Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Opmeer houdende regels omtrent de beslistermijn voor schuldhulpverlening (Verordening beslistermijn schuldhulpverlening gemeente Opmeer 2021)

De raad van de gemeente Opmeer,

 

 

gelet op artikel 4a, derde lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 december 2020;

 

gelet op de behandeling in de Commissie Samenlevingszaken van 3 februari 2021;

 

besluit:

 

  • 1.

    de verordening beslistermijn schuldhulpverlening gemeente Opmeer 2021 vast te stellen.

Artikel 1. Beslistermijn schuldhulpverlening

De beschikking tot schuldhulpverlening of de afwijzing ervan, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, wordt genomen binnen een termijn van acht weken na de dag waarop het eerste gesprek, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van die wet, heeft plaatsgevonden.

Artikel 2. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening beslistermijn schuldhulpverlening gemeente Opmeer 2021.

Aldus besloten in de raadsvergadering van 18 februari 2021.

waarnemend voorzitter

N.J.J.M. Bosch

griffier

M. Versteeg

Toelichting

Algemeen

De Verordening beslistermijn schuldhulpverlening gemeente Opmeer 2021 geeft uitvoering aan artikel 4a, derde lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (hierna: wet), zoals deze met ingang van 1 januari 2021 zal gelden. Artikel 4a van de wet is ingevoerd bij Wet van 24 juni 2020 tot wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens (Stb. 239).

 

Artikelsgewijs

 

Artikel 1. Beslistermijn schuldhulpverlening

De wet regelt dat inwoners met problematische schulden bij gemeenten terecht kunnen voor onder meer advies, schuldbemiddeling of een saneringskrediet. Het uitgangspunt is dat schuldhulpverlening breed toegankelijk is. Daarbij is van belang dat het voor de inwoner duidelijk is binnen welke termijn na het eerste gesprek over de hulpvraag wordt besloten of diegene voor een schuldenregeling in aanmerking komt.

 

Om deze reden is bij de genoemde wetswijziging in navolging van het advies van de Nationale Ombudsman besloten een wettelijke termijn op te nemen waarbinnen de gemeente na het eerste gesprek over de hulpvraag moet besluiten of iemand voor een schuldenregeling in aanmerking komt. Niet alleen burgers dienen zich aan wettelijke termijnen te houden. Ook van een dienende overheid mag verwacht worden dat zij op een verzoek van een burger binnen een redelijke, door de raad in een gemeentelijke verordening vastgestelde, termijn reageert.

 

Deze termijn mag volgens artikel 4a, derde lid, van de wet niet langer zijn dan acht weken. Dit is gelijk aan de maximale redelijke termijn die in artikel 4:13, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesteld.

 

Binnen de termijn moet bij een beschikking toelating tot schuldhulpverlening een plan van aanpak worden afgegeven. De beslistermijn is bepaald op maximaal acht weken. Er wordt altijd gestreefd naar een kortere termijn.

 

Artikel 2. Inwerkingtreding en citeertitel

De datum van inwerkingtreding valt samen met de inwerkingtreding van artikel 4a van de wet.

Naar boven