Besluit Tijdelijke mandaten en machtigingen Gemeente Utrecht Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 en Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming

Het college van burgemeester en wethouder van Utrecht,

• gelet op de artikelen 10:1 tot en met 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

• gelet op de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19;

• gelet op de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming;

• overwegende dat het in verband met de verkiezingen gedurende de covid-19 pandemie en deelname aan het experimenten centrale stemopneming noodzakelijk is op basis van deze wetten tijdelijke mandaten te verlenen;

 

Besluit het volgende:

 

I. Aan de volgende functies voor onderstaande bevoegdheden mandaat te verlenen:

Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 en de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten.

Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming en de daarbij behorende uitvoeringsbesluiten.

College en Burgemeester

Projectleider verkiezingen (PBZ)

Adviseurs verkiezingen (PBZ)

 

II. Indien het een feitelijke handeling betreft, is iedere functionaris van de gemeente Utrecht bevoegd.

 

III. Alle in deze wijziging omschreven bevoegdheden worden tevens verleend aan de Algemeen Directeur, elk van de themadirecteuren en de directeur van Publiekszaken.

 

IV. Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking en vervalt op 1 juli 2021. V. Dit besluit kan worden aangehaald als Tijdelijke mandaten en machtigingen Gemeente Utrecht Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 en Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming.

 

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Utrecht in hun vergadering van 16 februari 2021.

De gemeentesecretaris, de Burgemeester,

Gabriëlle G.H.M. Haanen Sharon A.M. Dijksma

De Burgemeester

Sharon A.M. Dijksma

Naar boven