Beleidsregel zonne-energie voor beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten in de gemeente Utrecht 2021

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht,

 

Gelet op de artikelen 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

 

Overwegende dat:

  • burgemeester en wethouders op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd zijn tot het vaststellen van een beleidsregel, in het kader van de bevoegdheid om omgevingsvergunningen te verlenen;

  • burgemeester en wethouders met de toepassing van de artikelen in deze beleidsregel een toetsingskader hebben bij aanvragen voor een omgevingsvergunning voor zonnepanelen op monumenten en op panden in de beschermde stads- en dorpsgezichten en tevens richtlijnen bieden voor eigenaren van deze monumenten en overige panden die voornemens zijn zonnepanelen op daken te plaatsen;

  • het gewenst is ter invulling van hun beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen voor de afweging van de belangen van eigenaren en het algemeen belang van instandhouding van beschermde monumenten en panden in de beschermde stads- en dorpsgezichten en de beeldkwaliteit van deze gebouwen;

  • bij de toepassing van deze beleidsregel de advieslijn van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed uit 2020 is betrokken.

 

Besluiten vast te stellen de volgende beleidsregel zonne-energie voor beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten in de gemeente Utrecht 2021.

 

Artikel 1 Definities

Deze beleidsregel verstaat onder:

  • Beschermde monumenten: monumenten die door de gemeente zijn aangewezen op grond van de Monumentenverordening of door het rijk zijn aangewezen op grond van de Erfgoedwet.

  • Beschermde stads- en dorpsgezichten: gebieden die door de gemeente zijn aangewezen als beschermd stads- of dorpsgezicht op grond van de Monumentenverordening of door het rijk zijn aangewezen.

  • Zonnepanelen: installaties die worden aangebracht voor het opwekken van zonne-energie op daken, waaronder ook andere vormen voor zonne-energie, inclusief de bijbehorende leidingen en bedrading.

 

Artikel 2 Doel

Deze beleidsregel heeft als doel regels vast te stellen voor de afweging van de belangen van eigenaren en het algemeen belang van instandhouding van beschermde monumenten en panden in de beschermde stads- en dorpsgezichten en de beeldkwaliteit van deze gebouwen bij plaatsing van zonnepanelen op daken.

 

Artikel 3 Afbakening

Deze beleidsregel is van toepassing op beschermde monumenten en op panden in de beschermde stad- en dorpsgezichten volgens de definities vermeld in artikel 1.

 

Artikel 4 Plaatsing reversibel

Zonnepanelen op het dakvlak van beschermde monumenten en op panden in beschermde gezichten moeten reversibel worden geplaatst.

 

Artikel 5 Handhaven dakbedekking

De bestaande onderliggende dakbedekking moet gehandhaafd blijven.

 

Artikel 6 Plaatsing uit het zicht

Zonnepanelen, kunnen op beschermde monumenten en op panden in beschermde stads- en dorpsgezichten altijd worden geplaatst op een dakvlak dat niet vanaf de openbare weg in het zicht ligt. Voor beschermde monumenten en voor panden in de beschermde stads- en dorpsgezichten is plaatsing op niet zichtbare dakvlakken mogelijk als ze in een aaneengesloten vlak worden gelegd.

 

Artikel 7 Voorwaarden bij plaatsing in het zicht

Indien de zonnepanelen niet uit het zicht vanaf de openbare weg kunnen worden geplaatst, gelden de volgende kwalitatieve voorwaarden:

  • 1.

    De zonnepanelen worden in een aaneengesloten vlak gelegd, met een regelmatige rangschikking voldoende vrijgehouden van de dakranden en hoekkepers en rekening houdend met de totale compositie van het dakvlak.

  • 2.

    De kleur van de panelen en profielen zijn zoveel mogelijk afgestemd op de kleuren van de dakvlakken, zonder hinderlijke patronen of opvallende randen.

  • 3.

    Voor beschermde monumenten en voor panden in de beschermde stads- en dorpsgezichten is bij repeterende woonblokken en -rijen een uniforme plaatsing en kleur vereist.

  • 4.

    Maximaliseren van de opbrengst (aantal panelen of keuze dakvlak) mag niet ten koste gaan van de beeldkwaliteit of monumentale waarden.

 

Artikel 8 Aanvullende toetsing aan advieslijn

Voor plaatsing van zonnepanelen die in het zicht vanaf de openbare weg zijn gelegen, is aanvullend op punt 4 met toetsing aan de advieslijn van de RCE mogelijk voor:

  • 1.

    Alle panden gelegen binnen de singel rondom de binnenstad

  • 2.

    Rijksmonumenten gelegen buiten de singel

 

Artikel 9 Afwijken van de criteria

Voor gevallen die bijdragen aan de innovatie van de verduurzaming van beschermde monumenten en panden in beschermde stads- en dorpsgezichten en het beleid terzake kan incidenteel van bovenstaande punten worden afgeweken.

 

Slotbepalingen

Artikel 10 Intrekking

De richtlijnen plaatsing zonnepanelen, -collectoren en -boilers op beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten, collegebesluit van 1 oktober 2013, worden ingetrokken met ingang van de datum waarop deze beleidsregel in werking treedt.

 

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking de dagna bekendmaking.

 

Artikel 12 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als beleidsregel zonne-energie voor beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten in de gemeente Utrecht 2021.

 

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, in de vergadering van 23 maart 2021.

De burgermeester,

Sharon A.M. Dijksma

De secretaris

Gabrielle G.H.M. Haanen

 

Toelichting bij de beleidsregel zonne-energie voor beschermde monumenten en in beschermde stads- en dorpsgezichten in de gemeente Utrecht 2021

 

Algemeen

De richtlijnen in deze beleidsregel beogen om, met respect voor de historische kwaliteiten van de stad, zo stevig mogelijk invulling te geven aan de doelstellingen van de routekaart ‘Verduurzaming monumenten’ die onderdeel is van het Klimaatakkoord. Het betreft hier een actualisering en verruiming van de mogelijkheden in de eerdere gemeentelijke richtlijnen die sinds 2013 werden gehanteerd.

Ook beoogt deze beleidsregel om een eenduidig en begrijpelijk kader aan inwoners en eigenaren te bieden. En criteria die daarmee qua toetsing en vergunningverlening eenvoudig en efficiënt werkt. De toetsing door burgemeester en wethouders en de advisering door de Commissie Welstand en Monumenten blijft, binnen deze criteria, altijd maatwerk.

Vanwege het relatief tijdelijke en reversibele karakter van de zonnepanelen is vooral de visuele impact ervan maatgevend. De voorwaarden zijn opgesteld om de monumentale beeldkwaliteit van de stad te waarborgen.

Het historische dakenlandschap van de binnenstad is bijzonder en krijgt daarom extra aandacht. De hoogste cultuurhistorische waarden van onze stad zijn te vinden binnen de singels met zijn verscheidenheid van oudere en jongere bebouwing die bijdraagt aan de bijzondere beeldkwaliteit van dit gebied. In de zone binnen de singels zal daarom striktere toetsing mede op basis van de advieslijn van de RCE gelden voor het plaatsen van zonnepanelen in het zicht.

 

Buiten de binnenstad zijn zes beschermde stads- en dorpsgezichten met hun eigen ruimtelijke karakteristieken, daarmee houden de criteria rekening, zonder dat voor de verschillende rijks en gemeentelijke gezichten aparte regels zijn opgenomen.

In deze gebieden heeft de gemeente een ruimer beleid. Buiten de singels zijn zonnepanelen in het algemeen toegestaan indien ze voldoen aan de kwalitatieve voorwaarden zoals genoemd onder artikel 7. Rijksmonumenten zijn in die gebieden vaak de belangrijkste beeldbepalende panden. Daarom is het op rijksmonumenten niet op voorhand toegestaan om zonnepanelen in het zicht te plaatsen.

Bij aanvragen voor een omgevingsvergunning, dus ook voor zonnepanelen, wordt een advies van de Commissie Welstand en Monumenten gevraagd.

 

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) hanteert sinds 2020 de genoemde advieslijn voor zonnepanelen op rijksmonumenten en op panden in de rijksbeschermde stads- en dorpsgezichten. De advieslijn is gericht op gemeenten, die omgevingsvergunningen voor deze panden kunnen verstrekken. Het zijn dus geen richtlijnen van de RCE, maar de inhoud van de advieslijn is mede bepalend voor het gemeentelijk beleid. De advieslijn is daarom van toegevoegde waarde bij toetsing van de mogelijkheden voor zonnepanelen en zijn ook bruikbaar voor gemeentelijk monumenten. Bij toetsing zal de gemeente de advieslijn zoveel mogelijk volgen. Dat geldt met name voor gebouwen met een bijzondere dakbedekking, bijzondere ligging in beschermde stads- en dorpsgezichten en bijzondere complexen, zoals buitenplaatsen.

 

Burgemeester en wethouders beoordelen aanvragen voor het plaatsen van zonnepanelen op beschermde monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten aan de hand van de criteria genoemd in de artikelen 4 tot en met 9.

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 4 Plaatsing reversibel

Plaatsing van zonnepanelen, zonneboilers, bijbehorende installaties e.d. is reversibel, hieronder wordt verstaan dat plaatsing mogelijk is zonder blijvende schade aan de onderliggende dakconstructie en -bedekking of verlies aan monumentale waarden.

 

Artikel 5 Handhaven dakbedekking

Behoud van de bestaande dakbedekking is vereist, zeker indien de dakbedekking architectonische, architectuur- of bouwhistorische waarde heeft. Uitgangspunt, ook in de advieslijn van de RCE, is dat bij vervanging gelijkwaardige dakbedekking wordt toegepast. Vervanging door materialen met ingebouwd zonnecellen (PV) heeft als nadeel dat deze dakbedekking een relatief geringe levensduur heeft, en daarom in de meeste gevallen geen goede oplossing is.

 

Artikel 6 Plaatsing uit het zicht

Ook voor zonnepanelen die niet in het zicht worden geplaatst geldt de eis dat deze aaneengesloten op het dakvlak worden gelegd, bij hellende dakvlakken op voldoende afstand van de nok en hoekkepers.

 

Artikel 7 Voorwaarden bij plaatsing in het zicht

Indien de zonnepanelen niet uit het zicht vanaf de openbare weg kunnen worden geplaatst, gelden kwalitatieve voorwaarden die betrekking hebben op:

  • 1.

    Rangschikking, compositie op het dak, rekening houdend met bestaande dakvensters, dakkapellen, schoorstenen e.d.

  • 2.

    De kleur van zonnepanelen en installaties die in het zicht worden geplaatst wordt zoveel mogelijk afgestemd op de kleur van de dakbedekking In overleg zijn uitzonderingen mogelijk, zoals vanuit kostenoverwegingen.

  • 3.

    Bij repeterende woonblokken en -rijen is ten behoeve van de beeldkwaliteit een uniforme plaatsing en kleur vereist. Een eerste vergunde positionering van zonnepanelen is dan leidend voor de rest van het blok of de rij.

  • 4.

    Maximaliseren van de opbrengst (aantal panelen of keuze dakvlak) mag niet ten koste gaan van de beeldkwaliteit of monumentale waarden: het aantal zonnepanelen moet worden afgestemd op de mogelijkheden voor plaatsing op de dakvlakken, zonder dat de dakbedekking voor een groot deel aan het zicht wordt onttrokken.

 

Artikel 8 Aanvullende toetsing aan advieslijn

Voor plaatsing van zonnepanelen die in het zicht vanaf de openbare weg zijn gelegen, op panden gelegen binnen de singels rondom de binnenstad en rijksmonumenten buiten de singel wordt getoetst waarbij de advieslijn van de RCE nadrukkelijk wordt betrokken, om de beeldkwaliteit van de panden te behouden.

 

Artikel 9 Afwijken van de criteria

In het geval van bijzondere ontwerpen en bij de innovatie van de verduurzaming van monumenten zijn afwijkingen van de bovenstaande punten mogelijk.

 

Naar boven