Beleidsregels gemeentelijke taken uitvoering Wet kinderopvang Heemstede 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heemstede;

gelet op artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de artikelen 1.61, eerste lid, 1.65, eerste lid, 1.66 en 1.72, eerste lid, van de Wet kinderopvang;

besluit vast te stellen de:

Beleidsregels gemeentelijke taken uitvoering Wet kinderopvang Heemstede 2021.

 

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Toepassing

Deze beleidsregels zijn van toepassing op de handhaving naar aanleiding van overtreding van de bij of krachtens de Wet kinderopvang gestelde regelgeving.

Artikel 2 Vormen van handhaven

Bij het uitvoeren van het handhavingsbeleid heeft het college de volgende mogelijkheden:

  • a.

    informeel middel zoals een waarschuwing;

  • b.

    op herstel gericht handhavingsmiddel zoals een herstelsanctie;

  • c.

    bestraffende sanctie.

Artikel 3 Kwaliteitseisen

  • 1.

    De kwaliteitseisen, waar aan voldaan moet worden, staan genoemd in de Wet kinderopvang en alle onderliggende regelgeving.

  • 2.

    De toezichthouder kinderopvang onderzoekt de naleving van deze kwaliteitseisen en legt de bevindingen vast in een inspectierapport.

  • 3.

    In het afwegingsoverzicht worden per domein de kwaliteitseisen geclusterd weergegeven en voorzien van een prioritering en bepaling van de hoogte van de bestuurlijke boete in geval van een overtreding. Het afwegingsoverzicht is als bijlage bij deze beleidsregels opgenomen.

Artikel 4 Herstelaanbod

  • 1.

    Een herstelaanbod is het aanbod van de toezichthouder kinderopvang aan de houder om binnen de door de toezichthouder gestelde tijd een geconstateerde overtreding te herstellen. Dit gebeurt vóórdat het conceptrapport wordt opgesteld.

  • 2.

    Het herstelaanbod kan aangeboden worden bij alle type voorzieningen, bij een onderzoek na registratie, een jaarlijks onderzoek en een incidenteel onderzoek. Het herstelaanbod wordt niet gedaan bij een onderzoek voor registratie of bij een nader onderzoek.

  • 3.

    Elke overtreding kan in aanmerking komen voor een herstelaanbod. De toezichthouder beoordeelt of de aard en omstandigheid zich leent voor een herstelaanbod. De periode tot herstel is maximaal 4 weken. De toezichthouder schrijft in het inspectierapport het verloop van het aanbod. De houder is niet verplicht om van het aanbod gebruik te maken.

  • 4.

    Er wordt geen herstelaanbod gedaan als sprake is van:

    • a.

      recidive: als overtreding bij de vorige inspectie is geconstateerd én heeft geleid tot een advies tot handhaving;

    • b.

      een benodigde hersteltermijn langer dan 4 weken;

    • c.

      het afgeven van een bevel voor een andere overtreding.

  • 5.

    Het college weegt de oorspronkelijke overtreding en de resultaten van herstelaanbod mee bij haar beslissing om wel of niet te handhaven.

Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Artikel 5 Herstelmaatregel

  • 1.

    Indien gebleken is dat een houder van een kindercentrum, een gastouderbureau of een voorziening voor gastouderopvang niet voldoet aan één of meer kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en alle onderliggende regelgeving, start het college in beginsel een herstellend handhavingstraject. Dit traject is gericht op beëindiging van de overtreding(-en) en voorkoming van herhaling van de overtreding(-en).

  • 2.

    Bij het uitvoeren van het herstellend traject hanteert het college de volgende stappen:

  • stap 1: aanwijzing;

  • stap 2: last onder dwangsom/last onder bestuursdwang;

  • stap 3: exploitatieverbod;

  • stap 4: intrekken van de toestemming tot exploitatie en verwijdering uit het landelijk register kinderopvang.

  • 3.

    Indien de aard van de overtreding hiertoe aanleiding geeft, kan het college besluiten een bepaalde stap of bepaalde stappen van het herstellende traject over te slaan dan wel meerdere keren toe te passen.

  • 4.

    De duur van een hersteltermijn is afhankelijk van de prioriteit die is toegekend aan de kwaliteitseis zoals afgeleid kan worden uit het afwegingsoverzicht dat als bijlage is opgenomen.

  • 5.

    Bij het geven van een aanwijzing gelden de volgende hersteltermijnen:

    • a.

      prioriteit hoog: maximaal 2 weken;

    • b.

      prioriteit gemiddeld: maximaal 2 maanden;

    • c.

      prioriteit laag: maximaal 6 maanden.

  • Deze termijnen worden eveneens gehanteerd als begunstigingstermijn indien ervoor gekozen is om een last onder dwangsom/last onder bestuursdwang in te zetten.

Artikel 6

Indien niet (langer) wordt voldaan aan de definities van de Wet kinderopvang voor wat betreft de geregistreerde voorziening (dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau, voorziening voor gastouderopvang) wordt de gegeven toestemming tot exploitatie ingetrokken door middel van een beschikking overeenkomstig artikel 1.46, vijfde en zesde lid, van de Wet kinderopvang. Aansluitend wordt de registratie verwijderd uit het landelijk register kinderopvang.

Hoofdstuk 3 Bestraffend traject

Artikel 7 Gebruik bevoegdheid opleggen bestuurlijke boete

Het college kan een bestuurlijke boete opleggen bij:

  • a.

    Het overtreden van de kwaliteitseisen uit de Wet kinderopvang en aanverwante regelgeving;

  • b.

    Het niet opvolgen van een bevel of aanwijzing;

  • c.

    Niet meewerken aan een verzoek van een toezichthouder of het bewust verkeerd informeren van een toezichthouder;

  • d.

    Het starten van de exploitatie, voor de datum van ingang van de toestemming tot exploitatie;

  • e.

    Het niet tijdig melden van wijzigingen van de in het Landelijk Register Kinderopvang geregistreerde gegevens;

  • f.

    Het overtreden van een exploitatieverbod.

Artikel 8 Hoogte bestuurlijke boete

  • 1.

    Bij de berekening van de bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1.72, eerste lid, van de Wet kinderopvang wordt voor alle overtredingen het boetebedrag dat is neergelegd in het afwegingsoverzicht als uitgangspunt gehanteerd.

  • 2.

    Proportionaliteit en een goede dosering zijn een belangrijk uitgangspunt bij handhaving. Er worden vier categorieën gehanteerd waar de boetebedragen op worden afgestemd:

Soort organisatie en omvang

Hoogte boete

Grote organisaties: totale capaciteit > 150 kindplaatsen/bemiddelde voorzieningen voor gastouderopvang

Volledig normbedrag zoals opgenomen in het afwegingsmodel handhaving (zie bijlage).

Middelgrote organisaties: totale capaciteit van 51 t/m 150 kindplaatsen/bemiddelde voorzieningen voor gastouderopvang

Twee derde van het normbedrag.

Kleine organisaties: totale capaciteit < 51 kindplaatsen/bemiddelde voorzieningen voor gastouderopvang

Eén derde deel van het normbedrag.

Voorzieningen voor gastouderopvang

Eén vijfde deel van het normbedrag. Dit geldt niét voor die voorwaarden in het afwegingsmodel waar specifiek gastouder staat vermeld

Artikel 9 Recidive

Bij de vaststelling van de boete wordt uitgegaan van:

  • a.

    1,5 maal het onder artikel 8 bepaalde boetebedrag indien een door een bestuurlijke boete te handhaven overtreding plaatsvindt binnen een periode van twee jaar nadat een eerdere overtreding van dezelfde wettelijke norm heeft plaatsgevonden waarvoor eveneens een bestuurlijke boete was opgelegd;

  • b.

    2 maal het onder artikel 8 bepaalde boetebedrag indien er sprake is van een derde of volgende overtreding van dezelfde wettelijke norm binnen een periode van twee jaar nadat de daaraan voorafgaande overtreding zich heeft voorgedaan waarvoor eveneens een bestuurlijke boete was opgelegd.

Artikel 10 Matiging

  • 1.

    Het college kan besluiten om de bestuurlijke boete te matigen, indien de belanghebbende aannemelijk maakt dat op grond van:

    • de ernst van de overtreding;

    • de mate van verwijtbaarheid;

    • de omstandigheden waaronder de overtreding is begaan; of

    • de omstandigheden waarin de overtreder verkeert;

    • boeteoplegging volgens deze beleidsregels handhaving Wet kinderopvang onevenredig is.

  • 2.

    Van een situatie als bedoeld in het vorige lid kan in beginsel slechts sprake zijn, indien er bijzondere omstandigheden zijn waarmee bij de vaststelling van deze beleidsregels niet is voorzien.

Artikel 11 Samenloop

De totale bij boetebeschikking op te leggen boete bestaat, ingeval sprake is van meerdere overtredingen, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.

Artikel 12 Intrekking oude beleidsregels

De Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang Heemstede 2018 worden ingetrokken.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021

Artikel 14 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang Heemstede 2021.

 

Vastgesteld bij collegebesluit van 9 februari 2021

Bijlage Beleidsregels gemeentelijke taken uitvoering Wet kinderopvang: Afwegingsoverzicht

 

Diversen mbt naleving, registratie en wijzigingen

Wettelijke bepaling / kwaliteitseis

Maximale hersteltermijn

Bestuurlijke boete

Last onder dwangsom per constatering 1

Niet voldoen aan de definitie van kinderopvang, gastouderopvang, gastouder of gastouderbureau.

N.v.t, intrekken toestemming tot exploitatie is aan de orde.

n.v.t.

n.v.t.

Start exploitatie voor ontvangst toestemming college2 of voor de datum waarop college bepaald heeft dat exploitatie mag aanvangen.

n.v.t.

Gelijk aan bedrag boete 4e categorie (2019: € 20.750)

€ 20.7503

Houder geeft wijziging van in het LRK opgenomen gegevens later door / niet door terwijl dit zou moeten gebeuren zodra de houder bekend is met deze wijziging.

2 maanden

€ 2.000

€ 2.000

Niet nakomen van een vordering tot medewerking van de toezichthouder.

n.v.t.

Gelijk aan bedrag boete 2e categorie

(2019: € 4.150)

Gelijk aan bedrag boete 2e categorie

Niet opvolgen van een aanwijzing / bevel.

2 weken

€ 4.000

n.v.t.

Niet opvolgen van exploitatieverbod gegeven opgelegd op grond van art. 1.66 van de Wko.

n.v.t.

€ 20.750

n.v.t.

Niet nakomen van een afspraak zoals genoemd in 1.67 van de Wet op het primair onderwijs.

n.v.t.

€ 4.000

n.v.t

 

Praktijk / uitvoering

Wettelijke bepaling / kwaliteitseis

Maximale hersteltermijn

Bestuurlijke boete

Last onder dwangsom per constatering

De houder biedt geen verantwoorde opvang.

2 weken

€ 8.000

GO: € 2.000

€ 8.000

GO: € 2.000

Het gastouderbureau voldoet niet aan zijn zorgplicht

2 weken

€ 4.000

€ 4.000

De houder voldoet niet aan zijn informatieplicht.

2 maanden

€ 1.000

€ 1.000

De houder zorgt er niet voor dat conform het beleid gehandeld wordt

2 weken

€ 2.000

€ 2.000

De houder voldoet niet aan de eisen gesteld aan veilige en gezonde kinderopvang4.

2 weken

€ 3.000

GO: € 500

€ 3.000

GO: € 500

De houder voldoet niet aan de eisen mbt formatie.

2 weken

€ 5.000

GO: € 200

€ 5.000

GO: € 200

De houder voldoet niet aan de eisen mbt stabiliteit

(GO: groepsgrootte).

2 weken

€ 3.000

GO: € 300

€ 3.000

GO: € 300

De houder voldoet niet aan de eisen mbt de VOG’s en het personenregister kinderopvang.

2 weken

€ 3.000

GO: € 500

€ 3.000

GO: € 500

De houder voldoet niet aan de eis mbt de voertaal, taaleis VE en de taaleis BSO.

2 weken

€ 3.000 (voertaal)

€ 1.500 (overige)

GO: € 200

€ 2.000

GO: € 200

De binnen- en buitenspeelruimtes voldoen niet aan de eisen.

De VGO voldoet niet aan de eisen.

2 weken

€ 2.000

GO: € 200

€ 2.000

GO: € 200

De houder voldoet niet aan het ouderadviesrecht / klachtrecht.

2 maanden (OC)

6 maanden (klachtr.)

€ 1.000

€ 1.000

De houder van het gastouderbureau voert aantoonbaar de kassiersfunctie en de verplicht gestelde gesprekken niet uit.

2 weken

€ 3.000

€ 3.000

De houder voldoet niet aan de uren norm voor VE

2 weken

€ 2.000

€ 2.000

 

Documenten

Wettelijke bepaling / kwaliteitseis

Maximale hersteltermijn

Bestuurlijke boete

Last onder dwangsom

De houder heeft actuele beleidsdocumenten die onvolledig zijn en/of niet alle verplicht te beschrijven onderwerpen bevatten.

2 maanden

€ 3.000 voor het ontbreken van het document

 

€ 750 voor iedere (sub)eis waaraan niet is voldaan

€ 3.000 het ontbreken van het document

 

€ 750 voor ieder(e) (sub)eis waaraan niet is voldaan

De administratie van de houder bevat niet alle verplicht op te nemen documenten en is op verzoek van de toezichthouder onverwijld te raadplegen.

2 maanden

€ 3.000

per ontbrekend document

€ 3.000

per ontbrekend document

De houder gebruikt geen VE programma dat voldoet aan de eisen

2 maanden

€ 1.000

€ 1.000

Naar boven