Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 in verband met het vastleggen van de bevoegdheid van de burgemeester om plaatsen aan te wijzen waar de uitzondering op de vergunningsplicht evenementen van artikel 2.41 APV niet geldt (Herstel APV)

De raad van de gemeente Amsterdam,

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 december 2020,

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet,

besluit:

Artikel I

Het zesde lid van artikel 2.41 van de Algemene Plaatselijke Verordening komt als volgt te luiden:

• 6. De burgemeester kan gebieden en periodes aanwijzen waar de uitzondering als bedoeld in het eerste lid niet geldt of waar beperkingen worden gesteld aan het aantal te houden evenementen.

Artikel II

De toelichting op de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

De zesde alinea van de toelichting op artikel 2.40 komt te luiden:

Juist omdat voor evenementen ter voorbereiding vaak een periode van advisering en overleg nodig is tussen ambtelijke diensten en de organisator is voor het indienen van een aanvraag een termijn van ten minste tien weken voor de aanvang vastgesteld.

B

De achttiende alinea van de toelichting op artikel 2.41 komt te luiden:

Voorzien is in de mogelijkheid gebieden en periodes aan te wijzen waar de uitzondering op de vergunningplicht voor eendaagse evenementen niet geldt. De in het zesde lid bedoelde beperkingen kunnen zowel gelden voor gebieden of straten waarin slechts beperkt of helemaal geen evenementen mogen plaatsvinden als voor bepaalde periodes in het jaar waarvoor dit het geval is. Deze beperkingen worden per stadsdeel vastgesteld.

Artikel III

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

Artikel IV

Deze verordening wordt aangehaald als: verordening herstel APV.

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad bij schriftelijke stemming op 15 maart 2021.

De plaatsvervangend voorzitter

Rik Torn

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting

Op sommige locaties, zoals de Dam of het Vondelpark, is het onwenselijk om te volstaan met een meldingsplicht voor evenementen. Om dit soort plaatsen te kunnen ontzien wordt voorgesteld de burgemeester de bevoegdheid te geven gebieden en periodes aan te wijzen waar niet volstaan kan worden met een meldingsplicht, maar waar altijd een evenementenvergunning moet worden aangevraagd. In sommige locatieprofielen staat reeds een uitzondering op artikel 2.41 APV opgenomen. Hier is op dit moment geen juridische grondslag voor. Dit gebrek wordt met onderhavige aanpassing hersteld.

Daarnaast wordt een onregelmatigheid in de toelichting op de APV hersteld. In artikel 2.40 wordt voor het aanvragen van een vergunning een termijn gesteld van ten minste tien weken voor aanvang van het evenement. In de toelichting van artikel 2.40 staat een termijn van acht weken. De toelichting wordt aangepast naar een termijn van tien weken.