Verordening inkomensondersteuning gemeente Hoorn

 

Zaaknummer 1848754

 

  • gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d.

 

betreft: Verordeningen inkomensondersteuning en bestrijding misbruik bijzondere bijstand gemeente Hoorn.

 

De Raad van de gemeente Hoorn besluit:

  • 1.

    De Verordeningen: Participatie WWB gemeente Hoorn 2012, vastgesteld op 7 februari 2012, Individuele inkomenstoeslag en Individuele studietoeslag, vastgesteld op 7 maart 2017 in te trekken per 1 april 2021.

  • 2.

    De Verordening inkomensondersteuning gemeente Hoorn vast te stellen.

  • 3.

    De Verordening bestrijding van misbruik gemeente Hoorn vast te stellen.

 

Hoorn, 23 maart 2021

 

De griffier,                                        de voorzitter

 

Bekendmaking:

  • Middels publicatie Westfriesland op Zondag

  • door opname in het Gemeenteblad

  • middels publicatie in de staatscourant

 

 

  • gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d.

 

  • gelet op de Participatiewet artikel 8 jo. artikel 36 en artikel 36b, Gemeentewet artikel 147 jo. 108 en Algemene wet bestuursrecht;

  • gelet op de vaststelling van het Meerjarenbeleidsplan Sociaal domein door de gemeenteraad van Hoorn op 9 juli 2019 waarin is vastgesteld dat iedere inwoner in Hoorn naar eigen vermogen moet kunnen meekomen, rondkomen en vooruitkomen;

  • gelet op de vaststelling van de Beleidsvisie Rondkomen tijdens de gemeenteraadsvergadering van 23 maart 2021 waarin is vastgesteld dat alle inwoners in Hoorn moeten kunnen rondkomen. Als dit niet lukt krijgen de inwoners de hulp die zij in hun situatie nodig hebben om te kunnen rondkomen. De hulp is eenvoudig, duidelijk en toegankelijk.

  • gezien het advies van de commissievergadering d.d.

 

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

 

Verordening inkomensondersteuning gemeente Hoorn

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    College: Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoorn.

  • b.

    Inwoner: Degene die als ingezetene in de basisregistratie personen in de gemeente Hoorn is ingeschreven.

  • c.

    Peildatum: De datum waarop een inwoner één of meerdere inkomensondersteunende voorziening(en) aanvraagt.

  • d.

    Referteperiode: Een onafgebroken periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum.

  • e.

    Bijstandsnorm: De in artikel 5 sub c Participatiewet bedoelde bijstandsnorm, waarbij artikel 22a Participatiewet (kostendelersnorm) buiten beschouwing wordt gelaten.

  • f.

    Inkomen: Het in artikel 32 Participatiewet bedoelde inkomen.

  • g.

    Laag inkomen: Een laag inkomen is een inkomen van een inwoner dat niet hoger is dan maximaal 120% van de toepasselijke bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 5 sub c Participatiewet (inclusief vakantiegeld), waarbij artikel 22a Participatiewet (kostendelersnorm) buiten beschouwing wordt gelaten.

  • h.

    Bescheiden vermogen: Een bescheiden vermogen is een vermogen dat lager is dan de vermogensgrenzen overeenkomstig artikel 34 lid 3 Participatiewet.

  • i.

    Maatwerk: Op de individuele situatie van een inwoner gebaseerde vorm van hulp waarmee buiten de kaders van de overige inkomensondersteunende voorzieningen gedaan wordt wat nodig is om het verschil te maken zodat de inwoner kan rondkomen.

  • j.

    Inkomensondersteunende voorziening(en): de bijzondere bijstand op grond van artikel 35 Participatiewet, individuele inkomenstoeslag op grond van artikel 36 Participatiewet en individuele studietoeslag op grond van artikel 36b Participatiewet, het meedoen budget, het kindpakket en de maatwerkondersteuning op grond van artikel 108 Gemeentewet.

  • k.

    Meedoen budget: Een aan sport- culturele- en/of educatieve activiteiten te besteden budget als stimulans voor inwoners om mee te kunnen doen aan de samenleving.

  • l.

    Kindpakket: Een samengevoegd pakket van voorzieningen, specifiek voor kinderen tot 18 jaar oud waarmee de gevolgen van het laag inkomen van de ouder(s)/ verzorger(s) van een kind zoveel mogelijk beperkt worden.

  • m.

    Maatwerkondersteuning: Een voorziening waarmee inwoners die moeite hebben met rondkomen ondersteund kunnen worden waarmee buiten de kaders van de overige inkomensondersteunende voorzieningen gedaan wordt wat nodig is om het verschil te maken.

 

Artikel 2. Reikwijdte van de verordening en bevoegdheid college

  • 1.

    Het college verstrekt een inwoner met een laag inkomen en bescheiden vermogen vanaf 18 jaar één of meerdere inkomensondersteunende voorzieningen op aanvraag tenzij in deze verordening anders is bepaalt.

  • 2.

    Het college is bevoegd een nadere uitwerking van deze verordening vast te leggen in beleidsregels.

 

Artikel 3. Bijzondere bijstand

  • 1.

    Overeenkomstig artikel 35 lid 1 Participatiewet heeft een inwoner recht op bijzondere bijstand voor zover die inwoner niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan.

  • 2.

    Het college bepaalt in beleidsregels:

  • a.

    voor welke kosten in ieder geval bijzondere bijstand aangevraagd kan worden;

  • b.

    het begin en de duur van de periode waarover het vermogen en het inkomen in aanmerking wordt genomen;

  • c.

    de wijze van berekening van het inkomen en vermogen en

  • d.

    de verlening van een bijdrage in de premie van een collectieve aanvullende zorgverzekering.

 

Artikel 4. Individuele inkomenstoeslag

  • 1.

    Een inwoner die op de peildatum in de leeftijd tussen 21 jaar en de AOW-leeftijd is kan op aanvraag, bij een langdurig laag inkomen en een bescheiden vermogen en geen uitzicht op inkomensverbetering, een Individuele inkomenstoeslag krijgen.

  • 2.

    Onder een langdurig laag inkomen wordt een laag inkomen gedurende de hele referteperiode verstaan.

  • 3.

    De hoogte van de Individuele inkomenstoeslag bedraagt voor een:

  • a.

    alleenstaande: € 400

  • b.

    alleenstaande ouder: € 500

  • c.

    gehuwden/ samenwonenden € 550

 

Artikel 5. Individuele studietoeslag

  • 1.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 36b Participatiewet kan er op aanvraag een Individuele studietoeslag aan een inwoner worden verleend.

  • 2.

    De Individuele studietoeslag wordt telkens toegekend voor een periode van twaalf maanden.

  • 3.

    De hoogte van de Individuele studietoeslag bedraagt € 3.600 per kalenderjaar.

  • 4.

    Per 1 juli 2021, bij in werkingtreding van de wetswijziging van artikel 36b Participatiewet komt dit artikel in zijn geheel te vervallen.

 

Artikel 6. Meedoen budget

  • 1.

    Een inwoner van 18 jaar of ouder met een laag inkomen en een bescheiden vermogen kan per kalenderjaar een Meedoen budget krijgen.

  • 2.

    Het Meedoen budget is een stimulans om mee te kunnen doen aan de samenleving en kan besteed worden aan:

  • a.

    Sport-, culturele-, en educatieve activiteiten en/of;

  • b.

    Vergoeding van kosten die deze activiteiten mogelijk (kunnen) maken.

  • c.

    De hoogte van het Meedoen budget bedraagt € 100 per kalenderjaar.

 

Artikel 7. Kindpakket

  • 1.

    Een inwoner tot 18 jaar waarvan de ouders een laag inkomen en een bescheiden vermogen hebben kan per kalenderjaar een Kindpakket krijgen.

  • 2.

    Het Kindpakket is een stimulans om mee te kunnen doen aan de samenleving alsof de ouder(s)/ verzorger(s) van die inwoner geen laag inkomen heeft/ hebben en bestaat in ieder geval uit de voorzieningen:

  • a.

    meedoen budget;

  • b.

    toegang tot faciliteiten die via samenwerkingen door inspanning van het college tot stand zijn gekomen;

  • c.

    de mogelijkheid tot het behalen van zwemdiploma A en B;

  • d.

    de mogelijkheid tot het verkrijgen van een computer;

  • e.

    gratis toegangskaartjes voor de Hoornse kermis en

  • f.

    overige door het college aan te vullen voorzieningen.

  • 3.

    Het Meedoen budget in het Kindpakket bedraagt € 200 per kalenderjaar en kan besteed worden aan:

  • a.

    Sport-, culturele-, en educatieve activiteiten en/of;

  • b.

    Vergoeding van kosten die deze activiteiten mogelijk (kunnen) maken.

  • 4.

    De onder lid 2 sub c bedoelde mogelijkheid tot het behalen van zwemdiploma A en B geldt voor kinderen van 5 tot 11 jaar.

  • 5.

    De onder lid 2 sub c bedoelde mogelijkheid tot het verkrijgen van een computer, kan ééns in de vijf jaar voor kinderen van 4 tot 18 jaar oud worden verstrekt, waarbij maximaal 3 computers binnen één gezin worden verstrekt zolang tot dat gezin meer dan drie kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar behoren.

 

Artikel 8. Maatwerkondersteuning

  • 1.

    Een inwoner kan inzet van maatwerk krijgen als er naar inzicht van het college sprake is van:

  • a.

    moeite met rondkomen en;

  • b.

    extra ondersteuning buiten de kaders van de overige inkomensondersteunende voorzieningen in deze verordening noodzakelijk is.

  • 2.

    Bij de inzet van maatwerk wordt naar redelijkheid gedaan wat nodig is om het verschil te maken.

  • 3.

    Incidentele initiatieven, waaronder innovaties, kunnen ambtshalve als aanvulling of versterking van de visie en ambities uit de Beleidsvisie Rondkomen incidenteel gestimuleerd worden voor een maximaal bedrag van € 1.500 per initiatief per kalenderjaar.

 

Artikel 9. Hardheidsclausule

In gevallen waar deze verordening niet of niet naar redelijkheid voorziet, beslist het college.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 april 2021.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening inkomensondersteuning gemeente Hoorn.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 maart 2021.

 

 

De griffier,                                                          de voorzitter,

 

 

Toelichting

 

Algemeen

De Verordening Inkomensondersteuning Gemeente Hoorn geeft uitvoering aan artikel 8 jo. artikel 36 en artikel 36b Participatiewet, artikel 147 jo. 108 Gemeentewet en met toepassing van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

In dit artikel staan de begrippen die in deze verordening gehanteerd worden.

 

Onder het laag inkomen vallen ook inwoners die toegelaten zijn tot een traject op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Wettelijke schuldsanering natuurlijke personen. Het vrij te laten bedrag volgens de berekening van artikel 295 lid 2 Faillissementswet wordt dan slechts als inkomen gezien, dat is lager dan 120% van de toepasselijke bijstandsnorm.

 

Artikel 2. Reikwijdte van de verordening en bevoegdheid college

Deze verordening zorgt ervoor dat alle inwoners vanaf 18 jaar in Hoorn die rond moeten komen van een laag inkomen en bescheiden vermogen inkomensondersteunende voorzieningen kunnen aanvragen of maatwerkondersteuning kunnen krijgen. Het college krijgt de bevoegdheid om deze verordening in beleidsregels nader uit te werken.

 

Artikel 3. Bijzondere bijstand

Een inwoner heeft recht op bijzondere bijstand overeenkomstig artikel 35 lid 1 Participatiewet, voor zover die inwoner niet beschikt over de middelen om te voorzien in de uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van het bestaan.

 

Het college geeft in de Beleidsregels Bijzondere Bijstand een opsomming van kostensoorten waarvoor bijzondere bijstand mogelijk is, dit is niet limitatief. Dit hangt af van de individuele omstandigheden en wordt individueel beoordeeld.

 

Onder de bijzondere bijstand valt nog de collectieve aanvullende zorgverzekering (categoriale bijzondere bijstand). Inwoners van Hoorn met een laag inkomen en een bescheiden vermogen kunnen gebruik maken van deze collectieve aanvullende zorgverzekering waarmee zij een premiebijdrage van de gemeente kunnen ontvangen.

 

Artikel 4. Individuele inkomenstoeslag

Dit artikel regelt de Individuele Inkomenstoeslag die is vastgelegd in artikel 36 Participatiewet. Dit omvat hulp aan een inwoner met een langdurig laag inkomen zonder uitzicht op inkomensverbetering.

Een inwoner die op peildatum in de leeftijd tussen 21 jaar en de pensioengerechtigde leeftijd is, kan op verzoek een Individuele Inkomenstoeslag krijgen.

 

Dit kan op het moment dat de inwoner een langdurig laag inkomen en bescheiden vermogen heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering. Hierbij wordt rekening gehouden met de referteperiode, dit is een onafgebroken periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum.

 

Bij gehuwden/samenwonenden komt het recht op Individuele Inkomenstoeslag hen gezamenlijk toe.

 

Het kan zijn dat sprake is van bijzondere omstandigheden, waarbij het strikt hanteren van het gestelde in de verordening niet leidt tot een redelijke uitkomst. In zo’n situatie kan het college afwijkend beslissen.

 

Artikel 5. Individuele Studietoeslag

De Individuele Studietoeslag is uitvoering van artikel 36b Participatiewet. Dit omvat hulp aan een inwoner die studeert en als gevolg van een ziekte of gebrek structureel niet in staat is naast de studie inkomsten te verwerven.

Het te verstrekken bedrag aan Individuele studietoeslag wordt in 12-maandelijkse termijnen uitgekeerd. Tenzij dit niet of niet naar redelijkheid voorziet. Dat beslist het college.

 

Omdat per 1 juli 2021 een wetswijziging in werking treedt geldt dit artikel tot 1 juli 2021. Daarna is geen verordening meer nodig om deze voorziening op nagenoeg dezelfde wijze uit te voeren.

 

Artikel 6. Meedoen Budget

Het Meedoen Budget is de uitvoering van de bevoegdheid van artikel 108 Gemeentewet, de bevoegdheid tot regeling van de huishouding van de gemeente.

 

Inwoners die een bijstandsuitkering via WerkSaam ontvangen krijgen deze voorziening standaard van de gemeente Hoorn en deze wordt verstrekt via WerkSaam.

 

Artikel 7. Kindpakket

Het Kindpakket is de uitvoering van de bevoegdheid van artikel 108 Gemeentewet, de bevoegdheid tot regeling van de huishouding van de gemeente.

 

Dit is een aparte voorziening voor kinderen tot 18 jaar om de gevolgen van het lage inkomen van de ouder(s)/ verzorger(s) van een kind zoveel mogelijk te beperken. Door dit Kindpakket kunnen kinderen zoveel mogelijk meedoen aan de samenleving net als alle andere kinderen van ouders/ verzorger(s) die geen laag inkomen hebben.

 

Het college spant zich in om zoveel mogelijk waardevolle faciliteiten voor kinderen door samenwerking tot stand te laten komen waarmee het Kindpakket kan worden aangevuld.

 

Artikel 8. Maatwerkondersteuning

Een inwoner kan hulp door inzet van maatwerk krijgen.

 

Onder deze inkomensondersteunende voorzieningen worden ook de voorzieningen buiten deze verordening bedoeld zoals: kwijtschelding gemeentelijke belastingen, toeslagen van de Belastingdienst, heffingskorting(en) en dergelijke.

 

Bij de inzet van maatwerk wordt naar redelijkheid gedaan wat nodig is om het verschil te maken.

 

Artikel 9. Hardheidsclausule

Hardheidsclausule.

 

Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel

Deze verordening treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 april 2021 en wordt aangehaald als: Verordening inkomensondersteuning gemeente Hoorn.

 

Hoorn, 23 maart 2021

 

De griffier,                                                                     de voorzitter,

 

Bekendmaking:

  • door middel van publicatie Westfriesland op Zondag;

  • door opname in het Gemeenteblad en

  • door middel van publicatie in de Staatscourant.

 

 

 

Naar boven