Gemeenteblad van Ridderkerk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ridderkerk | Gemeenteblad 2021, 61358 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ridderkerk | Gemeenteblad 2021, 61358 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van de burgemeester van de gemeente Ridderkerk houdende regels omtrent het handelingskader tijdelijke wet maatregelen COVID-19
In Nederland, maar ook wereldwijd, is er een uitbraak van het coronavirus. Ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid worden er maatregelen genomen om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan.
De maatregelen ter bestrijding van de covid-19 epidemie waren tot 1 december 2020 voor een belangrijk deel gebaseerd op aanwijzingen van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De voorzitters van de veiligheidsregio’s vertaalden deze aanwijzingen in noodverordeningen. Met de inwerkingtreding van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (hierna: TWM) per 1 december 2020 is een einde gekomen aan deze structuur van aanwijzingen en noodverordeningen.
Met de TWM is een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan de Wet publieke gezondheid (hierna: Wpg). Dit hoofdstuk bevat de wettelijke grondslag voor aanvullende maatregelen die nodig zijn ter bestrijding van het covid-19 virus. Deze aanvullende maatregelen zijn verder uitgewerkt in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19. De handhaving van de in hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regeling genoemde maatregelen is voor een groot deel belegd bij de burgemeester.
Met de per 10 februari 2021 gewijzigde Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 heeft er grotendeels een verlenging plaatsgevonden van de afgekondigde maatregelen ter bestrijding van COVID-19 omdat het aantal besmettingen onverminderd hoog blijft. Gepaste handhaving van de maatregelen ter bestrijding van de epidemie blijft essentieel. Die handhaving ziet zowel op meer toezicht en waarschuwen, maar – in voorkomende gevallen – ook op verbaliserend en handhavend optreden. Daar waar aanspreken en waarschuwen onvoldoende resultaat geeft om naleving van de regels te bevorderen en te waarborgen, wordt strenger opgetreden. Dit geldt bijvoorbeeld bij evidente gevallen van overtreding en gevallen waarbij na een waarschuwing of aanwijzing de overtreding niet wordt beëindigd.
We blijven een groot beroep doen op de burger en de ondernemers bij de naleving van de maatregelen. Er is daarom nog steeds een belangrijke rol en (eigen) verantwoordelijkheid weggelegd bij de exploitanten en/of verantwoordelijken en/of eigenaren van de verschillende voorzieningen die nog bezocht mogen worden en/of de samenkomsten die door hen worden georganiseerd. Deels door het opstellen en naleven van sectorspecifieke protocollen, zo nodig met behulp van de afwegingskaders van het RIVM (en de adviezen van de GGD), deels door bezoekers/burgers aan te spreken op de naleving daarvan. Met branches en bedrijven worden afspraken gemaakt over strikte naleving van de maatregelen en daar waar nodig worden protocollen aangescherpt.
Hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regeling vormen de juridische basis voor de in de sectoren en branches zelf opgestelde protocollen in het kader van de ‘anderhalve meter samenleving’ en voor de handhaving door de sector of brancheorganisaties zelf, indien zij daarin voorzien. Dergelijke protocollen vormen daarmee een nuttige invulling van de zorgplichten.
De bestuursrechtelijke handhaving van Hoofdstuk Va en de bijbehorende ministeriele regeling is in veel gevallen de verantwoordelijkheid van de burgemeester. Dat is het geval op openbare plaatsen en op publieke plaatsen. Op besloten plaatsen is zowel de burgemeester bevoegd als de minister van VWS. Indien het gaat om een besloten plaats waar een beroep of bedrijf wordt uitgeoefend (bijvoorbeeld: een kantoorpand) is de minister bevoegd om handhavend op te treden. Op overige besloten plaatsen is de burgemeester bevoegd.
De burgemeester heeft per locatie (besloten plaats 1 , publieke plaats2 , openbare plaats3 ) verschillende bestuursrechtelijke handhavingsmogelijkheden. Het kan, afhankelijk van het soort locatie, gaan om een aanwijzing aan degene die een zorgplicht heeft voor naleving van de coronamaatregelen, een spoedbevel aan degene die een zorgplicht heeft voor naleving van de coronamaatregelen, een last onder bestuursdwang of last onder dwangsom en een bevel. Welke bevoegdheid het meest geschikt is, hangt in grote mate af van de concrete omstandigheden van het geval.
Daarnaast kan ook strafrechtelijk worden gehandhaafd op de maatregelen. In het algemeen geldt dat afhankelijk van de aard van de bepaling (en de specifieke omstandigheden van het geval) wordt gekozen voor bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke handhaving. Sommige overtredingen lenen zich meer voor bestuursrechtelijke handhaving (herstel) en andere meer voor een strafrechtelijke aanpak. Zo ligt het bestuursrechtelijk optreden meer in de rede als er handhavend opgetreden moet worden richting bedrijven, exploitanten en organisatoren of degenen die verantwoordelijk zijn voor de naleving van genomen maatregelen. Nadruk ligt dan immers op de naleving en het herstel en in overeenstemming brengen van de situatie met de geldende wet- en regelgeving. Strafrechtelijk optreden ligt meer in de rede als bestuursrechtelijke handhaving richting organisatoren en/of verantwoordelijken geen effect heeft of als sprake is van een exces. Strafrechtelijke handhaving is ook aangewezen in gevallen dat de verbodsbepaling gericht is tot de individuele burger en snelle normhandhaving een onmiddellijk effect dient te realiseren. In dergelijke gevallen zijn bestuursrechtelijke maatregelen minder aangewezen en/of effectief.
De burgemeester blijft bovendien bevoegd om op basis van andere lokale handhavingsarrangementen (aanvullende) maatregelen te treffen indien noodzakelijk. Hierbij kan worden gedacht aan handhavingsarrangementen op het gebied van horeca, evenementen, standplaatsen, markten etc. Zo kunnen overtredingen ook gevolgen hebben voor vergunningen.
Het toezicht op hoofdstuk Va van de Wpg en de bijbehorende ministeriele regeling berust bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de door de bij besluit van de minister van VWS aangewezen ambtenaren. Toezichthouders beschikken hierbij altijd over een discretionaire bevoegdheid.
De gewijzigde Tijdelijke regeling per 10 februari 2021 bevat ten opzichte van de versie van de Tijdelijke regeling van 14 december 2020 onder andere de volgende veranderingen:
in logementen4 mag t/m 2 maart 2021 geen verblijf worden aangeboden aan meer dan twee personen per verblijfplaats, waarbij kinderen t/m 12 jaar niet meetellen.
Bovendien is op 22 januari 2021 de Tijdelijke regeling landelijke avondklok covid-19 in werking getreden op grond waarvan het verboden is om tussen 21.00 uur en 04.30 uur te vertoeven in de openlucht, behoudens uitzonderingen. Deze regeling geldt in ieder geval tot en met 2 maart 2021.
Onderstaand volgt een handelingskader. Afhankelijk van de feiten en omstandigheden kan de burgemeester besluiten van een maatregel af te zien, over te gaan tot een verzwaring of ook besluiten een of meerdere stappen over te slaan (en bijvoorbeeld een maatregel te treffen waar normaliter eerst een waarschuwing zou volgen).
Op grond van artikel 58f Wpg jo. hoofdstuk 2 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 dient degene die zich buiten een woning ophoudt, een veilige afstand te houden tot andere personen. De veilige afstand bedraagt 1,5 meter.
voor een opsporingsambtenaar, toezichthouder, beveiligingsmede-werker, zorgverlener, mantelzorger of geestelijke bedienaar of persoon die werkzaam is bij een justitiële inrichting, bij de politie, de brandweer, de krijgsmacht of in de kinderopvang of die eerste hulp biedt bij een het leven of de gezondheid bedreigende situatie, voor zover deze zijn taak niet op gepaste wijze kan uitoefenen met inachtneming van de veilige afstand;
voor personen die een onderwijsactiviteit in het voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs of hoger onderwijs verzorgen dan wel daaraan deelnemen, voor zover deze werkzaamheden niet op gepaste wijze kunnen worden uitgevoerd met inachtneming van de veilige afstand en voor zover voor de beroepsmatige werkzaamheden waartoe de betreffende leerlingen of studenten worden opgeleid, een uitzondering op de veiligeafstandsnorm geldt.
Ten aanzien van dit verbod geldt dat de veiligeafstandsnorm wordt gehandhaafd vanaf drie personen.
In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom kunnen worden opgelegd op grond van artikel 58u, vierde lid Wpg5 .
Indien het in specifieke gevallen wenselijk is om de organisator of verantwoordelijke van een besloten plaats, niet zijnde beroep of bedrijf, of van een publieke ruimte aan te spreken, dan is dat mogelijk op grond van de zorgplicht. De handhavingslijn daarvoor is te vinden in paragraaf 2.13.1 van dit kader.
Op grond van artikel 58g Wpg jo. hoofdstuk 3 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 is het niet toegestaan om zich in een openbare plaats, een erf behorende bij een publieke plaats, een erf behorende bij een besloten plaats, niet zijnde een woning, op te houden met meer dan twee personen. Daarnaast is het in besloten binnenruimten6 niet toegestaan zich in groepsverband op te houden met meer dan dertig personen per zelfstandige ruimte.
Deze verboden geldt niet voor:
Voor het groepsverbod boven de twee personen gelden naast deze algemene uitzonderingen ook de volgende uitzonderingen:
Voor het groepsverbod boven de dertig personen gelden naast de algemene uitzonderingen ook de volgende uitzonderingen:
In specifieke gevallen (bij reële vrees voor herhaling of bij herhaaldelijke overtreding) zou daarnaast ook nog een last onder dwangsom op grond van artikel 58u, vierde lid Wpg7 of gebiedsontzegging kunnen worden opgelegd.
Indien het in specifieke gevallen wenselijk is om de organisator of verantwoordelijke van een besloten binnenruimte, niet zijnde beroep of bedrijf, aan te spreken, dan is dat mogelijk op grond van de zorgplicht. De handhavingslijn daarvoor is te vinden in paragraaf 2.13.1 van dit kader.
2.3 Openstelling publieke plaatsen
Op grond van artikel 58h Wpg jo. hoofdstuk 4 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 gelden de volgende regels voor de openstelling van publieke plaatsen.
2.3.1. Sluiting publieke plaatsen
Onverminderd artikel 4.4, eerste en derde lid Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 worden geen andere publieke plaatsen voor publiek opengesteld dan:
publieke plaatsen waar tegen betaling verblijf wordt aangeboden aan personen die niet als ingezetene zijn ingeschreven in de basisregistratie personen met een adres in de gemeente waar dit verblijf wordt aangeboden, mits geen etenswaren of dranken aan de gasten worden geserveerd en mits deze publieke plaatsen als zodanig opgenomen zijn in het register van de Kamer van Koophandel of een soortgelijk erkend register;
Onverminderd hetgeen hierboven is vermeld, mogen winkels en locaties met een winkelfunctie slechts voor publiek worden opengesteld, indien de beheerder er zorg voor draagt dat:
uitsluitend bestelde of gereserveerde artikelen gespreid over de dag worden opgehaald ten minste vier uur na de bestelling of reservering daarvan8 ;
Ook voor samenloopwinkels (denk aan winkels die zowel reparaties/onderhoud/pakketservice als verkoop aanbieden) geldt dat publiek de winkel niet mag betreden om de bestelde of gereserveerde artikelen zoals hierboven bedoeld op te halen. Voor de andere uitgezonderde functies, zoals genoemd in artikel 4.a1, eerste lid, van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, mag de winkel wel worden betreden door publiek.
Handhavingslijn verboden openstelling publieke plaats:
Bij niet naleving van het verbod, wordt de ondernemer opgedragen om de overtreding te beëindigen. Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van de overtreding. Bij de eerste overtreding volgt tevens een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de burgemeester;
Handhavingslijn voorwaarden ‘bestellen en ophalen’ systeem detailhandel:
Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting op grond van artikel 174 Gemeentewet (direct ongedaanmaking/ beëindiging situatie) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.
Bij excessieve situaties (zoals enorme drukte in een bepaald gebied) kan er bovendien voor worden gekozen om het betreffende gebied af te sluiten. Zie hiervoor de handhavingslijn genoemd in paragraaf 2.13.2.
2.3.2. Voorwaarden openstelling publieke plaatsen
Voor de publieke plaatsen die nog wel geopend mogen zijn (zie paragraaf 2.3.1), gelden de volgende regels:
Een publieke plaats wordt slechts voor publiek opengesteld, indien de beheerder er zorg voor draagt dat:
Daarnaast geldt dat een publieke binnenruimte slechts voor publiek mag worden opengesteld, indien per zelfstandige ruimte ten hoogste dertig personen als publiek aanwezig zijn.
Voor doorstroomlocaties geldt, met uitzondering van een parkeergarage, fietsenstalling, door het college van b&w aangewezen stemlokaal als bedoeld in artikel J4 van de Kieswet of andere locatie die wordt gebruikt ten behoeve van de uitvoering van een verkiezing als bedoeld in de Kieswet dan wel de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19, luchthaven, station, halteplaats, of een andere bij het openbaar vervoer of ander bedrijfsmatig personenvervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen, tunnels en liften, winkel en warenmarkt, dat deze slechts voor publiek mag worden opengesteld, indien de beheerder er zorg voor draagt dat:
Een supermarkt mag slechts voor publiek worden opengesteld, indien de beheerder zich inspant om de toegang ten minste twee keer per dag een uur te beperken tot mensen die zichzelf beschouwen als oudere of als kwetsbare persoon.
Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting op grond van artikel 174 Gemeentewet (direct ongedaanmaking/ beëindiging situatie) worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.
2.3.3. Eet- en drinkgelegenheden
Een eet- en drinkgelegenheid en daarbij behorende dansvoorziening mag niet voor het publiek worden opengesteld.
eet- en drinkgelegenheden waar uitsluitend sprake is van verkoop, aflevering of verstrekking van etenswaren of dranken voor gebruik anders dan ter plaatse, mits de inrichting tussen 01.00 uur en 07.00 uur gesloten is en de duur van het verblijf van publiek in de inrichting zoveel mogelijk wordt beperkt;
Voor de afhaalfunctie van eet- en drinkgelegenheden geldt zolang artikel 1 van de Tijdelijke regeling landelijke avondklok covid-19 geldt, dat deze tussen 20.45 uur en 07.00 uur gesloten dient te zijn.
Bij niet naleving van het verbod, wordt de ondernemer opgedragen om de overtreding direct te beëindigen. Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van de overtreding. Bij de eerste overtreding volgt tevens een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de burgemeester;
Winkels die nog geopend mogen zijn, dienen tussen 20.00 uur en 06.00 uur gesloten te zijn voor publiek. Dit geldt niet voor winkels die als stemlokalen dienen of worden gebruikt ten behoeve van de uitvoering van een verkiezing als bedoeld in de Kieswet dan wel de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19, voor zover het de uitvoering van de verkiezingen betreft.
Voor winkels in de levensmiddelenbranche, als bedoeld onder c en d, tenzij het een winkel als bedoeld onder d betreft die zich bevindt op een luchthaven na de securitycheck, geldt wel dat deze tussen 20.45 en 04.30 niet voor publiek mogen worden opengesteld, zolang artikel 1 van de Tijdelijke regeling landelijke avondklok covid-19 geldt.
Bij niet naleving van het verbod, wordt de ondernemer opgedragen om de overtreding direct te beëindigen. Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van de overtreding. Bij de eerste overtreding volgt tevens een (schriftelijke) bestuurlijke waarschuwing vanuit de burgemeester;
2.3.5. Verkoop alcoholhoudende drank
Een publieke plaats mag slechts voor publiek worden opengesteld, indien daar tussen 20.00 uur en 06.00 uur niet bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt.
Op grond van artikel 58h jo. artikel 4.8 van de tijdelijke regeling maatregelen covid-19 wordt een publieke plaats die een wellness is, slechts voor publiek opengesteld, indien de beheerder
Wellness dient op grond van artikel 2.3.1 van dit handelingskader gesloten te zijn. Mocht een wellnesscentrum desondanks geopend zijn, dan kan de handelingslijn gevolgd worden zoals opgenomen bij artikel 2.3.1.
Op grond van artikel 58i Wpg jo. hoofdstuk 5 tijdelijke regeling maatregelen covid-19 geldt er een verbod op het organiseren van evenementen.
De evenementen genoemd onder a en d mogen slechts onder de volgende voorwaarden worden georganiseerd:
Voor evenementen waarbij sprake is van doorstroom van publiek gelden de volgende voorwaarden:
Handhavingslijn organiseren verboden evenement:
Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van het evenement op grond van artikel 58n (voor besloten plaatsen), 174 Gemeentewet (voor publieke plaatsen) of artikel 58m (voor openbare plaatsen). Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg.
Handhavingslijn overtreden voorwaarden organiseren evenement:
Indien hier geen gehoor aan wordt gegeven, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van het evenement op grond van artikel 58n (voor besloten plaatsen), 174 Gemeentewet (voor publieke plaatsen) of artikel 58m (voor openbare plaatsen). Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg;
Sportwedstrijden en andere sportactiviteiten zijn alleen zonder toeschouwers toegestaan.
De publieke plaatsen die een sportaccommodatie zijn en die nog geopend mogen zijn, mogen slechts voor publiek worden opengesteld, indien de douches en kleedkamers gesloten zijn en de beheerder van de sportaccommodatie werkt met reserveringen en bij aankomst van het publiek een gezondheidscheck uitvoert.
Dit verbod geldt niet voor de openstelling van:
Handhavingslijn toeschouwers (organisator):
Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel/bestuurlijke maatregel op grond van artikel 174 Gemeentewet (bij publieke plaatsen) of 58m Wpg (bij openbare plaatsen) en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis lid 2 onder b Wpg met een boete van de eerste categorie;
Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking) op grond van artikel 174 Gemeentewet (bij publieke plaatsen) of 58m Wpg (bij openbare plaatsen) worden overgegaan en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis lid 1 onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.
Handhavingslijn geopend houden douches en kleedkamers:
Indien geen gehoor wordt gegeven aan de bestuurlijke waarschuwing volgt een sluitingsbevel/bestuurlijke maatregel op grond van artikel 174 Gemeentewet (bij publieke plaatsen) of 58m Wpg (bij openbare plaatsen) en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis lid 1 onder b Wpg met een boete van de eerste categorie;
Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking) op grond van artikel 174 Gemeentewet (bij publieke plaatsen) of 58m Wpg (bij openbare plaatsen) worden overgegaan en/of wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis lid 1 onder b Wpg met een boete van de eerste categorie.
2.6 Openbaar vervoer en ander bedrijfsmatig personenvervoer en vervoer voor privédoeleinden
2.6.1 Uitzondering op veiligeafstandsnorm , groepsvorming en max 30 in publieke binnenruimtes
De veiligeafstandsnorm geldt niet voor personen in het openbaar vervoer, ander bedrijfsmatig personenvervoer en personen in vervoer voor privédoeleinden, mits:
Bovendien gelden in het openbaar vervoer en ander bedrijfsmatig vervoer niet het verbod op groepsvorming boven dertig personen in besloten binnenruimten en de max van dertig personen per zelfstandige ruimte in een publieke binnenruimte.
Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder a, Wpg jo. artikel 6.6 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 geldt In het openbaar vervoer of ander bedrijfsmatig personenvervoer voor personen van dertien jaar en ouder de plicht om een mondkapje te dragen.
personen die vanwege een beperking of een ziekte geen mondkapje kunnen dragen;9
Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder a Wpg jo. artikel 2a.1 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 geldt de mondkapjesplicht voor personen van dertien jaren en ouder ook in een station, halteplaats, of een andere bij het openbaar vervoer of ander bedrijfsmatig personenvervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen, tunnels en liften, met uitzondering van de daar gelegen besloten plaatsen.
Enkel bij excessen (passagier die voertuig of andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening niet wenst te verlaten en geen mondkapje wil dragen) zal de toezichthouder ter plaatse worden gevraagd. Primair zal de toezichthouder de passagier uit het voertuig verwijderen en in het uiterste geval wordt proces-verbaal opgemaakt o.g.v. artikel 68bis, eerste lid, onder b Wpg met een boete van de eerste categorie. 10
2.6.3 Reservering ander bedrijfsmatig personenvervoer
De aanbieder van ander bedrijfsmatig personenvervoer, met uitzondering van veerponten, dient er zorg voor te dragen dat personen alleen aan dat vervoer deelnemen indien:
De aanbieder van voorzieningen voor openbaar vervoer en overig bedrijfsmatig personenvervoer heeft op grond van artikel 58k Wpg de plicht om zodanige voorzieningen te treffen dat de daar aanwezige personen de in de Wpg gestelde regels in acht kunnen nemen.
2.7 Reservering, gezondheidscheck en klantgegevens contactberoepen
Op grond van artikel 58j, eerste lid onder b, Wpg jo. artikel 6.8, zevende lid, Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 is het verboden een contactberoep uit te oefenen, met uitzondering van de uitoefening van het beroep waar tegen betaling zorg wordt verleend op basis van de Zorgverzekeringswet, Wet langdurige zorg, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, Wet forensische zorg, Wet publieke gezondheid, Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg of Jeugdwet of in het kader van bloedafname en bloedvoorziening en audiciens, opticiens en dierenartsen. 11
Voor de contactberoepen die wel nog mogen worden uitgeoefend, geldt het volgende.
De beoefenaar van een contactberoep draagt er zorg voor dat klanten en patiënten gereserveerd hebben en bij aankomst een gezondheidscheck is uitgevoerd. Daarnaast dient de beoefenaar van een contactberoep klanten en patiënten in de gelegenheid te stellen de volgende gegevens beschikbaar te stellen ten behoeve van de mogelijke uitvoering van bron- en contactopsporing door de gemeentelijke gezondheidsdienst:
De beoefenaar van een contactberoep dient toestemming te vragen voor de verwerking en overdracht van deze gegevens ten behoeve van de uitvoering van bron- en contactopsporing door de GGD. Daarbij dient te worden vermeld dat het geven van deze toestemming vrijwillig is.
De reserveringsplicht, gezondheidscheck en registratieplicht geldt niet voor zorgverleners, sekswerkers en mantelzorgers.
De gegevens worden op zodanige wijze verwerkt dat daarvan geen kennis kan worden genomen door andere klanten. De gegevens dienen uitsluitend te worden verwerkt voor de uitvoering van bron- en contactopsporing door de GGD, dienen veertien dagen te worden bewaard en dienen daarna te worden vernietigd door de beoefenaar van het contactberoep.
2.8 Alcoholhoudende drank op openbare plaatsen
Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder e, Wpg jo. artikel 6.9 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 is het verboden tussen 20.00 uur en 06.00 uur alcoholhoudende drank als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet te gebruiken of voor consumptie gereed te hebben op openbare plaatsen. Dit verbod geldt niet in woongedeelten van voertuigen of vaartuigen.
Indien geen gehoor wordt gegeven aan de mondelinge waarschuwing, wordt overgegaan tot feitelijke beëindiging van de overtreding. Ook wordt proces-verbaal opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg. 12 De alcoholhoudende drank zal in beslag worden genomen ter vernietiging;
Het is verboden met ingang van 8 februari 2021 t/m 28 februari 2021 onderwijsactiviteiten te verrichten in instellingen voor voortgezet onderwijs, instellingen voor beroepsonderwijs en instellingen voor hoger onderwijs. Dit verbod geldt niet voor:
Het is verboden met ingang van 8 februari 2021 t/m 28 februari 2021 buitenschoolse opvang als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet kinderopvang geopend te hebben, anders dan voor kinderen van een ouder of een voogd die werkt in een cruciaal beroep als bedoeld in bijlage 1, of kinderen voor wie vanwege bijzondere problematiek of een moeilijke thuissituatie maatwerk nodig is.
2.11 Bezettingsgraad logementen
De beheerder van een plaats waar tegen betaling verblijf wordt aangeboden aan personen die niet als ingezetene zijn ingeschreven in de basisregistratie personen met een adres in de gemeente waar dit verblijf wordt aangeboden, mag geen verblijf aan meer dan twee personen van dertien jaar en ouder per verblijfplaats aanbieden, tenzij het gaat om personen als bedoeld in artikel 58g, tweede lid, van de Wet publieke gezondheid.
Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting (direct ongedaanmaking) op grond van artikel 174 Gemeentewet worden overgegaan en/of proces-verbaal worden opgemaakt op grond van artikel 68bis, eerste lid, onder b, Wpg.
2.12 Excessen bij besloten en openbare plaatsen
2.12.1 Excessen bij openbare plaatsen
Indien de burgemeester van oordeel is dat de omstandigheden op een openbare plaats zodanig zijn dat de daar aanwezige personen het bepaalde bij of krachtens de artikelen 58f tot en met 58j van de Wpg niet in acht kunnen nemen, of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, kan hij op grond van artikel 58m Wpg de bevelen geven die nodig zijn om de naleving van deze artikelen op een openbare plaats te verzekeren.
De burgemeester kan op grond van dit artikel onder andere de sluiting van openbare plaatsen voor het publiek bevelen.
2.12.2 Excessen bij besloten plaatsen
Indien door een gedraging of activiteit in of vanuit een besloten plaats, niet zijnde een woning, een ernstige vrees voor de onmiddellijke verspreiding van het covid-19 virus ontstaat, kan de burgemeester op grond van artikel 58n Wpg de bevelen geven die nodig zijn voor de beëindiging van de gedraging of activiteit en de daar aanwezige personen bevelen zich onmiddellijk te verwijderen.
2.13 Zorgplicht verantwoordelijke
2.13.1 Zorgplicht publieke plaatsen
Op grond van artikel 58k Wpg dient degene die bevoegd is tot het aan een publieke plaats treffen van voorzieningen of tot het openstellen van een publieke plaats voor publiek, ten aanzien van die publieke plaats zorg te dragen voor zodanige voorzieningen of openstelling dat de daar aanwezige personen de bij of krachtens de artikel 58f t/m 58j Wpg gestelde regels in acht kunnen nemen.
Deze bevoegdheid kan worden ingezet als publieke plaatsen zoals supermarkten niet of in onvoldoende mate maatregelen treffen die ervoor zorgen dat de daar aanwezige personen de in de Wpg gestelde regels in acht kunnen nemen. Een indicatie hiervoor kan zijn dat de locatie geen duidelijk toegangsbeleid hanteert, geen crowdmanagement heeft ingezet of geen zichtbare hygiënemaatregelen heeft getroffen.
Indien de situatie een exces betreft kan direct tot een spoedsluiting op grond van artikel 174 Gemeentewet worden overgegaan. 13
Bij publieke plaatsen die gekoppeld worden aan meerdere besmettingen of clusters van besmettingen via het bron- en contactonderzoek van de GGD, kan de burgemeester op grond van artikel 174 Gemeentewet over gaan tot sluiting van deze plaatsen.
2.13.2 Zorgplicht besloten plaatsen (niet zijnde beroep of bedrijf)
Op grond van artikel 58l dient degene die bevoegd is tot het aan een besloten plaats, niet zijnde een woning, treffen van voorzieningen of tot het toelaten tot een besloten plaats van personen, ten aanzien van die besloten plaats zorg te dragen voor zodanige voorzieningen of toelating dat de daar aanwezige personen de bij of krachtens de artikelen 58f t/m 58j gestelde regels in acht kunnen nemen.
Deze bevoegdheid kan worden ingezet als de verantwoordelijke voor een besloten plaats niet of in onvoldoende mate maatregelen treft die ervoor zorgen dat de daar aanwezige personen de in de Wpg gestelde regels in acht kunnen nemen. Een indicatie hiervoor kan zijn dat de locatie geen maatregelen heeft getroffen waardoor de aanwezigen te allen tijde 1,5 meter afstand tot elkaar kunnen houden.
2.14 Mondkapjes publieke binnenruimten, luchthavens, onderwijsinstellingen en contactberoepen 14
Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder a Wpg jo. artikel 2a.1 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 dienen personen van dertien jaar en ouder een mondkapje te dragen in:
Deze verplichting geldt niet voor:
Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder a Wpg jo. artikel 2a.2 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 geldt ook een mondkapjesplicht voor personen in een onderwijsinstelling of een andere ruimte die door een onderwijsinstelling voor onderwijsactiviteiten wordt gebruikt.
indien het dragen van een mondkapje een belemmering vormt voor deelname aan dan wel verzorging van een onderwijsactiviteit ; 15
Op grond van artikel 58j, eerste lid, onder a Wpg jo. artikel 2a.3 Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 geldt daarnaast een mondkapjesplicht voor de beoefenaar van een contactberoep en de klant of patiënt aan wie diensten worden verleend, gedurende het contact.
Algemene uitzonderingen mondkapjesplicht:
Handhavingslijn publieke binnenruimten en contactberoepen:
Indien het in specifieke gevallen wenselijk is om de organisator of verantwoordelijke van een publieke binnenruimte of van een ruimte waar een contactberoep wordt uitgeoefend aan te spreken, dan is dat mogelijk op grond van de zorgplicht. De handhavingslijn daarvoor is te vinden in paragraaf 2.13.1 van dit kader.
Handhavingslijn luchthavens en onderwijsinstellingen:
Op 22 januari 2021 is de Tijdelijke regeling landelijke avondklok covid-19 inwerking getreden op grond waarvan het verboden is om tussen 21.00 uur en 04.30 uur te vertoeven in de openlucht, behoudens uitzonderingen.
Op de avondklok wordt strafrechtelijk gehandhaafd. De politie en boa’s in domein I zijn bevoegd om op het verbod te handhaven. 16 Het verbod is in artikel 30 van de Wbbbg als overtreding strafbaar gesteld met als maximumstraf een hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Demonstraties worden gereguleerd door de WOM en zijn niet gereguleerd in de Wpg.
Specifieke uitgangspunten inzake demonstraties zijn:
In het kader van de bestrijding van de pandemie, neemt de lokale overheid daar bovenop ook maatregelen. Daarbij geldt:
Handhavingslijn 17 :
Indien een kennisgeving wordt gedaan, volgt de reguliere procedure van de WOM. De burgemeester kan naar aanleiding van een kennisgeving beperkingen of voorschriften stellen of een verbod geven (met inachtneming van de doelcriteria uit artikel 2 WOM).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-61358.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.