A
In de artikelen 2:24, eerste lid, onder d, 2:28 eerste lid, 2:34a, 2:48, tweede lid, onder a, 2:48, tweede lid en onder b, 3:5, tweede lid, onder c, wordt “Drank- en Horecawet” vervangen door “Alcoholwet” .
B
In het opschrift van Hoofdstuk 2, Afdeling 5, wordt “Drank- en Horecawet” vervangen door Alcoholwet
C
Aan artikel 2:26 worden twee leden aan toegevoegd die komen te luiden:
Artikel 2:26 Ordeverstoring
- 4.
Het is verboden bij een evenement zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde.
- 5.
Het verbod in het tweede lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.
D
Na artikel 2:50 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:
Artikel 2:50a Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties
- 1.
Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek toegankelijke openstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.
- 2.
Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.
E
Artikel 2:74a komt te luiden:
Artikel 2:74a Openlijk drugsgebruik
Het is verboden op of aan de weg, op een voor het publiek toegankelijke plaats of in voor een voor publiek toegankelijk gebouw, middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen en/of stoffen voorhanden te hebben.
F
Artikel 2:77, eerste lid, komt te luiden:
- 1.
Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.