Verordening op de heffing en de invordering van begraafplaatsrechten 2022

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    begraafplaats:

    • a.

      de gemeentelijke begraafplaats aan het Reghthuysplein te Nieuwkoop;

    • b.

      de gemeentelijke begraafplaats aan de Westkanaalweg, Ter Aar;

    • c.

      de gemeentelijke begraafplaats aan de Dorpsstraat te Zevenhoven;

    • d.

      de gemeentelijke begraafplaats aan de Kerkstraat te Nieuwveen;

  • 2.

    particulier graf: een particulier graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • a.

      het begraven en begraven houden van overledenen;

    • b.

      het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn;

  • 3.

    particulier kindergraf: een particulier graf, waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • a.

      het begraven en begraven houden van overleden kinderen tot 12 jaar en van dood geboren kinderen;

    • b.

      het bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn van overleden kinderen,tot 12 jaar en dood geboren kinderen;

  • 4.

    particuliere urnennis: een particuliere nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend voor het daarin doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, met de as van overledenen;

  • 5.

    particulier urnengraf: een particulier graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het daarin bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urn, met de as van overledenen;

  • 6.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin overledenen begraven kunnen worden;

  • 7.

    grafzerk / liggend gedenkteken: een liggend gedenkteken op een fundering

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarieven

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de heffingsmaatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende Tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 1.4.1 en 1.5.1 van de tarieventabel worden geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De overige rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang voor de jaarlijks verschuldigde rechten

  • 1.

    De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 1.4.1 en 1.5.1 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 1.4.1 en 1.5.1 van de tarieventabel verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 9,--.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten bedoeld in hoofdstuk 1.4.1 en 1.5.1 van de tarieventabel voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Belastingbedragen van minder dan € 9,-- worden niet geheven.

  • 5.

    Voor de toepassing van de bepalingen in het derde en vierde lid, wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 1.4.1 en 1.5.1 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    De rechten, bedoeld in hoofdstuk 1.4.1 en 1.5.1 van de tarieventabel moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden voldaan uiterlijk drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    Andere rechten als die bedoeld in hoofdstuk 1.4.1 en 1.5.1 van de tarieventabel moeten, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden voldaan uiterlijk drie maanden na dagtekening van het aanslagbiljet of de schriftelijke kennisgeving.

  • 4.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste, tweede en derde lid gestelde termijnen.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De "Verordening begraafplaatsrechten 2021" wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als "Verordening begraafplaatsrechten 2022".

Aldus besloten door de raad van de gemeente Nieuwkoop in zijn openbare vergadering van 16 december 2021

De griffier,

De voorzitter,

Bijlage 1: Tarieventabel begraafplaatsrechten 2022

 

Artikel 1.1

Verlenen van rechten

2022

1.1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf voor een persoon van 12 jaar of ouder wordt geheven;

1.1.1.1

voor een periode van 20 jaar

€ 3.012,46

1.1.1.2

voor verlenging van het uitsluitend recht met 10 jaar

€ 1.510,25

1.1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier kindergraf (bestemd voor een dood geborene of een kind tot 12 jaar) wordt geheven;

1.1.2.1

voor een periode van 20 jaar

€ 1.823,54

1.1.2.2

voor verlenging van het uitsluitend recht met 10 jaar

€ 915,79

1.1.3

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particuliere urnennis of urnenkelder wordt geheven;

1.1.3.1

voor een periode van 20 jaar

€ 1.462,05

1.1.3.2

voor verlenging van het uitsluitend recht met 10 jaar

€ 731,02

Artikel 1.2

Begraven

2022

1.2.1

Voor het begraven van een overledene van 12 jaar of ouder wordt geheven

€ 731,02

1.2.2

Voor het begraven van een overleden kind van 1 tot 12 jaar wordt geheven

€ 457,89

1.2.3

Voor het begraven van een overleden kind beneden één jaar en van een dood geborene wordt geheven

€ 273,13

1.2.4

Voor het begraven op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in artikel 1.2.1., 1.2.2, en 1.2.3, verhoogd met:

€ 183,16

1.2.5

Onder buitengewone uren op de begraafplaatsen in Ter Aar, Nieuwveen en Zevenhoven wordt verstaan op werkdagen en zaterdag vóór 09.00 uur dan wel op werkdagen na 15.00 uur en zaterdag na 13.00 uur.

Onder buitengewone uren op de begraafplaats in Nieuwkoop wordt verstaan op werkdagen vóór 09.00 uur dan wel op werkdagen na 15.00 uur en zaterdag vóór 14.00 uur of na 16.00 uur.

Artikel 1.3

Bijzetten van asbussen en urnen

2022

1.3.1

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een particulier graf wordt geheven

€ 457,89

1.3.2

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn in een urnennis of urnenkelder wordt geheven

€ 101,22

1.3.3

Voor het bijzetten van een asbus met of zonder urn op buitengewone uren wordt het recht, bedoeld in artikel 1.3.1. en 1.3.2 verhoogd met:

€ 183,16

1.3.4

Onder buitengewone uren worden de tijden bedoeld, zoals is beschreven in artikel 1.2.5.

Artikel 1.4

Onderhoudsrecht

2022

1.4.1

Voor een bijdrage in het algemeen onderhoud van de begraafplaats wordt per jaar geheven:

a

voor een graf voor volwassenen (vanaf 12 jaar);

€ 118,89

b

voor een graf voor een dood geborene of kind (tot 12 jaar);

€ 59,45

c

voor een urnenkelder;

€ 59,45

d

voor een urnennis.

€ 59,45

1.4.2

De rechten kunnen worden afgekocht met ingang van 1 januari van het komende belastingjaar, voor 1 jaar, 10 jaar of voor 20 jaar. Bij de eerste uitgifte is de maximale afkoopperiode bij een particulier graf 20 jaar, bij een algemeen graf is dat 10 jaar. Afhankelijk van het tijdstip waarop tot afkoop besloten wordt, wordt de aanslag over het nog lopende belastingjaar verrekend met de factuur van afkoop of via de normale aanslag.

Bijdrage in het algemeen onderhoud van de begraafplaats wordt per jaar geheven.

Afkoop onderhoud voor een graf voor volwassenen (vanaf 12 jaar)

2022

1 jaar

€ 118,89

10 jaar

€ 915,79

20 jaar

€ 1.486,15

Afkoop onderhoud voor een graf voor een dood geborene of kind (tot 12 jaar)

2022

1 jaar

€ 59,45

10 jaar

€ 457,89

2022

20 jaar

€ 739,06

Voor een urnenkelder

2022

1 jaar

€ 59,45

10 jaar

€ 457,89

20 jaar

€ 739,06

Voor een urnennis

2022

1 jaar

€ 59,45

10 jaar

€ 457,89

20 jaar

€ 739,06

Artikel 1.5

Grafbedekking

2022

1.5.1

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van de grafbedekking van een graf op de begraafplaats in Ter Aar waarvoor een uitsluitend recht is verleend of verlengd voor 1 januari 2009 wordt geheven per jaar:

a

voor een gedenkteken:

€ 72,30

b

voor een omrastering:

€ 115,68

c

voor een urnennis:

€ 59,45

d

voor een grafzerk/ liggend gedenkteken

€ 136,56

1.5.2

Voor het van gemeentewege op verzoek van belanghebbende afnemen en terug plaatsen van grafbedekking van graven of urnennissen wordt geheven:

€ 149,42

Artikel 1.6

Inschrijven en overboeken van eigen graven en urnennissen

2022

1.6.1

Voor het inschrijven en overboeken van particuliere graven, urnennissen en urnenkelders in een daartoe bestemd register wordt geheven

€ 26,35

Artikel 1.7

Opgraven en ruimen

2022

1.7.1

Voor het op verzoek van de rechthebbende opgraven van overblijfselen uit een particulier graf binnen de wettelijke grafrusttermijn wordt geheven

€ 1.759,28

1.7.2

Voor het op verzoek van de rechthebbende na opgraven weer herbegraven van overblijfselen als vernoemd onder lid 1.7.1 in een ander (particulier) graf op dezelfde gemeentelijke begraafplaats wordt geheven

€ 698,89

1.7.3

Voor het op verzoek van de rechthebbende opgraven van overblijfselen uit een particulier graf na de wettelijke grafrusttermijn wordt geheven

€ 875,62

1.7.4

Voor het op verzoek van de rechthebbende na opgraven weer herbegraven van overblijfselen als vernoemd onder lid 1.7.3 in een ander (particulier) graf op dezelfde gemeentelijke begraafplaats wordt geheven

€ 698,89

1.7.5

Voor het op verzoek van de rechthebbende opgraven van een asbus met of zonder urn uit een particulier graf wordt geheven

€ 490,03

1.7.6

Voor het op verzoek van de rechthebbende weghalen van een asbus met of zonder urn uit een urnennis of urnenkelder wordt geheven

€ 96,40

Artikel 1.8

Overige heffingen

2022

1.8.1

Voor het luiden van de klok (indien aanwezig) wordt per begrafenis een bedrag geheven

€ 39,10

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van de raad van donderdag 16 december 2021, nummer 2021-120f

 

Naar boven