Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ridderkerk houdende regels omtrent de beleidsdoelen en beoordelingscriteria bij beslissingen op subsidieaanvragen en de verplichtingen er bij de subsidieverstrekking van kracht zijn

1.Inleiding

Op 22 februari 2018 heeft de gemeente Ridderkerk de kadernotitie Subsidiebeleid vastgesteld. In lijn hiermee heeft de gemeenteraad eveneens op 22 februari 2018 de nieuwe Algemene subsidieverordening Ridderkerk 2018 vastgesteld. Deze verordening bevat procedurele voorschriften die van toepassing zijn bij subsidieverlening.

 

De nieuwe verordening geeft het college de mogelijkheid om ter verduidelijking of ter uitwerking nadere regels te stellen voor wat betreft de beleidsdoelen en beoordelingscriteria welke gelden bij het nemen van beslissingen op subsidieaanvragen en welke verplichtingen er bij de subsidieverstrekking van kracht zijn.

 

1.1 Subsidiekader

Om richting te geven aan de verschillende subsidieaanvragen wordt, in aanvulling op de subsidieregeling 2019 Ridderkerk, jaarlijks (uiterlijk 31 mei) een subsidiekader vastgesteld. In het jaarlijkse Subsidiekader worden de doelen en effecten per programma onderdeel beschreven. Tevens worden de speerpunten beschreven en wordt per programmaonderdeel (of organisatie) de subsidieplafonds aangegeven.

2. Reikwijdte

Deze regeling is van toepassing op alle subsidieverlening op basis van de Algemene subsidieverordening Ridderkerk 2018 (hierna te noemen: Asv), met uitzondering van de subsidies waarvoor een bijzondere subsidieregeling of een subsidietender is vastgesteld. Bij strijdigheid van een bepaling van een bijzondere subsidieregeling met deze algemene regeling gaat de bijzondere regeling voor.

  • Ten tijde van de vaststelling van deze algemene subsidieregeling zijn er de volgende bijzondere subsidieregelingen:

    • o

      Initiatiefsubsidie

    • o

      Criteria voor Cultuursubsidie

  • Daarnaast is er ten tijde van de vaststelling van deze algemene subsidieregeling een subsidietender:

    • o

      Nadere subsidieregeling Innovatie, Preventie en Maatschappelijke Initiatieven Ridderkerk

3. Beleidsdoelen en doelgroep

  • a.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten en/of organisaties die bijdragen aan de in de jaarlijkse vastgestelde programmabegroting opgenomen beleidsdoelstellingen, welke tevens zijn uitgewerkt in het subsidiekader.

  • b.

    Per programma kunnen organisaties worden benoemd die in ieder geval in aanmerking komen voor een subsidie.

  • c.

    In afwijking van het eerste lid kan het college andere of nieuwe beleidsdoelen toevoegen of wijzigen aan de hand van vastgestelde beleidsnota’s, plannen of programma’s.

4. Soorten subsidies

Subsidies onderscheiden zich in juridische zin slechts door het feit of het een jaarlijkse dan wel incidentele subsidie betreft. Daarom wordt een tweedeling in type subsidies aangebracht en tevens een beperking van een aantal subsidienamen:

 

4.1 Jaarlijkse subsidie

Een jaarlijkse subsidie heeft betrekking op de voortdurende activiteiten van een rechtspersoon.

  • a.

    Budgetsubsidies

    Een overeenkomst tussen de gemeente een organisatie of groep van organisaties waarbij het gaat om een samenwerkingsverband. De subsidie is gericht op de uitvoering van gemeentelijk beleid dat is uitgewerkt in te behalen doelstellingen en prestaties, waarbij de subsidieontvanger de uitvoerder is.

  • b.

    Structurele waarderingssubsidies

    Bedoeld om waardering voor of belang van bepaalde structurele activiteiten aan te geven.

4.2 Incidentele subsidie

Eenmalige subsidies zijn subsidies die worden gegeven voor een eenmalige activiteit, of voor een activiteit die maximaal 4 jaar duurt (niet zijnde incidentele subsidies zoals benoemd in artikel 4.23, lid 3d van de Algemene wet bestuursrecht).

Hieronder vallen:

  • a.

    Projectsubsidies

    Een projectsubsidie is een subsidie die is gericht op een prestatie, activiteit, evenement, product of resultaat, die aansluit op gemeentelijk beleid, die in tijd beperkt is en die inhoudelijk een afgerond resultaat oplevert.

  • b.

    Investeringssubsidies

    Een investeringssubsidie kan worden gegeven voor het verwerven, nieuw te bouwen, uit te breiden of renoveren van accommodaties voor clubs, verenigingen of organisaties.

  • c.

    Incidentele Waarderingssubsidies

    Deze subsidie kan worden gegeven om waardering voor- of belang van- bepaalde incidentele activiteiten aan te geven.

5. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

  • a.

    Met het vaststellen van de jaarlijkse begroting door de Raad worden de subsidieplafonds per beleidsterrein of werkveld vastgesteld. Tevens wordt, indien het (deel)plafond is bereikt, een aanvraag geweigerd.

  • b.

    Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt gewezen op het begrotingsvoorbehoud.

6. Langdurige subsidierelaties

Het college kan bepalen meerjarige subsidies voor maximaal vier jaar vast te stellen (onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld). Bij vier jarige subsidies wordt minimaal om de twee jaar een evaluatie uitgevoerd op basis waarvan het college de subsidie na afloop van de vastgestelde subsidieplafonds kan beëindigen dan wel continueren.

7. Vereisten aanvraag

  • a.

    een aanvraag wordt door een rechtspersoon schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders. Als hiervoor een aanvraagformulier is vastgesteld geschiedt dit met gebruikmaking daarvan.

  • Bij een aanvraag tot subsidieverlening legt de aanvrager in ieder geval de volgende gegevens over:

    • -

      Indien er een aanvraagformulier is: het ingevulde en ondertekende formulier.

    • -

      Een activiteitenplan.

    • -

      De doelen en resultaten welke met die activiteiten worden nagestreefd, en hoe de activiteiten daaraan bijdragen.

    • -

      Een begroting van en een dekkingsplan voor de kosten van deze activiteiten.

7.1 Termijnen

 

7.1.1 Aanvraag

jaarlijkse subsidie

  • -

    een aanvraag om een jaarlijkse subsidie (per kalenderjaar) kunnen worden aangevraagd vanaf 1 juni voorafgaand aan het subsidiejaar en dient uiterlijk 1 september te zijn ontvangen.

Incidentele subsidie

  • -

    aanvragen om incidentele subsidie worden ingediend tussen de 13 en de 8 weken voordat de aanvrager voornemens is te beginnen met de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Bij bijzondere subsidieregeling(en) kunnen andere termijnen worden gesteld.

 

7.1.2 Beslistermijn aanvraag

Jaarlijkse subsidie

  • -

    Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag om een jaarlijkse subsidie uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend.

Incidentele subsidie

  • -

    Burgemeester en wethouders beslissen op de overige aanvragen binnen 13 weken nadat de aanvraag is ingediend.

7.2 Beoordeling subsidieverlening

  • 1.

    Iedere aanvraag om een subsidie wordt inhoudelijk, juridisch en financieel beoordeeld

  • 2.

    De inhoudelijke beoordeling houdt in:

    • a.

      De aanvraag moet tijdig worden ingediend;

    • b.

      De aanvraag moet volledig zijn;

    • c.

      De gesubsidieerde activiteit van de subsidieaanvrager of – ontvanger moet zonder winstoogmerk zijn (de aanvrager zelf mag wel een winstoogmerk hebben).

    • d.

      De activiteiten dienen gericht of in overwegende mate gericht te zijn op de gemeente of haar inwoners;

    • e.

      De activiteiten dienen ten goede te komen aan de gemeente of de inwoners;

    • f.

      De activiteiten mogen geen politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke karakter hebben;

    • g.

      De activiteiten moeten een bijdrage leveren aan de gemeentelijke beleidsdoeleinden;

    • h.

      De activiteiten moeten passen binnen het gemeentelijk beleid. Onder beleid vallen vastgestelde beleidsnota’s, de programma- gemeentebegroting, de beleidsdoeleinden en andere vastgestelde besluiten van de raad en het college, waarin beleidsvoornemens en ontwikkelingen worden genoemd.

    • i.

      Bij het stellen van prioriteiten voor de activiteiten die subsidie ontvangen zullen die activiteiten prioriteit krijgen die het meeste bijdragen aan de te bereiken doelen.

  • 3.

    De juridische beoordeling houdt in dat de aanvraag wordt getoetst aan de wettelijke voorschriften genoemd in de Asv en de Algemene wet bestuursrecht en nadere regels.

  • 4.

    De financiële beoordeling houdt in:

    • a.

      In de gemeentebegroting moeten voldoende financiële middelen aanwezig zijn, de subsidieplafonds per programma/beleidsterrein worden opgenomen als bijlage bij de begroting. Tevens opgenomen in het subsidiekader;

    • b.

      Ontoereikende budgetten van de gemeente kunnen leiden tot een weigering van de subsidie;

    • c.

      De overschrijding van een vastgesteld subsidieplafond leidt tot een weigering van de subsidie.

7.3 Verplichtingen bij subsidieverlening

Verplichtingen worden opgelegd ter verwezenlijking van het doel van subsidieverstrekking. Naast de eventuele specifieke verplichtingen worden aan iedere beschikking tot subsidieverlening in ieder geval onderstaande verplichtingen opgelegd:

  • a.

    De subsidieontvanger dient zich te houden aan de bepalingen van de Algemene subsidieverordening Ridderkerk.

  • b.

    De activiteiten dienen uitgevoerd te worden ten behoeve van de inwoners van de gemeente Ridderkerk.

7.4 Bevoorschotting

De wijze van bevoorschotting, inclusief het moment waarop de betalingen zullen plaatsvinden wordt in de verleningsbeschikking bepaald.

 

7.5 Indexering

Per jaar kan de hoogte van de te verlenen subsidies worden geïndexeerd op basis van een compensatiepercentage. De te hanteren percentages worden jaarlijks vastgesteld in de begroting.

 

7.6 Verantwoording

Als hiervoor een formulier is vastgesteld geschiedt dit met gebruikmaking daarvan.

  • -

    Subsidies die verleend worden tot een bedrag van €5.000 worden direct bij verlening vastgesteld, tenzij anders aangegeven in de beschikking.

  • -

    Subsidies die verleend worden tussen een bedrag van €5.000 en €30.000 dienen inhoudelijk verantwoord te worden.

  • -

    Subsidies die verleend worden van meer dan €30.000 dienen zowel financieel als inhoudelijk verantwoord te worden.

In de verleningsbeschikking kan worden bepaald dat op een andere manier dan in de Asv voorgeschreven moet worden aangetoond in hoeverre de activiteiten zijn verricht en de prestaties zijn geleverd.

De verantwoordingseisen zijn opgenomen in Asv in de artikelen 14 tm 15 en zijn ook van toepassing op subsidies van de gemeente Ridderkerk, die zijn gebaseerd op rijksbijdragen, doeluitkeringen e.d. Wanneer het rijk aanvullende eisen stelt die gevolgen hebben voor de verantwoording door de subsidieontvanger, dan worden deze in de beschikking opgenomen.

 

7.6.1 Controleverklaring

Een controleverklaring van een afhankelijke accountant is vereist bij verleende subsidies van meer dan €30.000,-. In de loop van het jaar 2019 zal een controleprotocol opgesteld worden. Indien het controle protocol aanwezig is zal deze in de subsidieverlening worden opgenomen.

 

7.6.2 Beoordeling vaststelling subsidie

Iedere aanvraag tot subsidievaststelling wordt inhoudelijk, juridisch en voor zover van toepassing , financieel getoetst.

  • 1.

    De inhoudelijke toets houdt in:

    • a.

      De aanvraag moet op tijd en volledig worden ingediend.

    • b.

      De activiteiten en/of prestaties moeten uitgevoerd zijn.

    • c.

      De subsidieontvanger moet verklaren dat de verleende subsidiegelden zijn besteed aan activiteiten en/ prestaties, die vermeld staan in het besluit tot subsidieverlening.

  • 2.

    De juridische beoordeling houdt in dat de aanvraag wordt getoetst aan de wettelijke voorschriften, genoemd in de Algemene subsidieverordening Ridderkerk en in Algemene wet bestuursrecht en nadere regels.

  • 3.

    De financiële toets houdt in:

    • a.

      De subsidiegelden moeten besteed zijn aan de afgesproken activiteiten en/of prestaties.

    • b.

      De aanwezigheid en de omvang van het eigen vermogen, bestemmingsreserve(s)

    • c.

      Vermogensvorming mag per jaar niet meer zijn dan 10% van het subsidiebedrag

    • d.

      Vermogensvorming mag in totaal nooit meer zijn dan 25% van het bedrag van de jaarsubsidie, behalve als het college, op specifieke gronden, anders besluit

    • e.

      Beoordeling van de jaarrekening van subsidies > €30.000,- alsmede de accountantsverklaring

Niet voldoen aan één of meerdere beoordelingscriteria subsidieverlening kan leiden tot het weigeren van de subsidieverlening. De weigeringsgronden in de Algemene wet bestuursrecht en de Algemene subsidieverordening zijn van toepassing.

Niet naleving van de verplichtingen of het niet voldoen aan één of meerdere beoordelingscriteria subsidievaststelling kan leiden tot het lager vaststellen van de subsidie of tot intrekking of wijziging van de subsidieverstrekking (verlening en vaststelling).

 

Naar boven