Artikel
|
Omschrijving
|
Vast tarief
|
Variabel tarief
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
2.1.1.1
|
Aanlegkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt, een raming van de kosten die voortvloeien uit de aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeel- telijk door zelfwerkzaamheid geschieden de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
|
|
2.1.1.2
|
Bouwkosten: de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk of het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen], of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en in- dien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid ge- schiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
|
|
2.1.1.3
|
Sloopkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting,, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaar- den voor de uitvoering van werken en van technische installatiewer- ken 2012 (UAV 2012; Stcrt.2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de sloopkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien het slopen geheel of gedeel- telijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouw- werk waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
|
2.1.1.4
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
|
2.2.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is:
|
€ 346,00
|
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
2.3.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aan- vraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en in overeenstemming met het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. Bij aanvragen om omgevings- vergunningen met een bouwsom lager dan € 2.000 bedraagt het to- taalbedrag van de legesnota niet meer dan 30% van de bouwsom.
|
|
|
2.3.1.1
|
Bouwactiviteit, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.1.1.1
|
Aanvragen voor alleen schuttingen, velux dakkapel dakramen en/of (wal) beschoeiingen of daarmee gelijk te stellen bouwwerken
|
€ 114,60
|
|
2.3.1.1.2
|
bouwkosten tot € 6.000
|
€ 275,70
|
|
2.3.1.1.3
|
bouwkosten van € 6.000 tot € 20.000
|
€ 530,05
|
|
2.3.1.1.4
|
bouwkosten van € 20.000 tot € 70.000
|
|
2,280%
|
2.3.1.1.5
|
bouwkosten van € 70.000 tot € 250.000, met een minimum van € 1.573,20
|
|
2,130%
|
2.3.1.1.6
|
bouwkosten van € 250.000 tot € 1.000.000, met een minimum van € 5.303,70
|
|
1,920%
|
2.3.1.1.7
|
bouwkosten van € 1.000.000 en meer, met een minimum van € 19.180,00
|
|
1,770%
|
2.3.1.2
|
Welstandstoets het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 3.1.1 wordt, in verband met een toetsing aan welstandscriteria, als volgt verhoogd:
|
€ 40,00
|
|
2.3.1.2.1
|
bij een aanvraag waarbij niet het advies van de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteit nodig is, voldoet aan criteria welstandsnota (ambtelijke toets):
|
€ 40,00
|
|
2.3.1.2.2
|
bij de aanvraag waarbij wel het advies wordt ingewonnen, het bedrag zoals de adviescommissie voor ruimtelijke kwaliteiten bij de gemeente in rekening brengt. Op verzoek wordt dit vooraf aan de aanvrager kenbaar gemaakt.
|
|
|
2.3.1.2.3
|
advisering welstand Mooi Noord-Holland bij handhavingszaken / Excessenregeling
|
€ 152,10
|
|
2.3.1.2.4
|
secretariaat – beleid coördinator
|
€ 86,20
|
|
2.3.1.2.5
|
Mooi Noord – Holland adviseur / Commissielid
|
€ 121,70
|
|
2.3.1.2.6
|
projecttarief Mooi Noord – Holland adviseur
|
€ 101,40
|
|
2.3.1.2.7
|
previsoren, supervisors, leden kwaliteitsteam
|
€ 121,70
|
|
2.3.1.2.8
|
adviseur bij second opinions
|
€ 121,70
|
|
Overige advisering op basis van bestede tijd; basis uurtarief Veilig- heidsregio NHN
|
|
2.3.1.2.9
|
advisering Veiligheidsregio boven de maatlat
|
€ 48,65
|
|
2.3.1.2.10
|
advisering Veiligheidsregio voor RO en externe veiligheid
|
€ 53,20
|
|
2.3.1.3
|
Beoordeling bodemrapport: Onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
|
2.3.1.3.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport:
|
€ 207,85
|
|
2.3.1.3.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
€ 207,85
|
|
2.3.1.4
|
Achteraf ingediende aanvraag: Onverminderd het bepaalde in onder- deel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit, van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges:
|
|
12,500%
|
2.3.1.4.1
|
Ingeval beoordeling van een aanvullend gegeven bij aanvragen op basis van het in artikel 2.3.1.1 bepaalde : 5% van de leges op basis van artikel 2.3.1.1. met een minimum van € 25,00 en een maximum van € 250,00.
|
|
5,000%
|
2.3.1.5
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag voor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit die niet vergunningsplichtig blijkt, bedraagt
|
€ 114,75
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:van de aanlegkosten met een minimum van € 277,90
|
|
0,750%
|
2.3.2.2
|
Beoordeling bodemrapport: Onderdeel 3.1.3.2 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 3.2.1 bedoelde aanvraag, tenzij onderdeel 3.1.3.2 zelf toepassing vindt.
|
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit, indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.3.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 3.1:
|
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 267,30
|
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 267,30
|
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag wordt dit bedrag afhankelijk van de bouwkosten verhoogd met:
|
|
|
2.3.3.3.1
|
bouwkosten tot € 50.000
|
€ 3.151,05
|
|
2.3.3.3.2
|
bouwkosten vanaf € 50.000 tot € 250.000
|
€ 3.852,25
|
|
2.3.3.3.3
|
bouwkosten vanaf € 250.000
|
€ 5.041,80
|
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 267,25
|
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 267,25
|
|
2.3.3.6
|
Als de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag
|
€ 3.634,85
|
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag.
|
€ 3.614,55
|
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):van het op grond van onderdeel 3.1.1 verschuldigde bedrag.
|
|
12,500%
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit. Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 267,25
|
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 267,25
|
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 3.089,35
|
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
€ 267,25
|
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 267,25
|
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 3.780,55
|
|
2.3.4.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 3.780,55
|
|
2.3.4.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 267,25
|
|
2.3.4.9
|
indien artikel 3 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast
|
€ 267,25
|
|
2.3.4.10
|
indien artikel 4 van de Wet vergunning onrechtmatige bewoning recreatiewoningen wordt toegepast
|
€ 267,25
|
|
2.3.4.11
|
indien artikel 2.12 eerste lid onder a, onder 1° van de Wabo wordt toegepast, om toestemming te verlenen om af te wijken van het bestemmingsplanverbod om buiten het zomerseizoen in de recreatieverblijven op het park “”Bungalowpark onder de Perelear-Recreatiepark West-Friesland” te verblijven, bedraagt het tarief:
|
€ 55,05
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid. Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 655,65
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening aangewezen monument, waarvoor op grond van die proviciale verordening of artikel 4 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
€ 767,25
|
|
2.3.6.1.2
|
voor het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald (artikel 2.1 eerste lid, onder g, van de wabo)
|
€ 712,20
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 252,30
|
|
2.3.7.2
|
Beoordeling bodemrapport Onderdeel 3.1.3.2 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in onderdeel 3.7.1 bedoelde aanvraag, tenzij de onderdelen 3.1.3.2 of 3.2.2 zelf toepassing vinden.
|
|
|
2.3.7.3
|
Asbesthoudende materialen Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1 bedraagt het tarief, indien de in die onderdelen bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:
|
€ 252,30
|
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 78,65
|
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 58,85
|
|
2.3.10
|
Kappen:Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 78,65
|
|
2.3.11
|
Opslag van roerende zaken: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
€ 183,05
|
|
2.3.11.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:
|
€ 196,60
|
|
2.3.11.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
|
€ 196,60
|
|
2.3.12
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onder- delen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onder- delen bedoelde activiteiten:
|
€ 196,60
|
|
2.3.13
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onder- delen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onder- delen bedoelde activiteiten:
|
€ 98,25
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
|
2.3.14.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 229,55
|
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschaps-verordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 229,55
|
|
2.3.14.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning;
|
€ 229,55
|
|
2.3.14.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
2.3.16
|
Advies
|
|
|
2.3.16.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld
|
|
|
2.3.16.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.17
|
Verklaring van geen bedenkingen.
|
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
2.3.17.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 550,70
|
|
2.3.17.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.17.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 3.17.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.18
|
Handeling in het kader van de Wet op de Archeologische monumentenzorg.
|
|
|
2.3.18.1
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg en de Erfgoedverordening Opmeer 2010 (voor) onderzoek nodig is, bedraagt het tarief voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport:
|
|
|
2.3.18.1.1
|
500 m² of minder bedraagt
|
€ 196,60
|
|
2.3.18.1.2
|
meer bedraagt dan 500 m², doch minder dan 2.000 m²
|
€ 393,25
|
|
2.3.18.1.3
|
2.000 m² of meer bedraagt
|
€ 786,40
|
|
2.3.18.2
|
Indien op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg en de Erfgoedverordening Opmeer 2010 een Programma’s van Eisen beoordeeld moet worden:
|
€ 196,60
|
|
2.3.18.3
|
Indien op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg en de Erfgoedverordening Opmeer 2010 een Plan van aanpak beoordeeld moet worden:
|
€ 196,60
|
|
2.3.18.4
|
Indien op grond van de Wet op de archeologische monumentenzorg en de Erfgoedverordening Opmeer 2010 rapportages beoordeeld moeten worden die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek:
|
€ 196,60
|
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
2.4
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de activiteiten bouwen waarbij sprake is van een gecertificeerde Bouwbesluittoets, bestaat aanspraak op een vermindering van de leges als bedoeld in artikel 2.3.1. De vermindering bedraagt;
|
|
15,000%
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
|
2.4.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 3.16 en 3.17. De vermindering bedraagt: Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17. De vermindering bedraagt:
|
|
|
2.4.2.1
|
bij 5 tot 10 activiteiten:2% van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
2,000%
|
2.4.2.2
|
bij 10 tot 15 activiteiten: 3% van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
3,000%
|
2.4.2.3
|
bij 15 of meer activiteiten: 5% van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
|
|
5,000%
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten. Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw‐, aanleg‐ of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2, 3.6 en 3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen 4 weken na het in behandeling nemen ervan, doch voor het verlenen van de omgevingsvergunning: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
75,000%
|
2.5.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan maar voor het verlenen van de omgevingsvergunning: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
60,000%
|
2.5.1.3
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken en binnen 12 weken na het in behandeling nemen ervan maar voor het verlenen van de omgevingsvergunning: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
45,000%
|
2.5.1.4
|
Indien een concept aanvraag wordt in getrokken door aanvrager voordat deze is getoetst aan de welstand en bestemmingsplan zijn er administratieve kosten verbonden aan de behandeling van de conceptaanvraag. Deze administratieve kosten bedragen
|
€ 40,15
|
|
2.5.1.5
|
Indien een concept aanvraag wordt ingetrokken door aanvrager nadat deze is voorgelegd aan de welstanden/of getoetst bestemmingsplan bedraagt het percentage aan teruggave
|
|
50,000%
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten. Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw‐, aanleg‐ of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2, 3.6 en 3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 6 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
50,000%
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten.
|
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw‐, aanleg‐ of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2, 3.6 of 3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt: van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
60,000%
|
2.5.3.2
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
2.5.4
|
Minimumbedrag voor teruggaaf, Een bedrag minder dan € 150 wordt niet teruggegeven.
|
|
|
2.5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen. Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 3.16 en 3.17 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
2.6.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 5.2 van toepassing is:
|
€ 65,50
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
2.7.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 65,50
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 10.633,00
|
|
2.8.1.2
|
Het tarief onder 2.8.1.1 wordt verlaagd met € 5.000,- indien door aanvrager bij de aanvraag een voorontwerp van een bestemmings- plan wordt ingediend en deze is voorzien van een volledige en goede ruimtelijke onderbouwing
|
|
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening
|
€ 1.889,90
|
|
2.8.3
|
De in 2.8.1.1 en 2.8.2 genoemde tarieven worden verhoogd met het eventuele bedrag dat een externe adviseur de gemeente in rekening brengt
|
|
|
2.8.4
|
Indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving – verklaring van geen bedenkingen van G.S.):
|
€ 3.781,25
|
|
Hoofdstuk 9 Sloopmelding
|
2.9.1
|
vervallen
|
|
|
Hoofdstuk 10 Advisering op het gebied van agrarische bouwaanvragen en uitbreiding bouwvlakken door een onafhankelijke Agrarische beoordelingscommissie
|
2.10.1
|
Voor advisering op het gebied van agrarische bouwaanvragen en uitbreiding bouwvlakken door een onafhankelijke Agrarische beoordelingscommissie gelden de volgende leges:
|
|
|
2.10.1.1
|
Standaardadvies bestaande bedrijven
|
€ 876,25
|
|
2.10.1.2
|
Inzake nieuwe vestigingen en/of beoordeling van een bedrijfsplan
|
€ 1.037,70
|
|
2.10.1.3
|
Waarbij ons wordt verzocht ook uitspraken van een commissie voor bezwaar en beroep en/of gerechtelijke uitspraken te betrekken
|
€ 1.019,40
|
|
2.10.1.4
|
Nadere adviezen op eerder uitgebrachte adviezen
|
€ 518,80
|
|
2.10.1.5
|
Second opinion
|
€ 1.383,50
|
|
Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde beschikking
|
2.11.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 196,65
|
|