Gemeenteblad van 's-Gravenhage
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
's-Gravenhage | Gemeenteblad 2021, 51882 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
's-Gravenhage | Gemeenteblad 2021, 51882 | Verordeningen |
Subsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021
Haagse inwoners moeten volwaardig en naar eigen vermogen deel kunnen nemen aan de Haagse samenleving. Onderdeel hiervan is dat iedere inwoner passend vrijwilligerswerk moet kunnen vinden. In het coalitieakkoord ‘Samen voor de stad’ (RIS304121) is een nieuw actieprogramma vrijwilligers aangekondigd. Naar aanleiding hiervan is het actieprogramma ‘Goed voor elkaar! Haags vrijwilligersbeleid 2020-2023’ (RIS307795) verschenen.
Het actieprogramma bestaat uit vier pijlers, waarvan een pijler over het ondersteunen van vrijwilligersorganisaties gaat. Het ondersteunen van vrijwilligersorganisaties is belangrijk. Wanneer vrijwilligers passend vrijwilligerswerk zoeken, wil de gemeente ervoor zorgen dat organisaties dat kunnen bieden. Dit zodat de drempel om een bijdrage te kunnen leveren aan de Haagse samenleving lager wordt voor bestaande en nieuwe vrijwilligers.
Een van de manieren hoe de gemeente dit doet, is het vaststellen van geactualiseerde subsidieregelingen voor vrijwilligersorganisaties die een bijdrage leveren aan de ondersteuning van kwetsbare inwoners met behulp van vrijwilligers. Dit resulteert in twee regelingen:
De subsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021 – deze regeling bevordert dat vrijwilligersorganisaties in de informele zorg optimaal in staat zijn om goed vrijwilligerswerk te kunnen bieden. Dit doet de gemeente door subsidie te verstrekken voor onder meer de werving van vrijwilligers, professionalisering van de organisatie en deskundigheidsbevordering van vrijwilligers.
De subsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021 is de opvolger van de subsidieregeling stimuleren vrijwillige inzet Den Haag 2015 (RIS281063). Deze oude regeling is per 31 december 2018 komen te vervallen. De subsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021 is, net als de oude subsidieregeling stimuleren vrijwillige inzet Den Haag 2015 (RIS281063), een additionele regeling voor stimulering van vrijwilligerswerk in de informele zorg.
Vanuit de evaluatie van de oude subsidieregeling zijn leerpunten meegenomen in de ontwikkeling van deze nieuwe regeling. In deze opvolgende regeling zijn leerpunten verwerkt onder meer door doelgroepen smaller te benoemen en niet-subsidiabele kosten specifieker te benoemen. Tot slot kan subsidie in het kader van deze regeling slechts een keer in de twee jaar worden aangevraagd en verleend om het stimulerende karakter van de subsidie te borgen. Bijkomend neveneffect hierbij is dat organisaties financieel onafhankelijk van de gemeente blijven.
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
gelet op artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,
besluit vast te stellen de Subsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 1:4 bedoelde activiteiten.
Artikel 1:3 Doel van de subsidie
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die plaatsvinden in één kalenderjaar en die bijdragen aan:
Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan vrijwilligersorganisaties die:
Artikel 1:6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
Niet voor subsidie in aanmerking komen:
a. de kosten voor overhead die meer bedragen dan 15 procent van de kosten van de subsidiabele activiteiten;
b. de eventuele restwaarde van specifiek voor de subsidiabele activiteiten aangeschafte apparatuur;
c. de verrekenbare BTW over de gesubsidieerde kosten;
d. de kosten voor activiteiten die eerder door het college op basis van deze subsidieregeling of anderszins zijn gesubsidieerd;
e. de vergoeding van kosten die gemaakt worden voor waardering van vrijwilligers in natura;
f. de vergoeding van kosten van vrijwilligers zoals vrijwilligersvergoeding, onkostenvergoeding, reiskostenvergoeding, OV-reistegoed en representatiekosten;
g. de kosten voor consumpties en catering;
h. de kosten voor de verzekering van vrijwilligers;
i. de kosten voor uitstapjes, zoals kosten voor reizen, verblijf, toegangskosten tot pretparken, dierentuinen en andere recreatieve externe activiteiten en verblijfskosten in het geval van externe activiteiten;
j. de kosten van Verklaringen Omtrent het Gedrag;
k. activiteiten of initiatieven die onderdeel zijn van een regulier programma; en
l. de kosten voor activiteiten waarbij naar het oordeel van het college de verhouding tussen het gevraagde bedrag en de activiteiten buitenproportioneel is.
Artikel 1:7 Hoogte van de subsidie
Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt per kalenderjaar een subsidieplafond van € 350.000,00.
Artikel 1: 9 Wijze van verdeling
Hoofdstuk 2 Aanvraag subsidie en termijnen
Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager de volgende gegevens over:
a. een specificatie van verrekenbare en niet-verrekenbare BTW;
b. een beschrijving van de manier waarop de activiteiten worden geëvalueerd en de beoogde resultaten inzichtelijk worden gemaakt;
c. een overzicht van de organisaties waarmee wordt samengewerkt bij het uitvoeren van de activiteiten;
d. een specificatie van het aantal vrijwilligers, het totaal aantal manuren, het deel daarvan dat door vrijwilligers wordt uitgevoerd en de werkzaamheden die zij verrichten; en
e. of de organisatie in het bezit is van een keurmerk voor vrijwilligersorganisaties.
In aanvulling op artikel 9, tweede lid, van de ASV wordt een aanvraag om een subsidie ingediend in de periode van 1 oktober direct voorafgaand aan tot en met 30 september van, het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft.
Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid en 4:35 van de Awb en artikel 11, eerste, tweede en derde lid, van de ASV weigert het college een subsidie als:
Hoofdstuk 4 Verplichtingen en betaling
Het college kan de subsidieontvanger bij de subsidieverlening verplichten:
Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze:
Hoofdstuk 5 Eindverantwoording en vaststelling na verlening vooraf
Artikel 5: 1 Wijze van verantwoorden
De aanvraag tot vaststelling bevat:
a. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk verslag conform artikel 17, vierde lid, van de ASV;
b. bij een verleende subsidie voor een bedrag van € 5.000,00 tot en met € 20.000,00: tevens een voor openbaarmaking geschikt financieel verslag conform artikel 17, vijfde lid, van de ASV; en
c. een verklaring dat de verantwoording juist en volledig is. Hiervoor wordt een bestuursverklaring ingediend volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model.
Het inhoudelijk verslag bevat:
a. een overzicht van de gesubsidieerde activiteiten en de gerealiseerde activiteiten;
b. een activiteitenverslag, bestaande uit een beknopte beschrijving en beknopt fotoverslag van de uitvoering van de gerealiseerde activiteiten. Uit deze beschrijving moet blijken of en in hoeverre aan de subsidievoorschriften is voldaan;
c. indien van toepassing een opgave van de redenen waarom vrijwilligers gestopt zijn en wat de subsidieontvanger heeft gedaan om vrijwilligers aan nieuw vrijwilligerswerk te helpen, binnen of buiten de eigen organisatie;
d. een overzicht van het totale aantal vrijwilligers, met de vermelding actief en inactief, van de organisatie per 1 januari en 31 december van het subsidiejaar waarvoor de subsidie is verleend;
e. een overzicht van het totale aantal geworven vrijwilligers en het aantal vrijwilligers dat is gestopt met hun vrijwilligerswerk in het subsidiejaar waarvoor de subsidie is verleend; en
f. een beknopt overzicht van de aantallen hulpvragers uit verschillende doelgroepen die de organisatie met haar hoofdactiviteiten heeft bereikt.
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken met uitzondering van de artikelen 1:2, 1:4, 1:5, 1:6, 1:7, 1:8, 1:9, 2:2 en 3:1 voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
Het college evalueert deze subsidieregeling een jaar na inwerkingtreding én binnen 1 jaar na afloop van de regeling.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2021 en vervalt met ingang van 1 oktober 2023.
Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk informele zorg Den Haag 2021.
Subsidie kan worden verleend voor activiteiten die bijdragen aan verschillende subdoelen. Hieronder worden voorbeelden van activiteiten gegeven:
a. het werven van vrijwilligers;
Het werven van vrijwilligers kan onder meer met advertentiecampagnes via sociale- of traditionele media, deelname aan een expositie, beursvloer, jaarmarkt of ander evenement om het vrijwilligerswerk onder de aandacht te brengen en het maken van folders en flyers voor het werven van vrijwilligers;
b. het trainen of ontwikkelen van vrijwilligers;
Bij het trainen of ontwikkelen kan gedacht worden aan het huren van een ruimte voor een opleiding of intervisiebijeenkomsten en het inkopen van opleidingen voor de deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. Daarmee zijn vrijwilligers beter in staat om hun vrijwilligerstaken uit te kunnen voeren;
c. het versterken van de begeleiding van vrijwilligers;
Hieronder valt het onder andere opleiden van vrijwilligers tot coördinator;
d. het professionaliseren van het vrijwilligersbeleid;
Voorbeelden van het professionaliseren zijn het behalen van een keurmerk voor vrijwilligersorganisaties. Dit kan het Haags Keurmerk voor Vrijwilligersorganisaties van PEP Den Haag of het Goed Geregeld keurmerk van de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) zijn. Ook kan worden gedacht aan het vastleggen van een formeel vrijwilligersbeleid en integriteitsbeleid. Dit is onder meer vereist voor het in aanmerking komen voor de gratis Verklaring Omtrent het Gedrag regeling van de Rijksoverheid.
e. het vergroten van de flexibilisering van de inzet van vrijwilligers.
Flexibilisering stelt organisaties in staat om plaats- en tijdonafhankelijk vrijwilligerswerk te kunnen bieden. Een voorbeeld hiervan is een online omgeving met een kalender of rooster waarbij vrijwilligers kunnen aangeven op welke data, tijden, plaatsen en voor welke soorten werkzaamheden zij beschikbaar zijn voor vrijwilligerswerk. Hiermee kan een vrijwilligersfunctie van 40 uur per week worden gereduceerd naar meerdere functies van 3 uur per week, en wordt de drempel voor vrijwilligers om zich in te zetten en de gevraagde tijdsinvestering lager.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-51882.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.