Artikel
|
Omschrijving
|
Vast tarief
|
Variabel tarief
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
Aanlegkosten
|
2.1.1.1
|
de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
|
bouwkosten
|
2.1.1.2
|
De som van de prijzen per eenheid exclusief 21% omzetbelasting zoals die zijn opgenomen in de door de gemeenteraad vastgestelde ROEB-lijst (Regionaal Overleg Eindhoven Bouwtoezicht). De tarieventabel en de ROEB-lijst zijn beide onderdeel van de verordening. Voor zover deze vastgestelde lijst niet voorziet in een passende hoofdcategorie (vetgedrukt in de lijst) wordt onder bouwkosten dan verstaan, de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2020 (u.A.V. 2012) voor het uit te voeren werk, exclusief 21% omzetbelasting. In dit laatste geval zullen de overgelegde gegevens getoetst worden aan hun wettelijke kaders. Bij de vastststelling van de bouwkosten worden deze afgerond op hele bedragen van € 1.000,00 met dien verstande dat bedragen tot en met € 500,00 naar beneden worden afgerond en bedragen hoger dan € 500,00 naar boven.
|
|
|
Sloopkosten
|
2.1.1.3
|
Niet van toepassing
|
|
|
Wabo
|
2.1.1.4
|
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
|
2.2.1
|
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is
|
€ 282,00
|
|
2.2.2
|
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is indien dit project slecht vergunbaar is op basis van een bestemmingsplanherziening of projectbesluit
|
€ 1.880,00
|
|
2.2.3
|
de leges zoals vermeld bij 2.2.1 worden bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project in mindering gebracht op de leges zoals vermeld in hoofdstuk 3, mits deze aanvraag binnen één jaar na afronding van het vooroverleg wordt ingediend.
|
|
|
2.2.4
|
Indien binnen 6 maanden na de principe uitspraak zoals vermeld in 2.2.2 een aanvraag zoals bedoeld in artikel 2.3.3.4, 2.3.3.6, 2.3.3.7, 2.3.3.9, 2.3.4.3 en 2.3.4.9 is opgestart die in overeenstemming is met de principe uitspraak en waarbij er tussentijds geen wijzigingen in de wetgeving en /of provinciaal beleid hebben plaatsgevonden wordt het volgende bedrag in mindering gebracht op de genoemde procedures
|
€ 940,00
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
Bouwactiviteiten
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief in verhouding tot de vastgestelde bouwkosten, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.1.1.1
|
indien de bouwkosten € 15.000,00 of minder bedragen:
|
€ 468,95
|
|
2.3.1.1.2
|
indien de bouwkosten € 15.001,00 tot en met € 25.000,00 bedragen:
|
€ 468,95
|
|
2.3.1.1.2.1
|
voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 boven € 15.000,00; vermeerderd met
|
€ 36,05
|
|
2.3.1.1.3
|
indien de bouwkosten € 25.001,00 tot en met € 45.000,00 bedragen:
|
€ 830,35
|
|
2.3.1.1.3.1
|
voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 boven € 25.000,00; vermeerderd met
|
€ 31,35
|
|
2.3.1.1.4
|
indien de bouwkosten € 45.001,00 tot en met € 90.000,00 bedragen:
|
€ 1.566,65
|
|
2.3.1.1.4.1
|
voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 boven € 45.000,00; vermeerderd met
|
€ 27,10
|
|
2.3.1.1.5
|
indien de bouwkosten € 90.001,00 tot en met € 300.000,00 bedragen:
|
€ 2.611,10
|
|
2.3.1.1.5.1
|
voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 boven € 90.000,00; vermeerderd met
|
€ 22,75
|
|
2.3.1.1.6
|
indien de bouwkosten € 300.001,00 of meer bedragen:
|
€ 7.415,60
|
|
2.3.1.1.6.1
|
voor elk geheel bedrag van € 1.000,00 boven € 300.000,00; vermeerderd met
|
€ 18,65
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
2.3.1.2
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit verhoogd met;
|
|
10,000%
|
2.3.1.2.1
|
een max. van
|
€ 1.253,35
|
|
Verplicht advies agrarische adviescommissie
|
2.3.1.3
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische adviescommissie wordt beoordeeld:
|
€ 948,35
|
|
Beoordeling bodemrapport
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
|
2.3.1.4.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 440,00
|
|
2.3.1.4.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 440,00
|
|
2.3.1.5
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1, indien krachtens wettelijk voorschrift (artikel 3.2, lid 7 van het Bouwbesluit) een akoestisch rapport ter beoordeling van de benodigde geluidwering is vereist, bedraagt het tarief voor het aanleveren van rekenkundige uitgangspunten voor industrielawaai;
|
€ 990,00
|
|
Beoordeling aanvullende c.q. gewijzigde gegevens
|
2.3.1.6
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende of gewijzigde gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al is vergund minimaal: (indien er sprake is van extra bouwkosten worden deze conform artikel 2.3.1 in rekening gebracht)
|
€ 144,10
|
|
Aanlegactiviteiten
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 395,85
|
|
2.3.2.2
|
Onderdeel 2.3.1.4 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.3.2.1 bedoelde aanvraag.
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit
|
2.3.3
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2:
|
|
|
2.3.3.1
|
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking): (3.6 wro) naast het op grond van de onderdelen 2.3.1.1 of 2.3.2.1 verschuldigde bedrag;
|
€ 607,85
|
|
2.3.3.2
|
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking, 3.23 wro): naast het op grond van de onderdelen 2.3.1.1 of 2.3.2.1 verschuldigde bedrag;
|
€ 757,20
|
|
2.3.3.3
|
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van het exploitatieplan is afgeweken:
|
€ 607,85
|
|
2.3.3.4
|
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening wordt toegepast (buitenplanse afwijking; projectbesluit ): naast het op grond van de onderdelen 2.3.1.1 of 2.3.2.1 verschuldigde bedrag, voor;
|
|
|
2.3.3.4.1
|
Woningbouw, tuin, groen, en verkeer in het stedelijk gebied
|
€ 5.222,25
|
|
2.3.3.4.2
|
Alle andere plannen in het stedelijk gebied
|
€ 7.833,35
|
|
2.3.3.4.3
|
Woningbouw, natuur, groen en bos plannen in het buitengebied
|
€ 5.222,25
|
|
2.3.3.4.4
|
Alle andere plannen in het buitengebied
|
€ 10.444,50
|
|
2.3.3.5
|
vervallen
|
|
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens provinciale verordening gegeven regels is afgeweken: naast het op grond van de onderdelen 2.3.1.1 of 2.3.2.1 verschuldigde bedrag voor;
|
|
|
2.3.3.6.1
|
Woningbouw, tuin, groen, en verkeer in het stedelijk gebied
|
€ 5.222,25
|
|
2.3.3.6.2
|
Alle andere plannen in het stedelijk gebied
|
€ 7.833,35
|
|
2.3.3.6.3
|
Woningbouw, natuur, groen en bos plannen in het buitengebied
|
€ 5.222,25
|
|
2.3.3.6.4
|
Alle andere plannen in het buitengebied
|
€ 10.444,50
|
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gegeven regels is afgeweken: naast het op grond van de onderdelen 2.3.1.1 of 2.3.2.1 verschuldigde bedrag voor;
|
|
|
2.3.3.7.1
|
Woningbouw, tuin, groen, en verkeer in het stedelijk gebied
|
€ 5.222,25
|
|
2.3.3.7.2
|
Alle andere plannen in het stedelijk gebied
|
€ 7.833,35
|
|
2.3.3.7.3
|
Woningbouw, natuur, groen en bos plannen in het buitengebied
|
€ 5.222,25
|
|
2.3.3.7.4
|
Alle andere plannen in het buitengebied
|
€ 10.444,50
|
|
2.3.3.8
|
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo van een voorbereidingsbesluit is afgeweken: naast het op grond van de onderdelen 2.3.1.1 of 2.3.2.1 verschuldigde bedrag;
|
€ 607,85
|
|
2.3.3.9
|
Planologische wijziging van het bestemmingsplan conform binnenplanse wijziging op grond van artikel 3.6 lid 1.a van de Wro.
|
€ 3.655,55
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouw- of aanlegactiviteit
|
2.3.4
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit of een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, onderscheidenlijk b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.4.1
|
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (binnenplanse afwijking): (3.6 wro)
|
€ 607,85
|
|
2.3.4.2
|
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse kleine afwijking) (3.23 wro)
|
€ 757,20
|
|
2.3.4.3
|
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken (buitenplanse afwijking, projectbesluit):
|
|
|
2.3.4.3.1
|
Woningbouw, tuin, groen, en verkeer in het stedelijk gebied
|
€ 5.222,25
|
|
2.3.4.3.2
|
Alle andere plannen in het stedelijk gebied
|
€ 7.833,35
|
|
2.3.4.3.3
|
Woningbouw, natuur, groen en bos plannen in het buitengebied
|
€ 5.222,25
|
|
2.3.4.3.4
|
Alle andere plannen in het buitengebied
|
€ 10.444,50
|
|
2.3.4.4
|
vervallen
|
|
|
2.3.4.5
|
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van het exploitatieplan is afgeweken:
|
€ 607,85
|
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.1, derde of vijfde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens provinciale verordening, onderscheidenlijk provinciale verklaring gegeven regels is afgeweken:
|
€ 607,85
|
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft en met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van de krachtens artikel 4.3, derde of vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, onderscheidenlijk ministeriële verklaring gegeven regels is afgeweken:
|
€ 607,85
|
|
2.3.4.8
|
indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo van een voorbereidingsbesluit is afgeweken:
|
€ 607,85
|
|
2.3.4.9
|
Planologische wijziging van het bestemmingsplan conform binnenplanse wijziging op grond van artikel 3.6 lid 1.a van de Wro.
|
€ 3.655,55
|
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
2.3.5
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 235,00
|
|
2.3.5.1
|
Het onder 2.3.5 genoemde bedrag wordt verhoogd met een toeslag als hieronder aangegeven voor een bouwwerk, waarop de vergunning betrekking heeft.
|
|
|
2.3.5.2
|
De verhoging, als bedoeld onder 2.3.5.1 bedraagt:
|
|
|
2.3.5.3
|
voor een inrichting met een oppervlakte tot en met 500 m² per m²
|
€ 1,15
|
|
2.3.5.4
|
voor een inrichting met een oppervlakte vanaf 501 m² tot en met 2.000 m²,
|
€ 814,70
|
|
2.3.5.4.1
|
verhoogd met: per m² boven de 500 m²
|
€ 0,60
|
|
2.3.5.5
|
voor een inrichting met een oppervlakte vanaf 2.001 m² tot en met 5.000 m²,
|
€ 1.775,55
|
|
2.3.5.5.1
|
verhoogd met: per m² boven de 2.000 m²
|
€ 0,20
|
|
2.3.5.6
|
voor een inrichting met een oppervlakte vanaf 5.001 m² tot en met 50.000 m²,
|
€ 2.297,80
|
|
2.3.5.6.1
|
verhoogd met: per m² boven de 5.000 m²
|
€ 0,05
|
|
2.3.5.7
|
voor een inrichting met een oppervlakte van meer dan 50.001 m²,
|
€ 4.073,35
|
|
2.3.5.7.1
|
verhoogd met: per m² boven de 50.000 m²
|
|
|
2.3.5.8
|
Indien de vergunningverlening betrekking heeft op een inrichting met een tijdelijk karakter, zoals een tent e.d., bedragen de leges 10% van de onder 2.3.5 en 2.3.5.2 berekende bedragen.
|
|
|
2.3.5.9
|
Indien een aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk met een beperkte instandhoudingtermijn van maximaal 5 jaar, is 50% van de onder 2.3.5 en 2.3.5.2 berekende bedragen verschuldigd.
|
|
|
2.3.5.10
|
Indien een aanvraag betrekking heeft op een uitbreiding van de inrichting, wordt de verhoging als bedoeld onder 2.3.5.2, uitsluitend berekend over de oppervlakte van de uitbreiding.
|
|
|
2.3.5.11
|
Indien een aanvraag betrekking heeft op een gewijzigd gebruik van de gehele inrichting, is 50% van het overeenkomstig 2.3.5 vermelde bedrag, verhoogd met het onder 2.3.5.2 berekende bedrag, verschuldigd.
|
|
|
2.3.5.12
|
Indien een aanvraag betrekking heeft op een gewijzigd gebruik van een gedeelte van de inrichting, worden de leges berekend als bedoeld in het vorige lid, met dien verstande dat de verhoging uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzigd gedeelte.
|
|
|
2.3.5.13
|
Voor een kennisgeving van het besluit tot opheffing van het staken van het gebruik van een gebouw ingevolge artikel 17 van de Woningwet en/of strijdig gebruik van een inrichting ingevolge de Brandbeveiligingsverordening 2012 van gemeente Someren, is 25% van het overeenkomstig 2.3.5 vermelde bedrag, verhoogd met het onder 2.3.5.2 berekende bedrag, verschuldigd, met dien verstande, dat de verhoging uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gesloten gedeelte.
|
|
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, en artikel 2.2 eerste lid onder b van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een beschermd monument:
|
€ 41,25
|
|
2.3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een beschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 41,25
|
|
2.3.6.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 41,25
|
|
2.3.6.3
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een omgevingsvergunning voor het onderdeel bouw voor werkzaamheden die enkel vanwege de monumentenstatus vergunningplichtig zijn, worden geen leges zoals vermeld in artikel 2.3.1 geheven.
|
|
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk, in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 271,60
|
|
Beoordeling bodemrapport
|
2.3.7.2
|
Onderdeel 2.3.1.4 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 2.3.7.1 bedoelde aanvraag.
|
|
|
Asbesthoudende materialen
|
2.3.7.3
|
Onverminderd het bepaalde in de onderdelen 2.3.7.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:
|
€ 142,05
|
|
Aanleggen of veranderen weg
|
2.3.8
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 395,85
|
|
Uitweg/inrit
|
2.3.9
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor ingevolge artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening of een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en eerste lid onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 395,85
|
|
Kappen
|
2.3.10
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor ingevolge artikel 4.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 186,95
|
|
Handelsreclame
|
2.3.10.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame bedoeld in artikel 2.2. en eerste lid onder h van de Wabo met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4.15 van de Algemene plaatselijk verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief
|
€ 109,70
|
|
Opslag van roerende zaken
|
2.3.11
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie, waarvoor ingevolge een bepaling in een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.11.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:
|
€ 142,05
|
|
2.3.11.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
|
€ 142,05
|
|
Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000 gebied)
|
2.3.12.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van omgevingsvergunning betrekking heeft op een project of het verrichten van een andere handeling als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het besluit Ruimtelijke Ordening en in artikel 2.1, eerste lid, onder j, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de n die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 452,20
|
|
2.3.12.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b van het besluit omgevingsrecht (flora- en fauna activiteit) en het verrichten van een handeling als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, onder k, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 452,20
|
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
2.3.13
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
|
€ 342,60
|
|
Andere activiteiten
|
2.3.14
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
2.3.14.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 314,40
|
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 314,40
|
|
2.3.14.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning;
|
€ 314,40
|
|
2.3.14.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
2.3.15
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
Advies
|
2.3.16.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.16.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
2.3.17.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven wordt aangesloten bij de in titel 2 van toepassing zijnde tarieven:
|
|
|
2.3.17.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3, mits deze aanvraag binnen één jaar na afronding van het vooroverleg wordt ingediend.
|
|
|
2.4.2
|
Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3 wordt verlaagd met 50% indien de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het plaatsen van een tijdelijke woonunit betrekking heeft op het voorzien in een tijdelijke woonbehoefte die vanwege een calamiteit is ontstaan.
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
2.5.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. Indien de aanvraag wordt ingetrokken voor het verlenen van de vergunning bedraagt de teruggaaf: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
60,000%
|
2.5.2
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze titel, op verzoek van de gemeente intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. Indien de aanvraag wordt ingetrokken voor het verlenen van de vergunning bedraagt de teruggaaf: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
100,000%
|
2.5.3
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag om intrekking is ingediend binnen 12 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
25,000%
|
2.5.4
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
25,000%
|
2.5.5
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
2.6
|
vervallen
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
2.7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 142,05
|
|
2.7.2
|
Het tarief bedraagt voor het wijzigen van de te naamstelling van een vergunning zoals genoemd in Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
|
€ 56,75
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
2.8.1.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening voor
|
|
|
2.8.1.1.1
|
Woningbouw, tuin, groen, en verkeer in het stedelijk gebied
|
€ 5.222,25
|
|
2.8.1.1.2
|
Alle andere plannen in het stedelijk gebied
|
€ 7.833,35
|
|
2.8.1.1.3
|
Woningbouw, natuur, groen en bos plannen in het buitengebied
|
€ 5.222,25
|
|
2.8.1.1.4
|
Alle andere plannen in het buitengebied
|
€ 10.444,50
|
|
2.8.1.2
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid onder a van de Wro. (binnenplanse wijzigingsbevoegdheid)
|
€ 3.655,55
|
|
2.8.1.3.1
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek om een principe-uitspraak over het verlenen van medewerking van uitwerking, wijziging herziening van een bestemmingsplan. (principe verzoek)
|
€ 1.880,00
|
|
2.8.1.3.2
|
Indien binnen 6 maanden na de principe uitspraak een aanvraag zoals bedoeld in artikel 2.8.1.1 en 2.8.1.2 is opgestart die in overeenstemming is met de principe uitspraak en waarbij er tussentijds geen wijzigingen in de wetgeving en /of provinciaal beleid hebben plaatsgevonden wordt het volgende bedrag in mindering gebracht op de genoemde procedures
|
€ 940,00
|
|
2.8.1.4
|
Indien als gevolg van 2.8.1.1 en 2.8.1.2 door het college van burgemeester en wethouders een verzoek om vaststelling van een hogere grenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder moet worden beoordeeld, wordt overeenkomstig de artikelen 2.8.1.1 of 2.8.1.2 het berekende bedrag verhoogd met
|
€ 894,10
|
|
2.8.1.5
|
Het onder 2.8.1.1 of 2.8.1.2 genoemde bedrag wordt verhoogd met het bedrag van de (externe) advieskosten en benodigde ontheffingen, blijkend uit een begroting die door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.8.1.6
|
Het onder 2.8.1.1 of 2.8.1.2 genoemde bedrag wordt verhoogd met 10% indien de grondslag van het ingediende plan wordt verlaten
|
|
|
2.8.1.7
|
Indien de procedures genoemd onder 2.8.1.1.1 respectievelijk 2.8.1.1.3 niet afzonderlijk worden behandeld, maar in gezamenlijk verband (veegplan) of deelgebied plan dan worden de legeskosten onder 2.8.1.1.1 respectievelijk 2.8.1.1.3 verminderd tot een bedrag van:
De vermindering zoals opgenomen in artikel 2.8.1.3.2 vindt niet plaats bij toepassing van dit artikel.
|
€ 3.655,55
|
|
2.8.1.8
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.8.1.1 en 2.8.1.2 wordt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag wordt ingediend als gevolg van een door de gemeente uitgevoerde controle, niet zijnde een controle die gerelateerd is aan het project actualisatie bestemmingsplan buitengebied, verhoogd met
|
€ 631,90
|
|
2.8.1.9
|
Indien de aanvraag onder 2.8.1.1, of 2.8.1.2 slechts betrekking heeft op een, naar de omstandigheden beoordeeld, kleinschalige wijziging in het bestemmingsplan, zoals:
- toepassing van het NAF-beleid;
- toepassing van de LIR;
- het verzoek van het bestemmen van een bestaande tuin buiten het bouwblok en/of bestemmingsvlak;
- het verzoek van het bestemmen van een bestaande paardenbak buiten het bouwblok en/of bestemmingsvlak;
- wijziging bestemmingsvlak met tegenprestatie ten behoeve van bestaande legale voorzieningen buiten het bouwvlak;
- alternatieve beplantingsplannen voor bestaande landschappelijke inpassingsplichten;
dan worden de legeskosten onder 2.8.1.1 en 2.8.1.2 verminderd tot een bedrag van
|
€ 948,35
|
|
Hoofdstuk 9 Sloopmelding
|
2.9.1
|
vervallen
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
|
2.10
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 314,40
|
|