Gemeenteblad van Montfoort
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Montfoort | Gemeenteblad 2021, 48410 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Montfoort | Gemeenteblad 2021, 48410 | Verordeningen |
Marktverordening gemeente Montfoort
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
a. Markt: de warenmarkt die plaatsvindt op de bij of krachtens artikel 1.2 vastgestelde dag, tijd en plaats;
b. Marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die bij of krachtens artikel 1.2 is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;
c. Standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;
d. Vaste plaats: de standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;
e. Dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste plaats is toegewezen dan wel ingenomen;
f. Standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt, over her door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen;
g. Standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;
h. Vergunninghouder: degene aan wie door het college van burgemeester en wethouders vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;
i. Wachtlijst: de lijst van gegadigden voor een vaste plaats;
j. Anciënniteitslijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste plaats;
k. Marktmeester: de ambtenaar, die als zodanig is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders:
l. Branche-indeling: de indeling in artikelgroepen en het aantal vastgestelde vaste plaatsen per artikelengroep;
m. Het college: het college van burgemeester en wethouders;
n. Levenspartner: de person met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring ingericht volgens door het college te stellen regels.
Artikel 1.2 Dag, tijd en plaats van de markt
1. De markt vindt plaats op dinsdag van 8:00 tot 13:00 op het Kasteelplein.
2. Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het eerste lid, bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden:
3. Het college is bevoegd te bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid, onder b, van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.
Artikel 1.3 Inrichting van de markt; branche indeling
1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:
b. De afmetingen van de standplaats;
c. De opstelling en indeling van de markt;
d. Welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats.
2. Het college kan voor de markt vaststellen:
a. Een lijst met artikelengroep (branches);
b. Een maximum aantal standplaatsen per branche.
1. Het college kan een commissie van advies instellen die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktgelegenheden.
2. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.
Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.
Artikel 1.6 Voorschriften en beperkingen
1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.
2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.
Hoofdstuk 2 Bepalingen over het aanvragen en verlenen van de vergunning
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
Artikel 2.1 Vergunning voor innemen standplaats
Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.
Artikel 2.2 Toewijzing standplaatsen
Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, dagplaats of standwerkersplaats.
Artikel 2.3 De vergunningaanvraag
Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediende bij het college en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.
Artikel 2.4 Intrekking vergunning
1. De vergunning voor het innemen van een vaste standplaats wordt ingetrokken:
a. Op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;
b. Bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 2.10 de vergunning wordt overgeschreven.
2. Het college kan een vergunning intrekken:
a. Indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;
b. Indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 2.3 genoemde vereisten voor het toewijzen van een standplaats.
3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 2.10 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere plaats op dezelfde markt, wordt deze vergunning ingetrokken.
Indien een vaste plaats kan worden toegewezen, verleent het college een vergunning waarin in ieder geval is bepaald:
1. de naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder:
2. een duidelijke omschrijving van de toegewezenvaste plaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;
3. de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;
4. de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;
5. de datum waarop aan de vergunninghouder voorhet eerst vergunning is ver1eend en zijn volg- nummer op de anciënniteitslijst.
Artikel 2.6 Inschrijving op de anciënniteitslijst
Vergunninghouders van vaste plaatsen worden met vermelding vaneninvolgorde van de datum,waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen de vergunninghouder mag verhandelen.
Artikel 2.7 Inschrijving op de wachtlijst
1. Het college schrijft de aanvrager in op de wachtlijst, indien:
a. de aanvrager voldoet aan het bepaalde in artikel 2.3, maar aan hem geen vaste plaats kan worden toegewezen en
b. de aanvrager heeft aangegeven dat hij op de wachtlijst wil worden geplaatst.
2. Het college vermeldt bij de inschrijving in ieder geval:
a. De naam en voorletters, de geboortedatum en -plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;
b. De datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;
c. De artikelen (branche) die de aanvrager door hem is ontvangen;
d. De verkoop materialen die de aanvrager wil gebruiken.
Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wachtlijst.
3 .De inschrijving op de wachtlijst blijft h=gehandhaafd, indien deze door de ingeschrevene jaarlijks voor 1 januari schriftelijk wordt verlengd.
Artikel 2.8 Doorhalen van inschrijving op wachtlijst
De inschrijving op de wachtlijst wordt doorgehaald:
a. Indien de ingeschrevene zijn inschrijving niet jaarlijks voor 1 januari heeft verlengd;
b. Op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;
c. Bij overlijden van de ingeschrevene;
d. Wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;
e. Indien niet meer aan de vereisten van artikel 2.3 wordt voldaan.
Artikel 2.9 Volgorde toewijzing vaste plaatsen
Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:
a. De vergunninghouder van een vaste plaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van een standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitslijst;
b. Degene die zich op de wachtlijst heeft laten inschrijven in volgorde van inschrijving op deze lijst.
Artikel 2.10 Overschrijving vergunning
1. In geval van overlijden van wel de blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor de vaste plaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner van de vergunninghouder.
2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder vergunning voor een vaste plaats krijgen indien hij ten minste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de wachtlijst.
3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.
4. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.
Artikel 2.11 Toewijzing dagplaats
1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.
2. De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wachtlijst van de gegadigden die zich daarvoor op de dag zelf voor 9.00 uur aanmelden bij de marktmeester.
Paragraaf 4 Standwerkersplaatsen
Artikel 2.12 Toewijzing standwerkersplaatsen
1. Het college wijst een standwerkersplaats toe door middel van een loting.
2. Het is een ingeschrevene op de wachtlijst niet toegestaan deel te nemen aan de loting voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.
3. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan. Degene die hem zal bijstaan, mag niet op eigen naam deelnemen aan de loting.
Hoofdstuk 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats
Artikel 3.1 Persoonlijk innemen standplaats
1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem toegewezen is persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.
2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.
3. De standwerker mag zich alleen doen bijstaan door degene die overeenkomstig artikel 2.12, derde lid, bij de marktmeester heeft aangemeld.
Artikel 3.2 Aantal keren innemen standplaats
De vergunninghouder neemt ten minste eenmaal per twee weken en ten minste tienmaal per dertien weken zijn plaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3.3 en 3.4.
Artikel 3.3 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden
1. De vergunninghouder van een vaste plaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.
2. De schriftelijke mededeling wordt tijdig voor de betreffende marktdag gedaan, Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld, gevolgd door een schriftelijke bevestiging daarvan aan het college.
3. Bij langdurige afwezigheid wegens ziekte overlegt de vergunninghouder als bewijs van ziekte iedere drie maanden een geneeskundige verklaring aan het college, tenzij het college hiervan ontheffing heeft verleend.
Artikel 3.4 Ontheffing en vervanging
1. In geval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste plaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om ten minste eenmaal per twee weken en tienmaal er dertien weken de plaats op de markt in te nemen.
2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemde persoon.
Artikel 3.5 Legitimatie en identiteit vergunninghouder
1. Degene die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient op de eerste aanvraag van de marktmeester aan te tonen dat hij de vergunninghouder is.
2. De vergunninghouder dient bij zijn standplaats duidelijk zichtbaar zijn naam en bedrijfsnaam aan te geven.
Artikel 3.6 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen
1. het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 2 uur voor aanvang en meer dan 2 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of aan te voeren.
2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.
3. Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats niet uiterlijk om 9.00 uur heeft ingenomen, wordt de betreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.
4. Het bepaalde in het derde lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester voor dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.
Artikel 3.7 Verzorging standplaats
a. Ervoor te zorgen dat zijn standplaats steeds goed verzorgd aanzien biedt;
b. Tijdens de markt zelf zijn afval, verpakkingsmaterialen en dergelijke in te zamelen, en
c. Voordat hij het marktterrein verlaat zijn standplaats en de onmiddellijke omgeving daarvan schoon achter te laten en bij het verlaten van het marktterrein zijn bedrijfsaval mee te nemen.
De vergunninghouder aan wie vergunning is verleend geringe eet- en drinkwaren voor consumptie gereed te maken en te verkopen, dient aan de voorzijde van zijn standplaats voldoende afvalbakken te plaatsen.
Het is de standplaatshouder zonder ontheffing van het college verboden op zijn standplaats:
a. Gebruik te maken van andere dan elektrische verlichting;
b. Elektriciteit te betrekken van een ander dan degene die door het college voor het leveren daarvan is aangewezen of om zelf hierin te voorzien.
Artikel 3.10 Geluidsapparatuur
1. Het is verboden op de standplaats gebruik te maken van luidsprekers, versterkers en andere middelen ter versterking van het geluid.
2. Het aanwezig hebben van radio’s, cd-spelers en overige geluidsapparatuur op de standplaats, voor een ander doel dan verkoop daarvan, is evenmin toegestaan.
3. Het college kan ontheffing verlenen van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden, onder door hem te stellen voorwaarden.
Artikel 3.11 Kook-, bak- en verwarmingsapparatuur
1. het is de vergunninghouder verboden verwarmingstoestellen en/of bak- en kookinstallaties te gebruiken.
2. Het college kan van het in het eerste lid gestelde verbod ontheffing verlenen onder door hem te stellen voorwaarden.
Hoofdstuk 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.
Artikel 4.2 Intrekking vergunning en schorsing
Het college kan een vergunning voor een vaste plaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:
a. Het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;
b. Zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.
Artikel 4.3 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker
Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, gelegen binnen een periode van twee jaar na de bekendmaking van het besluit tot uitsluiting, indien deze:
a. Het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;
b. Zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;
c. Niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.
Artikel 4.4 Onmiddellijke verwijdering
Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college, indien het dit noodzakelijk acht, een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:
a. Het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;
b. Zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;
c. Niet als standwerker actief is opeen hem toegewezen standwerkersplaats.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij het besluit van het college aangewezen personen.
Artikel 4.6 Bijzondere opsporingsambtenaren
Met de opsporing van de bij artikel 4.1 strafbaar gestelde feiten zijn, naast artikel 141 van het Wetboek van Strafverordening genoemde opsporingsambtenaren, belast de bij besluit van het college aan te wijzen ambtenaren.
Artikel 4.7 Intrekking oude regeling
De verordening op de markt, vastgesteld op 30 mei 1988, wordt ingetrokken.
1. Vergunningen en ontheffingen – hoe genaamd – verleend krachtens de Verordening op de markt van 30 mei blijven – indien en voorzover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening – van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is vestreken of totdat zij worden ingetrokken.
2. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de Verordening op de markt van 30 mei 1988 blijven – indien en voorzover de bepalingen ingevolge welke deze verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening – van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, os verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
3. Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht, vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.
4. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Marktverordening 1988 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na de afkondiging.
Deze verordening wordt aangehaald als: “Marktverordening gemeente Montfoort 1999”
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 22 februari 1999.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-48410.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.