Gemeenteblad van Nieuwegein
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nieuwegein | Gemeenteblad 2021, 470036 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Nieuwegein | Gemeenteblad 2021, 470036 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening tot wijziging van de Huisvestingsverordening regio Utrecht 2019 Gemeente Nieuwegein
De Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019 Gemeente Nieuwegein wordt als volgt gewijzigd.
Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:
Een woningzoekende die als hoofdhuurder daadwerkelijk en rechtmatig in de woningmarktregio een zelfstandige huurwoning bewoont en na verhuizing leeg achterlaat. De maandhuur mag bij inschrijving niet meer bedragen dan de maximale huurprijsgrens als bedoeld in lid 14. Bij de eerste zin wordt niet verstaan de woningzoekende die een huurwoning bewoont op basis van de Leegstandwet.
Een of twee volwassen personen, met of zonder kinderen, die een duurzame gemeenschappelijke huishouding voeren of wensen te voeren. Hierbij is er sprake van bewuste wederzijdse zorg en taakverdeling, die het enkel gezamenlijk bewonen van een bepaalde woonruimte te boven gaat. Het huishouden heeft de intentie om voor onbepaalde periode samen te wonen.
Artikel 2.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2.4.1 wordt als volgt gewijzigd:
Artikelsgewijze toelichting bij artikel 2.4.1 van de verordening als volgt aanpassen:
De Woningwet, artikel 48 lid 1, stelt voorwaarden over het percentage dat een woningcorporatie kan gebruiken, met de mogelijkheid om te differentiëren als hier afspraken over gemaakt zijn met de gemeente.
Het niet toepassen van tabel 1 kan alleen wanneer de toewijzing aan de primaire doelgroep boven de te verwachte trend van 70% ligt. In de regio wordt het percentage van 70% verhuringen aan de primaire doelgroep gehanteerd als norm.
Artikel 2.4.2 wordt als volgt gewijzigd:
De artikelsgewijze toelichting van tweede lid onderdeel b van artikel 2.4.2 in de verordening komt te luiden:
Voorbeeld aflopend voorrang verlenen, bij een 5 kamerwoning > 80 m2: bij de eerste selectie wordt voorrang verleend aan een huishouden van 5 personen of meer. Indien dit niet leidt tot een resultaat heeft het huishouden voorrang dat bestaat uit 4 personen. Indien dit ook geen resultaat oplevert, krijgt vervolgens een huishouden bestaande uit 3 personen voorrang. En zo verder, als deze methodiek niet in tegenspraak is met lid 3.
De artikelsgewijze toelichting van derde lid van artikel 2.4.2 in de verordening komt te luiden:
Woningcorporaties hebben meer maatwerk nodig om zelf een bezettingsnorm te hanteren. Het maatwerk is verbonden aan de kwetsbaarheid van de woonruimte en/of wooncomplex en daarmee inbreuk op het woongenot. Voor de verantwoording maken woningcorporaties afspraken met burgemeester en wethouders.
In het eerste lid van artikel 2.4.3 wordt in het onderdeel ‘Jongerenwoningen’ de tekst ‘Voorrang voor jongeren in de leeftijdscategorie van 18 tot 23 jaar of 18 tot 30 jaar.’ vervangen door:
Artikel 2.4.4 wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 2.4.4 Voorrangsregels doorstromen en doorschuiven
Bij het verlenen van een huisvestingsvergunning voor de huur van woonruimte met maximaal drie kamers wordt door burgemeester en wethouders voorrang gegeven aan een doorstromer die zelfstandige woonruimte, van een verhuurder die zijn woningen verhuurt via het toewijzingssysteem zoals omschreven in artikel 2.6.1., met minimaal vier kamers achterlaat.
In eerste lid van artikel 2.5.1c wordt in onderdeel e ‘afgeven’ vervangen door: afgegeven.
In artikel 2.5.3, vierde lid, wordt na het woord ‘vergelijkbaar’ het woord ‘zijn’ geschrapt.
De artikelsgewijze toelichting van artikel 2.6.2, lid 2c in de verordening komt te luiden:
Om in het advertentiemedium woonruimte aan te mogen wijzen waarop de status "urgent" niet geldig is, is de volgende procedureafspraak overeengekomen: Woningcorporaties bepalen in welke woningcomplexen in potentie ter beschikking komende woningen, uitgesloten kunnen worden voor urgent woningzoekenden. Met dien verstande dat de voorrangsregel "urgent", dan niet geldig is. Het is dus niet de bedoeling dat deze complexen in hun geheel worden uitgesloten voor urgent woningzoekenden. Wanneer in een geoormerkt complex een woning ter beschikking komt, krijgt de woningcorporatie mandaat om te beoordelen of de betreffende woning daadwerkelijk wordt aangewezen als woning waarop de voorrangsregel “urgent” niet geldig is. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om (niet limitatief):
Het is overigens niet de bedoeling te veel woningen uit te sluiten voor urgenten woningzoekenden Terughoudendheid dient te worden betracht. Daarom mag per jaar niet meer dan 5% van het totaal aantal woningen per gemeente dat in het voorgaande jaar met het aanbodmodel is aangeboden, worden aangemerkt als woning waarop de voorrangsregel "urgent" niet van toepassing was. Corporaties rapporteren achteraf jaarlijks op welke wijze hierop invulling is gegeven. Het aanbod via het lotingmodel valt buiten de 5%-regeling, aangezien urgentie in geen enkel geval voorrang geeft bij het lotingmodel.
In het eerste lid van artikel 2.6.3 wordt ‘bijzondere regels’ vervangen door: nadere regels.
Aan de artikelsgewijze toelichting van artikel 2.6.3c in de verordening wordt de volgende tekst toegevoegd:
Voorbeelden van wat onder beheerdersbelang wordt verstaan zijn (niet limitatief):
- Gerichte toewijzing aan woningzoekenden (dragende huurders) in complexen waar het concept van vragende en dragende bewoners centraal staat.
Aan de artikelsgewijze toelichting van artikel 2.6.3e in de verordening wordt de volgende tekst toegevoegd:
Bij bemiddeling wordt in principe eenmalig een passende woonruimte aangeboden. De bemiddeling kan vervallen als de woningzoekende zonder gegronde reden de woonruimte weigert.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-470036.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.