Tweede wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leudal

 

De gemeenteraad van gemeente Leudal

Gezien het voorstel het college d.d. 9 februari 2021 nummer .

Gelet op artikel 149 Gemeentewet

Besluit

vast te stellen de tweede wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leudal

 

Artikel I  

De Algemene plaatselijke verordening gemeente Leudal wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A

    Artikel 1:1 Begripsbepalingen wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 1:1 Begripsbepalingen

    -bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;

    Nieuwe tekst

    Artikel 1:1 Definities

    - bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; 

     

  • B

    Het opschrift van hoofdstuk 2 wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Hoofdstuk 2. Openbare orde

    Nieuwe tekst

    Hoofdstuk 2. Openbare orde en veiligheid, volksgezondheid en milieu

     

  • C

    Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 1, wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 1. Bestrijding van ongeregeldheden

    Nieuwe tekst

    Afdeling 1. Voorkomen of bestrijden van ongeregeldheden

 

  • D

    Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden lid 1 en lid 3 worden als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden

    1.Het is verboden op een openbare plaats deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot ongeregeldheden.

    3. Het is verboden zich te begeven naar of te bevinden op openbare plaatsen die door het bevoegd bestuursorgaan in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van ongeregeldheden zijn afgezet. 

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden

    1.Het is verboden op een openbare plaats deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot ongeregeldheden of de openbare orde te verstoren.

    3. Het is verboden zich te begeven naar of zich te bevinden op openbare plaatsen die door het bevoegde bestuursorgaan in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van ongeregeldheden zijn afgezet. 

     

  • E

    Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 2, wordt als volgt gewijzigd (verdwijnt):

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 2. Betoging

    Nieuwe tekst

     

  • F

    Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 3, wordt als volgt gewijzigd (verdwijnt):

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 3. Verspreiden van gedrukte stukken

    Nieuwe tekst

     

  • G

    Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 4, wordt als volgt gewijzigd (verdwijnt):

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 4. Vertoningen op de weg

    Nieuwe tekst

     

  • H

    Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 5, wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 5. Bruikbaarheid en aanzien van de weg

    Nieuwe tekst

    Afdeling 2. Bruikbaarheid, uiterlijk aanzien en veilig gebruik van openbare plaatsen

     

  • I

    Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg, leden 4 en 5 worden als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg

    4.Het verbod is voorts niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de waterschapskeur, Omgevingsverordening Limburg 2014, Omgevingsverordening Limburg 2014, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde telecommunicatieverordening Leudal 2007.

    5.Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg

    4. Het verbod is voorts niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wegenwet, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de waterschapskeur, Omgevingsverordening Limburg 2014, de Telecommunicatiewet.

    5. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

     

  • J

    Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 6 wordt als volgt gewijzigd (verdwijnt):

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 6. Veiligheid op de weg

    Nieuwe tekst

     

  • K

    Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 7 wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 7. Evenementen

    Nieuwe tekst

    Afdeling 3. Evenementen

     

  • L

    Artikel 2:24 Definities, eerste lid, onder b wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en artikel 5:22;

    Nieuwe tekst

    b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet en artikel 5:22;

     

  • M

    Artikel 2:25 Evenementenvergunning, negen en elfde lid wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    9. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester een vergunning voor een vechtsportevenement als bedoeld in artikel 2:24, tweede lid, onder f, weigeren als de organisator of de aanvrager van de vergunning van slecht levensgedrag is.

    11. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

    Nieuwe tekst

    9. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester een vergunning voor een vechtsportevenement als bedoeld in artikel 2:24, tweede lid, onder f, weigeren als de organisator of de aanvrager van de vergunning van in enig opzicht van slecht levensgedrag is.

    11. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

     

  • N

    Artikel 2:26 Ordeverstoring wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 2:26 Ordeverstoring

    1. Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:26 Ordeverstoring

    1.Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

    2. Het is verboden bij een evenement zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde.

    3. Het verbod in het tweede lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

     

  • O

    Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 8, wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 8. Toezicht op openbare inrichtingen

    Nieuwe tekst

    Afdeling 4. Toezicht op openbare inrichtingen

     

  • P

    Artikel 2:27, Definitie lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 2:27 Definitie

    1. In deze afdeling wordt onder openbare inrichting verstaan een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, shoarmazaak, broodjeszaak, grillroom, afhaalbedrijf van etenswaren, discotheek, buurthuis of clubhuis of elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden bereid of verstrekt.

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:27 Definitie

    1.In deze afdeling wordt onder openbare inrichting verstaan een hotel, restaurant, pension, café, waterpijpcafé, cafetaria, snackbar, shoarmazaak, broodjeszaak, grillroom, afhaalbedrijf van etenswaren, discotheek, buurthuis of clubhuis of elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie ter plaatse worden bereid of verstrekt.

     

  • Q

    Artikel 2:29 Sluitingstijd leden 6 en 14 worden als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 2:29 Sluitingstijd

    6.De burgemeester kan ontheffing verlenen van de sluitingstijd.

    14.Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:29 Sluitingstijd

    6. Onverminderd het bepaalde in de leden 9, 11 en 12 kan de burgemeester maximaal zes keer per jaar per café of discotheek een ontheffing van het sluitingstijd tot 04:00 uur verlenen op vrijdag, zaterdag of de avond voor of tijdens een landelijke feestdag.

    14.Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

     

  • R

    Artikel 2:31 Verboden gedragingen wordt gewijzigd met toevoeging van lid 2:

 

Bestaande tekst

Artikel 2:31 Verboden gedragingen

Het is verboden in een openbare inrichting:

  • a.

    de orde te verstoren;

  • b.

    zich te bevinden na sluitingstijd, tenzij het personeel betreft, of gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn op grond van een besluit krachtens artikel 2:30, eerste lid.

Nieuwe tekst

Artikel 2:31 Verboden gedragingen

1.Het is verboden in een openbare inrichting:

  • a.

    de orde te verstoren;

  • b.

    zich te bevinden na sluitingstijd, tenzij het personeel betreft, of gedurende de tijd dat de inrichting gesloten dient te zijn op grond van een besluit krachtens artikel 2:30, eerste lid.

2.Het is verboden voor een exploitant om een bijeenkomst van een organisatie, die bij rechterlijke uitspraak of besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde, te laten houden in een openbare inrichting.

 

  • S

    Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 8A, wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 8A. Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en Horecawet

    Nieuwe tekst

    Afdeling 5. Regulering paracommerciele rechtspersonen en overige aangelegenheden uit de Drank- en Horecawet

     

  • T

    Afdeling 5A wordt toegevoegd:

     

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    Afdeling 5A. Voor publiek openstaande gebouwen

     

  • U

    Artikel 2:34c Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat wordt toegevoegd:

     

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:34c Tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat

    1.In dit artikel wordt verstaan onder:

    a. exploitant: natuurlijke persoon of de bestuurder van een rechtspersoon of, indien van toepassing, de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde natuurlijke persoon, voor wiens rekening en risico de bedrijfsmatige activiteiten worden uitgeoefend;

    b. beheerder: de natuurlijke persoon die door de exploitant is aangesteld voor de feitelijke leiding over de bedrijfsmatige activiteiten;

    c. bedrijf: de bedrijfsmatige activiteit die plaatsvindt in een voor het publiek toegankelijk gebouw, niet zijnde een seksinrichting, of een daarbij behorend perceel of enig andere ruimte, niet zijnde een woning die als zodanig in gebruik is.

    2. De burgemeester kan gebouwen, gebieden of bedrijfsmatige activiteiten aanwijzen waar(op) het verbod uit het derde lid van toepassing is. Een gebouw of gebied wordt uitsluitend aangewezen als in of rondom dat gebouw dan wel in dat gebied naar het oordeel van de burgemeester de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid onder druk staat. Een aanwijzing van een gebouw of gebied kan zich tot één of meer bedrijfsmatige activiteiten beperken. Een bedrijfsmatige activiteit wordt uitsluitend voor de gehele gemeente aangewezen als naar het oordeel van de burgemeester de leefbaarheid of openbare orde en veiligheid door de bedrijfsmatige activiteit onder druk staat.

    3. Het is verboden om zonder vergunning van de burgemeester een bedrijf uit te oefenen:

    a. in een door de burgemeester op grond van het tweede lid aangewezen gebouw of gebied voor door de burgemeester benoemde bedrijfsmatige activiteiten; of

    b. indien de uitoefening van het bedrijf een door de burgemeester op grond van het tweede lid aangewezen bedrijfsmatige activiteit betreft.

    4. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het derde lid weigeren:

    a. in het belang van het voorkomen of beperken van overlast of strafbare feiten;

    b. indien de leefbaarheid in het gebied door de wijze van exploitatie nadelig wordt beïnvloed of dreigt te worden beïnvloed;

    c. de exploitant of beheerder in enig opzicht van slecht levensgedrag is;

    d. indien redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn;

    e. indien niet voldaan is aan de bij of krachtens lid vijf en zes gestelde eisen met betrekking tot de aanvraag;

    f. indien er aanwijzingen zijn dat in het bedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of Vreemdelingenwet 2000 bepaalde;

    g. indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met een geldend bestemmingsplan, een geldend ruimtelijk exploitatieplan, een geldende beheersverordening, een geldend voorbereidingsbesluit of de Wet milieubeheer.

    5. De vergunning wordt aangevraagd door de exploitant. Een aanvraag om een vergunning wordt ingediend door gebruikmaking van een door de burgemeester vastgesteld formulier. Bij de aanvraag om een vergunning wordt vermeld voor welke bedrijfsmatige activiteiten de vergunning wordt gevraagd, en worden in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:

    a. de persoonsgegevens en een geldig identiteitsbewijs van de exploitant of beheerder;

    b. het adres en telefoonnummer waar de bedrijfsmatige activiteiten worden uitgeoefend;

    c. het nummer van inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel;

    d. indien van toepassing de verblijftitel van de exploitant of beheerder;

    e. een bewijs waaruit blijkt dat de exploitant of beheerder gerechtigd is om in Nederland arbeid te verrichten;

    f. een document waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is over de ruimte te beschikken waarin het bedrijf wordt gevestigd.

    6. Indien de burgemeester dat nodig acht voor de beoordeling van een aanvraag kan hij verlangen dat aanvullende gegevens worden overgelegd.

    7. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het derde lid intrekken of wijzigen indien:

    a. door het bedrijf de openbare orde wordt aangetast of dreigt te worden aangetast; of

    b. door het bedrijf de leefbaarheid in het gebied door de wijze van de exploitatie nadelig wordt beïnvloed of dreigt te worden beïnvloed; of

    c. de voorwaarden uit de vergunning of de plichten voortvloeiend uit dit artikel niet worden nageleefd; of

    d. de exploitant of beheerder in enig opzicht van slecht levensgedrag is; of

    e. de exploitant of beheerder betrokken is of ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten of strafbare feiten in of vanuit het bedrijf danwel toestaat of gedoogt dat strafbare feiten of activiteiten worden gepleegd waarmee de openbare orde nadelig wordt beïnvloed; of

    f. er strafbare feiten in het bedrijf hebben plaatsgevonden of plaatsvinden; of

    g. er aanwijzingen zijn dat in het bedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of Vreemdelingenwet 2000 bepaalde; of

    h. de bedrijfsmatige activiteiten door de exploitant zijn beëindigd danwel sprake is van een gewijzigde exploitatie; of

    i. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de vergunning vermelde in overeenstemming is; of

    j. de vestiging of de exploitatie in strijd is met een geldend bestemmingsplan, een geldend ruimtelijk exploitatieplan, een geldende beheersverordening, een geldend voorbereidingsbesluit, de Wet milieubeheer of een gebiedsplan.

    8. Indien een bedrijf in strijd met het verbod uit het derde lid van deze bepaling wordt geëxploiteerd of indien een van de situaties als bedoeld in het zevende lid, sub a tot en met i, van toepassing is, kan de burgemeester de sluiting van het bedrijf bevelen.

    9. Het is een ieder verboden een overeenkomstig het achtste lid van deze bepaling gesloten bedrijf te betreden of daarin te verblijven.

    10. De sluiting kan door de burgemeester worden opgeheven indien later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven.

    11. De exploitant is verplicht elke verandering in de uitoefening van zijn bedrijf waardoor deze niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning opgenomen gegevens zo spoedig mogelijk aan de burgemeester te melden. De burgemeester verleent een gewijzigde vergunning, als het bedrijf aan de vereisten voldoet.

    12. Het is verboden een bedrijf voor bezoekers geopend te hebben zonder dat de exploitant of beheerder aanwezig is.

    13. De exploitant en de beheerder zien erop toe dat in het bedrijf geen strafbare feiten plaatsvinden.

    14. In afwijking van het derde lid geldt dit verbod voor de exploitant die op het moment van inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit reeds onder het aanwijzingsbesluit vallende bedrijfsmatige activiteiten verricht, voor die bestaande activiteiten op bestaande locaties eerst drie maanden na inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit of met ingang van inwerkingtreding van het besluit tot weigering of intrekking van een door hem aangevraagde vergunning, voor zover dat eerder is.

    15. Op de aanvraag om een vergunning als bedoeld in het derde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

     

  • V

    Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 9, wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 9. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf

    Nieuwe tekst

    Afdeling 6. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf

     

  • W

    Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 10,  wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 10. Toezicht op speelgelegenheden

    Nieuwe tekst

    Afdeling 7. Toezicht op speelgelegenheden

     

  • X

    Artikel 2:39 Speelgelegenheden, vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 2:39 Speelgelegenheden

    4. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:39 Speelgelegenheden

    4. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

     

  • Y

    Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 11, wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 11. Maatregelen tegen overlast en baldadigheid

    Nieuwe tekst

    Afdeling 8. Maatregelen ter voorkoming van overlast, gevaar of schade

     

  • Z

    Artikel 2:50b Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties wordt toegevoegd.

     

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:50b Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties

    1. Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek toegankelijke openstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.

    2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

     

  • AA

    Artikel 2:57 Loslopende honden, eerste lid, onder b wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 2:57 Loslopende honden

    b. binnen en buiten de bebouwde kom op de weg als de hond niet is aangelijnd;

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:57 Loslopende honden

    b.binnen en buiten de bebouwde kom op de weg en op een openbare plaats als de hond niet is aangelijnd;

     

  • AB

    Artikel 2:59, Gevaarlijke honden lid 2 en 3 worden als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 2:59 Gevaarlijke honden

    2. Een aanlijngebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond aangelijnd te houden met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter. 

    3. Een muilkorfgebod houdt in dat de eigenaar of houder verplicht is de hond voorzien te houden van een muilkorf die:

    a. vervaardigd is van stevige kunststof,

    van stevig leer of van beide stoffen; 

    b. door middel van een stevige leren riem

    zodanig rond de hals is aangebracht dat

    verwijdering zonder toedoen van de mens

    niet mogelijk is; en 

    c. zodanig is ingericht dat de hond niet kan

    bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de

    korf een geringe opening van de bek

    toelaat en dat geen scherpe delen binnen

    de korf aanwezig zijn. 

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:59 Gevaarlijke honden

    2. De eigenaar of houder van de hond aan wie een aanlijngebod is opgelegd, is verplicht de hond kort aangelijnd te houden, met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter.

    3. De eigenaar of houder van de hond aan wie een aanlijn- en muilkorfgebod is opgelegd, is naast de verplichting bedoeld in het tweede lid verplicht de hond voorzien te houden van een muilkorf die:

    a. vervaardigd is van stevige kunststof, van

    stevig leer of van beide stoffen; 

    b. door middel van een stevige leren riem

    zodanig rond de hals is aangebracht dat

    verwijdering zonder toedoen van de mens

    niet mogelijk is; en 

    c. zodanig is ingericht dat de hond niet kan

    bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de

    korf een geringe opening van de bek toelaat

    en dat geen scherpe delen binnen de korf

    aanwezig zijn. 

     

  • AC

    Artikel 2:64 Bijen , vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 2:64 Bijen

    5. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:64 Bijen

    5. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

     

  • AD

    Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 12 wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 12. Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen

    Nieuwe tekst

    Afdeling 9. Bestrijding van heling van goederen

     

  • AE

    Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister, eerste en derde lid wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister

    1.De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en door of namens de burgemeester goedgekeurd register, en daarin onverwijld op te nemen:

    a.het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;

    b.de datum van verkoop of overdracht van het goed;

    c.een omschrijving van het goed, voor zover van toepassing daaronder begrepen soort, merk en nummer van het goed;

    d.de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed; en

    e.de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen.

    3. Op de vrijstelling is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister

    1. De handelaar is verplicht aantekening te houden van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij verkoopt of op andere wijze overdraagt, in een doorlopend en door of namens de burgemeester goedgekeurd register, en daarin onverwijld op te nemen:

    a.het volgnummer van de aantekening met betrekking tot het goed;

    b.de datum van verkoop of overdracht van het goed;

    c.een omschrijving van het goed, voor zover van toepassing daaronder begrepen soort, merk, nummer en foto van het goed;

    d.de verkoopprijs of andere voorwaarden voor overdracht van het goed; en

    e.de naam en het adres van degene die het goed heeft verkregen.

    3. Op de aanvraag om een vrijstelling is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

     

  • AF

    Het opschrift van hoofdstuk 2 afdeling 13 wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 13. Vuurwerk

    Nieuwe tekst

    Afdeling 10. Consumentenvuurwerk

     

  • AG

    Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen, tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen

    2. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen

    2.Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

     

  • AH

    Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 14 wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 14. Drugsoverlast

    Nieuwe tekst

    Afdeling 11. Drugsoverlast 

     

  • AI

    Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 15 wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 15. Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden, cameratoezicht op openbare plaatsen en gebiedsontzegging

    Nieuwe tekst

    Afdeling 12. Bijzondere bevoegdheden van de burgemeester

     

  • AJ

    Het opschrift van hoofdstuk 4, afdeling 1 wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 1. Geluidhinder en verlichting

    Nieuwe tekst

    Afdeling 1. Voorkomen of beperken geluidhinder en hinder door verlichting

     

  • AK

    Artikel 4:6 Overige geluidhinder lid 3 wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 4:6 Overige geluidhinder

    3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit, het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Bouwbesluit of de Omgevingsverordening Provincie Limburg.

    Nieuwe tekst

    Artikel 4:6 Overige geluidhinder

    3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet geluidhinder, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit, het Activiteitenbesluit milieubeheer, het Bouwbesluit 2012 of de Omgevingsverordening Provincie Limburg 2014.

     

  • AL

    Het opschrift van hoofdstuk 5  wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente

    Nieuwe tekst

    Hoofdstuk 5. Andere onderwerpen betreffende de huishouding van de gemeente

     

  • AM

    Het opschrift van hoofdstuk 5, afdeling 1 wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 1. Parkeerexcessen

    Nieuwe tekst

    Afdeling 1. Parkeerexcessen en stopverbod

     

  • AN

    Artikel 5:2 Voertuigen van autobedrijf en dergelijke, vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 5:2 Voertuigen van autobedrijf en dergelijke

    5. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:2 Voertuigen van autobedrijf en dergelijke

    5. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

     

  • AO

    Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen, derde lid wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen

    3. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen

    3. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

     

  • AP

    Artikel 5:6 Kampeermiddelen en andere voertuigen, vierde lid wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 5:6 Kampeermiddelen andere voertuigen

    4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:6 Kampeermiddelen en andere voertuigen

    4. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

     

  • AQ

    Artikel 5:7 Reclamevoertuigen, derde lid wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 5:7 Reclamevoertuigen

    3. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:7 Reclamevoertuigen

    3. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

     

  • AR

    Artikel 5:8 Grote voertuigen, zesde lid wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 5:8 Grote voertuigen

    6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:8 Grote voertuigen

    6. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

     

  • AS

    Artikel 5:10 Parkeren anders dan op de rijbaan, lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 5:10 Parkeren anders dan op de rijbaan

    1. Het is verboden een voertuig te parkeren op een door het college aangewezen, niet tot de rijbaan behorend weggedeelte.

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:10 Parkeren of laten stilstaan van voertuigen anders dan op de rijbaan

    1.Het is verboden een voertuig te parkeren of te laten stilstaan op een door het college aangewezen, niet tot de rijbaan behorend weggedeelte.

     

  • AT

    Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen of leden- of donateurswerving, zesde lid toegevoegd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen of leden- of donateurswerving

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen of leden- of donateurswerving

    6. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

     

  • AU

    Artikel 5:14 Definitie, tweede lid, onder b wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 5:14 Definitie

    b. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet of artikel 5:22;

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:14 Definitie

    b. het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel het aanbieden van diensten op jaarmarkten en markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet of artikel 5:22;

     

  • AV

    Artikel 5:15 Ventverbod, leden 3 en 4  wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 5:15 Ventverbod

    3. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

    4. Het verbod is niet van toepassing op:

    a. situaties waarin wordt voorzien door

    artikel 5 van de Wegenverkeerswet;

    b. het venten met gedrukte of geschreven

    stukken waarin gedachten en gevoelens

    worden geopenbaard. 

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:15 Ventverbod

    3. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

    4. Het verbod is niet van toepassing op:

    a. situaties waarin wordt voorzien door

    artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994;

    b. het venten met gedrukte of geschreven

    stukken waarin gedachten en gevoelens

    worden geopenbaard. 

     

  • AW

    Artikel 5:17 Definitie, tweede lid, onder a wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 5:17 Definitie

    a.een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:17 Definitie

    a. een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet;

     

  • AX

    Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden, vijfde lid wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden

    4. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden

    4. Op de aanvraag om een vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

     

  • AY

    Artikel 5:22 Definitie, tweede lid, onder a wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 5:22 Definitie

    a. een markt of jaarmarkt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:22 Definitie

    a. een markt of jaarmarkt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet;

     

  • AZ

    Het opschrift van hoofdstuk 5, afdeling 6 wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 6. Openbaar water

    Nieuwe tekst

    Afdeling 6. Openbaar water en waterstaatswerken

     

  • BA

    Artikel 5:25 Ligplaats vaartuigen leden 2 en 4 wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 5:25 Ligplaats vaartuigen

    2. Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op niet krachtens het eerste lid aangewezen gedeelten van openbaar water:

    a. nadere regels stellen in het belang van de

    openbare orde, volksgezondheid, veiligheid,

    milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van

    de gemeente; 

    b. beperkingen stellen naar soort en aantal

    vaartuigen. 

    4. Het college kan aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met berekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente.

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:25 Ligplaats vaartuigen

    2. Het college kan aan het innemen, hebben of beschikbaar stellen van een ligplaats met dan wel voor een vaartuig op niet krachtens het eerste lid aangewezen gedeelten van openbaar water:

    a. nadere regels stellen in het belang van de

    openbare orde, volksgezondheid, veiligheid,

    milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente; 

    b. beperkingen stellen naar soort en aantal

    vaartuigen.

    4. Het college kan aan de rechthebbende op een vaartuig aanwijzingen geven met betrekking tot het innemen, veranderen of gebruik van een ligplaats in het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, de milieuhygiëne en het uiterlijk aanzien van de gemeente. 

     

  • BB

    Artikel 5:32, Crossterreinen leden 1 en 3  worden als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 5:32 Crossterreinen

    1.Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.

    3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer of het Besluit geluidproduktie sportmotoren. 

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:32 Crossterreinen

    1.Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets te crossen buiten wedstrijdverband, een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.

    3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit omgevingsrecht, de Zondagswet of het Besluit geluidproduktie sportmotoren. 

     

  • BC

    Het opschrift van hoofdstuk 5, afdeling 8 wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 8. Verbod vuur te stoken

    Nieuwe tekst

    Afdeling 8. Vuurverbod

     

  • BD

    Het opschrift van hoofdstuk 5, afdeling 9 wordt als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Afdeling 9. Verstrooiing van as

    Nieuwe tekst

    Afdeling 9. Asverstrooiing

     

  • BE

    Artikel 5:36 leden 4 en 6  worden als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 5:36 Verboden plaatsen

    1. Incidentele asverstrooiing is verboden op:

    a. verharde delen van de weg; 

    b. gemeentelijke begraafplaatsen en

    crematoriumterreinen.

    4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:36 Verboden plaatsen

    1. Incidentele asverstrooiing is verboden op

    verharde delen van de weg. 

    4. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

     

  • BF

    Artikel 6:1 Sanctiebepaling, lid 3 en 4 worden als volgt gewijzigd:

     

    Bestaande tekst

    Artikel 6:1 Sanctiebepaling

    2. In afwijking van het eerste lid is artikel 1a van de Wet op de economische delicten van toepassing op overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:10, vijfde lid, 2:11, tweede lid en artikel 4:11, eerste lid.

    Nieuwe tekst

    Artikel 6:1 Sanctiebepaling

    2. In afwijking van het eerste lid is artikel 1a van de Wet op de economische delicten van toepassing op overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:10 en 2:11 als sprake is van een omgevingsvergunningplichtige activiteit, en artikel 4:11, tweede lid.

     

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal, 16 maart 2021.

DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEUDAL

De griffier, De voorzitter,

Drs. W.A.L.M. Cornelissen D.H. Schmalschläger

Naar boven