Gemeenteblad van Tiel
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tiel | Gemeenteblad 2021, 59252 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Tiel | Gemeenteblad 2021, 59252 | Verordeningen |
Verordening tot 1ste wijziging van de Verordening Jeugdhulp gemeente Tiel 2019
De Verordening Jeugdhulp gemeente Tiel 2019 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 10. Kwaliteitseisen inzet persoonsgebonden budget
Artikel 10. Kwaliteitseisen inzet persoonsgebonden budget
De hoogte van het pgb voor formele hulp bedraagt:
voor de inzet van een hulpverlener die werkzaam is bij een instelling: 100% van het laagste tarief voor vergelijkbare gecontracteerde jeugdhulp in natura, tenzij op basis van het door de jeugdige en/of zijn ouders ingediende pgb-plan passende en toereikende jeugdhulp voor een lager tarief kan worden ingekocht;
De hoogte van het pgb voor formele hulp wordt bepaald aan de hand van de volgende uitgangspunten:
Als de dienstverlening wordt uitgevoerd door een persoon die werkzaam is bij een instelling betreft het tarief per uur, per dagdeel of per resultaat maximaal 100% van het laagste tarief per uur, per dagdeel of per resultaat van een door de gemeente gecontracteerde aanbieder die een vergelijkbare vorm van dienstverlening biedt;
Het pgb voor logeeropvang, uitgevoerd door een informele hulpverlener, niet zijnde bloed- of aanverwanten in de 1e of 2e graad zijn van cliënt, bedraagt maximaal € 30,- per etmaal. Indien cliënt begeleid moet worden gedurende de logeeropvang, dan dient hiervoor afzonderlijk een aanvraag maatwerkvoorziening te worden ingediend.
Onder vernummering van de artikelen 26, 27 en 28 naar de artikelen 27, 28 en 29 wordt artikel 26 gewijzigd en gaat luiden:
Het college kan in bijzondere gevallen in het voordeel van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze verordening als door toepassing ervan de cliënt duidelijk onrecht wordt gedaan.
Het vernummerde artikel 27 (Evaluatie) wordt gewijzigd:
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per 2 jaar geëvalueerd. Het college zendt hiertoe telkens 2 jaar na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Het door het gemeentebestuur gevoerde beleid wordt eenmaal per 2 jaar geëvalueerd. Het college rapporteert over de bevindingen aan de gemeenteraad.
Artikel 10 gaat in op de kwaliteitseisen die aan de orde zijn als een cliënt met een pgb zorg wil inkopen. Landelijk is veel aandacht voor dit onderwerp. De Rijksoverheid heeft voor budgethouders een toetsingskader genaamd ‘10 punten pgb-vaardigheden’ ontwikkeld. Dit toetsingskader is gericht op het stellen van eisen aan budgethouders. Het college acht het wenselijk om dit toetsingskader ook te integreren in het gemeentelijk beoordelingskader. Als zodanig wordt dat ook opgenomen in de toelichting op artikel 10.
In artikel 10 ontbreekt nu een bepaling waarin staat dat een budgethouder moet toetsen dat de kwaliteit van de geselecteerde zorgverlener minimaal gelijk is aan de kwaliteitseisen die het college hanteert bij de inkoop van Jeugdhulp. Het college stelt daarom voor om deze bepaling via nadere regels vast te leggen.
Wanneer een client/ budgethouder zelf jeugdhulp wil inkopen gaat deze een overeenkomst aan met een zorgverlener en legt in die overeenkomst afspraken over de hoogte van het tarief vast. Om te voorzien in die inkoopkosten wordt aan het college gevraagd Jeugdhulp in de vorm van een pgb te verlenen. Bij de beoordeling van de aanvraag toetst het college of de hoogte van het tarief past binnen de kaders die de gemeente daarvoor stelt. In artikel 12 is nu bepaald wat de hoogte van een pgb is. Dat is niet correct. Het college bepaald immers niet de hoogte. Het college toetst of de in de Verordening gestelde financiële kaders niet overschreden worden. In artikel 12 dient opgenomen te worden dat de hoogte van een pgb maximaal de daarin gestelde tarieven kan bedragen
Ook is in artikel 12 bepaald dat de maximale hoogte van een pgb bij zorg door een informele zorgverlener 103% van het Wettelijk minimumloon voor een 22-jarige is. Wijziging van het Wettelijk minimumloon maakt dat uitgegaan moet worden van het Wettelijk minimumloon voor een 21-jarige.
In de systematiek van het pgb is het mogelijk om cliënten toestemming te geven om 2% van het persoonsgebonden budget met een maximum van € 500,- per jaar te besteden zonder daarvoor verantwoording over de besteding af te hoeven te leggen; het zgn. Vrij te besteden bedrag. In de verordening is niet nadrukkelijk bepaald dat deze mogelijkheid wel of niet bestaat. I.v.m. duidelijkheid is het gewenst om in de verordening op te nemen dat deze mogelijkheid niet bestaat.
Het is gewenst om het toetsingskader voor de maximale hoogte van het tarief voor logeren t.b.v. respijt zorg bij informele zorgverleners vast te stellen. Zowel ten behoeve van eenduidigheid tussen uitvoering van de Verordening maatschappelijke ondersteuning en de Verordening Jeugdhulp als in het belang van kostenbeheersing.
De huidige tekst lijkt te stellen dat de evaluatie alleen 2 jaar na inwerkingtreding van de verordening dient plaats te vinden. De nieuwe tekst maakt duidelijk dat evaluatie elke 2 jaar dient plaats te vinden.
Door toevoeging van dit artikel kan het college in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen van deze verordening (niet van de in de wet zelf genoemde bepalingen). Zo nodig wordt hierbij advies ingewonnen. Afwijken kan alleen maar ten gunste, en nooit ten nadele van de betrokken cliënt. Met de nadruk op: in bijzondere gevallen. Het gebruik maken van de hardheidsclausule betreft een uitzondering en geen regel. Het college moet in verband met precedentwerking dan ook duidelijk aangeven waarom in een bepaalde situatie van de verordening wordt afgeweken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-59252.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.