Wijziging Nadere regeling Sociaal Domein

Burgemeester en wethouders van Eindhoven;

 

gelet op de Wet inburgering 2021 en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluiten:

 

De Nadere regeling Sociaal Domein wordt als volgt te gewijzigd:

I. Artikel 1.1 (Begripsbepalingen) wordt vervangen door een nieuw artikel 1.1, luidende:

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze Nadere Regeling worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, de Participatiewet, de Wet inburgering 2021, het Besluit inburgering 2021, de Regeling inburgering 2021, de Wmo 2015, de IOAW, de IOAZ, het Bbz 2004, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, het Besluit Jeugdwet en de Verordening SD Eindhoven.

  • 2.

    In deze Nadere Regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven;

    • b.

      maatschappelijke opvang: onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving, niet zijnde personen die de thuissituatie verlaten in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld;

    • c.

      regio: een regionaal samenwerkingsverband van gemeenten welke gezamenlijk zorg dragen voor maatschappelijke opvang in de betreffende regio;

    • d.

      SVB: Sociale Verzekeringsbank;

    • e.

      Verordening SD: Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven;

    • f.

      Wlz: Wet langdurige zorg.

 

 

II. Aan hoofdstuk 3 wordt na paragraaf 3.3, artikel 3.7, een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

paragraaf 3.4 (Gereserveerd)

(Gereserveerd)

III. Aan hoofdstuk 3 wordt na paragraaf 3.4, een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

paragraaf 3.5 Inburgering

Artikel 3.12 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze paragraaf wordt verstaan onder:

    • a.

      asielstatushouder: de inburgeringsplichtige, bedoeld in artikel 13, eerste lid, van de Wet inburgering 2021;

    • b.

      BRP: Basisregistratie Personen;

    • c.

      COA: Centraal Orgaan opvang asielzoekers;

    • d.

      gezinsmigranten en overige migranten: de inburgeringsplichtige, bedoeld in artikel 19 van de Wet inburgering 2021;

    • e.

      MAP: module Arbeidsmarkt en Participatie;

    • f.

      PIP: persoonlijk plan inburgering en participatie;

    • g.

      PVT: participatieverklaringstraject.

Artikel 3.13 De brede intake

  • 1.

    Het college neemt de brede intake af, zodra de inburgeringsplichtige in de BRP van de gemeente is ingeschreven.

  • 2.

    Wanneer de inburgeringsplichtige, ook na drie oproepen, niet bij de brede intake verschijnt of onvoldoende medewerking verleent, voltooit het college de intake zonder de inburgeringsplichtige. In dat geval onderzoekt het college de omstandigheden van de inburgeringsplichtige aan de hand van de gegevens die wel bekend zijn, zoals:

    • a.

      de uitkomsten van de leerbaarheidstoets, als de inburgeringsplichtige daaraan heeft meegewerkt;

    • b.

      voor asielstatushouders de gegevens uit het Taakstellingvolgsysteem (TVS);

    • c.

      informatie uit het uitkeringsdossier.

Artikel 3.14 PIP

  • 1.

    Na de afname van de brede intake stelt het college de inburgeringsplichtige in de gelegenheid tot samenspraak over de manier waarop de inburgeringsplichtige aan zijn inburgeringsplicht moet voldoen.

  • 2.

    Het college verzendt het PIP zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen tien weken na inschrijving in de BRP, als bedoeld in artikel 3.13, eerste lid, aan de inburgeringsplichtige.

Artikel 3.15 Passende leerroute inburgeringsplichtigen en aanbod leerroute asielstatushouders

  • 1.

    Het college beoordeelt op basis van de gegevens die het COA bij de eventuele voorinburgering heeft verkregen alsmede op basis van de uitkomsten van de brede intake en leerbaarheidstoets welke leerroute voor de inburgeringsplichtige passend is.

  • 2.

    Van de B1-route wordt enkel afgeweken indien:

    • a.

      op basis van leeftijd, leerbaarheid, persoonlijke omstandigheden en motivatie van de inburgeringsplichtige blijkt dat de onderwijsroute een beter passende leerroute is; of

    • b.

      door geen of nauwelijks onderwijs in het land van herkomst, lage leerbaarheid of analfabetisme blijkt dat de B1-route niet haalbaar is voor de inburgeringsplichtige, in welk geval de zelfredzaamheidsroute de passende leerroute is.

  • 3.

    Bij de vaststelling van de leerroute en, voor zover het gaat om asielstatushouders, de intensiteit van de taallessen houdt het college in ieder geval rekening met de arbeidsplicht uit de Participatiewet, de re-integratieplicht uit de Participatiewet en de ondersteuning bij arbeidsinschakeling uit de Participatiewet.

  • 4.

    Het college stemt de keuze voor een leerroute in ieder geval af op de MAP, het PVT, de (eventuele) maatschappelijke begeleiding en het (eventuele) schuldhulpverleningsplan van aanpak.

  • 5.

    Het college verstrekt de aanbieder van de leerroute de NAW-gegevens en de gegevens over de leerroute, waaronder intensiteit en de termijn van de leerroute.

Artikel 3.16 Participatieverklaringstraject inburgeringsplichtigen

  • 1.

    Het PVT bestaat uit meerdere workshops en een activiteit of excursie waarbij het aantal uren voor het volgen van het PVT in ieder geval twaalf bedraagt. De activiteiten worden afgesloten met de ondertekening van de participatieverklaring door de inburgeringsplichtige.

  • 2.

    De frequentie en duur van het PVT kunnen in het PIP worden afgestemd op de individuele omstandigheden van de inburgeringsplichtige, met dien verstande dat het aantal uren voor het volgen van de PVT twaalf bedraagt.

  • 3.

    Als de inburgeringsplichtige in het kader van de brede intake PVT-activiteiten heeft verricht, dan brengt het college deze bestede uren in mindering op de urennorm van twaalf uren.

Artikel 3.17 MAP inburgeringsplichtigen

  • 1.

    Het college houdt bij het vaststellen van de inhoud en het aantal uren van de MAP rekening met de vermogens, capaciteiten, ontwikkelbehoeften en de individuele omstandigheden van de inburgeringsplichtige en de situatie op de lokale arbeidsmarkt.

  • 2.

    Als de inburgeringsplichtige in het kader van de brede intake MAP-activiteiten heeft verricht, dan kan het college deze bestede uren in mindering brengen op de urennorm van veertig uren als bedoeld in het Besluit inburgering 2021.

  • 3.

    Bij de vaststelling van de MAP houdt het college in ieder geval rekening met de arbeidsplicht uit de Participatiewet, de re-integratieplicht uit de Participatiewet en de ondersteuning bij arbeidsinschakeling uit de Participatiewet.

  • 4.

    Het college beoordeelt op basis van het eindgesprek of de inburgeringsplichtige voldoet aan de doelstelling en gestelde urennorm van de MAP. Het college houdt bij deze beoordeling rekening met de capaciteiten en vermogens van de inburgeringsplichtige.

  • 5.

    Het college bevestigt zo spoedig mogelijk na het eindgesprek aan de inburgeringsplichtige of de MAP is afgerond.

Artikel 3.18 Voortgangsgesprekken

  • 1.

    De frequentie van de voortgangsgesprekken wordt vastgesteld op basis van de uitkomsten van de brede intake en afgestemd op de inburgeringsplichtige, met dien verstande dat in het eerste jaar minimaal twee voortgangsgesprekken plaatsvinden.

  • 2.

    Ter voorbereiding op de voortgangsgesprekken ontvangt en beoordeelt het college de gegevens van de aanbieder van de leerroute wat betreft de voortgang van de leerroute en de aanwezigheid, deelname en inzet van de inburgeringsplichtige.

  • 3.

    Indien daar, nadat uit het voortgangsgesprek blijkt dat de PIP niet of niet voldoende wordt nageleefd aanleiding toe is, stelt het college een schriftelijk verslag van dit gesprek binnen 4 weken ter beschikking aan de inburgeringsplichtige.

Artikel 3.19 Maatschappelijke begeleiding

  • 1.

    De maatschappelijke begeleiding voor asielstatushouders bevat in ieder geval:

    • a.

      ondersteuning en begeleiding bij het regelen van praktische zaken ten aanzien van voorzieningen zoals onder andere wonen, zorg, werk, inkomen, verzekeringen, onderwijs en kennismaking met de lokale woonomgeving;

    • b.

      voorlichting over basisvoorzieningen en thema’s zoals onder andere wonen, inkomen, werk, zorg, onderwijs, opvoeding en kennismaking met maatschappelijke organisaties.

Artikel 3.20 Overschakelen naar een andere leerroute

  • 1.

    Het college kan een andere leerroute vaststellen als vanaf de dag na dagtekening van het PIP de termijn zoals genoemd in artikel 5.4, eerste lid, van het Besluit inburgering 2021 nog niet verstreken is, met dien verstande dat gedurende de gehele inburgeringstermijn de onderwijsroute kan worden gewijzigd in de B1-route.

  • 2.

    In bijzondere omstandigheden die de inburgeringsplichtige betreffen kan het college van de termijn bedoeld in het eerste lid afwijken.

  • 3.

    De beoordeling van het college of er onvoldoende voortgang of een grotere voortgang is dan op grond van het PIP was te verwachten, geschiedt aan de hand van de voortgangsgesprekken of de gegevens van de aanbieder van de leerroute over de voortgang van de leerroute en de geleverde inspanningen van de inburgeringsplichtige.

  • 4.

    Als de beoordeling, bedoeld in het derde lid, daartoe aanleiding geeft, schakelt de inburgeringsplichtige over naar een andere leerroute, past het college het PIP op de benodigde onderdelen aan en verzendt het college dat gewijzigd PIP aan de inburgeringsplichtige.

Artikel 3.21 Afschalen

  • 1.

    Op basis van de uitkomst van een voortgangsgesprek kan het college voor de inburgeringsplichtige die de B1-route volgt, bepalen dat de mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal geheel of gedeeltelijk op het niveau A2 worden geëxamineerd. Dit kan alleen na in totaal 600 cursusuren Nederlands als tweede taal en wanneer uit de relevante feiten en omstandigheden blijkt dat de inburgeringsplichtige zich gedurende deze taallessen voldoende heeft ingespannen. Hierover wordt informatie opgevraagd bij de aanbieder van de leerroute die de taallessen verzorgt voordat een besluit wordt genomen.

  • 2.

    Als de inburgeringsplichtige in het kader van de brede intake cursusuren Nederlands als tweede taal heeft gevolgd, waarvan alfabetiseringsonderwijs onderdeel kan zijn, dan brengt het college deze bestede uren in mindering op de urennorm van 600 uren, genoemd in het eerste lid.

  • 3.

    Indien daar, op basis van het eerste lid, aanleiding toe is, past het college het PIP op de benodigde onderdelen aan en verzendt het college dat gewijzigde PIP aan de inburgeringsplichtige.

Artikel 3.22 Samenloop inburgeringsboete en maatregel Participatiewet

  • 1.

    Wanneer een inburgeringsplichtige een bijstandsuitkering ontvangt en zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken uit het PIP, waarin de nadruk ligt op het bevorderen van participatie en het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, vindt bij voorkeur verlaging van de uitkering plaats op grond van artikel 18 Participatiewet. Het gaat hierbij om verplichtingen en afspraken anders dan in het aanbod in de MAP. Het college legt voor dezelfde gedraging dan geen bestuurlijke boete op grond van de Wet inburgering 2021 op.

  • 2.

    Wanneer een inburgeringsplichtige die een bijstandsuitkering ontvangt zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken in het PIP, waarin de nadruk ligt op het vergroten van de taalbeheersing en aan overige afspraken en verplichtingen in het PIP, legt het college bij voorkeur een bestuurlijke boete op grond van de Wet inburgering 2021 op. Het college verlaagt in dat geval voor dezelfde gedraging de bijstandsuitkering niet.

  • 3.

    Bij de keuze tussen handhaving op grond van de Participatiewet door een verlaging van de uitkering, genoemd in het eerste lid, en handhaving op grond van de Wet inburgering 2021 via een bestuurlijke boete, genoemd in het tweede lid, weegt het college ook af welke wijze van handhaving, rekening houdend met de gevolgen hiervan voor de inburgeringsplichtige, naar haar oordeel het best bijdraagt aan het beoogde effect, te weten het succesvol voltooien van het inburgeringstraject.

 

IV. Het bepaalde onder I., II. en III. treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

 

 

 

 

 

Eindhoven, 21 december 2021

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

, secretaris

Mij bekend,

De gemeentesecretaris van Eindhoven

Naar boven