Wijziging Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2017

zaaknummer 7729-2021

datum 2 februari 2021

 

Leeswijzer

In de ‘bestaande tekst’ zijn de woorden en leestekens waaraan iets verandert, cursief gezet. In de ‘nieuwe tekst’ zijn de nieuwe woorden en leestekens vet gedrukt. Als niet de gehele tekst van een artikel wordt gewijzigd, plaatsen we in plaats van de huidige ongewijzigde tekst een afkortend symbool, namelijk: ‘[…]’.

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte;

gelet op het bepaalde in Participatiewet, De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), Jeugdwet, Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo), Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Verordening domein sociaal gemeente Raalte;

en Titel 4.3 Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluit vast te stellen de volgende wijzigingen in achtereenvolgend de volgende beleidsregels:

I. Beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Raalte;

II. Beleidsregels individuele studietoeslag gemeente Raalte 2018;

III. Beleidsregels tegenprestatie Participatiewet, IOAW, IOAZ gemeente Raalte 2018;

IV. Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz gemeente Raalte 2015;

V. Beleidsregel re-integratie, loonkostensubsidie en vrijlating inkomsten gemeente Raalte;

VI. Beleidsregels terugvordering, invordering, kwijtschelding en verhaal gemeente Raalte 2019;

VII. Beleidsregels inkeer en verrekening bij afstemming Participatiewet gemeente Raalte 2015;

VIII. Beleidsregels Bijzondere bijstand gemeente Raalte 2019;

IX. Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Raalte 2015;

X. Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Raalte 2017;

XI. Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2017.

 

Artikel I Wijziging Beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Raalte

 

Dit artikel wijzigt de Beleidsregels individuele inkomenstoeslag gemeente Raalte.

Artikel II Wijziging Beleidsregels individuele studietoeslag gemeente Raalte 2018

 

Dit artikel wijzigt de Beleidsregels individuele studietoeslag gemeente Raalte 2018.

Artikel III Wijziging Beleidsregels tegenprestatie Participatiewet, IOAW, IOAZ gemeente Raalte 2018 

 

Dit artikel wijzigt de Beleidsregels tegenprestatie Participatiewet, IOAW, IOAZ gemeente Raalte 2018.

Artikel IV Wijziging Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz gemeente Raalte 2015

 

Dit artikel wijzigt de Beleidsregels bestuurlijke boete Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz gemeente Raalte 2015.

Artikel V Wijziging Beleidsregel re-integratie, loonkostensubsidie en vrijlating inkomsten gemeente Raalte

 

Dit artikel wijzigt de Beleidsregel re-integratie, loonkostensubsidie en vrijlating inkomsten gemeente Raalte.

Artikel VI Wijziging Beleidsregels terugvordering, invordering, kwijtschelding en verhaal gemeente Raalte 2019

 

Dit artikel wijzigt de Beleidsregels terugvordering, invordering, kwijtschelding en verhaal gemeente Raalte 2019.

Artikel VII Wijziging Beleidsregels inkeer en verrekening bij afstemming Participatiewet gemeente Raalte 2015

 

Dit artikel wijzigt de Beleidsregels inkeer en verrekening bij afstemming Participatiewet gemeente Raalte 2015.

Artikel VIII Wijziging Beleidsregels Bijzondere bijstand gemeente Raalte 2019

 

Dit artikel wijzigt de Beleidsregels Bijzondere bijstand gemeente Raalte 2019.

Artikel IX Wijziging Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Raalte 2015

 

Dit artikel wijzigt de Beleidsregels leerlingenvervoer gemeente Raalte 2015.

Artikel X Wijziging Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Raalte 2017

 

Dit artikel wijzigt de Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Raalte 2017.

Artikel XI Wijziging Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2017

 

De beleidsregels worden als volgt gewijzigd:

A

De intitulé wordt als volgt gewijzigd:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2017

Het college van burgemeester en wethouders

gelet op:

  • Titel 4:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • De Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2017;

  • Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2017;

[…]

Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2017

Het college van burgemeester en wethouders

gelet op:

  • Titel 4:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • De Verordening domein sociaal gemeente Raalte;

  • Het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2021;

[…]

Toelichting

Het betreft hier een redactionele aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de Verordening domein sociaal gemeente Raalte vanaf 1 januari 2021. Zonder aanpassing van de wettelijke grondslag van de beleidsregels verliezen deze hun werking. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende verordening.

B

Hoofdstuk 1 de algemene bepalingen wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Alle begrippen die in deze Beleidsregels worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: de wet) en de daarop gebaseerde lagere regelgeving, de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte en de daarop gebaseerde lagere regelgeving en de Algemene Wet bestuursrecht (Awb).

Alle begrippen die in deze Beleidsregels worden gebruikt hebben dezelfde betekenis als in de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: de wet) en de daarop gebaseerde lagere regelgeving, de Verordening domein sociaal gemeente Raalte (hierna: de verordening) en de daarop gebaseerde lagere regelgeving en de Algemene Wet bestuursrecht (Awb).

Toelichting

Het betreft hier een redactionele aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de Verordening domein sociaal gemeente Raalte vanaf 1 januari 2021. Zonder aanpassing van de wettelijke grondslag van de beleidsregels verliezen deze hun werking. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende verordening.

 

C

Hoofdstuk 2, paragraaf 2.3 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

[…]

Toepassing weigeringsgrond

Opgemerkt wordt dat de hier bedoelde weigeringsgrond niet geldt in het geval de aanvraag betrekking heeft op ondersteuning groep, ondersteuning thuis of kortdurende verblijfsondersteuning in een instelling. Het college zal moeten motiveren waarom het gebruik maakt van de bevoegdheid tot weigeren van de aanvraag omdat het in art. 2.3.5, zesde lid, Wmo 2015 om een kan-bepaling gaat. […]

[…]

Toepassing weigeringsgrond

Opgemerkt wordt dat de hier bedoelde weigeringsgrond niet geldt in het geval de aanvraag betrekking heeft op ondersteuning in groepsverband, ondersteuning individueel of respijtopvang. Het college zal moeten motiveren waarom het gebruik maakt van de bevoegdheid tot weigeren van de aanvraag omdat het in art. 2.3.5, zesde lid, Wmo 2015 om een kan-bepaling gaat.

[…]

Toelichting

Het betreft hier een aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de nieuwe contracten uit de aanbesteding “Wmo maatwerkvoorziening ondersteuning” die vanaf 1 januari 2021 zijn gaan gelden. Zonder aanpassing van hoofdstuk 5 van de beleidsregels en enkele afgeleide artikelen verliezen deze hun werking, omdat deze producten vanaf 1 januari 2021 niet meer bestaan. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende producten.

D

Hoofdstuk 2, paragraaf 2.4 algemene uitgangspunten wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Primaat en kortdurende maatschappelijke ondersteuning

De hoofdregel volgens de Verordening is dat het primaat van de collectieve maatwerkvoorziening geldt, zoals het Service Vervoer Raalte. Bij de beoordeling of het primaat kan worden toegepast wordt altijd gekeken naar de individuele omstandigheden van het geval.

Primaat en kortdurende maatschappelijke ondersteuning

De hoofdregel is dat het primaat van de collectieve maatwerkvoorziening geldt, zoals het Service Vervoer Raalte. Bij de beoordeling of het primaat kan worden toegepast wordt altijd gekeken naar de individuele omstandigheden van het geval.

Toelichting

Het betreft hier een redactionele aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de Verordening domein sociaal gemeente Raalte vanaf 1 januari 2021. Zonder aanpassing van de wettelijke grondslag van de beleidsregels verliezen deze hun werking. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende verordening.

E

Hoofdstuk 2, paragraaf 2.5 eigen verantwoordelijkheid wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Voorliggende voorziening

Zoals gezegd speelt de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt in de Wmo 2015 een hele belangrijke rol. Dat brengt mee dat het in principe onder de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt valt een beroep te doen op een ‘andere wettelijke regeling’ die een aanspraak meebrengt met het oog op de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning (zie bepaling in de verordening).

Voorliggende voorziening

Zoals gezegd speelt de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt in de Wmo 2015 een hele belangrijke rol. Dat brengt mee dat het in principe onder de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt valt een beroep te doen op een ‘andere wettelijke regeling’ die een aanspraak meebrengt met het oog op de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning.

Toelichting

Het betreft hier een redactionele aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de Verordening domein sociaal gemeente Raalte vanaf 1 januari 2021. Zonder aanpassing van de wettelijke grondslag van de beleidsregels verliezen deze hun werking. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende verordening.

F

Hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

§ 3.2 Algemeen uitgangspunt

In de Wmo 2015 staat voorop dat allereerst wordt bezien of en in hoeverre iemand zelf dan wel met gebruikelijke hulp in staat is zijn problemen (beperkingen) op te vangen. De verordening bepaalt wat in ieder geval onder gebruikelijke hulp wordt verstaan:

[…]

§ 3.2 Algemeen uitgangspunt

In de Wmo 2015 staat voorop dat allereerst wordt bezien of en in hoeverre iemand zelf dan wel met gebruikelijke hulp in staat is zijn problemen (beperkingen) op te vangen. De volgende punten vallen in ieder geval onder gebruikelijke hulp:

[…]

Toelichting

Het betreft hier een redactionele aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de Verordening domein sociaal gemeente Raalte vanaf 1 januari 2021. Zonder aanpassing van de wettelijke grondslag van de beleidsregels verliezen deze hun werking. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende verordening.

G

Hoofdstuk 3, paragraaf 3.3 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

§ 3.3 Beoordeling gebruikelijke hulp

In de verordening is bepaald dat het college bij de beoordeling of sprake is van gebruikelijke hulp zich baseert op de volgende feiten en omstandigheden:

[…]

§ 3.3 Beoordeling gebruikelijke hulp

Het college baseert zich bij de beoordeling of sprake is van gebruikelijke hulp op de volgende feiten en omstandigheden:

[…]

Toelichting

Het betreft hier een redactionele aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de Verordening domein sociaal gemeente Raalte vanaf 1 januari 2021. Zonder aanpassing van de wettelijke grondslag van de beleidsregels verliezen deze hun werking. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende verordening.

H

Hoofdstuk 5, paragraaf 5.1 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Hoofdstuk 5 ONDERSTEUNING GROEP EN ONDERSTEUNING THUIS

§ 5.1 Inleiding Met de maatwerkvoorziening ondersteuning groep en ondersteuning thuis wordt invulling gegeven aan het wettelijke begrip begeleiding. Daaronder worden activiteiten verstaan gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van de cliënt opdat hij zo lang mogelijk in zijn eigen leefomgeving kan blijven (art. 1.1.1, eerste lid, van de wet). Het bieden van dagbesteding kan een vorm zijn van begeleiding, die bijdraagt aan de zelfredzaamheid en participatie van de cliënt, zodat deze langer in de eigen leefomgeving kan blijven. Dit omvat structurele tijdsbesteding met een welomschreven doel waarbij een persoon actief wordt betrokken (en die hem zingeving verleent).

Ondersteuning thuis en ondersteuning groep ondersteunen cliënten met beperkingen op het gebied van hun:

Hoofdstuk 5 ONDERSTEUNING GROEPSVERBAND EN ONDERSTEUNING INDIVIDUEEL

§ 5.1 Inleiding Met de maatwerkvoorzieningen ondersteuning in groepsverband en ondersteuning individueel wordt invulling gegeven aan het wettelijke begrip begeleiding. Daaronder worden activiteiten verstaan gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie van de cliënt opdat hij zo lang mogelijk in zijn eigen leefomgeving kan blijven (art. 1.1.1, eerste lid, van de wet). Het bieden van dagbesteding kan een vorm zijn van begeleiding, die bijdraagt aan de zelfredzaamheid en participatie van de cliënt, zodat deze langer in de eigen leefomgeving kan blijven. Dit omvat structurele tijdsbesteding met een welomschreven doel waarbij een persoon actief wordt betrokken (en die hem zingeving verleent).

Ondersteuning individueel en ondersteuning in groepsverband ondersteunen cliënten met beperkingen op het gebied van hun:

Toelichting

Het betreft hier een aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de nieuwe contracten uit de aanbesteding “Wmo maatwerkvoorziening ondersteuning” die vanaf 1 januari 2021 zijn gaan gelden. Zonder aanpassing van hoofdstuk 5 van de beleidsregels en enkele afgeleide artikelen verliezen deze hun werking, omdat deze producten vanaf 1 januari 2021 niet meer bestaan. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende producten.

I

Hoofdstuk 5, paragraaf 5.2 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

§ 5.2 Lichte Ondersteuning Thuis (LOT)

Het doel van LOT is het bieden van ondersteuningsactiviteiten in de thuisomgeving gericht op het bevorderen, behouden of compenseren van de zelfredzaamheid en participatie, zodat de cliënt zo lang mogelijk in de eigen omgeving kan blijven wonen. LOT is in overwegende mate gericht op het overnemen van eenvoudige huishoudelijke taken en wordt geïndiceerd per uur of een tijdseenheid naar rato daarvan. Ureninzet is afhankelijk van de individuele situatie.

De activiteiten of inhoud van LOT kunnen bestaan uit:

  • ondersteuning bij het aanbrengen van structuur in het huishouden;

  • ondersteuning bij en uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden;

  • ondersteuning bij en uitvoeren van het kunnen beschikken over schone en draagbare, zo nodig opgevouwen of opgehangen kleding of ander linnengoed, indien (medisch) noodzakelijk gestreken;

  • ondersteuning bij en uitvoeren van verzorgen van de (brood)maaltijd;

  • ondersteuning bij en uitvoeren van boodschappen doen;

  • ondersteuning bij en uitvoeren van verzorging (gezonde) kinderen;

  • signalerende functie op gebied van zelfredzaamheid & participatie, dreigende problematiek en daar direct op handelen om zwaardere en duurdere zorg en ondersteuning te voorkomen.;

  • eenvoudige signalering van en doorgeleiding van de vraag naar voorliggende voorzieningen en personen uit het sociaal netwerk;

  • eenvoudige signalering van en doorgeleiding van de vraag naar de behoefte aan meer of andere zorg;

  • eenvoudige signalering van gezondheidsrisico’s en doorgeleiding van de risico’s naar reguliere hulpverlening, niet zijnde maatschappelijke ondersteuning.

§ 5.2 Ondersteuning gericht op het huishouden

Voor iedere inwoner die een beperking op het gebied van het structureren/organiseren en uitvoeren van de huishoudelijke taken ervaart. De inwoner is lichamelijk in staat om de huishoudelijke taken uit te voeren, maar heeft sturing nodig bij het structuren van de organisatie van het huishouden en het daadwerkelijk uitvoeren van deze taken. Samen opwerken kan nodig zijn om inwoner te stimuleren en te begeleiden.

Het bieden van ondersteuningsactiviteiten in de thuisomgeving aan het individu of gezin gericht op het bevorderen, behouden of compenseren van de zelfredzaamheid en participatie, zodat de inwoner zo lang mogelijk in de eigen omgeving kan blijven wonen.

Voorbeelden van ondersteuningsactiviteiten:

• Ondersteunen bij het aanbrengen van structuur in het huishouden.

• Samen opwerken in het doen van de huishoudelijke werkzaamheden.

• Aanleren van vaardigheden die nodig zijn bij het uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden.

• Ondersteuning bij het kunnen beschikken over schone en draagbare kleding of ander linnengoed.

• Ondersteuning bij en uitvoeren van verzorging van (gezonde) kinderen, indien er geen sprake is van gebruikelijke zorg.

• Ondersteuning bij het zelf doen van de persoonlijke verzorging door de client; wassen, douchen, schone kleding aandoen.

• Aansturen in gezond voedingspatroon, boodschappen bestellen/halen, week-menu opzetten.

• Ondersteuning bij het aanschaffen van huishoudelijke benodigdheden/kleding als het netwerk hier niet in kan voorzien.

• Signalerende functie op gebied van zelfredzaamheid & participatie en doorgeleiding van de risico’s naar hulpverlening.

• Eenvoudig signalering van en doorgeleiding van de vraag naar voorliggende voorzieningen en personen uit het sociaal netwerk.

• Indien Zvw niet voorliggend is, ondersteuning bij het bereiden/opwarmen van de (brood)maaltijden.

Toelichting

Het betreft hier een aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de nieuwe contracten uit de aanbesteding “Wmo maatwerkvoorziening ondersteuning” die vanaf 1 januari 2021 zijn gaan gelden. Zonder aanpassing van hoofdstuk 5 van de beleidsregels en enkele afgeleide artikelen verliezen deze hun werking, omdat deze producten vanaf 1 januari 2021 niet meer bestaan. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende producten.

J

Hoofdstuk 5, paragraaf 5.3 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

§ 5.3 Basis Ondersteuning Thuis (BOT)

Het doel van BOT is gericht op het bieden van ondersteuningsactiviteiten in de thuisomgeving gericht op het bevorderen, behouden of compenseren van de zelfredzaamheid en participatie, zodat de cliënt zo lang mogelijk in de eigen omgeving kan blijven wonen. BOT is in overwegende mate gericht op begeleiding en wordt geïndiceerd per uur. Ureninzet is afhankelijk van de individuele situatie.

De activiteiten of inhoud van BOT kunnen bestaan uit:

  • ondersteuning bij het laten uitvoeren van de Algehele Dagelijkse Levensverrichtingen (ADL);

  • ondersteuning bij het aanbrengen van structuur in het huishouden;

  • ondersteuning bij de zelfregie/ dagstructuur/stabiel functioneren;

  • ondersteuning bij en het oefenen met het voeren van de administratie en bij het omgaan met geld;

  • ondersteuning bij en het oefenen met (werknemers)vaardigheden of handelingen;

  • ondersteuning bij het oefenen met het zelfstandig reizen met openbaar vervoer;

  • ondersteuning bij het leren om zelfstandig te wonen;

  • ondersteuning en stimulering van het leggen van contact in de (persoonsgebonden) sociale omgeving;

  • ondersteuning bij contacten met officiële instanties;

  • ondersteuning bij de mogelijke integratie in de samenleving en de sociale participatie (bijvoorbeeld hulp bij de opbouw van een sociaal netwerk);

  • toepassen van casemanagement. Coördinatie en afstemming met (ondersteunende) partijen die geïndiceerde zorg of ondersteuning bieden. Het kan gaan om professionele ondersteuners of hulpverleners of om personen uit het sociaal netwerk van de cliënt;

  • ondersteuning op afstand. Hieronder wordt verstaan: beeldschermzorg en telefonische ondersteuning;

  • ondersteuning oproepbaar, naast planbare ondersteuning.

ADL-activiteiten

Onder ADL-activiteiten wordt verstaan: het ondersteunen bij het in en uit bed komen, aan- en uitkleden, bewegen, lopen, gaan zitten en weer opstaan, toiletbezoek, eten/drinken, medicijnen innemen, ontspanning en sociaal contact en aansporing om onder de douche te gaan (lichamelijke hygiëne).

§ 5.3 Ondersteuning individueel basis

Voor iedere inwoner die een beperking op het gebied van de zelfredzaamheid, zelfregie of participatie ervaart/heeft. Het betreffen enkelvoudige hulpvragen op één of meerdere levensdomeinen. Er wordt begeleid in taken waarbij stimulans en activering nodig is. Ook kunnen er taken worden overgenomen die de inwoner niet meer kan verrichten en die ook niet (meer) kunnen worden aangeleerd.

Er is sprake van een stabiele situatie en de inwoner is in staat zijn hulpvraag te stellen en/of uit te stellen.

De aansturing wordt geboden bij het oplossen van problemen, het zelfstandig nemen van besluiten, inzicht geven in (mogelijke) gevolgen van besluiten, het ondersteunen bij praktische vaardigheden en handelingen, het aanbrengen van structuur van de dagelijkse bezigheden. De nadruk ligt hier op het aansturen van de inwoner en niet op overname. De situatie van de inwoner zal verslechteren indien er geen deskundige bijsturing wordt geboden.

Te denken valt aan:

• Er is geen sprake van moeilijk verstaanbaar gedrag of sterke beïnvloedbaarheid waardoor gedragsverandering kan ontstaan.

• Er is sprake van beperkt regieverlies en/of beperkte gevolgen voor het dagelijks leven.

• Er is geen intensief toezicht nodig op het functioneren van de inwoner om bijvoorbeeld het gedrag te kunnen bijsturen.

• Een gestuurde dagelijkse routine (bijvoorbeeld dag- en nachtritme) is voor deze inwoner min of meer mogelijk.

• Inwoner is nog redelijk actief.

• Inwoner heeft redelijk inzicht in eigen beperking/ziekte.

• Inwoner staat open voor aansturing, biedt weinig weerstand tijdens ondersteuning of de weerstand kan voldoende weerlegd worden.

• Het ziektebeeld van de inwoner is niet zo complex dat een hoge graad van deskundigheid nodig is voor de omgang met de inwoner.

• Stabiel medicatiegebruik.

Het bieden van ondersteuningsactiviteiten aan het individu of gezin gericht op het bevorderen, behouden of compenseren van de zelfredzaamheid en participatie, zodat de inwoner zo lang mogelijk in de eigen omgeving kan blijven wonen.

Voorbeelden van ondersteuningsactiviteiten:

• Ondersteuning bij zelfregie/dagstructuur/stabiel functioneren.

• Ondersteuning bij en het oefenen met het voeren van de administratie en bij het omgaan met geld. Toewerken naar zelfredzaamheid of overname door een voorliggende voorziening.

• Ondersteuning bij en het oefenen met (werknemers)vaardigheden of handelingen.

• Ondersteuning bij het nemen van besluiten en (mogelijke) gevolgen van besluiten. Voorafgaand en achteraf moeilijk te hanteren situaties bespreken.

• Hulp bij communicatie in de persoonsgebonden omgeving, bij bijvoorbeeld een andere stoornis die communicatie ernstig bemoeilijkt.

• Ondersteuning bij het aanleren van vaardigheden om zelfstandig te wonen (of ter voorbereiding daarop).

• Ondersteuning bij contacten met officiële instanties.

• Ondersteuning bij de mogelijke integratie in de samenleving en de sociale participatie (bijvoorbeeld hulp bij de opbouw/uitbreiding van een sociaal netwerk).

• Ondersteuning bij het laten uitvoeren van de persoonlijke verzorging. Het betreft hier aansturing. Persoonlijke verzorging kan alleen worden geboden indien de Wlz/Zvw hierin niet voorliggend zijn.

Oriëntatiefase

Indien vanuit het keukentafelgesprek de doelen en aanpak nog onvoldoende helder zijn, is het mogelijk om een oriëntatiefase van maximaal 3 maanden toe te wijzen. Gedurende deze periode moet vastgesteld worden in hoeverre zelfregie, sociaal netwerk en algemene voorzieningen ingezet kunnen worden, de doelen van de begeleiding worden gedefinieerd en eventueel welk begeleidingsproduct (basis of plus, al dan niet in combinatie) passend is en het aantal minuten dat nodig is. Voor afloop van de oriëntatiefase wordt het advies verwerkt in het ondersteuningsplan dat de aanbieder samen met de inwoner invult. Het Gemeentelijk Toegangsteam weegt dit advies mee in de verdere toewijzing.

Toelichting

Het betreft hier een aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de nieuwe contracten uit de aanbesteding “Wmo maatwerkvoorziening ondersteuning” die vanaf 1 januari 2021 zijn gaan gelden. Zonder aanpassing van hoofdstuk 5 van de beleidsregels en enkele afgeleide artikelen verliezen deze hun werking, omdat deze producten vanaf 1 januari 2021 niet meer bestaan. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende producten.

K

Hoofdstuk 5, paragraaf 5.4 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

§ 5.4 Gespecialiseerde Ondersteuning Thuis (GOT)

Het doel van GOT is gericht op het bieden van ondersteuningsactiviteiten in de thuisomgeving gericht op het bevorderen, behouden of compenseren van de zelfredzaamheid en participatie, zodat de cliënt zo lang mogelijk in de eigen omgeving kan blijven wonen. BOT wordt geïndiceerd per uur. Ureninzet is afhankelijk van de individuele situatie.

Aanspraak

Het college kan de maatwerkvoorziening GOT verlenen aan cliënten waarbij de inzet van BOT niet toereikend is én waarbij sprake is van:

  • ernstige gedragsproblematiek, en/of;

  • zorg mijdend gedrag, en/of;

  • agressief gedrag, en/of;

  • (ernstige) verwaarlozing, en/of;

  • ernstige cognitieve problematiek, en/of;

  • meervoudige coördinatie en afstemming met eerder genoemde ondersteunende partijen (complexiteit zorg- en/of ondersteuningsvraag is groot, opgestelde ondersteuningsplan werkt onvoldoende en/of samenwerking stagneert), en/of;

  • zorgen om/voor de veiligheid van de cliënt (en zijn/haar omgeving, en/of ondersteuner)

Ondersteuningsactiviteiten of inhoud

Zie Basis Ondersteuning Thuis.

§ 5.4 Ondersteuning individueel plus

  • Voor iedere inwoner die een beperking op het gebied van de zelfredzaamheid, zelfregie of participatie ervaart/heeft.

    Inwoner vertoont ‘complex gedrag’ en/of heeft complexe hulpvragen op meerdere levensdomeinen en is (tijdelijk) niet in staat hier zelfstandig de regie over te voeren.

    Er is sprake van een onstabiele situatie en de inwoner is niet in staat zijn hulpvraag te stellen en/of uit te stellen. Voor de dagstructuur en het voeren van regie is de inwoner (tijdelijk) afhankelijk van de hulp van anderen.

    De aard van de begeleiding is intensiever en vraagt van een begeleider meer (specialistische) kennis van een ziektebeeld en een goed inschattingsvermogen.

    Voor iedere inwoner waarbij de inzet van Ondersteuning individueel basis niet toereikend is én waarbij één of meer van onderstaande criteria van toepassing is:

    • Er is sprake van moeilijk verstaanbaar en/of onvoorspelbaar gedrag of sterke beïnvloedbaarheid waardoor gedragsverandering kan ontstaan.

    • Er is sprake van ernstig regieverlies en grote gevolgen voor het dagelijks leven (voorbeelden zijn ernstige verwaarlozing, niet in staat om tot een vorm van dagstructuur te komen.

    • De situatie is onvoorspelbaar. De inwoner is zeer snel uit balans (met bijvoorbeeld psychoses tot gevolg).

    • Een gestuurde dagelijkse routine (bijvoorbeeld dag- en nachtritme) is bij deze inwoner niet vanzelfsprekend.

    • Inwoner is veelal passief / zeer beperkt actief.

    • Inwoner heeft geen of beperkt ziekte-inzicht en/of er is sprake van beperkte leerbaarheid.

    • Er is sprake van ernstige cognitieve problematiek.

    • Zorgen om/voor de veiligheid van de inwoner (en zijn/haar omgeving en/of begeleider).

    Het bieden van ondersteuningsactiviteiten aan het individu of gezin gericht op het bevorderen, behouden of compenseren van de zelfredzaamheid en participatie, zodat de inwoner zo lang mogelijk in de eigen omgeving kan blijven wonen.

    Deze inwoner kan zonder begeleiding niet zelfstandig thuis wonen. Er is sprake van ernstige problemen op meerdere leefgebieden en het (tijdelijk) niet of slechts in beperkte mate zelfredzaam zijn. Over het algemeen is er geen sprake van gedeelde regie, maar van overname van regie door de begeleider waarbij wel zoveel als mogelijk aangesloten wordt bij de wensen (en mogelijkheden) van de inwoner.

    Wenselijk is dat de inwoner (naast ondersteuning vanuit de Wmo) ook specialistische zorg/toezicht heeft of hier naar toe werkt. Dit vraagt afstemming met zowel formeel als informele ondersteunende partijen.

    De aanbieder heeft een duidelijke signalerende rol ter voorkoming van decompensatie. De situatie van de inwoner zal verslechteren indien er niet tijdig gesignaleerd wordt en deskundige bijsturing wordt geboden.

    Oriëntatiefase

    Indien vanuit het keukentafelgesprek de doelen en aanpak nog onvoldoende helder zijn, is het mogelijk om een oriëntatiefase van maximaal 3 maanden toe te wijzen. Gedurende deze periode moet vastgesteld worden in hoeverre eigen kracht, sociaal netwerk en algemene voorzieningen ingezet kunnen worden, de doelen van de ondersteuning worden gedefinieerd, welk begeleidingsproduct (basis of plus, al dan niet in combinatie) passend is en het aantal minuten dat nodig is. Voor afloop van de oriëntatiefase wordt het advies verwerkt in het ondersteuningsplan dat de aanbieder samen met de inwoner invult. Het Gemeentelijk Toegangsteam weegt dit advies mee in de verdere toewijzing.

Toelichting

Het betreft hier een aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de nieuwe contracten uit de aanbesteding “Wmo maatwerkvoorziening ondersteuning” die vanaf 1 januari 2021 zijn gaan gelden. Zonder aanpassing van hoofdstuk 5 van de beleidsregels en enkele afgeleide artikelen verliezen deze hun werking, omdat deze producten vanaf 1 januari 2021 niet meer bestaan. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende producten.

L

Hoofdstuk 5, paragraaf 5.5 wordt vervallen verklaard en de paragrafen worden doorgenummerd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

§ 5.5 Activerende Ondersteuning Groep (AOG)

Het doel van AOG gericht op het bieden van arbeidsmatige ondersteuning. Het gaat bij AOG om gestructureerde activiteiten, waarbij met de cliënt gerichte afspraken zijn gemaakt over de werkzaamheden die verricht zullen worden (er is een overeenkomst tussen de cliënt en aanbieder). Het gaat om onbetaalde werkzaamheden (wel is in de praktijk een beperkte onkostenvergoeding mogelijk). Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over het aantal uren dat de cliënt ‘werkzaam’ is en het tijdstip waarop de werkzaamheden verricht worden. AOG wordt geïndiceerd per dagdeel.

Doel arbeidsmatige ondersteuning:

  • arbeidsmatige activiteiten hebben betekenis in het kader van persoonlijke ontplooiing en verkenning van individuele mogelijkheden, bijvoorbeeld gericht op het opdoen van arbeidservaring of het toeleiden naar een (on)betaalde baan;

  • arbeidsmatige activiteiten zijn gericht op het aanleren en/of onderhouden van arbeidsvaardigheden; er is een stimulerend leer- en oefenmilieu;

  • arbeidsmatige activiteiten zijn gericht op het activeren van cliënten met psychiatrische en/of psychische problemen (rehabilitatiedoelen) en dragen bij aan bevordering van maatschappelijke (her-)integratie;

  • arbeidsmatige activiteiten hebben een stabiliserend effect op het dagelijks leven van de cliënten en dragen op die manier bij aan het voorkomen van isolement, terugval en decompensatie.

Aanspraak

Het dagondersteuningsprogramma in groepsverband of voor een cliënt die zelfstandig werkt op een locatie (maar wordt ondersteund door de groepsbegeleider), is gericht op arbeidsmatige activiteiten voor cliënten die geen reguliere arbeid kunnen verrichten. Zij vallen onder de doelgroep van de wet, maar zijn wel in staat om onbetaalde werkzaamheden te verrichten. Dit zijn cliënten met bijvoorbeeld:

  • een langdurige psychische stoornis;

  • niet aangeboren hersenletsel;

  • verstandelijk- lichamelijk beperkt zijn.

Vervoer van-en-naar de maatwerkvoorziening

De cliënt die niet in staat is om op eigen kracht naar de locatie van de groepsondersteuning te komen, kan gebruik maken van de vervoersmogelijkheden die de aanbieder verplicht is te bieden.

§5.5 (vervallen)

Toelichting

Het betreft hier een aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de nieuwe contracten uit de aanbesteding “Wmo maatwerkvoorziening ondersteuning” die vanaf 1 januari 2021 zijn gaan gelden. Zonder aanpassing van hoofdstuk 5 van de beleidsregels en enkele afgeleide artikelen verliezen deze hun werking, omdat deze producten vanaf 1 januari 2021 niet meer bestaan. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende producten. In dit concrete geval is dit product verdwenen.

M

Hoofdstuk 5, paragraaf 5.6 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

§ 5.6 Basis Ondersteuning Groep (BOG)

Het doel van BOG is gericht op het aanbrengen van structuur, activeren/ bevorderen van sociale participatie (o.a. door bewegen, sport, cultuur) en het ontlasten van mantelzorgers. BOG wordt geïndiceerd per dagdeel, inzet is afhankelijk van de individuele situatie.

De activiteiten of inhoud van BOG kunnen bestaan uit:

  • dagondersteuning in groepsverband en ondersteuning sociale activiteiten;

  • Bevorderen, behouden en compenseren van het functioneren en voorkomen, vertragen of verergeren van beperkingen;

  • dagondersteuning bij het leren omgaan met fysieke en/of cognitieve beperkingen;

  • dagondersteuning bij het voorkomen van achteruitgang in fysieke, cognitieve en sociaal-emotionele vaardigheden.

§ 5.6 Ondersteuning in groepsverband basis

Voor iedere inwoner die een beperking op het gebied van de zelfredzaamheid, zelfregie of participatie ervaart/heeft.

Het accent ligt op stimuleren en oefenen van vaardigheden gericht op het behouden van de zelfredzaamheid. Waar een inwoner vaardigheden niet zelf kan aanleren, kunnen ze deze met lichte begeleiding voldoende uitvoeren.

Er kunnen lichte problemen zijn bij bewegen of verplaatsen.

Ondersteuning in groepsverband basis is gericht op het aanbrengen van structuur, ondersteunen bij of het oefenen met vaardigheden of handelingen, activeren/ bevorderen van sociale participatie en het ontlasten van mantelzorger(s).

Voorbeelden ondersteuningsactiviteiten of inhoud:

• Het stimuleren van het aangaan en onderhouden van sociale contacten (sociaal isolement voorkomen).

• Bevorderen, behouden en compenseren van het functioneren en voorkomen, vertragen of verergeren van beperkingen.

• Ondersteuning bij het leren omgaan met fysieke en/of cognitieve beperkingen.

• Ondersteuning in de vorm van arbeidsmatige activiteiten in het kader van persoonlijke ontplooiing en verkenning van individuele mogelijkheden. Bijvoorbeeld gericht op het opdoen van arbeidservaring of het toewerken naar een (on)betaalde baan.

• Ondersteuning gericht op het aanleren en/of onderhouden van arbeidsvaardigheden; er is een stimulerend leer- en oefenmilieu.

• Ondersteuning gericht op stabiliserend effect op het dagelijks leven van de inwoner en dragen op die manier bij aan het voorkomen van isolement, terugval en decompensatie.

Inzet in overeenstemming met de leerplicht/stage, UWV, werk/inkomen.

Uitgangspunten:

• Zo passend mogelijk: de talenten, mogelijkheden, toekomstperspectief en ondersteuningsbehoefte van de inwoner staan centraal passend bij de problematiek.

• Zo lokaal mogelijk indien hulpvraag/beperking dit toelaat.

Toelichting

Het betreft hier een aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de nieuwe contracten uit de aanbesteding “Wmo maatwerkvoorziening ondersteuning” die vanaf 1 januari 2021 zijn gaan gelden. Zonder aanpassing van hoofdstuk 5 van de beleidsregels en enkele afgeleide artikelen verliezen deze hun werking, omdat deze producten vanaf 1 januari 2021 niet meer bestaan. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende producten.

N

Hoofdstuk 5, paragraaf 5.7 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

§ 5.7 Gespecialiseerde Ondersteuning Groep (GOG)

Het doel van GOG is gericht op het aanbrengen van structuur, activeren/ bevorderen van sociale participatie (o.a. door bewegen, sport, cultuur) en het ontlasten van mantelzorgers. GOG wordt geïndiceerd per dagdeel, inzet is afhankelijk van de individuele situatie.

Aanspraak

Het college kan de maatwerkvoorziening GOG verlenen aan cliënten waarbij de inzet van BOG of AOG niet toereikend is én waarbij sprake is van:

  • ernstige gedragsproblematiek, en/of;

  • sterk verminderde zelfregie, en/of;

  • ernstige cognitieve problematiek.

Ondersteuningsactiviteiten of inhoud

Zie Basis Ondersteuning Groep.

§ 5.7 Ondersteuning in groepsverband plus

Voor iedere inwoner die een beperking op het gebied van de zelfredzaamheid, zelfregie of participatie ervaart/heeft. De inwoner is niet in staat om zijn dagstructuur aan te houden en moet ondersteund worden in het uitvoeren van activiteiten en handelingen. Ook kan er sprake zijn van complex, moeilijk verstaanbaar gedrag of sterke beïnvloedbaarheid, waardoor gedragsverandering kan ontstaan.

Ondersteuning in groepsverband plus is gericht op overname van het aanbrengen van structuur, ondersteunen bij of het oefenen met vaardigheden of handelingen, activeren/ bevorderen van sociale participatie en het ontlasten van mantelzorger(s).

Voorbeelden van ondersteuningsactiviteiten of inhoud zijn:

• Het stimuleren van het aangaan en onderhouden van sociale contacten (sociaal isolement voorkomen).

• Behouden en compenseren van het functioneren en vertragen of verergeren van beperkingen.

• Ondersteuning bij het leren omgaan met fysieke en/of cognitieve beperkingen.

• Ondersteuning gericht op het opdoen van arbeidservaring of het toewerken naar een (on)betaalde baan.

Het accent ligt op stimuleren en (deels) overnemen van vaardigheden en handelingen.

Waar nodig moet regie overgenomen worden, bijvoorbeeld omdat:

• Inwoner zelf niet goed kan inschatten of communiceren wat hij nodig heeft.

• Inwoner beperkt leerbaar is in nieuwe vaardigheden.

• Inwoner zich niet zelfstandig kan bewegen, verplaatsen of eten (ook niet met hulpmiddelen).

Inwoner heeft een bepaalde mate van individuele aandacht nodig voor het reguleren van emoties of probleemgedrag.

Uitgangspunten:

• Zo passend mogelijk; de talenten, mogelijkheden, toekomstperspectief en ondersteuningsbehoefte van de inwoner staan centraal (niet de problematiek).

• Zo lokaal mogelijk, indien hulpvraag/beperking dit toestaat.

Toelichting

Het betreft hier een aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de nieuwe contracten uit de aanbesteding “Wmo maatwerkvoorziening ondersteuning” die vanaf 1 januari 2021 zijn gaan gelden. Zonder aanpassing van hoofdstuk 5 van de beleidsregels en enkele afgeleide artikelen verliezen deze hun werking, omdat deze producten vanaf 1 januari 2021 niet meer bestaan. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende producten.

O

Hoofdstuk 6, paragraaf 6.2 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

§ 6.2 Inhoud huishoudelijke hulp De verordening bepaalt dat huishoudelijke hulp gericht is op het bereiken van de volgende resultaten:

  • een schoon en leefbaar huis;

  • het beschikken over schone en draagbare, zo nodig opgevouwen of opgehangen kleding of ander linnengoed, indien (medisch) noodzakelijk gestreken;

  • het klaarzetten of bereiden en zonodig aanreiken van maaltijden;

  • het kunnen beschikken over benodigdheden om te voorzien in primaire levensbehoeften (boodschappen);

  • het thuis kunnen zorgen voor de minderjarige kinderen die tot het gezin behoren (die niet voor zich zelf kunnen zorgen).

§ 6.2 Inhoud huishoudelijke hulp Huishoudelijke hulp is gericht op het bereiken van de volgende resultaten:

  • een schoon en leefbaar huis;

  • het beschikken over schone en draagbare, zo nodig opgevouwen of opgehangen kleding of ander linnengoed, indien (medisch) noodzakelijk gestreken;

  • het klaarzetten of bereiden en zonodig aanreiken van maaltijden;

  • het kunnen beschikken over benodigdheden om te voorzien in primaire levensbehoeften (boodschappen);

  • het thuis kunnen zorgen voor de minderjarige kinderen die tot het gezin behoren (die niet voor zich zelf kunnen zorgen).

Toelichting

Het betreft hier een redactionele aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de Verordening domein sociaal gemeente Raalte vanaf 1 januari 2021. Zonder aanpassing van de wettelijke grondslag van de beleidsregels verliezen deze hun werking. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende verordening.

P

Hoofdstuk 6, paragraaf 6.2 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Overnemen taken

Het gaat bij het verlenen van huishoudelijke hulp voornamelijk om het uitvoeren van huishoudelijke taken (overnemen). Voor zover de cliënt zelf in staat is deze taken uitvoeren maar heeft hij daar begeleiding bij nodig kan het college overgaan tot het verlenen van (lichte) ondersteuning thuis (LOT). Zie hoofdstuk 5 van deze beleidsregels. Voor zover de cliënt zelf in staat is deze taken uitvoeren maar heeft hij daar begeleiding bij nodig kan het college overgaan tot het verlenen van Ondersteuning gericht op het huishouden . Zie hoofdstuk van deze beleidsregels.

Overnemen taken

Het gaat bij het verlenen van huishoudelijke hulp voornamelijk om het uitvoeren van huishoudelijke taken (overnemen). Voor zover de cliënt zelf in staat is deze taken uit te voeren, maar daarbij begeleiding nodig heeft, kan het college overgaan tot het verlenen van Ondersteuning gericht op het huishouden. Zie hoofdstuk 5 van deze beleidsregels. De cliënt is lichamelijk in staat om de huishoudelijke taken uit te voeren maar heeft sturing nodig bij het structuren van de organisatie van het huishouden en het daadwerkelijk uitvoeren van deze taken. Samen opwerken kan nodig zijn om inwoner te stimuleren en te begeleiden.

Toelichting

Het betreft hier een aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de nieuwe contracten uit de aanbesteding “Wmo maatwerkvoorziening ondersteuning” die vanaf 1 januari 2021 zijn gaan gelden. Zonder aanpassing van hoofdstuk 5 van de beleidsregels en enkele afgeleide artikelen verliezen deze hun werking, omdat deze producten vanaf 1 januari 2021 niet meer bestaan. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende producten.

Q

Hoofdstuk 6, paragraaf 6.3 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

5. Het thuis zorgen voor de minderjarige kinderen die tot het huishouden behoren (die niet voor zich zelf kunnen zorgen)

Dit resultaat heeft betrekking op de verzorging van kinderen waarbij de ouder (tijdelijk) niet in staat is om de ouderrol op zich te nemen én het om eenvoudige activiteiten gaat van huishoudelijke aard. Het specifiek verzorgen van kinderen vraagt om een andere deskundigheid. In die situatie zal het college overgaan tot het indiceren van LOT. Dit resultaat heeft betrekking op de verzorging van kinderen waarbij de ouder (tijdelijk) niet in staat is om de ouderrol op zich te nemen én het om eenvoudige activiteiten gaat van huishoudelijke aard. Het specifiek verzorgen van kinderen vraagt om een andere deskundigheid. In die situatie zal het college overgaan tot het indiceren van Ondersteuning gericht op het huishouden

5. Het thuis zorgen voor de minderjarige kinderen die tot het huishouden behoren (die niet voor zichzelf kunnen zorgen)

Dit resultaat heeft betrekking op de verzorging van kinderen waarbij de ouder (tijdelijk) niet in staat is om de ouderrol op zich te nemen én het om eenvoudige activiteiten kan gaan van huishoudelijke aard. Maar het kan ook gaan om het specifiek verzorgen van kinderen waarbij de ouder (tijdelijk) niet in staat is om de ouderrol op zich te nemen én het om eenvoudige activiteiten gaat van huishoudelijke aard. Het specifiek verzorgen van kinderen vraagt om een andere deskundigheid.

Toelichting

Het betreft hier een aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de nieuwe contracten uit de aanbesteding “Wmo maatwerkvoorziening ondersteuning” die vanaf 1 januari 2021 zijn gaan gelden. Zonder aanpassing van hoofdstuk 5 van de beleidsregels en enkele afgeleide artikelen verliezen deze hun werking, omdat deze producten vanaf 1 januari 2021 niet meer bestaan. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende producten.

R

Hoofdstuk 7 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Hoofdstuk 7 KORTDURENDE VERBLIJFSONDERSTEUNING IN EEN INSTELLING

§ 7.1 Inleiding

Kortdurende verblijfsondersteuning in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger, is onderdeel van de wettelijke definitie kortdurend verblijf van een maatwerkvoorziening (art. 1.1.1, eerste lid, van de wet). Nadat is vastgesteld dat de mantelzorger van de cliënt moet worden ontlast geldt nog een ander specifiek criterium om in aanmerking te komen voor deze maatwerkvoorziening. De cliënt is in voorkomende gevallen door het (tijdelijk/deels) wegvallen van de mantelzorg aangewezen op permanent toezicht. Het college kan ook kortdurende verblijfsondersteuning indiceren in het geval er sprake is van (dreigende) overbelasting van de persoon die normaal gesproken gebruikelijke hulp zo moeten verlenen.

Doel en intensiteit respijtverblijf

Het college onderzoekt en beoordeelt of er naast de ondersteuning van een cliënt permanent toezicht noodzakelijk is. Onder permanent toezicht wordt verstaan:

Doel en intensiteit respijtverblijf

Het college onderzoekt en beoordeelt of er naast de ondersteuning van een cliënt permanent toezicht noodzakelijk is. Onder permanent toezicht wordt verstaan:

• op regelmatige en onregelmatige momenten toezicht bieden zodat, de ondersteuner(s) goed kan inspelen op de (frequent voorkomende) al dan niet expliciet gemaakte ondersteuningsvraag;

• actieve observatie, met als doel dreigende ontsporing in het gedrag of de gezondheidssituatie vroegtijdig te signaleren. Op die manier kan tijdig ingegrepen worden en kunnen escalatie van onveilige of gevaarlijke (levens)bedreigende gezondheids- en of gedragssituaties voor de cliënt worden voorkomen.

Het college neemt hierbij in aanmerking dat er ook aanspraak kan bestaan op een indicatie voor de Wlz. Het aangewezen zijn op permanent toezicht kan daar immers een implicatie voor zijn. Daarbij wordt opgemerkt dat voor de Wlz een voorwaarde is dat sprake moet zijn van ‘van blijvende aard’. Daarnaast geeft een psychische stoornis alleen geen toegang tot de Wlz.

Beoordeling

Voorliggende oplossingen

Het college onderzoekt mogelijke oplossingen. Zo kan het voor komen dat de cliënt niet is aangewezen op permanent toezicht en zou bijvoorbeeld ondersteuning groep uitkomst kunnen bieden om de mantelzorger te ontlasten.

Omvang

Kortdurende verblijfsondersteuning hoeft niet voor een noodzakelijk aantal etmalen per week of per maand te worden toegekend. Afhankelijk van de omstandigheden van de individuele situatie kan kortdurende verblijfsondersteuning bijvoorbeeld ook voor een aaneengesloten periode per kalenderjaar worden toegekend. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin de mantelzorger op vakantie wil.

[…]

Hoofdstuk 7 Respijtopvang

§ 7.1 Inleiding

Bij Respijtopvang gaat het om logeren in een instelling gedurende maximaal drie etmalen per week bij (risico op) ontspoorde mantelzorg (psychische noodzaak), waarbij naast deze maatwerkvoorziening ook andere mogelijke interventies ingezet moeten worden die beschikbaar zijn vanuit voorliggende voorzieningen, zoals psycho-educatie en inzet mantelzorgondersteuning.

Doel/intensiteit Respijtopvang

• Overnemen van de ondersteuning en zorg voor inwoner zodat de mantelzorger(s) en/of het gezinssysteem zodanig worden ontlast dat zij de ondersteuning over langere periode kunnen blijven voortzetten met minder risico op overbelasting;

  • 1.

    De kans op ontspoorde mantelzorg verkleinen.

Een gevolg van overbelasting van mantelzorger(s) kan zijn dat er een risico ontstaat op onveilige situaties door ontspoorde mantelzorg. Ontspoorde mantelzorg betekent dat een mantelzorger gedrag laat zien dat ze liever niet vertoont. Het kan gaan om verwaarlozing, verkeerde behandeling of zogenaamde compassie-moeheid. Op basis van maatwerk wordt dit aspect tevens overwogen en meegenomen in de besluitvorming.

Beoordeling

Voorliggende oplossingen

Wanneer er een langere periode van Respijtopvang nodig is (bijvoorbeeld voor een vakantie), dan zijn de volgende stappen voorliggend:

  • Netwerk inschakelen;

  • Wijkverpleging inschakelen;

  • Op eigen kosten logeeropvang regelen;

  • Kiezen voor een passende verzekering binnen de Zorgverzekeringswet en het juiste pakket;

  • Wlz toetsing.

Indien deze stappen niet toereikend zijn, dan kan in uitzonderlijke gevallen ruimte zijn om een langere periode te indiceren. In dat geval tot een maximum van zes weken per jaar. Bij de noodzaak en inzet van Respijtopvang over een langere periode zal samen met inwoner, mantelzorger(s) en zorgaanbieders/wijkverpleging actief worden gemonitord wanneer de situatie vraagt om een actieve toeleiding naar de Wlz. Deze monitoring en het betrekken van deze werkwijze is dan onderdeel/voorwaarde van de indicatie Respijtopvang. In situaties met meerdere dagdelen dagbesteding en ook in het weekend overname van de zorgtaken zal vaak sprake zijn van een situatie die op (korte) termijn niet meer vanuit de Wmo geïndiceerd moet worden, maar vanuit de Wlz.

Bij het inzetten van Respijtopvang wordt de S1 verpleegkundige / verpleegkundig consulent geraadpleegd. In ieder geval bij uitzonderlijke gevallen.

Omvang

Kortdurende verblijfsondersteuning hoeft niet voor een noodzakelijk aantal etmalen per week of per maand te worden toegekend. Afhankelijk van de omstandigheden van de individuele situatie kan kortdurende verblijfsondersteuning bijvoorbeeld ook voor een aaneengesloten periode per kalenderjaar worden toegekend. Denk bijvoorbeeld aan de situatie waarin de mantelzorger op vakantie wil.

Vervoer

Onder kortdurende verblijfsondersteuning is ook, zonodig, het vervoer naar de locatie begrepen waar het verblijf wordt geboden. Dit vervoer wordt in ieder geval noodzakelijk geacht indien de mantelzorger niet in staat is de cliënt te brengen (en te halen) en er ook geen andere vervoersmogelijkheden zijn.

Afbakening

Uitgangspunt: het betreft hier Respijtopvang waarbij de situatie voor de mantelzorger(s) zodanig wordt ontlast dat zelfstandig thuis wonen met ondersteuning vanuit de Wmo wordt gefaciliteerd voor de mantelzorgers(s). Het betreft dus geen Respijtopvang waar sprake is van permanent toezicht.

Dergelijke situaties noemen we Acute Respijtopvang, daar worden afzonderlijke werkafspraken over gemaakt. Respijtopvang is inclusief de mogelijkheid tot het bijwonen van activiteiten als daartoe de mogelijkheid is op de opvanglocatie en er geen dienstverleningsopdracht dagbesteding is.

Toelichting

Het betreft hier een aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de nieuwe contracten uit de aanbesteding “Wmo maatwerkvoorziening ondersteuning” die vanaf 1 januari 2021 zijn gaan gelden. Zonder aanpassing van hoofdstuk 5 van de beleidsregels en enkele afgeleide artikelen verliezen deze hun werking, omdat deze producten vanaf 1 januari 2021 niet meer bestaan. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende producten.

S

Hoofdstuk 8, paragraaf 8.1 inleiding wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid

Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een maatwerkvoorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning. Denk bijvoorbeeld ook aan het verbreden van een toegangspad of toegangsdeur. Het moet gaan om elementaire woonfuncties en het opheffen of verminderen van problemen bij het normale gebruik van de woning. Verwezen wordt naar de begripsbepalingen van een woning en het normale gebruik van de woning in artikel 1.1, eerste lid, van de verordening.

Bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid

Met het oog op het normale gebruik van de woning kan een maatwerkvoorziening worden getroffen ten aanzien van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van de woning. Denk bijvoorbeeld ook aan het verbreden van een toegangspad of toegangsdeur. Het moet gaan om elementaire woonfuncties en het opheffen of verminderen van problemen bij het normale gebruik van de woning. Verwezen wordt naar de begripsbepalingen van een woning en het normale gebruik van de woning in de verordening.

Toelichting

Het betreft hier een redactionele aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de Verordening domein sociaal gemeente Raalte vanaf 1 januari 2021. Zonder aanpassing van de wettelijke grondslag van de beleidsregels verliezen deze hun werking. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende verordening.

T

Hoofdstuk 8, paragrafen 8.2 en 8.3 worden als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

§ 8.2 Specifieke criteria

De verordening bepaalt een aantal specifieke criteria bij het verlenen van maatwerkvoorzieningen gericht op het wonen. Er zijn situaties opgenomen waaronder geen aanspraak op een maatwerkvoorziening bestaat of kan bestaan, zie onder meer hoofdstuk 4 van de verordening. In de meeste van deze bepalingen ligt het beginsel van de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt besloten. Een van de criteria over het verlenen van een woningaanpassing gaat over het toepassen van het primaat verhuizen.

§ 8.3 Primaat van verhuizen

Om te voorkomen dat bij een niet te kostbare woningaanpassing het verhuisprimaat al toegepast zou kunnen worden, is deze bevoegdheid in de verordening begrensd tot een bedrag (zie Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2017). Het college is wel gehouden de belangen van de cliënt en het college tegen elkaar af te wegen.

§ 8.2 Specifieke criteria

De verordening bepaalt een aantal specifieke criteria bij het verlenen van maatwerkvoorzieningen gericht op het wonen. Er zijn situaties opgenomen waaronder geen aanspraak op een maatwerkvoorziening bestaat of kan bestaan, zie onder meer hoofdstuk 5 van de verordening. In de meeste van deze bepalingen ligt het beginsel van de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt besloten. Een van de criteria over het verlenen van een woningaanpassing gaat over het toepassen van het primaat verhuizen.

§ 8.3 Primaat van verhuizen

Om te voorkomen dat bij een niet te kostbare woningaanpassing het verhuisprimaat al toegepast zou kunnen worden, is deze bevoegdheid in de verordening begrensd tot een bedrag. Het college is wel gehouden de belangen van de cliënt en het college tegen elkaar af te wegen.

Toelichting

Het betreft hier een redactionele aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de Verordening domein sociaal gemeente Raalte vanaf 1 januari 2021. Zonder aanpassing van de wettelijke grondslag van de beleidsregels verliezen deze hun werking. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende verordening.

U

Hoofdstuk 9, paragraaf 9.2 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Leefomgeving

Onder leefomgeving in het kader van deelname aan het maatschappelijk verkeer wordt een afstand van 25 kilometer rondom de woning als redelijk aangemerkt, zie begripsbepaling in de verordening. Wel is het zo dat de cliënt een minimaal aantal basisvoorzieningen moet kunnen bereiken.

Leefomgeving

Onder leefomgeving in het kader van deelname aan het maatschappelijk verkeer wordt een afstand van 25 kilometer rondom de woning als redelijk aangemerkt. Wel is het zo dat de cliënt een minimaal aantal basisvoorzieningen moet kunnen bereiken.

Toelichting

Het betreft hier een redactionele aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de Verordening domein sociaal gemeente Raalte vanaf 1 januari 2021. Zonder aanpassing van de wettelijke grondslag van de beleidsregels verliezen deze hun werking. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende verordening.

V

Hoofdstuk 9, paragraaf 9.2 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Omvang is maatwerk

De omvang van de maatwerkvoorziening(en) kan, als daar aanleiding voor is, worden afgestemd op:

  • De eigen mogelijkheden van de cliënt (zie ook beoordeling aanspraak in hoofdstuk 3 van de verordening).

[…]

Omvang is maatwerk

De omvang van de maatwerkvoorziening(en) kan, als daar aanleiding voor is, worden afgestemd op:

  • De eigen mogelijkheden van de cliënt (zie ook beoordeling aanspraak in hoofdstuk 2 van de verordening).

[…]

Toelichting

Het betreft hier een redactionele aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de Verordening domein sociaal gemeente Raalte vanaf 1 januari 2021. Zonder aanpassing van de wettelijke grondslag van de beleidsregels verliezen deze hun werking. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende verordening.

W

Hoofdstuk 9, paragraaf 9.3 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Volgens de verordening ligt namelijk het primaat bij het Service Vervoer Raalte (CRVB:2015:4025). Blijkt echter uit onderzoek dat de cliënt geen gebruik kan maken van deze maatwerkvoorziening, dan kan een autoaanpassing aangewezen zijn. Daarbij worden een aantal uitgangspunten gehanteerd.

Het primaat ligt namelijk bij het Service Vervoer Raalte (CRVB:2015:4025). Blijkt echter uit onderzoek dat de cliënt geen gebruik kan maken van deze maatwerkvoorziening, dan kan een autoaanpassing aangewezen zijn. Daarbij worden een aantal uitgangspunten gehanteerd.

Toelichting

Het betreft hier een redactionele aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de Verordening domein sociaal gemeente Raalte vanaf 1 januari 2021. Zonder aanpassing van de wettelijke grondslag van de beleidsregels verliezen deze hun werking. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende verordening.

X

Hoofdstuk 10, paragraaf 10.2 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Budgetplan en modelovereenkomst

De verordening bepaalt dat indien de cliënt een persoonsgebonden budget wenst, hij verplicht is om een Budgetplan op te stellen. Ook schrijft de verordening voor dat het de voorkeur heeft om gebruik te maken van de van toepassing zijnde modelovereenkomst van de Sociale Verzekeringsbank.

Budgetplan en modelovereenkomst

De verordening bepaalt dat indien de cliënt en/of zijn wettelijk vertegenwoordiger een persoonsgebonden budget wenst, hij/zij (verplicht) een plan voor de besteding van het pgb (budgetplan) op moet stellen. Daarbij is het verplicht om gebruik te maken van de van toepassing zijnde model zorgovereenkomst van de Sociale Verzekeringsbank.

Toelichting

Het betreft hier een redactionele aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de Verordening domein sociaal gemeente Raalte vanaf 1 januari 2021. Zonder aanpassing van de wettelijke grondslag van de beleidsregels verliezen deze hun werking. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende verordening.

Y

Hoofdstuk 10, paragraaf 10.5 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Kosten gemaakt vóór de aanvraag

In de verordening is opgenomen dat het college een persoonsgebonden budget kan weigeren als de kosten betrekking hebben op een periode voorafgaande aan de aanvraag. Daarop zijn uitzonderingen als:

a. het college vaststelt dat de melding dan wel aanvraag niet eerder ingediend kon worden; en

b. de cliënt aantoont verplichtingen met derden te zijn aangegaan die onherroepelijk zijn; en

c. het college tot het oordeel komt dat de betreffende maatwerkvoorziening noodzakelijk is.

Kosten gemaakt vóór de aanvraag

In de verordening is opgenomen dat het college een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget kan weigeren als de inwoner de voorziening zelf al geeft gerealiseerd, geaccepteerd of gekocht, tenzij de gemeente daarvoor schriftelijk toestemming heeft verleend. Daarop zijn uitzonderingen als:

a. het college vaststelt dat de melding dan wel aanvraag niet eerder ingediend kon worden; en

b. de cliënt aantoont verplichtingen met derden te zijn aangegaan die onherroepelijk zijn; en

c. het college tot het oordeel komt dat de betreffende maatwerkvoorziening noodzakelijk is.

Dit zijn cumulatieve voorwaarden.

Toelichting

Het betreft hier een redactionele aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de Verordening domein sociaal gemeente Raalte vanaf 1 januari 2021. Zonder aanpassing van de wettelijke grondslag van de beleidsregels verliezen deze hun werking. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende verordening.

Z

Hoofdstuk 12 wordt vervallen verklaard:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Hoofdstuk 12 SLOTBEPALINGEN

  • 1.

    Deze beleidsregels treden op 1 februari 2017 in werking onder gelijktijdige intrekking van Gemeente Raalte Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning/ jeugdhulp 2015

  • 2.

    Deze beleidsregels worden aangehaald als Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning gemeente Raalte 2017.

Hoofdstuk 12 SLOTBEPALINGEN

(vervallen)

Toelichting

Het betreft hier een redactionele aanpassing i.v.m. de inwerkingtreding van de Verordening domein sociaal gemeente Raalte vanaf 1 januari 2021. Zonder aanpassing van de wettelijke grondslag van de beleidsregels verliezen deze hun werking. Dat is in deze wijziging hersteld door te verwijzen naar de nu geldende verordening.

 

Artikel XII Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Aldus besloten in de vergadering van 2 februari 2021

Burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte,

de secretaris,

Karin Cornelissen

de burgemeester,

Martijn Dadema

Naar boven