Wijziging van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag (APV)

 

De raad van de gemeente Den Haag,

gezien het voorstel van het college van 2 februari 2021,

gelet op de artikelen 149, 154 en 154b van de Gemeentewet,

 

besluit vast te stellen de volgende Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag:

 

Artikel I

De Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag wordt als volgt gewijzigd:

 

A Na artikel 5:10 wordt een artikel ingevoegd, dat luidt als volgt:

 

Artikel 5:10A Parkeren of laten stilstaan van voertuigen anders dan op de rijbaan

  • 1.

    Het is verboden een voertuig te parkeren of te laten stilstaan op een door het college aangewezen, niet tot de rijbaan behorend weggedeelte.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam.

 

B Artikel 5:11 komt te luiden:

 

Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen

  • 1.

    Het is verboden met een voertuig te rijden door een park of plantsoen of een van gemeentewege aanlegde beplanting of groenstrook, of het daarin te doen of te laten staan.

  • 2.

    Dit verbod is niet van toepassing op:

     

    • a.

      de weg;

    • b.

      voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam;

    • c.

      voertuigen waarmee standplaats wordt of is ingenomen op terreinen die voor dit doel zijn bestemd.

  • 3.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.

 

C Artikel 5:33 komt te luiden:

 

Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden

  • 1.

    Het is verboden binnen voor publiek toegankelijke natuurgebieden, parken, plantsoenen of voor recreatief gebruik beschikbare terreinen te rijden of zich te bevinden met een motorvoertuig, een bromfiets, een fiets of een paard.

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op door het college aangewezen terreinen.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen voor het gebruik van deze terreinen in het belang van:

     

    • a.

      het voorkomen van overlast;

    • b.

      de bescherming van natuur- of milieuwaarden;

    • c.

      de veiligheid van het publiek.

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op motorvoertuigen, bromfietsen, fietsen en paarden:

     

    • a.

      ten dienste van politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening en van andere krachtens artikel 29, eerste lid, van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 door de bevoegde minister aangewezen hulpverleningsdiensten;

    • b.

      die worden gebruikt in verband met beheer, onderhoud of exploitatie van de terreinen als in het eerste lid bedoeld;

    • c.

      die worden gebruikt in verband met werken die krachtens wettelijk voorschrift moeten worden uitgevoerd;

    • d.

      van de zakelijk gerechtigden, huurders en pachters van percelen die gelegen zijn binnen de terreinen als in het eerste lid bedoeld;

    • e.

      voor het verkeer ten behoeve van bezoek en van de verzorging van de onder d bedoelde personen.

  • 5.

    Het verbod is voorts niet van toepassing:

     

    • a.

      op wegen die gelegen zijn binnen de in het eerste lid bedoelde gebieden of terreinen;

    • b.

      binnen de bij of krachtens de Omgevingsverordening Zuid-Holland aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

  • 6.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod.

 

D Artikel 6:1, eerste lid, komt te luiden:

 

1. Overtreding van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde en de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak: artikel 2:1, 2:3, 2:6, 2:8, 2:10, 2:10B, 2:11, 2:12, 2:18, 2:25, 2:25B, 2:26, 2:26A, 2:26B, 2:28, 2:29, 2:30, 2:30A, 2:31, 2:32, 2:33, 2:37, 2:38, 2:38A, 2:38B, 2:41, 2:44, 2:48, 2:49, 2:50, 2:52, 2:67, 2:68, 2:69, 2:72, 2:73, 2:73A, 2:73B, 2:74, 2:74A, 2:74B, 2:74C, 2:75, 2:79, 2:98, 3:3, 3:8, 3:10, 3:11, 3:12, 3:13, 3:14, 3:15, 3:16, 3:17, 3:18, 3:19, 3:20, 4:3, 4:4, 4:6, 4:13, 5:2, 5:3, 5:7, 5:8, 5:9, 5:10A, 5:11, 5:13, 5:24, 5:33, 5:34, 5:36, 5:37, 5:39, 5:42, eerste lid, 5:42, derde lid, 5:43.

 

E Artikel 6:1A, eerste lid, komt te luiden:

 

1. Overtreding door een natuurlijke persoon of rechtspersoon van het bij of krachtens de volgende artikelen bepaalde of de op grond van artikel 1:4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen kan worden beboet met een bestuurlijke boete: 2:6, 2:8, 2:9, 2:10, 2:11, 2:12, 2:13, 2:14, 2:15, 2:16, 2:17, 2:18, 2:19, 2:20, 2:23, 2:23A, 2:25, 2:25B, 2:26, 2:26A, 2:26B, 2:28, 2:29, 2:30, 2:30A, 2:31, 2:32, 2:38A, 2:38B, 2:41, 2:42, 2:43, 2:45, 2:46, 2:47, 2:47A, 2:48, 2:49, 2:50, 2:51, 2:53, 2:57, 2:58, 2:59, 2:65, 2:65A, 2:72, 2:73, 2:73A, 2:73B, 2:74, tweede lid, 2:74A, 2:74C, 3:15, 3:16, 3:17, 3:18, 4:6, 4:8, 4:9, 4:10, 4:13, 5:2, 5:3, 5:4, 5:5, 5:6, 5:7, 5:8, 5:9, 5:10, 5:10A, 5:11, 5:12, 5:13, 5:24, 5:28, 5:29, 5:30, 5:31, 5:33, 5:34, 5:36, 5:37, 5:38, 5:40, 5:41, 5:42, 5:43, 6:2A.

 

F De bijlage als bedoeld in artikel 6:1A, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag wordt gewijzigd als volgt:

 

1 Na artikel 5:10, lid 1 worden de volgende regels ingevoegd:

 

5:10A lid 1

Parkeren of laten stilstaan van voertuigen anders dan op de rijbaan

150

5:11 lid 1

Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen (voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen)

150 (bijlage Bboor)

5:11 lid 1

Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen (voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen)

150 (bijlage Bboor)

5:11 lid 1

Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen (voor bromfietsers en snorfietsers)

100 (bijlage Bboor)

5:11 lid 1

Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen (voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor)

60 (bijlage Bboor)

5:11 lid 1

Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen (voor overige weggebruikers)

60 (bijlage Bboor)

 

2 Na artikel 5:31 lid 2 worden de volgende regels ingevoegd:

 

5:33 lid 1

Beperking verkeer in natuurgebieden (voor bestuurders van motorvoertuigen op meer dan twee wielen)

150 (bijlage Bboor)

5:33 lid 1

Beperking verkeer in natuurgebieden (voor bestuurders van motorvoertuigen op twee wielen)

150 (bijlage Bboor)

5:33 lid 1

Beperking verkeer in natuurgebieden (voor bromfietsers en snorfietsers)

100 (bijlage Bboor)

5:33 lid 1

Beperking verkeer in natuurgebieden (voor fietsers en bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor)

60 (bijlage Bboor)

5:33 lid 1

Beperking verkeer in natuurgebieden (voor overige weggebruikers)

60 (bijlage Bboor)

 

3 Na artikel 5:42, lid 3 wordt de volgende regel ingevoegd:

 

5:43

Verboden te vissen met vaste vistuigen

140 (bijlage Bboor)

 

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 april 2021.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 4 maart 2021.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Jan van Zanen.

Naar boven