Aanvulling Nadere Regeling Sociaal Domein

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

 

Gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet

op het voortgezet onderwijs, op het gestelde in de Verordening Sociaal domein Gemeente Eindhoven

en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

 

heeft op 2 november 2021 besloten de Nadere Regeling Sociaal Domein als volgt te wijzigen:

Artikel 1.1 (Begripsbepalingen) wordt gewijzigd in een nieuw artikel 1.1, luidende:

Artikel1.1Begripsbepalingen1.

  • 1.

    Alle begrippen die in deze Nadere Regeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, Participatiewet, Wmo, IOAW, IOAZ, Bbz 2004, Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs, Besluit Jeugdwet en Verordening SD Eindhoven.

  • 2.

    In deze Nadere Regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven;

    • b.

      maatschappelijke opvang: onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving, niet zijnde personen die de thuissituatie verlaten in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld;

    • c.

      regio: een regionaal samenwerkingsverband van gemeenten welke gezamenlijk zorg dragen voor maatschappelijke opvang in de betreffende regio;

    • d.

      SVB: Sociale Verzekeringsbank;

    • e.

      Verordening SD: Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven;

    • f.

      Wlz: Wet langdurige zorg.

II. Tussen Hoofdstuk 4 en Hoofdstuk 6 wordt een nieuwe hoofdstuk gevoegd, luidende

Hoofdstuk 5 Leerlingenvervoer

Artikel 1 Bij aanvraag in te dienen gegevens

(grondslag 5.2 Verordening SD)

  • 1.

    Bij een aanvraag voor leerlingenvervoer dienen in aanvulling op de gegevens van de leerling en de aanvragende ouder/verzorgen ieder geval de volgende gegevens verstrekt te worden:

  • a.

    naam, locatie, soort onderwijs huidige school;

  • b.

    afstand woning en dichtstbijzijnde toegankelijke school;

  • c.

    schooltijden;

  • d.

    gegevens van vervoer, in ieder geval zijnde het soort vervoer;

  • e.

    vervoersadvies van de school;

  • f.

    indien van toepassing, naam en locatie buitenschoolse opvang;

  • g.

    indien van toepassing, naam en locatie van stageadres.

  • 1.

    Ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling die aanspraak willen maken op

  • aangepast vervoer dienen bij de aanvraag een verklaring mee te zenden waarin wordt onderbouwd

  • waarom voor de leerling aangepast vervoer noodzakelijk is. Het college kan verzoeken aanvullende

  • gegevens te verstrekken. Dit kunnen zijn:

    • a.

      medische verklaring;

    • b.

      werkgeversverklaring.

 

Artikel 2 Berekenen afstand

(grondslag 5.5, 5.6 en 5.12 Verordening SD)

Voor het bepalen van de afstand tussen het woonadres en het schooladres of het stageadres maakt

het college gebruik van de Routenet routeplanner op www.routenet.nl optie kortste route.

 

Artikel 3 Vaststellen reistijd en kosten van openbaar vervoer

(grondslag 5.14 en 5:15 Verordening SD)

Voor het bepalen van de reisduur en kosten per openbaar vervoer maakt het college gebruik van OV

Reisinformatie (www.9292.nl). Indien kortingen of voordeelabonnementen van toepassing zijn, geldt

het meest voordelige reisproduct als uitgangspunt.

 

Artikel 3 kilometervergoeding voor de fiets

(grondslag 5.14 en 5.16 Verordening SD)

De vergoeding voor de fiets is € 0,09 per kilometer.

 

Artikel 4 Declaratie kosten

(grondslag 5.14, 5.16 en 5.17 Verordening SD)

Uitbetaling van de vergoeding voor het leerlingenvervoer vindt uitsluitend plaats bij inlevering van het

originele vervoersbewijs na afloop van de abonnementsperiode of per kwartaal na inlevering van de

betaalbewijzen. Het betreft kosten voor openbaar vervoer of de kosten zoals deze toegekend zijn via

de beschikking, eigen vervoer of fietsvergoeding.

 

Artikel 5 Adviezen van deskundigen

(grondslag 5.7 en 5.13 Verordening SD)

Vervoersadviezen mogen op het moment van indienen niet ouder zijn dan 6 maanden.

 

Artikel 6 Ontzegging van toegang tot het aangepast vervoer

(grondslag 5.4 Verordening SD)

  • 1.

    Het college kan een leerling aan wie een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer

  • is verstrekt, tijdelijk, voor de rest of een deel van het schooljaar definitief de toegang tot dit vervoer ontzeggen, indien bij herhaling is gebleken dat de leerling door verwijtbaar gedrag de orde in de bus verstoort of de veiligheid van de bus en inzittende in gevaar brengt.

  • 2.

    Het college hanteert daarbij de volgende procedure:

    • a.

      Na melding van de klacht bij het college wordt een onderzoek gestart door het college. Daarbij wordt gesproken met het vervoersbedrijf, de chauffeur, de ouders en de school.

    • b.

      Blijkt er sprake te zijn van verwijtbaar gedrag dan stuurt het college een waarschuwingsbrief aan de ouders. Het vervoersbedrijf ontvangt hiervan een kopie.

    • c.

      Bij een volgende klacht wordt het onderzoek onder a. herhaald en volgt een tweede waarschuwingsbrief door het college aan de ouders. Het vervoersbedrijf ontvangt hiervan een kopie.

    • d.

      Na de tweede waarschuwingsbrief volgt een schorsing van de leerling uit het vervoer van één of enkele dagen.

    • e.

      Bij een volgende gegronde klacht binnen hetzelfde schooljaar is het college gerechtigd de leerling tijdelijk, tot het einde van het schooljaar of definitief uit het vervoer te verwijderen. De ouders worden hiervan gemotiveerd schriftelijk in kennis gesteld en kunnen tegen dit besluit bezwaar maken.

  • 3.

    Het college gaat na de ontzegging van de toegang tot het vervoer in gesprek met ouders om tot

  • een passende vervoersoplossing te komen voor de leerling.

Artikel 7 Terugvordering van ten onrechte genoten bekostiging

(grondslag 5.4 Verordening SD)

  • 1.

    Ten onrechte ontvangen tegemoetkomingen voor leerlingenvervoer worden door het college teruggevorderd.

  • 2.

    Indien hiertoe een dringende reden aanwezig is wordt geheel of gedeeltelijk afgezien van terugvordering.

  • 3.

    Van terugvordering wordt afgezien indien het totaal terug te vorderen bedrag lager is dan € 150,-

  • per schooljaar.

 

 

Dat het bepaalde onder I. en II. in werking treedt met ingang van 1 januari 2022 onder intrekking van de ‘Beleidsregels Leerlingenvervoer 2014’ en onder voorbehoud van vaststelling van de “Hoofdstuk 5. Leerlingenvervoer Verordening SD” door de Raad van de gemeente Eindhoven.

 

  •  

Eindhoven, 2 november 2021

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

,secretaris

Naar boven