Artikel
|
Omschrijving
|
Vast tarief
|
Variabel tarief
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
2.1.1.1
|
Bouwkosten: de som van de prijzen per eenheid inclusief 21% omzetbelasting zoals die zijn opgenomen in de door de gemeenteraad vastgestelde ROEB-lijst (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht). De tarieventabel en de ROEB-lijst zijn beide onderdeel van de verordening. Voor zover deze ROEB-lijst niet voorziet in een passende hoofdcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt uitgegaan van de in de aanvraag opgenomen bouwkosten. Onder bouwkosten worden dan verstaan, de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt 202, 1567) voor het uit te voeren werk, inclusief 21% omzetbelasting.
|
|
|
2.1.1.2
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg voor een omgevingsvergunning
|
2.2.1
|
Voor het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is, kan een vooroverleg voor een omgevingsvergunning worden ingediend. Het tarief hiervoor bedraagt 20% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project worden vastgesteld met een minimum van € 200,00. Bij de activiteit bouw wordt uitgegaan van de bij het vooroverleg aangegeven en op redelijkheid getoetste, opgegeven bouwkosten. Indien geen bouwkosten worden opgegeven, worden de bouwkosten bepaald op grond van de ROEB-lijst.
|
|
20,000%
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
2.3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag om omgevingsvergunning moet worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief in verhouding tot de vastgestelde bouwkosten, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.1.1.1
|
tot en met een bedrag van € 100.000,00: 3,56% met een minimum legesbedrag van € 311,00
|
€ 311,00
|
3,560%
|
2.3.1.1.2
|
meer dan € 100.000,00 maar niet meer dan € 500.000,00: € 3.560,00 vermeerderd met 2,32% van de bouwkosten boven de € 100.000,00
|
€ 3.560,00
|
2,320%
|
2.3.1.1.3
|
meer dan € 500.000,00 maar niet meer dan € 10.000.000,00: €12.840,00 vermeerderd met 2,03% van de bouwkosten boven de € 500.000,00
|
€ 12.840,00
|
2,030%
|
2.3.1.1.4
|
meer dan € 10.000.000,00: € 205.690,00 vermeerderd met 1,53% van de bouwkosten boven de € 10.000.000,00.
|
€ 205.690,00
|
1,530%
|
Wijziging omgevingsvergunning Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het wijzigen van een omgevingsvergunning zoals bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 wordt, op basis van het bedrag van de bouwkosten, overeenkomstig de bepalingen in onderdelen 2.3.1.1.1 tot en met 2.3.1.1.4, een bedrag in rekening gebracht over de bouwkosten van de te wijzigen delen, met een minimum van
|
€ 311,00
|
|
Achteraf ingediende aanvraag Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.3.1
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1. bedraagt het tarief, indien de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: 150% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
|
|
2.3.1.3.2
|
Indien in het kader van het onderzoek naar de mogelijkheden van legalisering een vooradvies aan de welstandscommissie is gevraagd worden de leges verhoogd per keer met
|
€ 164,45
|
|
Advies agrarische commissie
|
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 en 2.3.1.3 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld
|
€ 800,00
|
|
Bouwactiviteit met een tijdelijke instandhoudingstermijn van maximaal 2 jaar
|
|
2.3.1.5
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a van de Wabo, met een tijdelijke instandhoudingstermijn van maximaal 2 jaar
|
€ 311,00
|
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk, indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten. Hiervan uitgezonderd zijn de aanvragen om omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit als hiervoor bedoeld, welke betrekking hebben op een beschermd stads- en dorpsgezicht of een monument.
|
€ 1.071,30
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.3
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoeld activiteiten:
|
|
|
2.3.3.1
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse vrijstelling/ontheffing/afwijking):
|
|
|
2.3.3.1.1
|
Bij bouwkosten t/m € 2.500,00:
|
€ 246,20
|
|
2.3.3.1.2
|
Bij bouwkosten vanaf € 2.501 t/m € 5.000,00:
|
€ 492,55
|
|
2.3.3.1.3
|
Bij bouwkosten vanaf € 5.001,00:
|
€ 985,00
|
|
2.3.3.2
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast:
|
|
|
2.3.3.2.1
|
Bij bouwkosten t/m € 2.500,00:
|
€ 246,20
|
|
2.3.3.2.2
|
Bij bouwkosten vanaf € 2.501 t/m € 5.000,00:
|
€ 492,55
|
|
2.3.3.2.3
|
Bij bouwkosten vanaf € 5.001,00:
|
€ 985,00
|
|
2.3.3.3
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)
|
€ 9.911,65
|
|
2.3.3.4
|
Vervallen
|
|
|
2.3.3.5
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)
|
€ 507,25
|
|
2.3.3.6
|
Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet op de ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een offerte danwel een begroting die terzake door de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet is opgesteld. Indien een offerte of begroting is uitgebracht, wordt de aanvraag verder in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de offerte/begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.3.7
|
Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet op de ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een offerte danwel een begroting die terzake door de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet is opgesteld. Indien een offerte of begroting is uitgebracht, wordt de aanvraag verder in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de offerte/begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.3.8
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)
|
€ 507,25
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.4
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.4.1
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse vrijstelling/ontheffing/afwijking)
|
€ 985,00
|
|
2.3.4.2
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)
|
€ 985,00
|
|
2.3.4.3
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)
|
€ 9.911,65
|
|
2.3.4.4
|
Vervallen
|
|
|
2.3.4.5
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)
|
€ 507,25
|
|
2.3.4.6
|
Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet op de ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een offerte danwel een begroting die terzake door de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet is opgesteld. Indien een offerte of begroting is uitgebracht, wordt de aanvraag verder in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de offerte/begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.4.7
|
Indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet op de ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een offerte danwel een begroting die terzake door de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet is opgesteld. Indien een offerte of begroting is uitgebracht, wordt de aanvraag verder in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de offerte/begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.4.8
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)
|
€ 507,25
|
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveilig gebruik
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveilig gebruik
|
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten € 267,30 vermeerderd met een toeslag als hieronder aangegeven: voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte
|
€ 267,30
|
|
2.3.5.1.1
|
cat. 1. t/m 100 m²
|
€ 186,20
|
|
2.3.5.1.2
|
cat. 2. van meer dan 100 m² t/m 500 m²: per m² gerekend vanaf 0 m²
|
€ 1,81
|
|
2.3.5.1.3
|
cat. 3. van meer dan 500 m² t/m 2.000 m²: een vast bedrag van € 628,70 vermeerderd met een bedrag per m² gerekend vanaf 0 m² van € 0,56
|
€ 628,70
|
|
2.3.5.1.4
|
cat. 4. van meer dan 2.000 m² t/m 5.000 m²: een vast bedrag van € 1.552,50, vermeerderd met een bedrag per m² gerekend vanaf 0 m² van € 0,15
|
€ 1.552,50
|
|
2.3.5.1.5
|
cat. 5. van meer dan 5.000 m² t/m 50.000 m²: een vast bedrag van € 2120,55 vermeerderd met een bedrag per m² gerekend vanaf 0 m² van € 0,06
|
€ 2.120,55
|
|
2.3.5.1.6
|
cat. 6. van meer dan 50.000 m²: een vast bedrag van € 3.257,10 vermeerderd met een bedrag per m² gerekend vanaf 0 m² van € 0,05
|
€ 3.257,10
|
|
2.3.5.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.5.1 betrekking heeft op het tijdelijk gebruik van een bouwwerk ten behoeve van een evenement bij een gebruiksduur van maximaal 4 weken: het tarief vermeld in 2.3.5.1 vermeerderd met 10% van de toeslag vermeld in onderdeel 2.3.5.1 sub 1 t/m 6.
|
|
|
2.3.5.3
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een vergunning tot wijziging dan wel uitbreiding van een omgevingsvergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.5.1 bedraagt het legestarief indien het betreft:
|
|
|
2.3.5.3.1
|
uitbreiding van de inrichting: de volgens onderdelen 2.3.5.1.1 t/m 2.3.5.1,6 berekende leges met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;
|
|
|
2.3.5.3.2
|
gewijzigd gebruik van de gehele inrichting: 50% van de volgens onderdelen 2.3.5.1.1 t/m 2.3.5.1.6 berekende leges;
|
|
|
2.3.5.3.3
|
gewijzigd gebruik van een gedeelte van de inrichting: 50% van de volgens de volgens onderdelen 2.3.5.1.1 t/m 2.3.5.1.6 berekende leges, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzigde gedeelte.
|
|
|
2.3.5.4
|
Een verklaring van overdracht van de omgevingsvergunning aan de nieuwe gebruiker
|
€ 55,00
|
|
Sloopactiviteiten
|
|
2.3.6
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten. Hiervan uitgezonderd zijn de aanvragen om omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk als hiervoor bedoeld, welke betrekking hebben op een beschermd stads- en dorpsgezicht of een monument.
|
€ 714,70
|
|
Aanleggen of veranderen van weg
|
|
2.3.7
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement, of artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 39,10
|
|
Uitweg/inrit
|
|
2.3.8
|
Vervallen
|
|
|
Opslag van roerende zaken
|
|
2.3.9
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie/gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:10, zesde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 39,10
|
|
Natura 2000-activiteiten
|
|
2.3.10
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 416,50
|
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
2.3.11
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 416,50
|
|
Wet bodembescherming
|
|
2.3.12
|
vervallen
|
|
|
Andere activiteiten
|
|
2.3.13
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
2.3.13.1
|
behoort bij een algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 721,05
|
|
2.3.13.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.13.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft
|
€ 38,80
|
|
2.3.13.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft
|
€ 721,05
|
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
2.3.14
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.14.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
|
2.3.14.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
2.3.15
|
Onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een milieukundig of archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een offerte danwel een begroting die terzake door de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet is opgesteld. Indien een offerte of begroting is uitgebracht, wordt de aanvraag verder in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de offerte/begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Advies
|
|
2.3.16
|
Onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een offerte danwel een begroting die terzake door de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet is opgesteld. Indien een offerte of begroting is uitgebracht, wordt de aanvraag verder in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de offerte/begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.17
|
Onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
2.3.17.1
|
Indien de Provincie een verklaring van geen bedenkingen afgeeft in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb)
|
|
|
2.3.17.1.1
|
Voor een aanvraag Gebiedsbescherming nieuw
|
€ 4.802,00
|
|
2.3.17.1.2
|
Voor een aanvraag wijzigingen Gebiedsbescherming
|
€ 3.954,00
|
|
2.3.17.1.3
|
Voor een intrekking aanvraag Gebiedsbescherming
|
€ 2.626,00
|
|
2.3.17.1.4
|
Voor een aanvraag Soortenbescherming door burgers
|
€ 2.116,00
|
|
2.3.17.1.5
|
Voor een aanvraag Soortenbescherming infrastructureel en gebiedsgericht
|
€ 6.534,00
|
|
2.3.17.1.6
|
Voor overige aanvragen Soortenbescherming
|
€ 4.780,00
|
|
2.3.17.2
|
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven, het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een offerte of begroting opgesteld door de gemeenteambtenaar als bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b van de Gemeentewet. Na uitgave van een offerte of begroting wordt de aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de offerte of begroting aan de aanvrager werd bekendgemaakt, tenzij de aanvraag voor de vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk 3. Voorwaarde voor vermindering is dat de aanvraag om omgevingsvergunning wordt ingediend binnen 6 maanden nadat de gelegenheid werd geboden om de aanvraag om omgevingsvergunning in te dienen. Vermindering vindt alleen plaats voor de activiteiten die in het vooroverleg in rekening zijn gebracht.
|
|
|
2.4.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt verleend op grond van het beleid 'beperkte toetsing' en niet is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, dan worden de leges als bedoeld in artikel 2.3.1 verminderd met 30 %.
|
|
|
2.4.3
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning volgens het principe van de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) wordt ingediend en verleend, dan worden de leges als bedoeld in artikel 2.3.1.1 verminderd met 25%. Daarbij geldt een maximale vermindering van de leges tot € 25.000,00. De vermindering vindt plaats nadat het gehele traject van het proefproject is doorlopen en de gereedmelding met de daarbij behorende stukken is gedaan.
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- of sloopactiviteiten
|
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- of sloopactiviteiten
|
|
|
2.5.1.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.1.2, 2.3.1.3 en 2.3.6 intrekt, voordat hierover een beslissing is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 50% van de op grond van (onderdelen van) de betreffende activiteit verschuldigde leges. Om teruggaaf dient schriftelijk te worden verzocht.
|
|
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren of buiten behandeling stellen van een aanvraag om omgevingsvergunning voor bouw- of sloopactiviteit
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren of buiten behandeling stellen van een aanvraag om omgevingsvergunning voor bouw- of sloopactiviteit
|
|
|
2.5.2.1
|
Indien de gemeente een aanvraag om omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1.1, 2.3.1.2, 2.3.1.3 of 2.3.6 weigert of buiten behandeling stelt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 50% van de op grond van (onderdelen van) de betreffende activiteit verschuldigde leges. Om teruggaaf dient schriftelijk te worden verzocht.
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
2.6.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het geheel of gedeeltelijk intrekken van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo
|
€ 39,10
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project, verklaring geen omgevingsvergunning vereist
|
2.7.1
|
Het tarief bedraagt, tenzij artikel 2.3.1.2 van toepassing is, voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een naar omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project
|
€ 39,10
|
|
2.7.2
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot afgifte van een verklaring dat geen omgevingsvergunning is vereist
|
€ 68,40
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen
|
Samenvoegen verzoeken
|
|
2.8.1
|
Indien sprake is van meerdere aanvragers met een gelijksoortig verzoek kunnen deze als 1 aanvrager worden aangemerkt. Voorwaarde voor gelijksoortigheid van de verzoeken is dat de planologische begin- en eindsituatie gelijkluidend zijn. De volgende korting kan dan worden toegepast: 1 t/m 4 aanvragers met gelijksoortig verzoek: 1 maal het legestarief 5 t/m 8 aanvragers met gelijksoortig verzoek: 2 maal het legestarief.
|
|
|
Bepalen stedelijk gebied
|
|
2.8.2
|
In de onderstaande artikelen wordt een verschil gemaakt in tarieven voor stedelijk gebied en buiten stedelijk gebied. Het stedelijk gebied wordt voor de toepassing van deze regels bepaald door de ligging van het "Bestaand stedelijk gebied" zoals opgenomen in de provinciale Verordening ruimte 2014, dan wel de ligging van het Bestaand stedelijk gebied zoals dat in de Verordening ruimte is aangegeven op het moment van het indienen van de aanvraag.
|
|
|
Planologische principe-uitspraak
|
|
2.8.3
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een planologische Principeuitspraak:
|
|
|
2.8.3.1
|
voor een perceel dat is gelegen in het stedelijk gebied:
|
€ 2.548,70
|
|
2.8.3.2
|
voor een perceel dat is gelegen buiten het stedelijk gebied:
|
€ 3.587,10
|
|
2.8.3.3
|
Aanvrager heeft hierbij de gelegenheid om het plan maximaal 1 keer aan te passen, zonder dat opnieuw leges verschuldigd is. Legt aanvrager meerdere aanpassingen voor, dan wordt voor elke volgende aanpassing 20% van het basistarief extra in leges in rekening gebracht/opgelegd.
|
|
|
Bestemmingswijzigingen zonder bouwplan als bedoeld in artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening:
|
|
2.8.4
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
|
|
2.8.4.1
|
voor een perceel dat is gelegen in het stedelijk gebied:
|
€ 7.551,80
|
|
2.8.4.2
|
voor een perceel dat is gelegen buiten het stedelijk gebied:
|
€ 9.911,65
|
|
2.8.4.3
|
Aanvrager heeft hierbij de gelegenheid om het plan maximaal 1 keer aan te passen, zonder dat hij opnieuw leges verschuldigd is. Legt aanvrager meerdere aanpassingen voor, dan wordt voor elke volgende aanpassing 20% van het basistarief extra aan leges in rekening gebracht/opgelegd.
|
|
|
2.8.5
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a van de Wet ruimtelijke ordening
|
|
|
2.8.5.1
|
voor een perceel dat is gelegen in het stedelijk gebied
|
€ 7.079,80
|
|
2.8.5.2
|
voor een perceel dat is gelegen buiten het stedelijk gebied
|
€ 9.439,65
|
|
2.8.5.3
|
Aanvrager heeft hierbij de gelegenheid om het plan maximaal 1 keer aan te passen, zonder dat hij opnieuw leges verschuldigd is. Legt aanvrager meerdere aanpassingen voor, dan wordt voor elke volgende aanpassing 20% van het basistarief extra aan leges in rekening gebracht/ opgelegd.
|
|
|
2.8.6
|
Indien na de prlnclpe-uitspraak over hetzelfde onderwerp een aanvraag als opgenomen in 2.8.4 of 2.8.5 wordt gedaan, dan wordt het legesbedrag qenoemd in onderdeel 2.8.3 in mindering gebracht op de voor de aanvraag in rekening te brengen leges met dien verstande dat er geen teruggave plaatsvindt.
|
|
|
Wijzing Welstandsnota
|
|
2.8.7
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een wijziging van de Welstandsnota, die voortvloeit uit een aanvraag voor een herziening of wijziging van het bestemmingsplan of een aanvraag om omgevingsvergunning waarbij artikel 2.12, eerste lid, onder a onder 30, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)
|
€ 3.443,75
|
|
Hoofdstuk 9 Crisis- en herselwet
|
2.9.1
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op deze Tarieventabel verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een (omgevings)vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig andere besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
|
|
|
Hoofdstuk 10 Bouwvergunning eerste of tweede fase op grond van oude wetgeving
|
2.10.1
|
Voor de toepassing van dit hoofdstuk geldt de tekst van de Woningwet en Wet ruimtelijke ordening zoals deze luidden op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wabo.
|
|
|
2.10.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een gewijzigde aanvraag tot het verlenen van een bouwvergunning eerste fase als bedoeld in artikel 56a, achtste lid, van de Woningwet 50% van de tarieven genoemd in subonderdeel 2.3.1.1.
|
|
|
2.10.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een bouwvergunning tweede fase als bedoeld in artikel 56a van de Woningwet 70% van de tarieven genoemd in subonderdeel 2.3.1.1.
|
|
|
2.10.4
|
Met betrekking tot de aanvragen bedoeld in de onderdelen 2.10.1 en 2.10.2 zijn de subonderdelen 2.3.1.3, 2.3.14 en 2.3.15 van hoofdstuk 3 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:
|
|
|
2.10.4.1
|
subonderdeel 2.3.3.1 toepassing vindt als artikel 3.6, eerste lid, onder a of c, of artikel 3.38, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast (binnenplanse wijziging of ontheffing; ontheffing binnen beheersverordening);
|
|
|
2.10.4.2
|
subonderdeel 2.3.3.2 toepassing vindt als artikel 3.23 van de Wet ruimtelijke ordening worden toegepast (ontheffing van bestemmingsplan op grond van algemene maatregel van bestuur);
|
|
|
2.10.4.3
|
subonderdeel 2.3.3.3 toepassing vindt als artikel 3.10 of artikel 3.40 van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast (projectbesluit of buiten toepassingverklaring beheersverordening);
|
|
|
2.10.4.4
|
subonderdeel 2.3.3.4 toepassing vindt als artikel 3.22 van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast (tijdelijke ontheffing van bestemmingsplan);
|
|
|
2.10.4.5
|
subonderdeel 2.3.3.5 toepassing vindt als artikel 6.12, zesde lid, van de Wet ruimtelijke ordening of artikel 50a, derde lid, van de Woningwet wordt toegepast (ontheffing van exploitatieplan).
|
|
|
Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde beschikking
|
2.11.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking
|
€ 36,95
|
|