Liggeld verordening 2022

De raad van de gemeente Waadhoeke

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 december 2021

gelet op artikel 147, artikel 229 lid 1 sub a en b en artikel 229b van de Gemeentewet;

 

B E S L U I T:

vast te stellen de navolgende

 

Liggeld verordening 2022

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de tarieventabel wordt verstaan onder:

  • a.

    vaartuig: een vervoermiddel voor vervoer over wateroppervlakten, waaronder tevens begrepen een vaartuig zonder waterverplaatsing, een casco, een vaartuig in aanbouw en een vaartuig dat de geschiktheid tot varen of drijven heeft verloren, dan wel de overblijfselen daarvan;

  • b.

    ligplaats innemen: het afmeren en het vervolgens doen of laten liggen van een vaartuig aan of op de oever, aan de oeverbescherming, aan of op een natuurlijke of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander vaartuig;

  • c.

    lengte van het vaartuig: de lengtemaat van het vaartuig over alles, naar boven afgerond op hele meters;

  • d.

    dag: een periode van 24 uren die aanvangt en eindigt om middernacht of een gedeelte daarvan;

  • e.

    maand: een kalendermaand of een gedeelte daarvan;

  • f.

    jaar: een kalenderjaar of een gedeelte daarvan;

  • g.

    woonschip: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebruikt als, of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd om te worden bewoond door één of meer personen;

  • h.

    recreatievaartuig: ieder voor sport- en vrijetijdsdoeleinden bedoeld vaartuig, ongeacht het type of de wijze van voortstuwing.

Artikel 2. Belastbaar feit

Onder de naam "liggeld" wordt een recht geheven voor vaartuigen, die ligplaats innemen

binnen de gemeente Waadhoeke bij daarvoor door burgemeester en wethouders aangewezen

ligplaatsen.

Artikel 3. Belastingplicht

Belastingplichtige is de kapitein, de schipper, reder of eigenaar van het vaartuig dan wel diens

vertegenwoordiger.

Artikel 4. Tarief

De rechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening

behorende tarieventabel.

Artikel 5. Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is de in het belastingjaar aaneengesloten periode (als genoemd in de

tarieventabel) gedurende welke het belastbaar feit zich voordoet.

Artikel 6. Vrijstellingen

Geen liggeld is verschuldigd voor:

  • a.

    vaartuigen, waarmee gedurende een periode van minder dan zes uren een ligplaats wordt ingenomen voor 16.00;

  • b.

    recreatievaartuigen voor eigen gebruik van een eigenaar of gebruiker van een woonschip, voor zover gelegen bij het woonschip;

  • c.

    vaartuigen die zijn bestemd voor en daadwerkelijk worden gebruikt voor het vervoer van personen door charitatieve instellingen;

  • d.

    vaartuigen, waarmee ligplaats wordt ingenomen aan een oever of kade die is gelegen buiten de

  • e.

    bebouwde kom van de stad Franeker.

Artikel 7. Wijze van heffing

  • 1.

    De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

  • 2.

    Indien zich ten aanzien van eenzelfde belastingplichtige meerdere belastbare feiten voordoen, kunnen de rechten daarvan worden geheven bij wege van één gedagtekende schriftelijke kennisgeving.

Artikel 8. Tijdstip van betaling

  • 1.

    Het liggeld moet worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 7 bedoelde kennisgeving.

  • 2.

    Ingeval de kennisgeving wordt toegezonden moeten de rechten worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 9. Overgangsrecht

De “Liggeld verordening 2018”, vastgesteld in de raad van 2 januari 2018, wordt

ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid genoemde datum van ingang van de

heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: “Liggeld verordening 2022”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 23 december 2021;

De voorzitter,

De griffier,

Bijlage 1 Tarieventabel, behorende bij de Liggeld verordening 2022

 

  • 1.1

    Het recht bedraagt voor vaartuigen, per dag (na 16:00), in het geval ligplaats wordt ingenomen gedurende de periode die aanvangt op 1 april van elk jaar en eindigt op 31 oktober van datzelfde jaar binnen de voor "passantenligplaatsen, type A" aangewezen gedeelten van het openbaar water:

 

Excl. BTW

Incl. BTW

per strekkende meter

€ 1,03

€ 1,25

met een minimum van

€ 5,17

€ 6,25

 

  • 2.1

    Het recht bedraagt voor vaartuigen, geen woonschepen zijnde, per maand, in het geval ligplaats wordt ingenomen anders dan hiervoor onder 1.1 van de tarieventabel genoemd:

 

Excl. BTW

Incl. BTW

per strekkende meter

€ 2,60

€ 3,15

met een minimum van

€ 13,02

€ 15,75

 

  • 3.1

    Het recht bedraagt voor vaartuigen, geen woonschepen zijnde, per periode, in het geval ligplaats wordt ingenomen in de vastgestelde binnen de voor "Ligplaatsen recreatievaartuigen, type B" aangewezen gedeelten van het openbaar water:

 

excl. BTW

incl. BTW

Zomer abonnement (1 april t/m 31 oktober)

€ 185,95

€ 225,00

Winter abonnement (1 november t/m 31 maart)

€ 82,65

€ 100,00

Jaar abonnement

€ 247,93

€ 300,00

 

  • 4.1

    Het recht bedraagt voor het innemen van een ligplaats met een woonschip per jaar

    € 325,00.

 

Naar boven