Gemeenteblad van Eindhoven
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eindhoven | Gemeenteblad 2021, 474029 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Eindhoven | Gemeenteblad 2021, 474029 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Aanvulling Verordening Sociaal Domein
De raad van de gemeente Eindhoven
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 november 2021;
gelet op artikel 4 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 4 van de Wet op de expertisecentra en
artikel 4 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
gezien het advies van de meningsvormende commissie
besluit de Verordening Sociaal Domein gemeente Eindhoven als volgt te wijzigen:
Tussen hoofdstuk 4 en 6 wordt een nieuw hoofdstuk gevoegd, luidende : Hoofdstuk 5. Leerlingenvervoer
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
a. aangepast vervoer: vervoer per besloten busvervoer, (school)busvervoer, taxi, taxibus, bustaxi
b. afstand: afstand tussen de woning en de school, gemeten langs de kortste voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg;
c. begeleider: ouder of persoon die door de ouders wordt ingezet om de leerling tijdens het vervoer
d. buitenschoolse opvang: Eindhovense voorziening die opvang biedt aan schoolgaande kinderen
e. deskundige: onafhankelijk medisch of pedagogisch deskundige, de school of de in het OOGO
bepaalde onafhankelijk deskundige;
f. eigen vervoer: vervoer per eigen motorvoertuig of fiets;
g. leerling met een beperking: een leerling als bedoeld in dit artikel, die door een structurele lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke of psychische beperking niet, of niet zelfstandig van het
openbaar vervoer of de fiets gebruik kan maken;
h. leerling: de leerling die is ingeschreven bij een school als bedoeld in dit artikel;
i. OOGO: het Op Overeenstemming Gericht Overleg tussen het samenwerkingsverband en de gemeenten binnen het samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a, negende lid, van de Wet
op het primair onderwijs en artikel 17a, negende lid, van de Wet op het voorgezet onderwijs;
j. openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer;
k. ouders: ouder(s), voogden of verzorgers van de leerling;
l. reistijd: totale tijdsduur die ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag
volgens de schoolgids, minus maximaal 10 minuten, indien en voor zover de leerling het
schoolgebouw met bijbehorend terrein gewoonlijk eerder bereikt dan de schoolgids aangeeft,
dan wel de totale tijdsduur die ligt tussen het einde van de schooldag volgens de schoolgids en
de aankomst bij de woning, plus een eventuele wachttijd voor het openbaar vervoer of maximaal
10 minuten bij gebruikmaking van aangepast vervoer;
m. samenwerkingsverband: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18a van de Wet op het
primair onderwijs, artikel 28a van de Wet op de expertisecentra en artikel 17a van de Wet op het
n. school: de schoollocatie waar de leerling onderwijs volgt. Dit is:
1. het primair onderwijs: basisschool of speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in de Wet
2. het speciaal onderwijs: school voor speciaal onderwijs of het speciaal onderwijs binnen een school
voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de Wet op de expertisecentra;
3. het voortgezet speciaal onderwijs: school voor voortgezet speciaal onderwijs of voortgezet speciaal
onderwijs binnen een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in de
4. het voortgezet onderwijs: school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het voortgezet
o. stage: praktische leertijd die onderdeel uit maakt van het onderwijsprogramma zoals opgenomen
p. toegankelijke school: school waarop de leerling is aangewezen van de verlangde godsdienstige
of levensbeschouwelijke richting dan wel de openbare school;
q. vervoer: openbaar vervoer, aangepast vervoer of eigen vervoer tussen de woning dan wel de
opstapplaats en de school dat plaatsvindt in aansluiting op het begin en einde van de schooldag
volgens de schoolgids, tenzij de structurele handicap van een leerplichtige leerling die aansluiting
1. bekostiging van de goedkoopst mogelijke wijze van openbaar vervoer voor de leerling en zo nodig
2. aanbieding van aangepast vervoer dat de gemeente verzorgt of doet verzorgen; of
3. gehele of gedeeltelijke bekostiging van de door het college noodzakelijk geachte vervoerkosten
van de leerling en zo nodig diens begeleider;
s. woning: plaats waar de leerling feitelijk en structureel verblijft.
Paragraaf 5.2 Aanvraag van de vervoersvoorziening
1. Een aanvraag voor een vervoersvoorziening wordt gedaan in de gemeente waar de leerling zijn
woning heeft, door indiening bij het college van een volledig ingevuld en door de ouders of de
meerderjarige en handelingsbekwame leerling ondertekend door het college ter beschikking gesteld
format, voorzien van de op het format vermelde gegevens.
2. Als dit voor een juiste beoordeling noodzakelijk is, kan het college de ouders of de meerderjarige
en handelingsbekwame leerling verzoeken aanvullende gegevens te verstrekken.
3. Als een vervoersvoorziening wordt toegekend geldt deze:
a. wanneer het een bekostiging betreft, met ingang van de door de ouders of de meerderjarige en
handelingsbekwame leerling verzochte datum, met dien verstande dat de datum niet ligt vóór de
datum van ontvangst van de aanvraag;
b. wanneer het aanbieding van aangepast vervoer betreft, met ingang van de datum die zo mogelijk
aansluit bij de door de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling verzochte
4. Bij de beoordeling van een aanvraag voor een vervoersvoorziening voor de leerling en eventueel
een begeleider, wordt rekening gehouden met de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de
Artikel 5.3 Algemene voorwaarden voor toekenning van de vervoersvoorziening
1. Ten behoeve van het schoolbezoek kent het college aan de ouders van de in de gemeente verblijvende leerling op aanvraag een vervoersvoorziening toe met inachtneming van het bepaalde in
2. De bepalingen in dit hoofdstuk laten onverlet de verantwoordelijkheid van de ouders voor het
schoolbezoek van hun kinderen.
3. Als leerling een meerderjarige en handelingsbekwame leerling is, wordt de vervoersvoorziening
op aanvraag toegekend aan de leerling.
4. Het college bepaalt bij de toekenning van de vervoersvoorziening de wijze en het tijdstip van de
verstrekking dan wel de uitbetaling, alsmede de tijdsduur van de toegekende vervoersvoorziening.
5. Het college kan aan de toekenning van een vervoersvoorziening nadere voorwaarden verbinden.
6. Het college verstrekt een vervoersvoorziening voor het vervoer van de leerling van de woning
Artikel 5.4 Herziening, opschorting, intrekking en terugvordering van de vervoersvoorziening
1. De ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling zijn verplicht wijzigingen, die van
invloed kunnen zijn op de toegekende vervoersvoorziening, onder vermelding van de datum van
wijziging, direct schriftelijk mede te delen aan het college.
2. Als sprake is van een wijziging die van invloed is op de toegekende vervoersvoorziening, vervalt
de aanspraak daarop en kent het college al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe.
3. Als de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling niet voldoen aan het bepaalde
in het eerste lid, en het college een wijziging als bedoeld in het tweede lid vaststelt, waardoor
blijkt dat ten onrechte een vervoersvoorziening is verstrekt, vervalt de aanspraak op de vervoersvoorziening terstond en kent het college al dan niet opnieuw een vervoersvoorziening toe. Het
college deelt het besluit schriftelijk mee aan de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame
4. Het college kan een besluit als bedoeld in dit hoofdstuk herzien, opschorten dan wel intrekken,
als het college vaststelt dat:
a. niet of niet meer is of wordt voldaan aan de voorwaarden en verplichtingen gesteld bij of krachtens
b. beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren
dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een ander besluit zou zijn genomen;
c. de verstrekte vervoersvoorziening niet meer de meest passende vervoersvoorziening is;
d. sprake is van onaanvaardbaar wangedrag door de leerling gedurende het verblijf in het aangepast
e. het vervoeren van de leerling leidt tot een onveilige situatie in het aangepast vervoer.
5. De verantwoordelijkheid voor het gedrag van de minderjarige leerling gedurende het verblijf van
de leerling in het aangepaste vervoer berust bij de ouders.
6. Ten onrechte genoten bekostiging kan van de ouders of meerderjarige en handelingsbekwame
leerling worden teruggevorderd, waarna kan worden verrekend bij een eventuele nieuwe verstrekte vervoersvoorziening.
Paragraaf 5.3 Beoordelingsfase: beoordeling van de aanspraak op vervoersvoorziening
Artikel 5.5 Vervoersvoorziening naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school
1. Een vervoersvoorziening wordt toegekend over de afstand tussen de woning van de leerling en
de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school, tenzij vervoer naar een verder weggelegen
school voor de gemeente minder kosten met zich mee brengt en de ouders of de meerderjarige
en handelingsbekwame leerling met het vervoer naar die school schriftelijk instemmen.
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, ontstaat niet eerder een aanspraak op een vervoersvoorziening dan vanaf datum van ontvangst van de aanvraag van de ouders of de meerderjarige
en handelingsbekwame leerling.
3. Met inachtneming van het bepaalde in de voorgaande leden wordt eveneens een vervoersvoorziening verstrekt over de afstand tussen de woning en:
a. de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke speciale school voor basisonderwijs in het samenwerkingsverband van de basisschool waarvan de leerling afkomstig is; of
b. een andere speciale school voor basisonderwijs in het onder a bedoelde samenwerkingsverband,
als het vervoer naar die school voor de gemeente minder kosten met zich mee zou brengen dan
het vervoer naar de speciale school voor basisonderwijs als bedoeld onder a.
4. Als de ouders vanwege een specifieke onderwijskundige behoefte van de leerling een vervoersvoorziening aanvragen naar een school op een grotere afstand, dan de dichtstbijzijnde toegankelijke school van de onderwijssoort waarop de leerling is aangewezen, wordt deze slechts toegekend
als is voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. aan het college is door de ouders genoegzaam aangetoond wat de specifieke en noodzakelijke
onderwijskundige onderwijsbehoefte van de leerling is;
b. aan het college is door de ouders genoegzaam aangetoond dat de dichtstbijzijnde school van de
onderwijssoort waarop de leerling is aangewezen niet toegankelijk is vanwege het niet kunnen
1. Een vervoersvoorziening wordt toegekend als de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde
a. basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs meer bedraagt dan zes kilometer;
b. speciaal basisonderwijs als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs meer bedraagt dan zes
c. speciaal onderwijs meer bedraagt dan zes kilometer.
2. In afwijking van het eerste lid wordt geen afstandsgrens gehanteerd wanneer aan het college
genoegzaam is aangetoond dat het een leerling met een beperking betreft die door de beperking
niet in staat is zelfstandig dan wel met begeleiding te reizen. Zo nodig kan het college hierover
advies vragen aan een onafhankelijk medisch deskundige. De deskundige betrekt in zijn advies
de mogelijkheden van de leerling met een beperking om zelfstandig, al dan niet met begeleiding,
Artikel 5.7 Peildatum leeftijd leerling
Voor het verstrekken van een vervoersvoorziening op basis van 5.14 derde lid is de leeftijd van de
leerling op 1 augustus van het schooljaar waarop de vervoersvoorziening betrekking heeft bepalend.
Artikel 5.8 Andere vergoedingen
De aanspraak op een toelage, voor zover die voor de betreffende leerling betrekking heeft op de reiskosten van het vervoer wordt op een vervoersvoorziening in mindering gebracht.
Artikel 5.9 Schooltijden en wachttijden
1. Bekostiging van het aangepast vervoer vindt plaats op standaard schooldagen en schooltijden,
zoals deze zijn opgenomen in de schoolgids van de school die de leerling bezoekt.
2. Ingeval er binnen een school sprake is van verschillende lesroosters binnen de vaste schooltijden,
kan het college besluiten met de inzet van het aangepaste vervoer een wachttijd aan te houden
van één of meerdere lesuren, om zodoende aan te sluiten op het reguliere leerlingenvervoer.
3. Het aangepast vervoer op schooldagen en schooltijden die afwijken van de in de schoolgids genoemde dagen en tijden wordt niet bekostigd, tenzij de ouders bewijs overleggen waaruit blijkt
dat de structurele beperking van een leerplichtige leerling de aansluiting op de standaard
Artikel 5.10 Tijdelijk verblijf buiten de gemeente
1. Het college kan een tijdelijke vervoersvoorziening voor een periode van maximaal zes weken
toekennen aan de ouders van een leerling, die als gevolg van een crisissituatie tijdelijk buiten de
gemeente verblijft, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a. de leerling blijft zijn eigen school bezoeken;
b. in de periode, voorafgaand aan het tijdelijke verblijf buiten de gemeente, is een vervoersvoorziening
toegekend op grond van dit hoofdstuk; en
c. de intentie bestaat dat de leerling terugkeert naar de oorspronkelijke gemeente.
2. Het besluit waarin de vervoersvoorziening is toegekend voorafgaand aan een tijdelijke vervoersvoorziening wordt opgeschort met ingang van de datum van tijdelijk verblijf buiten de gemeente
en herleeft weer zodra de leerling terugkeert in de gemeente, tenzij de geldigheidsduur van dit
Artikel 5.11 Vervoersvoorziening naar buitenschoolse opvang
1. Als er aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer kan op
verzoek een vervoersvoorziening worden toegekend voor het vervoer naar een buitenschoolse
opvang. Hiervoor wordt een afzonderlijke aanvraag ingediend.
2. De vervoersvoorziening naar een buitenschoolse opvang wordt slechts toegekend als er wordt
voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. er is sprake van een vast patroon;
b. de vervoersaanvraag dient een buitenschoolse opvang binnen de gemeente te betreffen;
c. de vervoersaanvraag mag slechts één tweede thuisadres tegelijkertijd betreffen.
Artikel 5.12 Vervoersvoorziening naar stageadres
1. Als er al aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening naar een school voor voortgezet speciaal
onderwijs of een school voor voortgezet onderwijs kan op verzoek een vervoersvoorziening
worden toegekend voor het vervoer naar een stageadres. Hiervoor wordt een afzonderlijke aanvraag
2. In afwijking van het bepaalde in artikel 5.2 eerste lid, kan een aanvraag voor stagevervoer bovendien door de school voor voortgezet speciaal onderwijs of de school voor voortgezet onderwijs
3. De vervoersvoorziening naar een stageadres wordt slechts toegekend als er wordt voldaan aan
a. de stage is onderdeel van het onderwijsprogramma zoals opgenomen in de schoolgids van de
school of in het stagecontract;
b. de stagetijden komen overeen met de reguliere schooltijden;
c. de stage vindt plaats op één stageadres; en
d. het stageadres is gelegen op de route van de woning naar de school.
4. Een vervoersvoorziening wordt slechts toegekend over de afstand tussen de woning van de
leerling en het dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke stageadres.
Paragraaf 5.4 Onderzoeksfase: verstrekking aard en omvang van de vervoersvoorziening
Artikel 5.13 Verstrekking van de vervoersvoorziening
1. Het college betrekt bij de verstrekking van de vervoersvoorziening de vervoersadviezen van deskundigen die voor de onderzoeksfase van belang zijn.
2. Als begeleiding in het vervoer vereist is, vergoedt het college geen andere kosten dan de vervoerskosten die verbonden zijn aan de begeleiding van de leerling in het vervoer.
Artikel 5.14 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer en vervoer per fiets
1. Als voldaan is aan de afstandsgrens genoemd in artikel 5.6, eerste lid, verstrekt het college aan
de ouders van de leerling die een school voor primair onderwijs of speciaal onderwijs bezoekt
bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer.
2. Als aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in het eerste lid en de leerling naar het oordeel
van het college, al dan niet onder begeleiding, gebruik kan maken van het vervoer per fiets, verstrekt het college de ouders bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets.
3. Het college verstrekt aan de ouders van de leerling of de meerderjarige en handelingsbekwame
leerling, die een school bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer of
vervoer per fiets van de leerling en een begeleider van de leerling als:
a. voldaan is aan de afstandsgrens genoemd in artikel 5.6, eerste lid, de leerling jonger dan negen
jaar is en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat de
leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer of de fiets gebruik te maken; of
b. het een leerling met een beperking betreft.
4. Als een begeleider meer dan één leerling tegelijk begeleidt, komen slechts de kosten van het
vervoer ten behoeve van één begeleider voor bekostiging in aanmerking.
5. Het college stelt bij nadere regeling de kilometervergoeding voor de fiets vast.
Artikel 5.15 Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
1. Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders
van de leerling of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling die een school bezoekt, als:
a. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 5.14 en de leerling met gebruikmaking
van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd
met aangepast vervoer tot 50% van de reistijd per openbaar vervoer of meer dan 50% van de
reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;
b. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 5.14 en openbaar vervoer ontbreekt,
tenzij de leerling naar het oordeel van het college al dan niet onder begeleiding gebruik kan maken
c. aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 5.14, derde lid, en de door de ouders
of de meerderjarige handelingsbekwame leerling ten behoeve van het college genoegzaam wordt
aangetoond dat begeleiding van de leerling door de ouders of anderen onmogelijk is dan wel tot
ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of
d. de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn beperking ook niet onder begeleiding
Artikel 5.16 Bekostiging op basis van de kosten van eigen vervoer
1. Als aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening, kan het college de ouders vragen of op aanvraag
toestaan één of meer leerlingen zelf te vervoeren of te laten vervoeren.
2. Als toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de
ouders die een leerling zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren:
a. een bedrag op basis van de kosten van het vervoer per fiets voor de leerling zonder begeleiding,
als aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het vervoer per fiets al dan niet met begeleiding. Het college stelt bij nadere regeling de kilometervergoeding voor de fiets
b. een bedrag op basis van de kosten van het openbaar vervoer voor de leerling zonder begeleiding,
als aanspraak zou bestaan op bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer al
c. een bedrag op basis van een kilometervergoeding voor de auto, als aanspraak zou bestaan op
een voorziening in de vorm van aangepast vervoer, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
Deze vergoeding bedraagt het belastingvrije kilometerbedrag per kilometer.
3. Als toestemming ingevolge het eerste lid aan de ouders is verleend, bekostigt het college aan de
ouders die meer dan één leerling tegelijk zelf vervoeren, dan wel laten vervoeren, een bedrag op
basis van een kilometervergoeding voor de auto, behoudens het bepaalde in het vierde lid.
4. Aan de ouders die één of meer leerlingen laten vervoeren door andere ouders die voor het vervoer
van één of meer leerlingen bekostiging van het college ontvangen, wordt door het college geen
Artikel 5.17 Bekostiging andere passende vervoersvoorziening
Als aanspraak bestaat op een vervoersvoorziening, kan het college na overleg met de ouders of de
meerderjarige en handelingsbekwame leerling een bekostiging verstrekken voor een andere passende
voorziening, die goedkoper is dan of gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer.
Artikel 5.18 Vervoersvoorziening voor weekeinde en vakantie
1. Met inachtneming van artikel 5.5 kent het college desgewenst een vervoersvoorziening voor het
weekeinde en de vakantie toe aan de in de gemeente wonende ouders van de leerling of de
meerderjarige en handelingsbekwame leerling die, met het oog op het volgen van voor hem
passend speciaal onderwijs of voortgezet speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft.
2. Het college kent aan de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling een vervoersvoorziening toe voor het weekeindevervoer van de leerling voor de, eenmaal per weekeinde gemaakte, reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de
ouders en terug, voor zover de weekeinden niet vallen binnen de in het derde lid bedoelde
3. Het college kent aan de ouders of de meerderjarige en handelingsbekwame leerling een vervoersvoorziening toe voor het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie
van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft,
naar de woning van de ouders en terug, voor zover de vakantie voorkomt in de schoolgids van
de school die de leerling bezoekt.
4. Artikel 5.15, eerste lid, aanhef en onder a, is niet van toepassing.
Artikel 5.19 OOGO met het samenwerkingsverband
1. Het college neemt het leerlingenvervoer op als vast agendapunt in het OOGO met het samenwerkingsverband.
2. Het college spant zich in om in het OOGO met het samenwerkingsverband afspraken te maken
3. Het college organiseert periodiek een uitvoerend overleg met het samenwerkingsverband. In dit
overleg worden onder andere de volgende onderwerpen besproken:
a. de ontwikkelingen in het onderwijs, het gemeentelijk beleid leerlingenvervoer en het samenwerkingsverband;
b. de wijze waarop situaties als genoemd in artikel 5.5, vierde lid, kunnen worden voorkomen, dan
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-474029.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.