Delegatiebesluit Eemsdelta

De raad van de gemeente Eemsdelta,

gelet op het voorstel van de Stuurgroep Herindeling Eemsdelta d.d. 3 december 2020;

gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.2. van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 156 van de Gemeentewet;

besluit

vast te stellen, de volgende verordening:

 

 

 

Delegatiebesluit Eemsdelta

 

Artikel 1  

Aan het college van burgemeester en wethouders wordt gedelegeerd de bevoegdheid, indien een aanvraag of bezwaarschrift is gericht tot de raad:

  • a.

    tot het aan een aanvrager bieden van gelegenheid de aanvraag aan te vullen binnen een gestelde termijn en het besluiten een aanvraag niet in behandeling te nemen (artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht).

  • b.

    tot het doen van een mededeling aan de aanvrager dat een beschikking niet binnen de beslistermijn kan worden gegeven en het daarbij noemen van de termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien (artikel 4:14 Algemene wet bestuursrecht).

  • c.

    tot het vaststellen van de verschuldigdheid van de hoogte van een dwangsom op grond van artikel 4:18 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • d.

    tot het besluiten om onverschuldigd betaalde dwangsommen terug te vorderen op grond van artikel 4:20 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • e.

    tot het nemen en verzenden van verdagingsbesluiten als bedoeld in artikel 7:10 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • f.

    te beslissen op verzoeken als bedoeld in artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de bestuursrechter.

  • g.

    alle proceshandelingen te verrichten inzake bezwaar- en beroepsprocedures alsmede voorlopige voorzieningenprocedures.

 

Artikel 2 Openbaarheid van bestuur

Aan het college van burgemeester en wethouders wordt gedelegeerd de bevoegdheid van de raad om op grond van artikel 3 en volgende van de Wet openbaarheid van bestuur te beslissen omtrent verzoeken om informatie die zijn gericht tot de gemeenteraad, inclusief het uitvoeren van alle proceshandelingen in bezwaar- en beroepsprocedures.

 

Artikel 3 Huwelijkslocaties

Aan het college van burgemeester en wethouders wordt gedelegeerd de bevoegdheid om een locatie aan te wijzen die wordt aangemerkt als “gemeentehuis” als bedoeld in het Burgerlijk Wetboek, Boek 1, artikel 63 en om zodanige aanwijzingsbesluiten in te trekken.

 

Artikel 4 Milieubeheer

Aan het college van burgemeester en wethouders wordt gedelegeerd de bevoegdheid inzake uitvoeringshandelingen milieueffectrapportage, zoals omschreven in de Wet milieubeheer: § 7.2 M.E.R.-plichtig besluit § 7.5, Voorbereiding M.E.R., § 7.6 Beoordeling M.E.R., § 7.9 Evaluatie.

Hierbij geldt de volgende voorwaarde:

  • a.

    De raad stelt richtlijnen voor de M.E.R. vast.

  • b.

    De raad beslist over het al dan niet nemen van het M.E.R.-plichtigebesluit met inachtneming van artikel 7.27, 7.28, 7.35, 7.36 en 7.37.

  • c.

    De raad beslist, op basis van het voorgeschreven evaluatieonderzoek naar de gevolgen van de ondernomen activiteit, over eventueel te treffen maatregelen.

 

Artikel 5 Exploitatieplannen

Aan het college van burgemeester en wethouders wordt gedelegeerd de bevoegdheden tot het vaststellen dan wel het niet-vaststellen van een exploitatieplan zoals bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening, voor die gevallen waarin zij gebruik maken van hun bevoegdheid om omgevingsvergunning te verlenen voor afwijking van het bestemmingsplan of een beheersverordening met de uitgebreide procedure, zoals bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2° of 3°, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, of van hun bevoegdheid een wijzigingsplan vast te stellen, zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening.

 

Artikel 6 Wegenwet

Aan het college van burgemeester en wethouders wordt gedelegeerd de bevoegdheid tot het onttrekken van een weg aan de openbaarheid op grond van artikel 9 van de Wegenwet.

 

Artikel 7 Wegenverkeerswet 1994

Aan het college van burgemeester en wethouders wordt gedelegeerd de bevoegdheid tot het vaststellen van de grenzen van de bebouwde kom op grond van artikel 20a, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

 

Artikel 8 Inwerkingtreding en intrekking oude regelingen

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

  • 2.

    De delegatiebesluiten van de gemeenten Appingedam en Delfzijl worden ingetrokken.

 

Artikel 9 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als Delegatiebesluit gemeente Eemsdelta 2021.

 

 

Eemsdelta, 4 januari 2021

De raad voornoemd,

T.G.C. Kramer-Klein G.Beukema

Griffier Voorzitter

Naar boven