Gemeenteblad van Heusden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heusden | Gemeenteblad 2021, 481258 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heusden | Gemeenteblad 2021, 481258 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening rioolheffing 2022 gemeente Heusden
De gemeenteraad van Heusden in zijn openbare vergadering van 11 november 2021;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 september 2021;
gelet op artikel 228a van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en de invordering van rioolheffing 2022.
Deze verordening verstaat onder:
Artikel 2 Aard van de belasting
Onder de naam rioolheffing wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
1. De belasting wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd.
2. Voor het gebruikersdeel wordt:
Artikel 4 Voorwerp van de belasting
a. de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;
b. de roerende zaak, welke duurzaam aan een plaats gebonden is;
c. een gedeelte van een in onderdeel b bedoelde roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
d. een samenstel van twee of meer in onderdeel b bedoelde roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde persoon in gebruik zijn en die, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;
e. het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
Het aantal kubieke meters water wordt gesteld op het aantal kubieke meters leidingwater, grondwater en oppervlaktewater dat in de laatste aan het begin van het belastingjaar voorafgaande verbruiksperiode naar het perceel is toegevoerd of is opgepompt. Ingeval de verbruiksperiode niet gelijk is aan een periode van 365 dagen, dan wel het kalenderjaar, wordt de hoeveelheid water door herleiding naar tijdsgelang bepaald.
De eerste volzin is niet van toepassing indien vaststelling van de hoeveelheid opgepompt water geschiedt op grond van enige andere wettelijke bepaling.
a. bij een afvoer van 1 tot en met 299 kubieke meter afvalwater € 211,92
b. bij een afvoer van 300 tot en met 599 kubieke meter afvalwater € 395,40
c. bij een afvoer van 600 tot en met 899 kubieke meter afvalwater € 593,16
d. bij een afvoer van 900 tot en met 1199 kubieke meter afvalwater € 802,92
e. bij een afvoer van 1200 tot en met 1499 kubieke meter afvalwater € 1.004,64
f. bij een afvoer van 1500 en meer kubieke meter afvalwater € 1.004,64
vermeerderd met een bedrag van € 0,49 per kubieke meter boven 1500 kubieke meter afvalwater.
Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
De belasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. Deze kan worden gesteld op de afrekening van Brabant Water N.V. Als dagtekening van de kennisgeving geldt in dat geval de dagtekening van de afrekening. Als kennisgeving van voorlopig gevorderde bedragen wordt aangemerkt de jaarnota van Brabant Water N.V. of de kennisgeving op andere wijze van betaling van voorschotbedragen.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen omtrent aanvang en einde van de belastingschuld in de loop van het belastingtijdvak.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd naar rato van het aantal kalenderdagen dat er in het belastingjaar, na aanvang van de belastingplicht, nog overblijft. De dag van aanmelding bij Brabant Water geldt in dat geval als de datum waarop de belastingplicht aanvangt dan wel de inschrijving in de Basisregistratie Personen.
Indien de belastingplicht met betrekking tot het perceel in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing na rato van het aantal kalenderdagen dat in het belastingjaar, na beëindiging van de belastingplicht, nog overblijft. De dag van afmelding bij Brabant Water geldt in dat geval als de datum waarop de belastingplicht eindigt dan wel de dag voor die van uitschrijving uit de Basisregistratie Personen.
Artikel 10 Termijnen van betalen
In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de invorderingswet 1990 moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van de afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.
Kwijtschelding wordt verleend op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde kwijtscheldingsregeling.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 11 november 2021.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-481258.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.