Verordening Bedrijven Investeringszone (BIZ) gebruikers centrum Alphen aan den Rijn 2022-2026

 

De raad van de Gemeente Alphen aan den Rijn;

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2021;

 

Gelet op de Wet op de bedrijveninvesteringszones en gezien de uitvoeringsovereenkomst van 25-11-2021 gesloten met de Stichting Verenigde Ondernemingen Centrum Alphen aan den Rijn (VOC Alphen aan den Rijn);

 

Besluit vast te stellen de:

 

Verordening Bedrijven Investeringszone (BIZ) gebruikers centrum Alphen aan den Rijn 2022-2026

 

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

a Bedrijveninvesteringszone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ-bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende kaart;

b de wet: de Wet op de bedrijveninvesteringszones;

c het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

d Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Alphen aan den Rijn en de Stichting Verenigde Ondernemingen Centrum Alphen aan den Rijn (VOC Alphen aan den Rijn) gesloten uitvoeringsovereenkomst, als bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet.

 

Hoofdstuk II Belastingbepalingen

 

Artikel 2 Belastbaar feit en aard van de belasting

1 Onder de naam ‘BIZ-bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter zake van binnen de bedrijveninvesteringszone gelegen onroerende zaken die op grond van artikel 220a Gemeentewet niet in hoofdzaak tot woning dienen.

2 De ‘BIZ-bijdrage’ wordt geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten in de openbare ruimte en op internet, die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid in de bedrijveninvesteringszone of de ruimtelijke kwaliteit of de economische ontwikkeling van de bedrijveninvesteringszone.

 

Artikel 3 Belastingplicht

1 De belasting wordt geheven van de gebruiker, zijnde degene die bij het begin van het kalenderjaar een in de BI-zone gelegen belastingobject al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruikt.

2 Voor de toepassing van dit artikel wordt:

a gebruik door degene aan wie een deel van een belastingobject in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

b het ter beschikking stellen van een belastingobject voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld; degene die dat belastingobject ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de BIZ-bijdrage als zodanig te verhalen op degene aan wie dat belastingobject ter beschikking is gesteld.

 

Artikel 4 Belastingobject

1 Belastingobject is de onroerende zaak, als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken.

 

Artikel 5 Maatstaf van heffing

1 De BIZ-bijdrage wordt geheven naar de op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor het belastingobject vastgestelde waarde zoals deze geldt voor het kalenderjaar.

2 Indien met betrekking tot het belastingobject geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, wordt de heffingsmaatstaf van dat belastingobject bepaald met toepassing van artikel 6, alsmede met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17,18 en 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.

 

Artikel 6 Vrijstellingen

1 De BIZ-bijdrage wordt niet geheven van:

a belastingobjecten die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard;

b openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

c waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

d werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen;

e werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken;

f belastingobjecten die uitsluitend bestemd zijn voor en in gebruik als straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanig gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek ten dienste van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s, hekken en palen;

g begraafplaatsen en urnentuinen;

h belastingobjecten voor zover die bestemd zijn te worden gebruikt voor de publieke dienst van de gemeente;

i parkeergarages, trafo’s en pinautomaten;

j gebouwde belastingobjecten in aanbouw, als bedoeld in artikel 17, vierde lid, van de Wet waardering onroerende zaken;

k belastingobjecten die worden beheerd door een vereniging of stichting die geen onderneming drijft, voor zover die objecten bestemd en in gebruik zijn voor het geven van onderwijs, voor club- en buurthuiswerk, voor de beoefening van sport, kunst of cultuur, of voor andere activiteiten van sociale of culturele aard.

 

Artikel 7 Tarief BIZ-bijdrage

De BIZ-bijdrage bedraagt per belastingobject per jaar bij een WOZ-waarde van:

a € 0 tot € 400.000 € 500;

b € 400.000 tot € 800.000 € 750;

c vanaf € 800.000 € 1.000.

 

Artikel 8 Wijze van heffing

De BIZ-bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

 

Artikel 9 Termijnen van betaling

1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede termijn twee maanden later.

2 De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

 

Artikel 10 Looptijd belastingheffing

De BIZ-bijdrage wordt ingesteld voor een periode van 5 jaar.

 

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de BIZ-bijdrage wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 12 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ-bijdrage.

 

Hoofdstuk III Subsidiebepalingen

 

Artikel 13 Aanwijzing stichting

De Stichting Verenigde Ondernemingen Centrum Alphen aan den Rijn wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de Wet op de bedrijveninvesteringszones.

 

Artikel 14 Buiten toepassing algemene subsidieverordening

Op de subsidie op grond van deze verordening is de Algemene subsidieverordening 2020 Alphen aan den Rijn niet van toepassing.

 

Artikel 15 Subsidievaststelling

1 De subsidie wordt verstrekt aan de Stichting VOC Alphen aan den Rijn voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

2 De subsidie bedraagt maximaal het bedrag van de jaarlijks te ontvangen BIZ-bijdragen, verminderd met de geraamde perceptiekosten voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen, zoals opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

3 Voor zover dit niet reeds is geschied in de uitvoeringsovereenkomst, kan het college nadere regels stellen met betrekking tot de verplichtingen van de subsidie-ontvanger.

4 De definitieve subsidie wordt in het jaar volgend op het heffingsjaar vastgesteld conform hetgeen daarover in de uitvoeringsovereenkomst is bepaald. Eventuele belastingderving door onder meer bezwaar- of beroepszaken of oninbaar komt voor rekening van de subsidie-ontvanger.

 

Artikel 16 Wijze van betalen

De subsidie wordt jaarlijks verstrekt in termijnen, waarvan de betaaldata in de uitvoeringsovereenkomst worden bepaald.

 

Artikel 17 Melding van relevante wijzigingen

1 De Stichting VOC Alphen aan den Rijn stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.

2 De Stichting VOC Alphen aan den Rijn stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van een verandering of beëindiging van activiteiten.

 

Artikel 18 Delegatie van de bevoegdheid tot intrekken of wijzigen subsidievaststelling

Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen van de subsidievaststelling zoals bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet bestuursrecht.

 

Hoofdstuk IV Slotbepalingen

 

Artikel 19 Inwerkingtreding en citeertitel

1 De 'Verordening Bedrijven Investeringszones (BIZ) gebruikers centrum Alphen aan den Rijn 2021-2025’ van de gemeente Alphen aan den Rijn, vastgesteld bij raadsbesluit van 10 december 2020, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2021.

2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag nadat het college bekend heeft gemaakt dat van voldoende steun, als bedoeld in artikel 4 van de wet, is gebleken, en deze bekendmaking werkt terug tot en met 1 januari als deze na 1 januari is gelegen.

3 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

4 Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening Bedrijven Investeringszone (BIZ) gebruikers centrum Alphen aan den Rijn 2022-2026’.

 

Vastgesteld door de gemeenteraad van Alphen aan den Rijn van 17 december 2021,

De griffier, de voorzitter.

Bijlage - Kaart als bedoeld in artikel 1 van de verordening.

Het aangewezen BIZ-gebied, als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, betreft het gebied binnen de rode lijn op onderstaande kaart.

 

 

Naar boven