Gemeenteblad van Heerde
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerde | Gemeenteblad 2021, 484740 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerde | Gemeenteblad 2021, 484740 | beleidsregel |
Subsidieregeling Gemeente Heerde voor subsidiejaar 2022
In deze regeling wordt verstaan onder:
Basisvoorziening: activiteiten en voorzieningen die de inwoners van Heerde helpen om mee te doen in de samenleving en/of die bijdragen aan het vergroten van de samenredzaamheid en/of die bijdragen aan het verbeteren van de leefbaarheid van de gemeente. Basisvoorzieningen zijn in redelijkheid voor iedereen toegankelijk en bereikbaar en dragen in de kern bij aan het realiseren van de gemeentelijke doelstellingen.
1.2.1 Vaststelling subsidieregeling
Jaarlijks stelt het college de subsidieregeling vast voor het volgende subsidiejaar.
Voor de meeste subsidies worden subsidieplafonds vastgesteld. Deze zijn in de subsidieregeling opgenomen. De definitieve vaststelling van de subsidieplafonds vindt plaats bij de vaststelling van de gemeentebegroting voor 2022 door de gemeenteraad.
1.2.3 Indienen subsidieaanvragen
In de subsidieaanvragen wordt van aanvragers verwacht dat zij minimaal drie prestatie-indicatoren benoemen die onderdeel zullen uitmaken van de evaluatie. Deze prestatie-indicatoren dienen gericht te zijn op de wijze waarop de gesubsidieerde organisatie bijdraagt aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen van de gemeente. Deze eis geldt voor alle subsidies gelijk aan of groter dan € 10.000,-. In de specifieke regeling per beleidsveld kan het college hier nadere eisen aan stellen, of deze regel ook van toepassing verklaren op de kleinere subsidies.
1.2.4 Verantwoording en tussentijdse evaluatie
Verantwoording vindt plaats op basis van hetgeen is bepaald in de ASV. Daarbij gelden in ieder geval de volgende aanvullingen:
Indien gewenst door de gemeente moet medewerking worden verleend aan, in ieder geval, een tussenevaluatie en een gesprek over de eindverantwoording. Hier komen tussentijdse ontwikkelingen, resultaten en knelpunten aan de orde. Op deze wijze wil de gemeente gedurende het gehele jaar de vinger aan de pols van de uitvoering kunnen houden en tijdig kunnen bijsturen als dat nodig is. Dit betekent dat van de instellingen een flexibele inzet wordt verwacht om hun capaciteit en middelen in overleg met de gemeente daar in te zetten waar dat op dat moment het meest nodig is. Uitgangspunt daarbij is het bijdragen aan de gemeentelijke beleidsdoelstellingen.
De gemeente verwacht van alle (professionele) instellingen en (vrijwilligers)organisaties dat zij op een goede manier met elkaar en met de gemeente samenwerken. De instellingen en organisaties nemen deel aan de verschillende aanwezige netwerken en leveren zo mogelijk ook een bijdrage aan samenwerking met (nieuwe) partners in de gemeente. De gemeente gaat er hierbij van uit dat activiteiten centraal worden georganiseerd en op deze manier geen dubbele bekostiging van activiteiten plaatsvindt.
1.3.1 Samenwerking in de keten
Gesubsidieerde organisaties vormen met elkaar een keten of kunnen onderdeel uitmaken van een keten waarin ook de gemeente deelneemt. Deze ketens zijn er op gericht om een optimaal resultaat te bewerkstelligen voor de inwoners van Heerde. Dat betekent dat samenwerking nodig en onvermijdelijk is met en tussen ketenpartners.
Van de subsidienemer wordt dan ook verwacht dat deze alles wat redelijkerwijs verwacht mag worden onderneemt om dit gemeenschappelijke belang te realiseren. Onder dit gemeenschappelijke belang vallen in ieder geval de beleidsdoelstellingen van de gemeente Heerde. Deze verplichting wordt dan logischerwijs ook verbonden aan de toegekende subsidies.
1.4 Subsidienemers dragen bij aan gemeentelijke doelstellingen
De gemeente Heerde werkt aan het vergroten van de kracht van samen leven, wonen en werken. Hierbij wordt onder meer gewerkt aan het vergroten van de samenredzaamheid en participatie van de inwoners van onze gemeente. Op alle subsidies die door de gemeente worden afgegeven is daarom de verplichting van toepassing dat subsidienemers bereid zijn in gesprek te gaan met de gemeente en zich inspannen om bij te dragen aan het realiseren van de gemeentelijke beleidsdoelstellingen. Het kan hierbij gaan om aanvullende doelstellingen ten opzichte van de doelstellingen op basis waarvan de subsidie is verstrekt. Hieronder wordt in ieder geval verstaan:
1.5 Subsidieaanvragen die niet gehonoreerd worden
In aanvulling op artikel 9 van de ASV komen subsidieaanvragen niet voor honorering in aanmerking:
De gemeente maakt onderscheid in verschillende typen subsidies. In de basis wordt onderscheidt gemaakt in incidentele subsidies en jaarlijkse subsidies. In de specifieke regelingen is aangegeven welk type subsidie het betreft.
1.7 Kosten die voor een subsidie in aanmerking komen
Voor subsidie komen de redelijk gemaakte noodzakelijke kosten in aanmerking die direct verbonden zijn met de uitvoering van een activiteit om de doelstellingen en resultaten te realiseren zoals bedoeld in de omschrijvingen in hoofdstuk 3.
Daar waar partijen in aanmerking komen voor subsidies op meerdere beleidsvelden op basis van diverse specifieke subsidieregelingen kan worden volstaan met een enkele subsidieaanvraag met bijbehorende begroting. De verschillende activiteiten dienen zowel in het activiteitenplan als in de begroting duidelijk herleidbaar te zijn.
1.10 Grondslag verdeling subsidies
De beschikbare middelen voor incidentele subsidies worden verstrekt op basis van een beoordeling waarbij de meerwaarde voor het realiseren van de beleidsdoelstellingen bepaald wordt. De door de gemeenteraad beschikbaar gestelde budgetten zijn hiervoor leidend. Incidentele subsidies worden op basis van tijdstip van indienen beoordeeld en toegekend totdat het maximum budget bereikt is. Incidentele subsidies kunnen verstrekt worden voor ten hoogste vier jaren.
De grondslag voor de verdeling van jaarlijkse subsidies kan verschillen. Dit is vastgelegd in de nadere uitwerking van de subsidieregels per beleidsveld. Er zijn twee principes die hiervoor voornamelijk worden gebruikt:
In hoofdstuk 3 is per beleidsveld aangegeven hoe verdeling van de subsidie plaatsvindt. Bij het tendersysteem wordt gebruik gemaakt van vooraf vastgestelde criteria en wegingssystematiek.
1.11 Meerjarige subsidierelaties
Het college kan bepalen meerjarige subsidies te verlenen/vast te stellen (onder begrotingsvoorbehoud t.a.v. de subsidieplafonds) tot een periode van maximaal 4 jaar. Daarbij wordt bij meerjarige subsidies groter of gelijk aan € 10.000,-, minimaal om de 2 jaar een evaluatie van de prijs/kwaliteitverhouding/bereik uitgevoerd op basis waarvan het college de subsidie over de vastgestelde subsidieperiode kan beëindigen, dan wel continueren.
Deze evaluatie vindt plaats op basis van de van toepassing zijnde subsidieregeling, de ingediende subsidieaanvraag met bijbehorende bijlagen en eventueel aanvullende verplichtingen zoals opgenomen in de beschikking.
In het kader van regievoeren op de realisatie van beleidsdoelen en ook voor het goed contact houden met partners in het veld, blijft de jaarlijkse rapportage in stand voor subsidies groter dan
€ 10.000,- die voor meerdere jaren worden verstrekt, zoals onder verantwoording beschreven.
Als er een meerjarige subsidie wordt verleend wordt een beschikking opgesteld voor een X-aantal jaar, met daarin opgenomen de resultaten die gerealiseerd moeten worden. Jaarlijks kan een bijlage met uitvoeringsafspraken worden gemaakt. Afspraken hierover worden in de subsidiebeschikking opgenomen.
Uitgangspunt is dat subsidies niet worden geïndexeerd, waarbij het jaar 2017 geldt als 0-punt. Dit met uitzondering van subsidies aan professionele instellingen met personeelskosten die meer dan 60% van de totale kosten uitmaken. Hierbij wordt de indexering toegepast die gelijk is aan de standaard indexering van de gemeentebegroting. Dit betreft de indexering conform de jaarlijkse meicirculaire, uitgaande van de index overheidsconsumptie / lonen en salarissen. De index van 2020 geldt voor de subsidies over 2022. Indien stijgingen in materiaal en cao-lonen hoger zijn dan de indexering, wordt van de professionele instellingen verwacht dat zij deze extra kosten in hun bedrijfsvoering compenseren. In incidentele gevallen kan het college in de Perspectiefnota aanvullende voorstellen voor indexering doen. Hiervoor geldt ook het jaar 2018 als 0-punt. Het college hanteert als uitgangspunt voor professionele organisaties dat deze aangestuurd worden door minstens één betaalde professional in dienst van de betreffende organisatie. Dit in tegenstelling tot vrijwilligersorganisaties die zich kenmerken door een bestuur bestaande uit één of meer vrijwilligers.
Daarnaast wordt ook het bedrag voor de subsidie voor de Stichting Berghuizerbad geïndexeerd. Dit betreft de indexering conform de jaarlijkse meicirculaire, uitgaande van de index overheidsconsumptie/netto materiële consumptie.
1.13 Verplichtingen subsidieontvanger
Naast de in de ASV vermelde verplichtingen over tussentijdse rapportages, meldingsplicht bij afwijkingen en overige verplichtingen van de subsidieontvanger is het college bevoegd om nadere verplichtingen aan te geven. Eventuele nadere verplichtingen staan beschreven bij de specifieke bepalingen per beleidsveld in hoofdstuk 3.
Elke instelling is verplicht zich goed te verzekeren tegen wettelijke en bestuurlijke aansprakelijkheid.
1.15 Aanvullende verplichtingen
Aan de subsidieverlening c.q. -vaststelling is de verplichting verbonden dat subsidieontvangers actief een maatschappelijke tegenprestatie leveren. Eventuele aanvullende subsidieverplichtingen staan beschreven onder het kopje ‘verplichtingen’ in de specifieke bepalingen per beleidsveld.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-484740.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.