalt als hier geen gebruik van is gemaakt binnen een jaar nadat dit feitelijk is toegestaan. Ingeval van bijzondere omstandigheden kan hiervoor in de vergunning een langere termijn worden opgenomen.

  • 6.

    Het bevoegd gezag kan een herplantplicht opleggen onder nader te stellen voorschriften.

  • 7.

    Indien het bevoegd gezag overeenkomstig het vorige lid een herplantplicht oplegt maar uitvoering hiervan in ruimtelijke zin, vanwege de perceelsgrootte, niet tot de mogelijkheden behoort, kan het bevoegd gezag aan de vergunning het voorschrift verbinden dat de vergunningaanvrager een vergoeding verschuldigd is. Het bevoegd gezag stelt nadere regels vast omtrent de wijze waarop de hoogte van de vergoeding gebaseerd op de boomwaarde, wordt bepaald en in welke gevallen een herplantplicht geldt.

  • 8.

    Ingeval een houtopstand in strijd met het verbod van dit artikel is geveld, kan het bevoegd gezag, onverminderd zijn bevoegdheid tot het opleggen van een bestuursrechtelijke sanctie, de zakelijk gerechtigde op de grond of degene die uit anderen hoofde bevoegd is voorzieningen te treffen, de verplichting opleggen een vergoeding te voldoen.

II Intrekking oude bepalingen

De bepalingen genoemd in de artikelen 1.1, sub A, 1.2, lid 3, 4.10 en 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening De Bilt 2021 worden ingetrokken:

III Overgangsbepaling

Besluiten, genomen krachtens de bepalingen genoemd onder II, die golden op het moment van de inwerkingtreding van dit besluit, gelden als besluiten genomen krachtens dit besluit.

IV Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 april 2021.

V Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Eerste wijziging Algemene plaatselijke verordening De Bilt 2021.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25-03-2021,

de raad voornoemd,

de griffier,

drs. T.B.W.M. van der Torre

de voorzitter,

mr. S.C.C.M. Potters

Naar boven