Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK). Hilversum

 

 

Het college van burgemeester en wethouders van Hilversum,

 

gelet op:

- titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

- artikel 35 Participatiewet;

 

overwegende dat:

- het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een inwoner in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming Tijdelijke ondersteuning noodzakelijk kosten (TONK);

- het daarom wenselijk is voor dit doel aparte, tijdelijke, beleidsregels te hebben;

 

besluit de navolgende beleidsregels vast te stellen.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

a. wet: Participatiewet;

b. inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen als gevolg van de coronacrisis;

c. vermogen: de geldmiddelen als bedoeld in artikel 10 van deze beleidsregels;

d. inkomen: inkomen als bedoeld in artikel 9 van deze beleidsregels;

e. woonkosten:

huurwoning: kale huur, eventueel vermeerderd met verplichte servicekosten voor de gemeenschappelijke voorzieningen en verminderd met huurtoeslag,

koopwoning: maandelijkse aflossing hypotheek, vermeerderd met de hypotheekrente en, voor zover aan de orde, de verplichte kosten vereniging van eigenaren;

f. partner: de persoon met wie de aanvrager een duurzame huishouding voert;

g. peilmaand: de maand januari 2021

 

 

Artikel 2 Doelgroep TONK

Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de aanvrager:

• die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken heeft met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in zijn of haar inkomen;

• die daardoor noodzakelijke kosten zoals woonlasten (mogelijk) niet meer kan voldoen, en

• waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden.

 

Artikel 3 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

1. Er is sprake van een inkomensterugval van ten minste 35%. Dit wordt beoordeeld aan de hand van het gemiddelde inkomen in het kalenderjaar 2019 in vergelijking tot het inkomen in de maand januari 2021 (peilmaand). Het gaat om het inkomen van de aanvrager en zijn of haar partner.

2. Het vermogen, zoals beschreven in artikel 10 van deze beleidsregels, bedraagt in de peilmaand maximaal € 31.340,00 voor een alleenstaande en € 62.680,00 voor gehuwden en alleenstaande ouders. Deze bedragen zijn afkomstig uit de Wet op de huurtoeslag.

3. De tegemoetkoming TONK wordt beoordeeld aan de hand van de verhouding tussen de woonkosten en het inkomen in de peilmaand, zoals opgenomen in de tabel bij artikel 4 lid 2 van deze beleidsregels.

4. De aanvrager verklaart dat de substantiële terugval in inkomen het gevolg is van de coronacrisis en geeft daarvoor een korte toelichting.

5. Het college verstrekt geen tegemoetkoming, indien de aanvrager een woonkostentoeslag van de gemeente ontvangt.

6. De Participatiewet (PW), waaronder de toekennings- en uitsluitingsgronden van artikel 11 en 13 en de inlichtingenplicht van artikel 17, is van toepassing op de aanvragen TONK.

4. De ‘Beleidsregels gemeentelijk minimabeleid Hilversum 2021’ zijn niet van toepassing op de aanvragen TONK.

 

Artikel 4 Noodzakelijke kosten

1. De tegemoetkoming TONK ziet op de woonkosten, zoals beschreven in artikel 1 onder sub e.

 

2. Wanneer de aanvrager en diens eventuele partner niet de beschikking hebben over

vermogen, zoals bedoeld in artikel 10, wordt aan de hand van de verhouding tussen de

woonkosten en het inkomen in de peilmaand van de aanvrager en de eventuele partner

bepaald of een tegemoetkoming TONK kan worden verstrekt. Hiervoor wordt de volgende

tabel gehanteerd:

 

netto inkomen januari 2021 t/m Alleenstaande (artikel 4 lid 1 sub a PW) gezin (artikel 4 lid 1 sub c PW)

€ 2500,00 >40% >35%

€ 3500,00 >45% >40%

€ 4500,00 >50% >45%

€ 5500,00 >55% >50%

> € 5500,00 >60% >55%

 

Artikel 5 Aanvraag

1. De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt digitaal ingediend via ‘mijn Hilversum’. In afwijking van deze digitale aanvraag is een schriftelijke aanvraag mogelijk indien naar het oordeel van het college bijzondere omstandigheden in het individuele geval hiertoe aanleiding geven.

 

 

2. Bij de aanvraag worden de volgende stukken overgelegd:

a) kopie identiteitsbewijs van aanvrager en diens eventuele partner;

b) de bewijzen van de beschikbare geldmiddelen in de maand januari 2021 van de aanvrager en diens eventuele partner, waaronder in ieder geval de afschriften van betaal- en spaarrekeningen;

c) de bewijzen van de woonkosten in de maand januari 2021, waaronder de beschikking huurtoeslag voor zover deze aan de orde is;

d) de aangifte en de (voorlopige) belastingaanslag inkomstenbelasting 2019 en, naar gelang de inkomstenbronnen in 2019:

- de laatste loon- of uitkeringsspecificatie van 2019 met het verzamelinkomen;

- jaarstukken 2019 van de onderneming;

e) naar gelang de inkomstenbron in januari 2021 en voor zover aan de orde in ieder geval:

- loon- en/of uitkeringsspecificatie januari 2021

- (kopie) uittreksel inschrijving onderneming bij de Kamer van Koophandel

- overzicht resultaten (omzet minus kosten) januari 2021 (in geval van onderneming of

inkomsten uit verhuur)

- facturen januari 2021 (in geval van onderneming)

- afschriften van langlopende contracten, zoals huur (in geval van onderneming)

- afschriften zakelijke rekeningen in de maand januari 2021 (in geval van

onderneming)

- toekenningsbeschikking overheidssteun, waaronder de Tegemoetkoming Vaste Lasten

(in geval van onderneming)

- afschrift huurovereenkomst (in geval van inkomsten uit verhuur)

- meest recente alimentatiebeschikking.

 

3. Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot en met 30 juni 2021.

 

4. Indien de aanvraag en/of de ingestuurde stukken hiervoor aanleiding geven, kan de

aanvrager om een toelichting en aanvullende stukken worden gevraagd.

 

 

Artikel 6 Terugwerkende kracht

Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.

 

Artikel 7 Duur

De tegemoetkoming wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari tot 1 juli 2021.

 

Artikel 8 Hoogte tegemoetkoming

De tegemoetkoming op basis van deze beleidsregels bedraagt eenmalig € 1.200,00 (6 x €200,00) per huishouden.

 

Artikel 9 Inkomen

1. Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan:

a. inkomen uit arbeid in loondienst;

b. inkomen uit een uitkering (o.a. bijstand, WW, WIA, AOW, Tozo);

c. pensioenuitkering of daarmee gelijk te stellen uitkering;

d. inkomen uit onderneming;

e. inkomen uit verhuur; en

f. inkomen uit partner- en/of kinderalimentatie.

2. Voor de bepaling van de terugval in inkomen wordt het gemiddelde inkomen per maand in het kalenderjaar 2019 vergeleken met het inkomen van de peilmaand januari 2021.

3. Voor de bepaling van het inkomen in de peilmaand als bedoeld onder sub a t/m c wordt uitgegaan van het netto (basis)bedrag, zoals vermeld op de loon- of uitkeringsspecificatie van de betreffende peilmaand.

4. Het inkomen (netto) als bedoeld onder sub a en sub wordt standaard verhoogd met 5% vakantiegeld

5. Het inkomen uit onderneming (sub d) in de peilmaand wordt bepaald aan de hand van het resultaat voor belastingen in de betreffende peilmaand. Het gaat om de omzet (zonder BTW) in de peilmaand minus de aan de betreffende peilmaand (pro rato) toe te rekenen directe en in indirecte kosten (zonder BTW). Voorraden tellen alleen mee voor zover deze zijn aangewend voor het behalen van de omzet in de betreffende peilmaand. Eventuele subsidie of ondersteuning van overheidswege, zoals de Tegemoetkoming Vaste Lasten, wordt naar rato toegevoegd aan het resultaat van de peilmaand januari 2021.

6. Bij de opgave van het inkomen uit verhuur (sub e) mogen ook de kosten in mindering worden gebracht op de verhuurprijs, voor zover die rechtstreeks verband houden met de opbrengsten in de betreffende peilmaand.

7. Voor de bepaling van het netto inkomen in de peilmaand uit de inkomstenbronnen als bedoeld onder sub d t/m f wordt rekening met een fictief heffingspercentage van 18 %.

8. Voor de vaststelling van het totaalinkomen van de aanvrager en diens eventuele partner in de peilmaand worden alle inkomstenbronnen als bedoeld in lid 1 bij elkaar opgeteld.

 

Artikel 10 Beschikbare geldmiddelen

1. Beschikbare geldmiddelen zijn geldmiddelen waarover de aanvrager beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.

 

2. Het betreft de beschikbare geldmiddelen van de aanvrager en de eventuele partner van de aanvrager.

 

3. Onder beschikbare geldmiddelen wordt verstaan:

a. contant geld;

b. geld op betaal- en spaarrekeningen;

c. cryptovaluta (zoals bitcoins);

d. de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, en opties en effecten in depot).

e. De geldmiddelen tot een bedrag van maximaal € 31.340,00 voor een alleenstaande en

€ 62.680,00 voor gehuwden en alleenstaande ouders worden vrijgelaten. Indien het vermogen van de aanvrager en diens eventuele partner groter is dan deze bedragen, wordt de aanvrager geacht over voldoende middelen te beschikken en is een tegemoetkoming TONK niet aan de orde.

 

Artikel 11 Afzien opleggen verhuisverplichting

Het college legt aan de aanvrager, die op basis van deze beleidsregels in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.

 

Artikel 12 Hercontrole

Er vinden hercontroles plaats om de rechtmatigheid van verstrekte uitkeringen TONK vast te stellen. In geval van schending van de inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 17 PW, zal de uitkering worden teruggevorderd.

 

Artikel 13 Uitbetaling

De uitbetaling TONK vindt eenmalig plaats binnen 30 dagen na verzending van de toekenningsbeschikking.

 

Artikel 14 Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

 

Artikel 15 Inwerkingtreding en duur beleidsregels

1. De beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021.

2. De beleidsregels vervallen op 1 juli 2021. Lopende aanvragen zullen, mits tijdig ingediend, op basis van deze beleidsregels worden afgewikkeld.

 

Artikel 16 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Hilversum.

 

Aldus vastgesteld 2 maart 2021,

 

Het college van burgemeester en wethouders,

 

de secretaris, de burgemeester

 

 

Emmer P.I. Broertjes

Naar boven