Gemeenteblad van Breda
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2021, 91420 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Breda | Gemeenteblad 2021, 91420 | Verordeningen |
Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent jeugdhulp (Verordening Jeugdhulp Gemeente Breda 2020)
Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 28 januari 2021 de Verordening Jeugdhulp Gemeente Breda 2020 heeft vastgesteld.
De verordening wordt van kracht met ingang van de dag na die van deze bekendmaking.
Tegen het besluit tot vaststelling van de verordening is geen bezwaar of beroep mogelijk.
Verordening Jeugdhulp Gemeente Breda 2020
De raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 december 2020;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid, Jeugdwet;
het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen op het terrein van jeugdhulp, met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening;
besluit vast te stellen de Verordening jeugdhulp gemeente Breda 2020.
HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN
Voor de toepassing van deze verordening zijn de begripsbepalingen uit de Jeugdwet van toepassing. In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Sociaal netwerk: de personen in de sociale omgeving van het gezin van de jeugdige die zo nodig kunnen worden ingeschakeld voor het verlenen van informele hulp, en het gezin kunnen ondersteunen bij het vinden van en sturen op, passende zorg. Hiertoe worden personen gerekend uit de huiselijke kring en andere personen met wie de jeugdige of zijn ouders een sociale relatie onderhoudt, waaronder familieleden die niet in hetzelfde huis wonen, buren, vrienden en kennissen.
HOOFDSTUK 2: VORMEN VAN JEUGDHULP
Artikel 2.4 Toegang via het medisch domein
Het college zorgt voor de inzet van jeugdhulp in natura na verwijzing door de huisarts, medisch specialist en jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder waarmee het college een subsidie- of contractrelatie heeft, als en voor zover genoemde jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is.
Artikel 2.5 Toegang via het justitieel kader
Het college zorgt voor de inzet van jeugdhulp die de rechter of de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel, die de rechter, het openbaar ministerie, de selectiefunctionaris, de inrichtingsarts of de directeur van de justitiële inrichting nodig achten bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing, of die de gecertificeerde instelling nodig acht bij de uitvoering van de jeugdreclassering.
HOOFDSTUK 3: PROCEDURE TOEGANG JEUGDHULP VIA DE GEMEENTE
Artikel 3.1 individuele voorziening
Een jeugdige kan in aanmerking komen voor een individuele voorziening als sprake is van opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en/of stoornissen, waarvoor de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouders met behulp van hun sociaal netwerk ontoereikend zijn. Er is sprake van ontoereikende eigen mogelijkheden en probleemoplossend vermogen, als en voor zover de opvoeder naar het oordeel van het college niet:
De jeugdhulp als bedoeld in het eerste lid levert, rekening houdend met de uitkomsten van het onderzoek als bedoeld in artikel 3.4, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de jeugdige in staat wordt gesteld tot het realiseren van de doelstellingen uit artikel 2.3 lid 1 van de wet.
§ 4. Beoordeling van de aanvraag
Bij een aanvraag voor een informeel pgb wordt het probleemoplossend vermogen van ouders, voor zover dit samenhangt met de financiële draagkracht en het belang om in een inkomen te voorzien, geacht voldoende aanwezig te zijn als de financiële situatie van de ouders dermate toereikend is dat zij ook na de noodzakelijke vermindering van de arbeidstijd beschikken over een inkomen dat 120% is van de norm bedoeld in artikel 8 Wml. Het college toetst steeds in het individuele geval of van het in de vorige volzin genoemde uitgangspunt moet worden afgeweken.’
HOOFDSTUK 4. INDIVIDUELE VOORZIENING IN DE VORM VAN EEN PERSOONSGEBONDEN BUDGET
Het college stelt vast dat ouders, al dan niet met hulp uit hun sociale netwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde, in staat zijn tot een redelijke waardering van hun belangen, en in staat zijn om de rechten en plichten die zijn verbonden aan het pgb op een verantwoorde manier uit te voeren.
Artikel 4.2 Hoogte / tarieven persoonsgebonden budget
Wanneer de jeugdhulp wordt betrokken van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk voor de ondersteuningsvormen, begeleiding bij het dagelijkse leven, dagbesteding en logeeropvang geldt het minimum uurloon tarief, geldend voor dat jaar waarin het pgb wordt afgegeven. Dat wil zeggen het tarief gelijk aan het wettelijk minimum bruto uurloon bij een fulltime werkweek en leeftijd 23 jaar of ouder.
Artikel 4.4 Tarief persoonsgebonden budget diensten
De jeugdhulp in pgb wordt toegekend met de tarieven die bij nadere regels worden vastgelegd. Dit betreft een tarief per eenheid, bijvoorbeeld uren of dagen. De hoogte van het persoonsgebonden budget binnen deze jeugdhulp is het aantal benodigde eenheden maal het geldende tarief voor de benodigde jeugdhulp.
HOOFDSTUK 5. TOEZICHT EN HANDHAVING
Artikel 5.2 Medewerkings- en verantwoordingsplicht
De jeugdhulpaanbieder, budgethouder en/of derde aan wie het pgb wordt besteed, is desgevraagd verplicht aan het college en/of de toezichthoudende ambtenaar verantwoording af te leggen over de geboden ondersteuning. Onder de derde wordt tevens een aan die derde gelieerde (rechts)persoon verstaan.
HOOFDSTUK 6. BEËINDIGING, HERZIENING EN TERUGVORDERING
Artikel 6.1 Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking en terugvordering
Degene aan wie krachtens deze verordening een individuele voorziening is verstrekt, doet op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem/haar redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Als er sprake is van een individuele voorziening in pgb kan het college de Sociale Verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting van betalingen uit het pgb als er ten aanzien van de budgethouder een vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in het tweede lid.
Artikel 6.3 terugvordering overig
De wijze waarop de terugvordering geïnd wordt, kan verrekening met het pgb zijn of met de uitkering die de ouders(s) van de jeugdige van het college ontvangt voor zijn levensonderhoud op grond van de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of gewezen zelfstandigen. De hoogte van het na verrekening resterende (periodieke) pgb moet in redelijke verhouding staan tot de te compenseren beperkingen.
HOOFDSTUK 7. OVERIGE BEPALINGEN
Artikel 7.4 Kwaliteitseisen voorzieningen
Onverminderd andere handhavingsbevoegdheden, als bedoeld in hoofdstuk 5 en 6 van de verordening, ziet het college toe op de naleving van de eisen door periodieke overleggen met de aanbieders, een jaarlijks cliëntervaringsonderzoek, en het zo nodig in overleg met de jeugdige of zijn ouders ter plaatse controleren van de geleverde hulp.
Artikel 7.6 Afstemming met medisch domein
Het college maakt afspraken met de zorgverzekeraars en het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) hoe de continuïteit van zorg te garanderen voor jeugdigen die jeugdhulp ontvangen en de leeftijd van 18 jaar bereiken en daarmee onder de Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg komen te vallen, en hoe te voorkomen dat jeugdigen tussen wal en schip vallen wanneer er discussie is over het wettelijke kader.
Artikel 7.8 Afstemming met het justitieel domein
Het college maakt afspraken met de gecertificeerde instellingen, de Raad voor de Kinderbescherming en Justitiële Jeugdinrichtingen over het overleg over de inzet van jeugdhulp bij de uitvoering van een strafrechtelijke beslissing en jeugdreclassering als bedoeld in artikel 2.4 lid 2 onderdeel b van de wet.
Artikel 7.10 Afstemming met Veilig Thuis
Het college maakt afspraken met Veilig Thuis over de toegang naar individuele voorzieningen.
Artikel 7.12 Afstemming met voorzieningen werk- en inkomen
Het college draagt er zorg voor dat het toegangsteam, jeugdhulpaanbieders en de gecertificeerde instellingen financiële belemmeringen voor het slagen van preventie en jeugdhulp vroegtijdig signaleren en waar nodig jeugdigen en hun ouders helpen de juiste ondersteuning vanuit de gemeentelijke voorzieningen –zoals schuldhulpverlening, inkomensvoorzieningen, re-integratievoorzieningen en armoedevoorzieningen - te krijgen om deze belemmeringen weg te nemen.
Artikel 7.13 Jeugdparticipatie
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen te doen betreffende jeugdhulp en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-91420.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.