Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Best (2020)

De raad van de gemeente Best;

 

gezien het voorstel van Burgemeester en wethouders,

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet; de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, tweede lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

besluit

Artikel I  

 

De Algemene plaatselijke verordening Best (2020) wordt als volgt gewijzigd:

 

WIJZIGINGEN IN VERBAND MET DE OMGEVINGSWET (A t/m AA)

 

A

 

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

    • -

      beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

 

  • 2.

    De definities van ‘bevoegd gezag’, ‘bouwwerk’ en ‘gebouw’ komen te luiden:

    • -

      bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

    • -

      bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

    • -

      gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

 

B

 

Artikel 1:2, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

 

C

 

Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

 

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

D

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

E

 

Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

 

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

 

F

 

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het vijfde lid vervalt en de leden 6 en 7 worden vernummerd tot 5 en 6.

 

  • 2.

    Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:

    • 6.

      Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

 

  • 3.

    Het achtste lid wordt vernummerd tot 7.

 

G

 

Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het tweede en vijfde lid vervallen en de leden 3 en 4 worden vernummerd tot 2 en 3.

 

  • 2.

    Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

    • 3.

      Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

 

H

 

Artikel 2:12, vierde lid, komt te luiden:

 

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, provinciale omgevingsverordening of waterschapsverordening.

 

I

 

In artikel 2:28, tweede lid komt te luiden:

 

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning als de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan.

 

J

 

Artikel 2:39, derde lid, onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met het omgevingsplan.

 

K

 

Artikel 2:40a, vierde lid, onder g, komt te luiden:

 

  • g.

    indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met het omgevingsplan.

 

Artikel 2:40a, zevende lid, onder f, komt te luiden:

 

  • f.

    indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met het omgevingsplan.

 

L

 

Artikel 3:7, eerste lid, onder j, komt te luiden:

 

  • j.

    de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd zal opleveren met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan.

 

M

 

Artikel 3:9, eerste lid, onder g, komt te luiden:

 

  • g.

    de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan.

 

N

 

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Na ‘Besluit: Activiteitenbesluit milieubeheer’ wordt toegevoegd ‘,zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet’.

 

  • 2.

    De definitie van ‘inrichting’ komt te luiden:

    • -

      inrichting: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, met dien verstande dat de artikelen 4:2 tot en met 4:5 uitsluitend van toepassing zijn op inrichtingen type A of type B als bedoeld in het Besluit;

 

O

 

Artikel 4:5, derde lid komt te luiden:

  • 4.

    Als versterkte elementen worden gecombineerd met onversterkte elementen, wordt het hele samenspel beschouwd als versterkte muziek en is dit artikel niet van toepassing.

 

P

 

Artikel 4:6, vijfde lid, onderkomt te luiden:

 

  • 5.

    op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de provinciale omgevingsverordening;

 

Q

 

Artikel 4:13 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden op door het college in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid aangewezen plaatsen, buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, in de openlucht of buiten de weg de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:

 

  • 2.

    Het derde lid komt te luiden:

    • 3.

      Dit artikel is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

R

 

Artikel 4:15, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing in gevallen waarin een omgevingsvergunning is verleend en het gevaar en de hinder zijn betrokken bij de afweging.

 

S

 

Artikel 4:17 komt te luiden:

 

Artikel 4:17 Definitie

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig, dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

 

T

 

Artikel 4:18, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden ten behoeve van recreatief nachtverblijf kampeermiddelen te plaatsen of geplaatst te houden buiten een kampeerterrein dat als zodanig in het omgevingsplan is bestemd of mede bestemd.

 

U

 

Artikel 5:5, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

 

V

 

Artikel 5:6, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening.

 

W

 

Artikel 5:18, tweede lid, komt te luiden:

 

  • 2.

    Het college weigert de vergunning wegens strijd met het omgevingsplan.

 

X

 

Artikel 5:20, eerste lid, komt te luiden:

 

  • 1.

    Artikel 5:18, eerste lid, is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet of de provinciale omgevingsverordening.

 

Y

 

Artikel 5:32, derde lid, komt te luiden:

 

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproductie sportmotoren.

 

Z

 

Artikel 5:33, vierde lid, onder b, komt te luiden:

 

  • b.

    binnen de bij of krachtens de provinciale omgevingsverordening aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

 

AA

 

Artikel 5:34 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden:

    • 1.

      Het is verboden in de openlucht afvalstoffen te verbranden buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet, of anderszins vuur aan te leggen, te stoken of te hebben.

 

  • 2.

    Het vijfde lid komt te luiden:

    • 5.

      Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 1˚ of 3˚, van het Wetboek van Strafrecht of de provinciale omgevingsverordening.

 

WIJZIGINGEN IN VERBAND MET DE ALCOHOLWET (AB en AC)

 

AB

 

In de volgende artikelen/onderdelen wordt ‘Drank- en Horecawet’ vervangen door ‘Alcoholwet’:

  • artikel 2:24, eerste lid, onder d;

  • artikel 2:28, derde lid onder a en zesde lid (tweemaal);

  • de naam van hoofdstuk 2, afdeling 5;

  • artikel 2:34a;

  • artikel 2:48, tweede lid, onder a en onder b;

  • artikel 3:7, eerste lid, onder h, sub 1);

 

AC

 

Artikel 2:35 komt te luiden:

 

Artikel 2:35 Proeverijen in slijtlokaliteiten

Proeverijen in slijtlokaliteiten als bedoeld in artikel 25e van de Alcoholwet zijn toegestaan.

 

 

OVERIGE WIJZIGINGEN (AD t/m AI)

 

AD

 

Artikel 2:28, tweede lid komt te luiden:

 

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning wegens strijd met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

 

AE

 

Artikel 2:34b, derde lid komt te luiden:

 

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het tweede lid gelden voor de petanqueclub de volgende schenktijden:

    • maandag tot en met vrijdag vanaf 14.00 uur tot 24.00 uur;

    • zaterdag vanaf 12.00 uur tot 24.00 uur;

    • zondag vanaf 11.00 uur tot 24.00 uur.

 

AF

 

In artikel 2:34c wordt “2.34b derde lid” vervangen door “2:34b vijfde lid”.

 

AG

 

Toegevoegd wordt het volgende artikel:

 

Artikel 2:48a Verboden lachgasgebruik

  • 1.

    Het is verboden op een openbare plaats lachgas recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met overlast of andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.

  • 2.

    Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied lachgas recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.

  • 3.

    Het college kan in het aanwijzingsbesluit het in het tweede lid bedoelde verbod beperken tot bepaalde tijden.

 

AH

 

Artikel 6:4 komt te luiden:

 

Artikel 6:4 Intrekking oude verordening

De Algemene plaatselijke verordening 2020 wordt ingetrokken

 

 

AI

 

In artikel 6:6, tweede lid wordt ‘Speelweide’ vervangen door ‘Speelheide’.

 

AJ

 

In artikel 6:7 wordt ‘Algemene plaatselijke verordening Best 2020’ vervangen door ‘Algemene Plaatselijke Verordening Best 2022’.

Artikel II  

  • 1.

    De bepalingen onder A t/m AA van dit besluit (wijzigingen i.v.m. de Omgevingswet) treden in werking op het tijdstip dat de Omgevingswet in werking treedt.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid treedt bepaling N in werking op de dag direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

  • 3.

    De bepalingen AB t/m AJ treden in werking op 1 januari 2022.

  • 4.

    Bij inwerkingtreding van bepaling I komt deze in de plaats van de op 1 januari 2022 in werking getreden bepaling AD.

Aldus besloten door de raad van Best

in zijn vergadering van 13-12-2021

Maaike Mesdag-Blom

raadsgriffier

Hans Ubachs

voorzitter

Naar boven