Activa in uitvoering
|
Elk werk dat op balansdatum nog niet gereed is en voor eigen gebruik bestemd is.
|
Cap
|
Derivaat waarbij een premie wordt betaald om gedurende een bepaalde looptijd de rente te maximeren op een nader overeen te komen niveau.
|
Consolidatie
|
Het omzetten van korte financieringsmiddelen in lange financiering.
|
Contante waarde
|
Dit is de waarde van toekomstige (uit- en/of ingaande) geldstromen op het huidige tijdstip. Deze wordt berekend door de geldstromen te disconteren naar het huidige tijdstip tegen het nu geldende rentetarief.
|
Daggeld (callgeld)
|
Lening of deposito voor één dag tegen een vast rentepercentage
|
Deposito
|
Niet-verhandelbare belegging bij een financiële instelling, waarbij een bedrag voor een vaste periode tegen een vast rentepercentage wordt weggezet.
|
Derivaten
|
Financiële instrumenten belichaamd in contracten waarin de voorwaarden zijn vastgelegd waartegen een transactie op een bepaald moment zal of kan plaatsvinden en waarvan de waarde afhankelijk is van één of meer onderliggende activa, referentieprijzen of indices.
|
Drempelbedrag
|
Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar dat niet belegd hoeft te worden bij Rijks schatkist.
|
Externe financiering
|
Het aantrekken van middelen uit bronnen die buiten de organisatie liggen.
|
Financieringsbehoefte
|
De behoefte om uit interne of externe bronnen vermogen aan te trekken voor de dekking van de vermogensbehoefte.
|
Financiële vaste activa
|
Bezittingen van een gemeente waarvan het daarvoor benodigde vermogen voor een periode langer dan een jaar is vastgelegd. Het zijn de bezittingen die een gemeente die bestaan uit kapitaalgoederen zoals deelnemingen in andere organisatie, aandelen, langlopende verstrekte geldleningen en andere financiële vorderingen.
|
Geldmarkt
|
Financiële markt voor het aantrekken of uitzetten van gelden met een looptijd van minder dan 1 jaar.
|
Integrale financiering
|
Vorm van financiering waarbij de vermogensbehoefte van de organisatie als geheel wordt betrokken, in tegenstelling tot projectgewijze financiering.
|
Interne financiering
|
De financiering door het aanwenden van geldmiddelen die al in de organisatie aanwezig zijn.
|
Kapitaalmarkt
|
Financiële markt voor het aantrekken of uitzetten van gelden met een looptijd van langer of gelijk aan 1 jaar.
|
Kasgeldlening
|
Lening met een looptijd van maximaal 1 jaar tegen een vast rentepercentage en een aflossing ineens aan het einde van de looptijd.
|
Kasgeldlimiet
|
Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar.
|
Koersrisico
|
Het risico dat voortvloeit uit de mogelijkheid dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.
|
Kredietrisico
|
Het risico dat voortvloeit uit de mogelijkheid op een waardedaling van de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie.
|
Materiële vaste activa
|
Bezittingen van een gemeente waarvan het daarvoor benodigde vermogen voor een periode langer dan een jaar is vastgelegd. Het zijn de bezittingen die een gemeente gebruikt voor de bedrijfsvoering, niet om te verkopen. Deze bezittingen zijn, in tegenstelling tot immateriële en financiële vaste activa, stoffelijk van aard.
|
Lidstaat
|
Een staat die lid is van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.
|
Limiet
|
Een type richtlijn die de (uiterste) grens aangeeft van een bepaalde handeling, verantwoordelijkheid en/of bevoegdheid.
|
Liquide middelen
|
De direct opvraagbare financiële middelen van de organisatie.
|
Liquiditeitsrisico
|
Het risico dat verbonden is aan het onvoorzien ontstaan van tekorten op kortlopende geldmiddelen.
|
Mandaat
|
Het opdragen van taken en bevoegdheden. Degene die de taak overdraagt, blijft zelf verantwoordelijk. Mandaatverlening aan ondergeschikte ambtenaren is altijd mogelijk. Mandaatbesluiten hebben betrekking op de verdeling van interne bevoegdheden en behoeven niet openbaar gemaakt te worden.
|
Medium Term Note
|
Verhandelbare schuldtitels aan toonder, met een minimum looptijd van twee jaar en een omvang van minimaal € 500.000. Maakt onderdeel uit van een medium term note programma.
|
Netto-vlottende schuld
|
Het gezamenlijk bedrag van:
de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van korter dan één jaar de schuld in rekening-courant de voor een termijn van korter dan één jaar ter bewaring in kas gestorte gelden van derden overige geldleningen die geen onderdeel uitmaken van de vaste schuld;
verminderd met het bedrag van:
de contante gelden in kas
de tegoeden in rekening-courant
de overige uitstaande gelden met een rentetypische looptijd van korter dan één jaar.
|
Onderhandse lening
|
Schuldpapier op (middel)lange termijn dat niet genoteerd staat aan een beurs maar dat volledig op maat wordt afgesproken tussen geldgever en geldnemer. Soms komen transacties tot stand met behulp van bemiddelaars.
|
Projectfinanciering
|
Vorm van financiering waarbij voor een enkel project de financiering wordt geregeld, in tegenstelling tot integrale financiering waarbij de gehele gemeentelijke financieringsbehoefte is betrokken.
|
Rating
|
Taxatie van de kredietwaardigheid van een financiële onderneming of een land, bepaald door een ratingbureau.
|
Rekening-courant
|
Lopende rekening tussen twee partijen waarop de onderlinge vorderingen of schulden staan vermeld.
|
Treasurycomité
|
Het centrale orgaan binnen de Gemeente Hengelo inzake het rente- en treasurymanagement.
|
Renteomslag-percentage
|
De rekenrente waarmee de betaalde rente wordt verdeeld over de bestaande investeringen in vaste activa.
|
Renterisico
|
Het risico dat voortvloeit uit de mogelijkheid dat in de toekomst de rentelasten van het vreemd vermogen hoger respectievelijk dat de renteopbrengsten van activa lager zullen zijn dan een bestuurlijk wenselijk geacht niveau, c.q. het in de meerjarenraming en begroting geraamde niveau.
|
Renterisiconorm
|
Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de vaste schuld van het openbare lichaam bij aanvang van het jaar.
|
Rentetypische looptijd
|
De looptijd tussen twee momenten waarop een tussentijdse aanpassing van de contractuele rente plaatsvindt.
|
Rentevisie
|
Toekomstverwachting over de ontwikkeling van de rente op basis waarvan een financierings- en uitzettingenbeleid wordt gevoerd.
|
Richtlijn
|
Een bindend voorschrift c.q. aanwijzing van een te volgen handelswijze.
|
Roll-over lening
|
Een financieringsvorm op middellange termijn met een variabele rente die gekoppeld is aan de geldmarktrente. De rente heeft een looptijd van 1, 2, 3, 6 of 12 maanden.
|
Saldo rentecompen-
|
De debet- en credit saldi van meerdere rekeningen van een
|
satie circuit
|
organisatie bij eenzelfde financiële instellingen worden samengevoegd tot één gecombineerd saldo; en over dit gecombineerde saldo berekent de bank de te betalen of ontvangen rente.
|
Treasurer
|
Medewerker die de treasuryfunctie uitvoert.
|
Treasurybeleid
|
Bestaat uit de uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie ter uitvoering van de treasuryfunctie.
|
Treasuryfunctie
|
Omvat alle activiteiten die zich richten op het besturen en beheren van de financiële stromen en voorraad financiën van een organisatie, alsmede de daaruit voortvloeiende risico’s.
|
Uitzetting
|
Belegging in een vastrentende waarde.
|
Valutarisico
|
Het risico dat voortvloeit uit de mogelijkheid dat op een bepaald moment de waarde van de vreemde valutastromen, uitgedrukt in eigen valuta, afwijkt van hetgeen verwacht werd op het beslissingsmoment.
|
Vaste schuld
|
Schuldtitels met een looptijd van minimaal één jaar en één dag.
|
Vastrentende waarde
|
Vermogenstitels met een vaste renteopbrengst.
|
Vlottende schuld
|
Schuldtitels met een looptijd van maximaal één jaar.
|